dinsdag, mei 13, 2014

De mestput

Twee van mijn beste vrienden uit mijn jeugdjaren, waren kinderen van boeren. Twee duidelijk verschillende boerderijen, waarvan er een nog zo'n echte mestput (als hij helemaal vol was: een mesthoop), midden op het hof.

Het paard en de koeien produceerden heel wat mest, gemengd met massa's stro, want in die tijd werd er  nog gul met stro gestrooid in de stallen. Nu niet meer, want nu is er bijna geen stro meer, dank zij de nieuwe manier van graan telen, en het gebruik van gesofisticeerde sproeistoffen.

Telkens zij het stal kuisten, werd het mest met een heel deel van het stro, opgeschept op grote platte kruiwagens, en alles werd uit gekipt op de mesthoop. Die mestput was blijkbaar een uitgemetste put, want als hij niet vol was, zag je er altijd mestwater in staan.
Misschien denk je dat dit een eeuwige bron van stank was, maar dat was niet zo... Zolang je er niet in roerde of in werkte, stonk dat helemaal niet. Op de dag dat die mestput uitgeschept werd, om de mest op het land te voeren, dan stonk het wel.

We zochten in de mest wel eens naar pieren. In de mesthoop waren dat eerder kleine wormen, type regenworm, maar iets roder, en meestal veel beweeglijker dan de gewone regenworm en de dauwpier. Ze waren heel geschikt om er mee op paling te gaan vissen.

De mesthoop was ook de plaats waar de kippen een groot deel van hun eten bij elkaar scharrelden. Wellicht zochten ook zij naar de wormpjes...

In de zomer, als het droog weer was, en de put vol was, kon je veilig op de mest lopen, maar zolang de put niet echt vol was, moest je dat liever niet proberen, want soms was wat vaste grond leek alleen een drijvend schijneiland van stro...

Recht voor de mesthoop stond de schuur, waar beneden het materiaal in stond, en waar ook de grote lieve trekhond stond (als hij niet de kar met dagverse melk moest trekken door de straten tot bij de klanten). Boven was het een grote meestal lege ruimte, waar hooguit tijdelijk wat materiaal en wat oogst lag. Dat was ons speelterrein bij regen. Daar schoten wij met de boog naar een bundel stro, tot het ons verveelde en wij door het open gedeelte schoten op de kippen die op de mesthoop scharrelden. Op een keer hadden wij zo'n kip goed geraakt... De kip zei "kuk" en zakte netjes door zijn poten en bleef liggen. Wij ook. Wij durfden amper adem te halen. Na een eeuwigheid scharrelde de kip weer recht en haalden wij opgelucht adem... Wij hebben nooit meer naar kippen geschoten.

Boeren, dan was toen nog hoofdzakelijk handwerk, en toch zaten wij al in het begin van de mechanisatie er van... We rooiden de aardappels met een machientje die de aardappels netjes boven haalde en tegelijk de grond rul maakte, zodat je met je handen makkelijk de aardappels kon voelen in de grond. Maar het rapen, dat deden wij nog, op onze knieën, met de mand naast ons, de mand  mee sleurend en rapend.

Ik heb nog geweten dat we het graan bonden in schoven, en dan recht zetten in stuiken, waar het nog wat kon drogen. Later haalden we die schoven op. Met een lange riek zwiepten we ze tot op de hoog opgestapelde kar, Met die kar reden we naar het hof, waar een dorsmachine stond. Met lange zwiepende riemen aangedreven... De mechanisatie was begonnen...

Later kwam de pikdorser, die het graan meteen afsneed, dorste, en het stro kwam in nette blotten er uit, en het graan kwam terecht in grote zakken van ongeveer 100 kg... Die we later stuk voor stuk naar de zolder droegen. Met zo'n zak op je lijf de ladder op... Later werd het graan gewoon rechtstreeks de zolder op geblazen...

Als ik nu kijk naar de boer van vandaag, dan mis ik veel van toen... De boer zelf zal het wel niet missen, al dat zware lijfelijke werk... Maar toch, als ik hier straks weer die huizenhoge en huizengrote machine zal zien de suikerbieten oogsten en meteen kuisen, dan vraag ik me af of die investering niet te groot is in verhouding met het verrichte werk... Of het niet ergens jammer is dat het ongeschoolde werk voor de sukkelaars in de maatschappij steeds zeldzamer wordt...
En ik schud mijn grijze hoofd en heb heimwee naar een simpeler maatschappij.

Er verdwijnt zo veel, zo veel die wij moesten kennen om zelfredzaam te zijn... Wij moesten leren hoe je in het station moest zoeken naar de juiste trein en treinverbindingen. Wij leerden hoe we moesten werken met het spoorboek waar dat alles te vinden was. Nu zoekt de computer of de smartphone dat wel voor ons op. Wij stonden aan de bushalte dat papiertje te bestuderen om te weten wanneer de bus naar die bestemming er zou zijn... Nu heb je al steden waar dat netjes op een elektronisch bordje verschijnt...
En den vraag ik me af... Mocht er nu plots iets gebeuren, waardoor al die technische en mechanische dingen verdwenen, stilvielen... Wat zou de jeugd nog kunnen ? Hoe zouden ze zichzelf nog kunnen beredderen ?

Ik heb hier nog een oud kookboek liggen, waarin heel wat losse briefjes met recepten van eten en hulpmiddeltjes om de oorlog door te komen... Bewaren van eten en eten maken van heel andere materie dan je gewoon bent. Wafels maken van aardappelen. Zelf zeep maken...
Ik hou dat zorgvuldig bij. Als de teksten wat onleesbaar dreigen te worden, dan bevochtig ik ze heel voorzichtig met een verstuiver, en wat potlood leek wordt weer inkt, want ze zijn geschreven met een anilinepotlood. De jongeren weten niet eens meer wat dat was...

Ik hoop dat ze al die dingen nooit nodig zullen hebben, maar weet, ik heb hier nog een en ander ...
En ik ben blij dat er steeds meer en meer stemmen opgaan om weer wat bewuster te gaan leven, met minder overdadige verpakkingen, met minder weg werpen, met minder verspilling. Je moet eens surfen naar de Kromkommer... waar ze ijveren om ook die groenten die niet netjes het standaardformaat en -model hebben, te gebruiken en niet langer te vernietigen.

Bewuster leven...
Het is nodig, zeker op deze steeds kleiner wordende wereld, waar de honger niet langer ver weg is, maar op amper enkele uurtjes vliegen...
Straks gaan we met oud brood een lekkere quiche maken. Bewust met dat oud brood werken.

tot de volgende ?

2 opmerkingen:

Henk zei

Ik herken veel van wat je schrijft Toon. Ik was vroeger veel op de boerderij te vinden en als ik een vader had gehad die boer was, dan had het me een pracht beroep geleken en was ik zeker boer geworden. Dat neemt niet weg dat de charme er geleidelijk aan, door schaalvergroting en efficiency, wel een beetje af is.

Mocht het systeem ooit in elkaar sodemieteren Toon, dan beloof ik je, naast een opbeurend woord op zijn tijd, ook een maandelijks pakketje noodvoedsel uit mijn volkstuin, zodat ik jou en Anny door de crisis sleep. :-)

Gr. voor jullie beiden,

Henk

Woelmuizenier zei

Er komt inderdaad beweging in de bewustwording. Maar toch zit de handrem nog tamelijk vastgeroest. En hoe de mensen toch nog belazerd worden. Zelf vegetariër kocht ik voor zoneman onlangs een beetje charcuterie: "bio-hesp met 84% vlees"!