vrijdag, mei 21, 2010

Robinson Crusoë in 't Belgiekske

De asielzoekerImage via Wikipedia

Een eigenaardige titel? Eigenlijk niet, want wellicht zitten er hier heel wat Robinson Crusoës verborgen in ons kleine paradijsje. Want hoe we ook klagen en zagen, als we om ons heen kijken, dan zitten wij in de vette keuken van de wereld. En het is net dat wat hier vertwijfelde Robinsons brengt...

Stel je maar eens voor, je ben zwart van vel, je spreekt alleen Lingala en een klein mondje Swahili, en je bent er in geslaagd te overleven op dat grote schip, en je bent er in geslaagd om ongezien dat schip te verlaten in de haven van Antwaarpen... en dan ? Daar sta je dan, gekleed in veels te koude kleren, geen cent op zak, en de mensen om je heen spreken een wonderlijk maar onbegrijpelijk taaltje. Je zoekt of je nergens een eetbare knol vindt, maar je vindt alleen kasseien. Ook aan de zeldzame bomen groeien geen vruchten in wat ze je hebben voorgesteld als het aards paradijs...

Je loopt daar alleen in een wereld vol mensen. Uitgeput en dodelijk vermoeid ga je tegen een muur zitten, en zie plots werpt er een voorbijganger 50 cent voor je voeten. Je snapt dat gebaar en maakt meteen het aansluitend gebaar, je houdt je hand op...Geld, baksjis...

Je ziet mensen aan een kot staan, en buiten komen met een doosje met eetbare gele dingen in, heet, want ze blazen... Je gaat in de rij staan, maar toen het je beurt is, dan kun je niet eens vragen wat je hebben wilt. Je toont dan maar je bedelcenten, en de man vult een doosje met frieten. Frieten... een nieuw begrip, een nieuw woord.

Als je veel geluk hebt, dan wordt je opgenomen door de politie, en in een asielcentrum geplaatst. Daar zijn tolken voor zo wat alle mogelijke en onmogelijke talen, en daar spreken ze ook - oh wonder- jou eigen lingala... Ze helpen je daar, soms van de regen in de drup, of zelfs in de sloot, maar je hebt een dak boven je hoofd en je krijgt eten...en soms na jaren een verblijfsvergunning. Ze bieden je de kans de taal te leren en zoeken met je mee naar werk. Werk, eigenlijk is ook dat een nieuw begrip. Want thuis, ginder ver in dat zwarte Afrika, daar werkte je ook, als het niet te heet was, als er werk was, en het grootste gedeelte van de dag kon je palaveren... en pombe drinken. Om de knagende honger te vergeten. De oude plantages van toen de blanken daar nog waren zijn overgroeid en overwoekerd en brengen haast niets meer op. En nu moet je werken, in een totaal vreemd systeem van dit uur tot dat uur...Wat is een uur ? Thuis leefde je zowat op de zon. Alleen de chef had een uurwerk, en de soms voorbijkomende en gevreesde militairen hadden er ook een. Maar geen mens die er aan dacht ook maar te gaan leven op dictaat van dat stomme wijzertje.

Nee, er zijn veel Robinson Crusoës onder ons...
Er zijn er zelfs onder ons eigen volk, mensen die met niemand contact hebben, die nooit eens het woord durven richten tot iemand anders, en die - net als dat zwarte Robinsonnetje- verloren lopen in een zee van mensen. Ze durven meestal niemand in de ogen kijken, hun blikken zijn neerwaarts gericht, bang voor een verwijtende of zelfs maar nieuwsgierige blik.

En wij?
Wij lopen ze steevast voorbij. Het gaat ons immers niet aan! We hebben een werel opgebouwd waarin de privacy het hoogste goed is, en daar hoort bij dat ze jou, en jij de anderen moeten gerust laten. Wie jou niet aanspreekt, spreek jij ook niet aan. Wie jou niet groet, groet jij ook niet.

Bij een test heeft men een zwaar verkeersongeval gesimuleerd, en een wagen waar je de gekwetsten zag liggen, zelfs eentje half door het raam... Honderden auto's zijn voorbijgereden voor er ééntje stopte om te zien of hij iets kon doen...
Privacy

Ieder met een draagbare muur om zich heen, die hij overal meesleurt, om zeker te zijn dat niemand maar dan ook niemand zich met hem zou moeien...

Wat was dat ook weer van die naastenliefde???

tot de volgende ?

Reblog this post [with Zemanta]

Geen opmerkingen: