woensdag, juli 23, 2008

Heerlijk geslapen

en dus heb ik geen voorbereidend denkwerk gedaan over mijn geschrijfsel van den dag van vandaag. Ik zit dan ook een beetje wanhopig in een lege bovenkamer rond te turen tot er een of ander herinnering of bedenking zo vriendelijk is te voorschijn te komen van tussen de dik bestofte balken.
Geheugen, hoe zou dat er eigenlijk uitzien tijdens een lang mensenleven ? Een beetje zoals mijn zolder, vol met allerlei dingen die je bewaart, want misschien komen ze nog wel eens te pas, of met: nee, dat kan ik niet weggooien dat kreeg ik nog van..., of nee, dat ook niet, dat is nog van pa... en alles hoopt zich op, en als je dan iets van die dingen wilt uithalen, dan moet je tussen alle andere rommel zitten wroeten en zoeken ("ik dacht pertang dat dat daar in dienen hoek lag") om het in veel gevallen niet te vinden en dan beschuldigend te vragen aan je wederhelft: Je hebt dat toch niet weggedaan hé ?"
Of is een geheugen eerder zoiets als een kaartsysteem in wijlen je bureau, waar je netjes alle items op noteerde, en een nummer gaf op basis waarvan je het gewraakte ding dan zoudt moeten kunnen terugvinden? Zoudt moeten kunnen, want om de zoveel jaar ben je verplicht de oudste stukken op te ruimen, en die worden dan in grote stapels weggezet in de kelder waar iedere afdeling zijn hoekje had om te stockeren... En om de zoveel jaar moest je dan die dingen in de kelder ook weer opruimen, want uwen hoek liep over... Het kaartensysteem werd nooit uitgezuiverd, tenzij je bij het zoeken plots een naam ontmoette waarvan je zeker wist: die is dood, en dan verdween ook uit je bureau het laatste gedenksteentje voor de arme overledene...
Of is het geheugen eerder iets als mijn bibliotheekklassement ? Ik heb immers omdat ik maar een goeie vijfduizend boeken in huis heb, een systeem moeten ontwerpen om die boeken terug te kunnen vinden... Dat is een drievoudig klassement! Een op basis van de schrijvers naam, een op basis van de naam van het boek (na de de of het weggelaten te hebben) en een op basis van het genre, zodat ik, als ik een boek zoek over vogels, ik niet alles moet doorzoeken...
(Zou mijn geheugen dan ook "ten achteren" staan, en de laatste honderd boeken nog niet ingeschreven hebben? - vermoedelijk is dat dan het verlies van het korte termijn geheugen ?)
Of is het geheugen eerder iets zoals de harde schijf in mijne kwampjoeter ? En iedere keer als ik om plaats te winnen eens een defragmentatie doe, legt dat onding de dingen op een iets andere plaats...
Maar wellicht is het menselijk geheugen veeleer een mengelmoesje van dit alles, met daarbij nog een hele stapel van niet-geklasseerde dingen, niet geklasseerd omwille van geen tijd, nog niet (en nooit niet) afgewerkt, nog niet uit het zicht leggen en daardoor niet meer terugvinden... en zo voorts... En als je dan iets moet herinneren, dan zit je eerst in de ene bak op zolder, dan in een uw klasseersysteem, dan in uw bibliotheeksysteem, je klopt op de toetsen van je ingebouwde computer en smijt nog eens in wanhoop de niet geklasseerde hoop door elkaar...tju toch, hoe zat dat nu ook weer in elkaar ? en waar zou ik dat gelegd hebben ?
Als het een zoeken naar een ding betreft, dan neem ik wel eens mijn pendel, probeer te kalmeren, spreek met mijn pendel het ja en neen af, en bevraag dan mijn pendel, eigenlijk mijn onderbewuste geheugen, en zie, in veel gevallen weet ik dan plots weer dat het op het kleine roltafeltje ligt... Gaan kijken, en ja hoor, hebbes !
Pendelen...
Op het dorp, rechtover café "Bij Godelieve", was vroeger het huis van Georges, de fietsenmaker en de uitbater van een benzinepomp... Die man was heel de streek door gekend als de pendelaar, sorry, De Pendelaar... Toen ik een waterput wilde steken, omdat het water in onze regio zo lekker en zo zuiver was, vroeg ik hem om eens te komen pendelen. Hij vond op mijn stukje grond drie aders, en een er van werd gemerkt. Het water zat, volgens de pendelaar, om 15 meter diepte... Hij gaf mij ook het adres van een goede en niet te dure putboorder, en toen die man kwam, wilde hij weten of Georges al geweest was, anders begon hij er niet aan.
Het water zat op exact 15 meter diepte ! De put werd nog een meter verder uitgediept, en er werden 16 betonnen ringen van één meter ieder ingezet. Jaren hebben wij hier van dat water gedronken, gewassen en noem maar op, tot er een paar honderd meter van hier een fabriekje kwam, en plots was mijn water foetsie... Het fabriekje gebruikte mijn ader ...
Maar sinds dat gependel voor mijn waterput was ik nieuwsgierig geworden, en zocht ik in de bibliotheek (van de stad en ook in de mijne) alles over pendelen. Ik kocht er zelfs een boekje over, en weldra zat ik ook te pendelen en ja hoor, het werkte ! Naar mijn gevoel kan iedereen het, als je er maar eens echt wilt op oefenen, en als je er in slaagt je geest te richten op het gezochte. Waarschijnlijk zitten er nog restjes van oude zintuigen in ieder mens, en net zoals een olifant water weet te vinden op meters diepte, zo weten wij dat, heel diep in ons, ook...we moeten het alleen door laten komen. Het is een van die vele dingen, die niet kunnen bewezen worden, omdat je het niet kunt op commando, en het is niet te doen je geest leeg te maken als er anderen op je staan te kijken, maar het hoeft ook geen bewijs, het heeft bij alle mensen die dicht bij de natuur staan zichzelf al meer dan genoeg bewezen. Voor het terugvinden van dingen grijpt het wellicht terug in die verborgen hoekjes van je geheugen waar je met je verstand niet meer bij geraakt.

Net zo geloof ik sterk in de helende kracht van de mens ! Het simpelste en eerlijkste voorbeeld is de moeder die de zere knie van haar kindje een kusje geeft, en hops, weg is de pijn !
Op het moment dat we ons verstand laten primeren boven het gevoel, geloven we niet meer dat het helpt, en kijk, dan helpt het ook niet meer!
Ooit zag ik een wonderdoktoor iemand behandelen. Het mensje had een glas gebroken, en bij het er toch nog naar grijpenreflex een lelijke snee in haar hand gekregen. Het bloedde zoals alleen sneden kunnen bloeden. De wonderdoktoor zat in onze nabijheid, en kwam er bij, hij nam de bloedende hand in zijn handen, hield zijn hand boven de wonde en het stopte op slag met bloeden.
Voor mij was dat - weeral!- de reden om daar eens dieper op in te gaan, en weer struinde ik alle mogelijke en onmogelijke boeken over dat onderwerp af, om ook daarvan het fijne te weten.
En ik ben tot de conclusie gekomen dat ook hier, iedereen die gave heeft, kijk maar naar de moederkes en hun kindjes... Maar er zijn twee vereisten: je moet in jezelf geloven, en het slachtoffer moet in u geloven...
De kinderen waren dan zo'n 13 à 15 jaren oud, en een vriend van Bart, Jan sneed hier met een cuttermesje of zoiets in zijn handen, hij had een hevig bloedende snede in zijn handen, en mama hield hem met zijn hand onder de kraan, maar hij bleef bloeden. Ik nam zijn hand vast, en zei tegen Jan dat het bloeden zou stoppen, hield er mijn hand boven en ja hoor, het bloeden was gedaan... Ik heb altijd het gevoel gehad dat Jan me nadien niet helemaal meer betrouwde, ik deed rare dingen...
Maar het kan dus, zonder veel moeite. Ook daar zijn geen wetenschappelijke bewijzen, maar er zijn legio wonderdoktoren, en iedereen weet dat een plantje dat met liefde toegesproken wordt en behandeld wordt groeit veel beter dan een bloempje die alleen maar water krijgt zonder enige aandacht. Men noemt dat dan groene vingers, maar het is veel meer dan dat.
Er zit veel meer in een mens dan hij zelf kan bevroeden !
... Alleen... wij denken te veel.
Wij willen alles beredeneren en geloven niet meer in ons eigen kunnen en onze eigen mogelijkheden.
Laat eens de mens in je zelf los, laat eens je gevoel spreken via je handen !
Een knuffel is zoveel meer dan alleen maar eens vast pakken !
Laat je liefde uit je handen stromen, uit heel je lijf, en heel !
Als we bij een ziek mens zitten, dan hebben we bijna steeds de neiging hem of haar bij de hand te nemen...dat is niet alleen maar een manier van doen, dat is veel meer, dat is het oude handen opleggen, het willen doorgeven van jou gezonde kracht om de zieke te helpen vechten !
Hou dus niet meer alleen die hand in je handen, geef, met heel je hart, met heel je verstand, ook je kracht door om de zieke echt te helpen.
Nee, je doet geen mirakels, maar je doet veel meer dan je zelf kunt bevroeden !

en zeggen dat ik geen inspiratie had om iets te schrijven, en nu schrijf ik over het mooiste en wonderlijkste masjien dat er bestaat, de mens, de mens als hij leeft voor een ander.

tot de volgende ?

Geen opmerkingen: