woensdag, april 02, 2008

Maloya

Het dochtertje van mijn nichtje (hoe noemt je zo'n kind? achternichtje?) zit in Zwitserland, in Maloya...
Op de TV hoorden we een tijdje geleden dat het Maloya Palace zou afgebroken worden, waar generaties jongeren met de Christelijke Mutualiteit (CM) op verlof gingen...
Nu zitten ze weer in Maloya ? In het Maloya Palace ? Of iets anders ?
Zus gaf me een adres waar we foto's van de verlofgangstertjes (leuk) konden bekijken. Ik naar die site, meer voor het gebouw dan voor Ineke... Ik zag tientallen en tientallen jonge deernen in blitse skypakken, maar geen gebouw... En ik heb het vermoeden dat ik één (1) keer nichtje ontwaardde, maar zeker ben ik niet, want het is niet makkelijk om tussen al die goedgemutste (met een goede muts!) en donker gezonnebrilde maagdekijns een nichtje te vinden.
In feite zou je moeten beschikken over een gedetailleerde beschrijving van al haar kleren en kleuren, om de waarschijnlijkheidsgrens te brengen tot een 15-tal deernen... Maar verwacht dan nog geen zekerheid, want de huidige mode heeft als voornaamste eigenschap dat die jonge dingen allemaal dezelfde merken en dezelfde kenmerken willen dragen (om "in" te zijn)
Dat "in" zijn vind ik een gek iets ! Wie haalt het in zijn koker dat hij/zij blits zal zijn, als ze allemaal hetzelfde dragen ? en er hetzelfde uitzien? Nu ja, ik ben dan ook al stokoud in hun ogen.

Maar op al die foto's vond ik geen een met het gebouw, of met een gebouw op !

Dus mijn zoektocht leverde heel, heel weinig op...

Waarom ik zoveel interesse heb voor die hoop stenen in dat verre land ?
Ik heb er gewerkt, en bovendien heb ik er mijn vrouw leren kennen... Je moet soms ver lopen om iets te vinden dat eigenlijk op amper 36 km van mijn deur woonde.
Ik was amper 20 toen ik daar een contract van 6 maand verkreeg. Ik zat in de periode dat ik voorlopig afgekeurd was voor mijn militaire dienstplicht, en in die tijd vond je dan geen vast werk... Ik had Anny al gezien op de "medische keuring" in de CM in Brussel, en toen we op de trein stapten zat ik bij hen in het coupé... Toeval ? mmmh..

Buiten die kennismaking en al het goede dat er uit voort kwam, heb ik niet zo'n goede herinneringen aan Zwitserland. Ik heb zelfs een hekel aan dat land. Waarom? Ik hou niet zo van de bergen... Al die scherpgekante dingen die altijd in je weg staan als je eens ver voor je uit wilt kijken... Nee, niet voor mij. Heuvels dat mag, die zachte glooiingen vind ik zelfs mooi en sensueel, warm en uitnodigend, maar die rotsen, nee, te hoog, te koud en te scherp. Bovendien, Gezelle schreef het al: "Wie in de bergen te wonen verkiest, 's morgens en 's avonds zijn deel van de zonne verliest".
Ik was al met de veertienjarigen en met de achttienjarigen in Zwitserland geweest (de laatste keer zelfs in Maloya!) en dat was mij goed bevallen, en ik vond het mooi...Maar toen ik daar zes maanden zat, dan drukten die hoge sombere dingen steeds meer op me... Ik voelde me op een of andere manier bevangen door die scherpe gezichtsbeletsels... Het is niet de hoogte, het is het feit dat de einder rondom rond volledig dicht zit... Waar je ook kijkt, je kijkt op een muur, een heel hoge muur... In Schotland zijn er ook bergen, maar die zijn niet scherp, die zijn oud en afgerond, en tussen de bergen door zie je nog steeds de wijde wereld...niet zo in Zwitserland.
Eens het nieuwe van dat gezicht er af is, rest alleen nog het gevoel van besloten, van ingeslotenheid.
Een foto van een berg is prachtig, maar als je je hoofd inkapselt met dergelijke foto's dan verliest het zijn schoonheid, en rest een gevangenis. Wij vinden die berg op de foto zo mooi, omdat het iets anders is, maar als er niets anders is, dan is het plots véél armer dan onze wijde vergezichten. Dan plots mis je die blik op de oneindigheid. In de bergen is alles eindig. Zelfs als je tot op de top gaat van een hoge berg, dan zie je niets dan ...bergen... Ik heb op de Pizz Bernina gestaan en wanhopig gezocht naar een vrije uitkijk, maar heb die alleen gevonden in de ogen van mijn lief...daar zag ik de wereld en zelfs de toekomst.. (te roze, maar toch amper zo schoon als in de werkelijkheid)
Ik weet niet hoe ik nu zou reageren mocht ik weer eens in de bergen komen, wellicht zou nu weer dat nieuwe, dat anders zijn overheersen, maar ik weet zeker dat ik er niet lang zou moeten zijn om opnieuw dat ingeslotene te voelen...
Ik heb dat later nog één keer gehad: op een trektocht met de rugzak liepen we eens drie, vier dagen in dichte bossen. Je had er geen doorkijk, de bossen waren toegegroeid met wilde buxus, ons zo mooie palmboompje, waren daar losse bossige struiken. Je zat in feite voortdurend tussen twee muren van buxus, en daar het weggetje krinkelde en winkelde, zag je ook niet ver voor of achter je... dan besloop mij weer dat gevoel van ingeslotenheid. Ik heb geen claustrofobie, ik heb geen last in liften en zelfs niet in de scan of in de nmr-scan, waar zovelen schrik hebben, nee, het is anders... Ik zeg altijd, het is omdat ik een kind van de zee ben, ik heb nood aan een eindeloze einder. Aan een blik op de eeuwigheid.
De enige richting dat een zwitser heeft om zich vrij te voelen, is recht omhoog, de sterrenhemel in... Het is geen wonder dat het een bankiersland is, het land op zich is al ingesloten, is al een grote kluis...
Denk niet dat ik daar zat te treuren, wat zou je willen, met je lief aan je zij.
Wij zaten er een lange tijd samen met Miel Cools en zijn gezin, en Miel was, net als ik, een fervent kaarter. Wij vormden meestal een ploeg... Iedereen kent nu Miel Cools met een baard, maar die baard is er dan gekomen, door een weddenschap met mij...
Een paar jaar geleden hebben Anny en ik hem eens opgezocht bij een optreden in Ronse... Wij hadden afgesproken, en hebben er een tijdje zitten babbelen over dat verre verleden, toen hij er met zijn kudde kinderen een heerlijk werkverlof had.
"Boer Bavo" was toen mijn lijflied, en ik kreeg van hem de tekst van het liedje. We hebben nog een foto waar Anny en ik te zien zijn op het balkon van de grote zaal van Maloya Palace, luisterend naar Miel Cools en Witte Vlinder...
Ik heb er ook gepoogd te leren skiën, maar kwam hard op de grond terecht, kniepees verrekt... Ik heb die verdomde latten nooit meer willen aandoen. Wel leerde ik er schaatsen, en Anny en ik hebben er kilometers ver op het Maloya-meer geschaatst, gearmd, met de armen op de rug, en weg waren we... Op het vrije ijspad die er getrokken was door een bulldozer over het ganse meer. Je reed er (weeral !) tussen twee sneeuwmuren van Maloya naar Skt Moritz...Heerlijk. We zaten daar op zo'n 1800 meter hoogte.
Kijk, waar een mens allemaal aan terugdenkt, gewoon door het bekijken van een bende skiënde meisjes...
Als ik nu, stillekes aan de waterkant, luister naar de gesprekken van "de" jeugd, dan ben ik telkens verwonderd van de luchtige oppervlakkigheid... Wellicht waren wij ook zo ? Waar is dan dat lichte, losse, tot niets verbindende, gebleven? Wanneer is dat verdwenen, waardoor ?
Bizar, je weet het niet. Wellicht is het stukje bij beetje afgebrokkeld...en vervangen door plicht en verantwoordelijkheid voor je gezin, voor de kinderen, voor de woning voor je werk, voor... noem maar op, allemaal dingen die je telkens weer - boem- op de grond zetten.
In het dagdagelijkse leven is geen plaats meer voor dat luchtige dat tot niets verbindende... uitgenomen in mijn boeken, daar vlieg ik nog eens...daar laat ik de grond grond zijn, daar vlieg ik door de wereld van de ongebreidelde fantasie... Daar kunnen dingen die hier beneden niet kunnen, niet mogen. Daar kun je 't heilig patertje zijn of de grootste bandiet, en dat in één tijd. En zonder dat het je tot iets verbindt...

Tju, dat zou ik missen, mijn boeken, mijn fantasie, mijn vele krabbeltekeningetjes waarin ik doldwaze fantasie produceer... mijn persoonlijke uitweg naar de ultieme vrijheid, diep in mezelf.
Zie, dàt is Vrijheid... Zonder regelmenten, zonder dwang van buitenaf, zonder rekening te moeten houden met de "naaste"... Heerlijk !

Laat het donker zijn, laat het regenen, laat het donderen en bliksemen... diep in mezelf heb ik een weidse schuilplaats, een anti-wereld-paraplu...

tot de volgende ?

1 opmerking:

Anoniem zei

leuk als ik lees dat je na 40 jaar je nog de oneindigheid herinnert in de ogen van je lief...
wat een poezie!!!
wedden dat ze niet weet dat je dit schreef?
ik kom het binnenkort eens toetsen
niet jokken he...
in ieder geval is het leuk als ik eens een eindje mee kan "vliegen"
met jou fantasie..

merci voor de "vlucht"

so long