zondag, oktober 19, 2008

duister

Alleen dank zij het licht van mijn pc-scherm zie ik mijn klavier... 't Is negen uur en nog donker. We zijn ten andere mooi weer beloofd... Ze zijn tegenwoordig veel straffer dan wijlen Pien. Pien loog alleen voor het toerisme aan de kust, nu liegen ze voor heel het land.
Eén voordeel: 't regent (nog) niet.
Maar als ik bedenk dat we hier in ons absurdistan ieder jaar weer geconfronteerd worden met zes donkere maanden, dan zie ik nog meer tegen de winter op.
Eigenlijk is dat iets geks bij mij ! Als ik schilderijen maak, dan zijn dat altijd donkere luchten, somber van kleur... Het lijkt (het is!) wel dat ik geen lichte luchtige werken kan maken ! Bij mij zijn het altijd "vlagenzwangere hemels" en nooit dat lichte bijna witte geluchte die onze Vlaamse schilders zoveel roem bezorgden. En toch is er geen mens die meer verlangt naar licht en zon dan ik. Gek.
Bosch en Breughel wisten zelfs hun maatschappelijke aanklachten licht te geven...terwijl ik eeuwig en ervig sombere tinten verf. Ook mijn onderwerpen zijn meestal zwartgallig. Blijkbaar zit er diep in mij een stukje pessimist.
Of is het omgekeerd, schilder ik al het zwarte, al het sombere van mij af? Om zelf te leven in het lichte, het frivole, het luchtige ? Ik weet het begot niet. Ik ben pertang geen pessimist, maar loop ook niet op wolkjes rond. Wel ben ik bitter teleurgesteld in wat er aan het gebeuren is op onze wereld. Ik vind het zo erg dat wij als mensen de boel zo verprutsen. Dat wij zo weinig overhebben voor de evenmensen. Dat we eigenlijk maar één God héél sterk aanbidden: Ego !
Sommigen willen voor Ego alle weelde, anderen alle macht, nog anderen alle mogelijke en onmogelijke "pleziertjes"...
Maar allemaal zijn ze bereid anderen aan de kant te stampen om zelf zijn doel te bereiken voor zijn Ego. Bij de ene is het veel meer uitgesproken dan bij de ander, maar allemaal hebben we ervan, allemaal zetten we ons Ego op een piedestalleke... Net iets boven al het andere. Zelfs onze goede werken doen we met het gevoel van "hoe goed zijn we toch"...
Nee, de mens desillusioneert me daarin.
Een dier zal grauwen en bijten naar een ander om zelf te overleven, wij doen het al om meest te hebben, ons best te voelen.
Vroeger zag ik wel eens van die tijdschriften die geankerd waren aan een of ander goed doel, en aan een of andere kerkinstelling... Die tijdschriften waren er in eerste plaats op gericht geld bijeen te krijgen voor de goede werken... Om dat te stimuleren was er telkens een ruimte voorzien waar de milde schenkers in het zonnetje werden gezet. Mr Vanzwam 10.000 Fr Juffrouw Delange 4.000 fr... en ga zo maar door...
Bij mij rees toen telkens de vraag: "Waarom schenken die mensen ? Om in dit boekje te staan ?"Onderaan de lijst waren er dan een ganse resem "anoniem", met veel kleinere giften, maar die wellicht met veel zuiverder bedoelingen waren geschonken.
Ik kon me ook niet van de indruk ontdoen dat er daarover in het evangelie wel wat zinnige opmerkingen stonden: hoe meer de mens heeft, hoe moeilijker hij (zij) het kan afstaan... tenminste, afstaan zonder bijbedoelingen zoals de eigen persoon, het Ego, eens in het zonnetje te zetten.
We zijn rare wezens.
Hier in Mater hadden wij indertijd een heel goede pastoor, een warme persoonlijkheid, die open stond voor iedereen en geen notie nam van de tijd die hij ergens aan besteedde...Kortom nog een echte herder, met tijd voor de mens.
Ieder jaar was er een feestdag voor de leden van het ACV, en de pastoor deed dan zijn preek in functie van het gebeuren, en gaf een sermoen over de arbeiders en de arbeid. Op de zondag van het feest van de landbouwvereniging gaf hij een preek voor de boeren over hun stiel en gebonden aan de vruchten des velds...Kortom, evangelie à la tête du client. We stelden dat allemaal op prijs... Maar toch had ik daar vragen bij. Het evangelie werd telkens weer belicht uit de hoek van de client... En ook als we zelf de teksten lezen, doen we dat onwillekeurig uit ons eigen standpunt. Als wij, als mensen uit de vakbondswereld het stuk lezen over de arbeiders in de wijngaard, dan lezen we heel iets anders dan als de werkgevers die tekst lezen. Toch lezen we dezelfde tekst.
We zijn gek.
Wellicht bedoelt die tekst nog heel iets anders dan wij of zij er menen in te lezen.
Of misschien lezen we er veel meer in dan er staat.
Ik wil maar zeggen, ook het evangelie trekken we steeds naar ons eigenzichzelvens toe... Alhoewel we dat lezen om precies van dat egootje weg te raken...

Het wordt eindelijk wat lichter buiten. De lucht zit nog steeds vol, maar het licht neemt de overhand.

Gisteren zijn we bij tanteke geweest. Ze zag er goed uit. Toen we terug naar huis reden, namen we een route langs Zingem, Nederzwalm en zo via Boekel naar huis. We rijden dan voornamelijk door de velden en het mooie landschap van onze Vlaamse Ardennen...Maar, maar! er staat nog steeds overal van dat vervloekte maïs, die je het zicht op het glooiende landschap ontneemt. Het zijn geen weiden als wiegende zeeën meer, het zijn muren van maïs. Bovendien is het nu ook nog lelijk geworden ook ! Vooral de kanten, blootgesteld aan regen, wind en zon (als er al eens is) hebben de maïs een bruin-geel-grijze tint gegeven, zodat het niet alleen het zicht belemmert, maar ook nog smerig oogt. Het enige wat nog wat kleur biedt, zijn de nu blote geeloranje kolven.
Als er dan tussen die muren een gat is, en je denkt een landschap te zien, zie je alleen verderop weer van dat snertmaïs. Waar ze zonnebloemen kweken, ben je ook het landschap kwijt, maar daar krijg je in ruil een hele periode die machtige geel en bruine kronen bij cadeau. Hier hebben we dat niet...Hoogstens een een veld vol koolzaad vol geluwe bloemen, of nu het snijvoeder, blijkbaar iets uit de mosterdfamilie, die als de vorst lang genoeg weg blijft, ons ook wat gele bloemen biedt.
Het mooiste van alle velden is een veld vol vlas ! Dat biedt je eerst het zachtste heerlijkste denkbare groen, dan verandert het veld in een wolk van blauwe of witte bloempjes, of een mengeling ervan, en als het rijp is hoor je de zaden zachtjes suizelen in de bolletjes. Vlas oogt zo vriendelijk, zo uitnodigend. Alleen rijp koren kan ook die charme hebben, vroeger nog veel meer dan nu, omdat vroeger tussen het kostbare goud her en der de knalrode lichtspatten der kolleblommen prijkten en hier en daar het tere blauw van de korenbloem. Nu is dat onkruid. En onkruid hoort niet in een productieveld. Vroeger stond het graan op mooie lange halmen te wiegen in de wind. Nu op korte stompkens.
Vroeger stonden de schoven graan op het veld...nu alleen kale stoppels allemaal op dezelfde hoogte, als stekels op een reuze egel. Geen sprietje groen er tussen. kaal en doods.
Vroeger was de oogst een feest. Veel en zwaar werk, maar heerlijk, je wist dat je iedere keer weer de vruchten in je handen hield, en je voelde je rijk. Nu komen ze met grote logge mastodonten alles in één nacht afrijden. Misschien is dat wel de reden dat de boeren nu steeds 's nachts werken ? Ze weten hoe lelijk die dingen wel zijn. Ze zijn beschaamd.
Geen fierheid meer - productie.
Zoals onlangs op TV, "Ik ben maar een klein boertje, ik heb maar honderd zeugen..."
Waar is de tijd dat je rond het erf de varkens zag modderen in de weide. Eén zeug met een kudden biggen... Grote roze vlekken in het groen.
Naast het wroetende varken zag je de kippen die kwamen azen op de wormen die door het varken opgewroet werden. Niet van die bruine geselecteerde legmachientjes, maar echte kippen in een bont kleurenpalet. En een haan met een groen en blauw oplichtende staart en fiere passen.
Ik wordt oud.
Ik heb teveel dingen die me weemoedig maken...
Te veel uit een veel te ver verleden...

tot de volgende ?

Geen opmerkingen: