Image by Bert Kommerij via Flickr
Anny en Veerle zijn naar Zingem, met een pot Chrysanten van Tanteke en één van ons voor op het graf van nonkel Julien en zoon Noël...Ondertussen gaan ze ook het graf eens schoonmaken.Morgen komt Caroline en mijn petekind Angelique met een pot bloemen voor op het graf van onze Koen, en hier staat er ene klaar voor haar om mee te nemen naar het graf van haar man Patrick, een neef van Anny.
En overmorgen gaan we dan naar het graf van Koen, en denken niet alleen aan hem, maar aan allen die we reeds verloren op onze levensweg...
Kerkhofblommen zijn een geheugensteuntje...
Kerkhofblommen doen ons weer eens terugdenken aan al die velen die we ooit hebben mogen kennen, en die vroeger uit de trein van het leven zijn gestapt.
En het kerkhof ziet er met die dagen eens echt feestelijk uit. Honderden, duizenden kleurige bloempotten, bloemstukjes prijken op zowat alle graven.
Alle graven (of toch de meesten) zijn weer eens netjes schoongemaakt.
We herdenken de doden
Nee, eigenlijk herdenken we het leven, het leven van toen, met hen.
We denken aan de levende mensen, of liever aan de voormalig levenden.
Die deel uitmaakten van ons leven. En dat gaat heel, heel ver... Het verste wat ik me herinner aan overledenen, is mijn grootvader, maar daar staat me maar heel vaag iets van bij. Ook mijn grootvader aan moeders zijde, en de stiefmoeder van ma...en zo gaat het maar door, een hele resem mensen die er niet meer zijn, en toch nog een deeltje zijn van mijn leven.
Ik ben geen kerkhofman, de doden bewaar ik veeleer in mijn hart dan wel op hetkerkhof. Ik weet er zijn mensen die hun troost vinden bij het graf, ik niet, mijn doden zitten in me, niet in de koude aarde.
Ons vader zaliger zei altijd dat er geen beter huwelijksbureau was dan het kerkhof, waar dieptreurige weduwen getroost worden door even dieptreurende weduwnaars... Een beetje sarcastisch, maar dat is wellicht de basis van het feit dat ik geen kerkhofman ben. Maar eigenlijk heeft dat geen belang, ieder troost zichzelf op zijn of haar manier, een troost die er niet echt een is, want bij de dood is weg letterlijk weg... Je houdt de doden in leven in je eigen herinneringen.
En misschien, zo hopen wij toch ergens allemaal, is er geen dood, maar leven na het afsterven. In ieder geloof is dat er, en zelfs wie niet gelooft hoopt ergens op, want dat dood is dood klinkt zo akelig.
Voor de nabije afgestorvenen is er geen allerzielen en/of allerheiligen nodig om ze te herdenken, we denken zowiezo wel op ze, omdat we ze missen in ons leven. Maar die speciale gedenkdagen zijn goed om ons ook eens ter herinneren aan diegenen die niet zo nabij zijn...en toch deel uitmaakten en maken van ons leven.
Eigenlijk zouden we ook eens moeten denken aan diegenen die niemand meer hebben die op hen denkt. Maar dat is louter theorie, als we ze niet kennen, kunnen we ze ook niet herdenken. We kunnen wel bij de levenden die helemaal alleen zijn iets vriendelijker zijn, eens vriendelijk goedendag zeggen, en eens een praatje maken... Ik doe dat met enkelen in het bejaardentehuis waar tanteke zit... Ze is dan wel wat jaloers, en trekt aan mijn mouw om mijn aandacht op haar te trekken. Oude mensen hebben soms iets van kleine kinderen... Maar die mensjes die nooit iemand hebben, die stralen van geluk om je gewone goedendag... Kost je niks, en toch is het als een stukje goud voor hen.
Kerkhofblommen...
Ik vind ze mooi, ook gewoon, als bloem.
Ze zijn er nu, op een moment waarop je eigenlijk geen bloemen meer verwacht.
Ze zijn het sneeuwklokje van het najaar, en iedereen gaat zich te buiten in uitbundigheid met grote potten die het graf bijna wegstoppen, weg van je weemoed, weg van je stil verdriet.
Kerkhofblommen...
Leven op het veld van de dood
tot de volgende ?