zaterdag, oktober 03, 2015

bedelaar

Hij zit er al jaren, altijd op dezelfde plaats, in de insprong naar de ingang van de grote winkel van X.
Hij zit er op een soort kussen, dat hij iedere dag weer, meebrengt, en op dezelfde plaats legt. Dan neemt hij plaats, zet het bordje en de oude blikken doos voor zich, roept zijn hondje bij zich, die braaf op een hoekje van het kussen gaat zitten...
Hij spreekt alleen als hij iets krijgt "Dank je wel ! God zal het u lonen"... Krek zo, in een onverwacht net ABN. 's Avonds, als het duister valt, staat hij op, neemt zijn kussen op en verdwijnt in de straten van de stad, zijn hondje loopt netjes naast hem.

Maar vandaag is het anders !
Vandaag zit hij daar weer op zijn vaste stek, het hondje naast zich, maar nu, op die eigenste moment, komt er een netgeklede man naast hem zitten. De man zegt niets, en plaatst zijn hoed voor zich, naast de blikken doos.

De bedelaar kijkt hem verbluft aan: "Wa komde gij 'ier doen?" "bedelen ! ziede da nie?" ... Heel eventjes is het stil... "Da's 'ier wel mijne plaats hé !" "Ebde gij daar 'n eigendomsbewijs van?"

Zwijgend zitten ze naast elkaar, nu en dan kwaad naar elkaar kijkend. De mensen passeren, nieuwsgierig naar het rare koppel ogend.

"Gij, mee eui schoon kostuum, gij moe toch nie schooien !" " Da schoon kostuum is wel 't enige da'k nog heb op heel deze verdomde wereld, tedju !"

De bedelaar kijkt een beetje verrast... "Wadest er gebeurd?"
"Kende dien elektriekwinkel in de Vindstraat? " de bedelaar knikt... "Da was 't mijne"... Het blijft een hele tijd stil. De bedelaar is curieus, maar durft niets vragen, de man naast hem zit duidelijk tegen het wenen aan.
"Mijne boekhouder is creatief bezig geweest, en j' is nu de eigenaar, samen mee mijn vrouwe, die rosse, die pekelteve, diene dief..." Zij stem gaat steeds hoger, eindigend in wat meer een snik dan een kreet lijkt. "z' ee mij carrément buiten gesmeten ! 'k nee niksniemendalle meer ! Geen nagel om m'n gat te krauwen ! De ros ! Den dief!!!"
"En 'k' kan er niets aan doen ! 'k Sta op straat"
De bedelaar haalt van ergens uit het diepste van zijn vele zakken een halve fles jenever... "...ne keer drinken?" De man pakt een slok, en kijkt weer voor zich uit, op zijn wang biggelt een traan.

" 'k ee nor OCMW geweest, en naar den dop, maar 'k eb op niks geen reecht, 'k valle overal buiten, 'k heb geen verblijfplaats... 'k Ee heel m'n leven betoald da'k blauw zagen, mor iet trekken???"

"'k ee vor de eerste keer va mijn leven buiten gesloapen, op een bank in't park, en tons kwamen der nog omoos vragen of dan'k nie gïnterseerd was !!! Nondedju !"

De bedelaar grinnikt even... "Ja, 't park is dor veur gekend hé..."

"Oe zijde gij op straote geraakt ?" de bedelaar kijkt op zijn beurt een beetje triest... "Zonder werk geraakt, deur mijn eigen schuld, volgens de dop, en dus geen recht op dopgeld... Op den duur kostekik mijn huishuur nie meer betaolen, en voor dan ze mij op straote kosten smijten, ben ik zelf aangezet. Nui ben ik mee niets meer in regel... 'k Wete zelfs nie of dan'k eigenlijk nog een land heb... Hij haalt een vuil identiteitskaartje uit "kijk, das al wel vijftien jaar vervallen... 'k hem geen adres meer, dus roepen ze mij nie meer op..." Hij zwijgt een tijdje "En 't is goed zo ! Tons laten ze me gerust!"

"Ge goat eu ne eigen plekke moeten zoeken zulle!, alzo neven mekoar goan we nie vele vang'n zulle!"... "'k peize dat 't deurgat van de pribalux nog nie bezet es..."

Hij bekijkt zijn collega in de mizerie... "Mor ge goa'd onger lijen zulle, mee zo'n schoon kostuum goade niks krijgen !" "Komt vanoavond mee mij mee, 'k zal eu wat oude vodden van mij geven !" "En 'k zal eui tonen woar dadde kunt sloapen en woar dadde aan wa materiaal kunt geroaken om warme en droge te liggen..."
't is weer even stil...
"Scheuien is ne stiel hé" lacht de bedelaar .
"Kunde der van leven?" "Leven? 'k zoe 't geloven !" Os ge ne goeie ploatse vind, vangde gemakkelijk tussen de vijftig en de honderd euro op nen dag ! En dadis belastingsvrij hé !!!" Hij zit warempel te lachen dat zijn buik schudt...
"De zondag is't slecht, tons zijn de winkels nie open, en komt er ier gin katte ! Mor de reste van de weke vangt ge genoeg... 't Is al bij al geen slecht leven... Alleen, ge kunt eui nie permitteren van ne huis t'uren, wan' tons hedde weer 'n adres, en zijde weer gekend..." Ge moet eui status van bedeloare veilig auwen hé..." "En witte, wij zijn de enige vrije meinsen van heel deze stad ! Aol die sukkeloars moeten werken voer de staat, om die dikke smeerlappen te betaolen... Ik betoal alleen mijn eigen... en soms ook zo'n sukkelaore lijk gij, die de stiel nog moe leren..."

"Kom, we goan ne keer kijken achter 'n sloapploatse voor eui !"

Ze staan, op, de bedelaar raapt zijn kussen op, en ze slenteren, op hun dooie akkertje weg, het hondje vrolijk kwispelend in hun spoor...

tot de volgende ?

1 opmerking:

Sopdet Si zei

Mooi geschreven. Buiten de maatschappij leven heeft zijn voor- en nadelen. De romantische kant, vrijheid, is een mooie uitspraak om ergens de moed niet te verliezen.