vrijdag, december 23, 2011

De vloek van de GSM

Nederlands: Een foto van een standaart telefoo...Image via WikipediaGisterenavond wipte Luc nog eens binnen... Nog rap eens een klapke doen, en dan weer naar een vergadering. Terwijl hij hier zat kreeg hij twee telefoontjes op zijn gsm. Ik was inwendig blij dat ik in mijn werkende tijd daar nog niet mee te maken had ! In mijn tijd was ik, eens het bureel uit (of mijn huis uit) niet meer bereikbaar. In de file zitten was een onverdiende rustpauze.
Nu met die verdoemde gsm ben je er altijd, bij dag, bij nacht, bij ontij...
Er is eigenlijk geen ontsnappen meer aan.
De druk van het werk stopt niet met het dichttrekken van de deur.

Ik had soms slapeloze nachten als ik met een moeilijk of zeer pijnlijk dossier worstelde, maar ik kon dat nog in stilte doen, zonder ongewenste onderbrekingen. Nu gaat dat niet meer. Of je moet de gsm uitschakelen, en dat wordt gezien als een soort van absenteïsme, een moedwillig ontduiken van je verantwoordelijkheid.

Luc was al een tijdje weer weg - naar de vergadering, ik zat te eten, en plots zag ik zijn gsm op mijn tafel liggen...
Eens gekeken in mijn boekje, maar het enige nummer dat ik daar in vond was zijn gsm-nummer... Dan maar de roemrijke witte gids opgezocht, en zijn eega opgebeld... Of zij het Luc eens wou zeggen dat zijn gsm hier lag...

Een dik uur nadien kreeg ik een telefoon van Luc...
En vanmorgen vroeg was hij daar al, om zijn gsm... We zijn er vroeg voor opgestaan, en ik was zelfs dan nog niet eens beneden, ik stond me nog te wassen.

En dan doen zo'n kleine dingen mij weer wegdromen...
Wij hadden al heel vroeg een telefoon in huis... Door het werk van mijn vader. Ik herinner me niet meer wanneer dat toestel er is gekomen, het moet dus al heel lang geleden zijn. Maar in die tijd had er nog bijna niemand een telefoon, en gek genoeg: er was ook niet echt nood aan.
De gewone mens had maar een telefoon nodig voor echt dringende gevallen. Voor andere dingen was dat toestel gewoon overbodig. Trouwens, een telefoon, dat was dan ook alleen maar bij enkelen bereikbaar, mensen die moesten bereikbaar zijn, mensen die je moest kunnen oproepen in geval van nood, zoals de dokter... Andere, gewone mensen dachten er zelfs niet aan om een telefoon te installeren. Wat moest je met zo'n ding ?
In de wijk stond een telefooncel, opdat de mens in nood zijn noodoproep zou kunnen doen. En de buren die kwamen voor noodgevallen wel eens binnenwippen: "Gaby, mag ik eens telefoneren naar den docteur en naar Gusten zijn werk ? J'is ziek!"
In die tijd keek je nog op als die bel ging.
"Wie zou dat nu zijn ?"

Heel stilletjes waren er meer en meer mensen die een telefoon in huis namen. De welvaart steeg, het aantal ouderen steeg, en het was reuze handig als je niet meer buiten moest om de dokter te bellen. Maar als je dat ding in huis had, dan bleef het niet bij de oproep naar de dokter, dan belde je ook voor andere, veel minder belangrijke dingen. En hoe meer mensen die telefoon in huis namen, hoe meer er ook voor onbelangrijke dingen gebeld werd. Dat de mensen niet meer zo honkvast waren, dat steeds meer mensen in andere streken gingen wonen maakte dat toestel dat de familie toch niet helemaal weg was... even bellen...

Ik denk dat het in 1997 of 98 was, of toch ergens daarrond, dat ik met Anny een reis maakte naar Rome...
Wat daar het meest opviel, dat waren de ontelbare scooters... en de gsm's...
Die draagbare telefoontoestellen waren hier dan nog uitzonderlijk, en alleen wie het echt nodig had had zo'n ding. Een beetje een herhaling van de telefoon-geschiedenis...
Maar in Rome leek het wel of iedereen zo'n toestel had. Voor de eerste keer werden wij geconfronteerd met de medemens die heel alleen, op zijn dooie eentje een gesprek voerde op straat, met een gesprekspartner die misschien kilometers ver daar vandaan ook stond te spreken in zo'n ding, misschien midden in het warenhuis, precies of hij was alleen, en niemand hoorde hem.
Nu zijn we dat al gewoon (ik eigenlijk nog steeds niet!), en kijken niet meer op als we iemand horen kouten in zo'n klein doosje...

Ik denk dat de uitvinder van de telefoon zijn uitvinding wellicht zou verbrand hebben, als hij zag waartoe dat zou leiden.

Nu is die gsm al lang niet meer zo maar een telefoon... Het is bijna een computer op zich. Je kunt er foto's mee nemen, filmpjes opnemen, sms-en, spelletjes op spelen, er heel wat nuttige (?) dingen in opbergen, het is je agenda en wat nog al meer...
en jij ...
jij bent de slaaf.

Ik heb ook zo'n onding. Maar ik neem die alleen mee als ik op verplaatsing ga, zonder hem aan te leggen, en buiten de kinderen weet bijna niemand dat ik zo'n ding heb, laat staan dat ze mijn nummer hebben. Ik wil dat ding alleen voor het geval ik iemand moet opbellen, en helemaal niet hebben als er iemand mij zou willen opbellen. Ik wil zelfs nu, perioden hebben waarin ik onbereikbaar ben.
En ik droom van de tijd toen de telefoon er alleen was voor noodgevallen.
Een SOS-systeem. Meer niet.

Nu moet Luc 's morgens heel vroeg rondrijden om dat vermaledijde ding op te halen. Er moest eens iemand bellen...

De mens die ons hier het meest opbelt is mijn dochter. Ze woont een paar honderd meter van ons vandaan.
Ik vind dat absurd.
Maar ik ben helemaal alleen in die mening.
Hé, dat is toch gemakkelijker dan door de regen naar hier komen?
...
het is ook minder persoonlijk, het is zo gemakkelijk dat je belt voor onbenulligheden. Of dacht je echt dat iedere gsm- of telefoonoproep gaat over wereldschokkende onderwerpen ? Of zelfs maar over dingen die je eigen wereldje schokken?
Nee... "Moet je nu eens wat weten ?" en dan volgt een onbenullig ietsje...
En ik nog maar steeds denken aan die telefoon als iets "Te Gebruiken in gevel van Urgentie"
djudedju

ik word oud...
ik moet me nodig aanpassen aan die ander manier van denken...

of toch maar niet ?

tot de volgende ?

Enhanced by Zemanta

Geen opmerkingen: