zaterdag, februari 21, 2009

Gaap

Vanmorgen zijn we pas kwart voor acht wakker geworden.Het gekke is dat we blijkbaar onze buur hebben aangestoken, want we hoorden zijn rolluik pas na het onze omhoog gaan. We hebben er deugd van gehad, en hopen van hen hetzelfde...

Dat is een van de gevolgen van mijn slecht slapen. Ik slaap enkele nachten slecht, en dan maak ik een inhaalbeweging, en slaap als een roosje. Sommige mensen maken zich druk als ze niet slapen, ik niet, ik lig dan gewoon, rustig na te denken over alles en nog wat. Ik noem het een soort bewust dromen. Het mag gek klinken, maar reeds als kind deed ik dat, ook al had ik dan nog niet echt te maken met slapeloosheid, voor het echte inslapen lag ik dan ook bewust te "dromen". In die tijd beleefde ik echte grootse avonturen, sterk gekleurd door de boeken van dat ogenblik. Maar ik maakte het boek niet over, nee, het was gewoon een inspiratiebron om de start te maken naar een bewust avontuur beleven. Dat is wat ik nu nog steeds doe, alleen beleef ik nu nog amper avonturen, maar ik beleef, met nadruk op leven, dingen. Soms kan dat zo echt worden dat ik 's morgens twijfel aan het feit of het echt is of verzinsel... Als ik er in luk in te slapen, dan gaat dit zonder merkbare overgang... Ik glij van bewuste droom over in een onbewuste. Dat zijn precies diegene die nadien zo echt bleken. Vandaar wellicht dat ik ook niet echt last heb van dat wakker liggen.
Ik vraag me zelfs af of het wel echt wakker liggen is, ik rust in ieder geval wel degelijk.
Soms lig ik te denken aan echte dingen die me op dat moment bezig houden, lig ik me kwaad te maken en te wroeten, maar steevast gaat het over in een meer serene wereld, waar ik kan zwerven door mijn eigen fantasieën.
Normaal herinner ik me mijn dromen nooit, tenzij...het een droom is in het verlengde van mijn bewust dromen. Gek. Heb jij dat ook ? Of ben je zoals Anny, als zij niet kan slapen, dan is ze daar ongelukkig over, weet zich niet te ontspannen, en staat 's morgens moe op.

Ik weet niet of het een antwoord is, maar ik ben als kind hel veel en heel vaak ziek geweest, en bracht heel wat tijd door in mijn bed, of helemaal alleen, terwijl broer en zus naar school waren. Ma was bezig, en ik moest me maar bezig houden, kalm, want anders kreeg ik weer van de verschrikkelijke hoestbuien. Ik denk dat ik daar begonnen ben met de kunst van het mezelf wegdenken. Wellicht is het ook dat wat me toeliet perfect kalm te blijven in files en in de wachtzalen van dokters en dergelijke... Ik schakel gewoon over op een ander bestaansniveau.

Dat betekent ook dat ik me in feite nooit verveel... Als ik effentjes niets doe of kan doen, dan glij ik gewoon weg in mijn eigen denkwereldje. Ik merkte zelfs al op dat ik dat zelfs soms doe bij automatische handelingen. Nu valt dat minder voor dan vroeger, gewoon omdat ik niet meer zoveel automatismen heb door het ziek thuiszitten, maar vroeger had ik regelmatig dat ik een straat was doorgelopen, zonder me dat echt bewust te zijn. Ik was op weg daar naartoe, en dat deed ik zonder er bij na te denken, zonder het echt bewust te zijn. Dan stelde ik plots vast dat ik ter bestemming was, terwijl ik me amper bewust was dat ik al vertrokken was. Ik had het gevoel dat ik er naar toe gezweefd was, dat ik de grond niet geraakt had... Wellicht had ik mij dan tijdens die wandeling weer eens in mijn eigen zichzelven teruggetrokken?

Ik heb dat nooit als een last beschouwd, in tegendeel, het is een gave. Het laat je toe tijden als wachttijden te vermijden. Iedereen heeft het wel eens, dan heb je "zitten dromen". Wellicht heb je in je schooltijd er zelfs wel eens straf voor gekregen. Je kunt het ook soms zien aan de mensen, dan kijken ze in een oneindige verte... Loop je voor hen, dan zien ze je niet eens, je loopt gewoon niet door het beeld dat zij zien...

Wellicht heb ik dat dagdromen onbewust doen groeien als een ontsnappingsroute uit de ziekte van mijn kindertijd ? In ieder geval, het is me dierbaar, het bied me soelaas. Zelfs bij pijn luk ik er meestal in mezelf te laten drijven, en over te stappen naar een andere wereld, met de pijn slechts op een afstand... Bij verdriet, bij woede...Het is een echte ontsnappingsroute, die me de tijd geeft om weer op mijn beide voetjes neer te komen. Het werkt niet bij een plotse confrontatie en daaruit voortvloeiende emotie, maar het helpt wel om nadien die emotie naar een "normale" plaats te brengen.

Buiten is het weer zo'n stil weer, geen blaadje dat roert. Een koolmeesje zit rustig in de vetbol die hier voor mij, in een struik hangt, te pikken. Heel rustig, nu en dan zijn bekje afkuisend aan een takje, en dan weer een zaadje uitpikkend. Nu en dan kijkt hij in mijn richting, hij weet dat ik hier zit, en voelt wellicht mijn blik. Nu komen ze niet meer in massa toe. Het is niet meer zo koud, en ze vinden nog wel wat in de natuur, zonder te moeten fourageren op dat vet en zaad. Je moet ze eens gadeslaan als ze in het struweel van de struiken zitten te zoeken. Ze hiphoppen van het ene takje naar het andere, glijden het takje naar beneden tot aan het eerste bladoksel, en inspecteren dat zorgvuldig op de aanwezigheid van kleine insecten. Merels doen het anders, die wroeten in de dorre bladeren, werpen die zenuwachtig en snel aan de kant, om in de vochtige onderliggende laag de beestjes op te pikken met snelle gerichte snavelbewegingen. Er zit hier ook een prachtig koppel vinken, De man mooi wijnrood, het vrouwtje bijna groen. Dat zijn zenuwpezen! Ze komen vlugvlug wat zaadjes pikken, snorren weer weg en tien minuten later zie je ze terug. Ze landen op een dikke meter van de vetbol, hippen zenuwachtig heen en weer, ondertussen ronddraaiend, om heel de zichtbare wereld af te speuren op gevaar, en pas bij zekerheid, komen ze weer eventjes wat eten van de grote vetbol. Mussen verjagen iedereen, maar worden zelf verjaagd door het roodborstje en de heggemus.(Hier de blauwe korenmus - ze hebben ook iets blauws in hun kleur). Anny noemt ze steevast blauwtjes. Dat zijn wellicht de stoutste van allen. Dat zijn ook de vogeltjes die rustig in het kiekenskot blijven zitten en kijken hoe je de eieren rooft en de kippen weer voeder geeft. Hun kraaloogjes volgen alles. Zolang je niet echt in hun richting stapt wanen ze zich ongezien, en blijven rustig zitten. Zo niet de mussen! Die fladderen wild alle richtingen uit, wanhopig zoekend naar een vluchtweg, zodra de deur van het kippenhok opengaat.

Ik ga stoppen voor vandaag...Gaap... te lang geslapen, nog niet goed wakker.

tot de volgende ?

Geen opmerkingen: