Image by belgianchocolate via Flickr
Kijk, deze namiddag ga ik snoeken, voor de eerste keer in mijn vissersleven. Hopelijk vangen Luc of/en ik dan ook een snoek of snoekbaars...Voor de zekerheid leggen we ook een blieklijntje uit, als de snoek niet bijt, dan hebben we daar misschien wel beet...Na het vissen rap naar huis, vlug gaan eten, en dan naar de vergadering van ziekenzorg Mater.
Dat wil zeggen dat ik na de middag niet meer in staat zal zijn om eventjes op mijn peecee te loeren, dus zal mijn mailbox morgen overvol zijn...
Wat kan het leven van een thuiszitter druk zijn (grinnik).
Hopelijk heb ik vanavond niet te veel pijn van het vissen, om op die vergadering te zitten. Nu, we zien wel, en eventueel pak ik een pijnstiller er bij. Ik heb het je al gezegd, wat ik ook doe, buiten heel voorzichtig zitten, doet mij pijn. Een rommelmarktje is gelijk aan pijn, gaan vissen is gelijk aan pijn (en soms veel pijn), maar als ik niets doe, dan heb ik ook niets meer, en dan wordt ik steeds minder en minder mobiel. Het is een bewuste keuze om toch nog dingen te doen die ik echt graag doe, en de kostprijs in pijn er bij te nemen. Pijn is nu eenmaal een stuk van mijn leven geworden. En ik mag echt niet klagen, ik heb de indruk dat ik, met de dagelijkse turnoefeningen en met het vermageren, toch een ietsje winst heb geboekt. Maar dat kan een illusie zijn, te danken aan de mooie zomer met stabiel goed weer... Misschien wordt alles nu wel weer enkele streepjes slechter, samen met de streepjes op de barometer. We zien wel, wat ik heb gehad kunnen ze mij niet meer afpakken.
Ik ben onlangs in contact geweest met een van die mensen die zich wentelen in hun ziek zijn. Ik zal hun ziekte niet minimaliseren, maar je kent ze ook wel, de mensen die steeds zitten te jeremiaden en die voor zichzelf al lang hebben uitgemaakt dat er niemand is die zó ziek is als zij zijn, en die dit met zo'n intriest en doodziek stemmetje aan iedereen die het wil horen verkondigen... Ik krijg daar de kriebels van. Dat zijn mensen die niet meer vechten tegen hun ziekte, maar ze lijken in tegendeel die ziekte te koesteren als een goede vriend. Kijk, als je ziek bent, dan krijg je na een korte tijd geen of bijna geen bezoek meer... Na drie maand weet je al heel goed wie je nog wel eens kunt verwachten, en al de rest mag je vergeten. Maar mensen die zo voortdurend klagen, ik denk dat die nog veel vlugger zonder bezoek zitten. Het is immers niet plezant om bij iemand te gaan die alleen maar aandacht heeft voor zijn eigen ziek zijn, zijn eigen, alles overstijgende ellende. Dergelijke mensen weven zichzelf in, in de cocon van hun ziekte, en houden de buitenwereld buiten.
Soms kan het wel eens te veel zijn, soms legt ook de sterkste zich neer bij het gevecht, maar als je bij zo iemand op bezoek gaat, dan zul je wellicht zien dat hij echt niet goed in zijn vel zit, maar toch zal hij pogen mee te praten... Zich sterker tonend dan hij op dat moment is.
Maar, och, dat heb ik allemaal al wel eens verhaald... Vandaag ga ik vissen, dat is wat nu telt. Ik ga wel een dikke trui aan trekken, want warm is het niet, en een goede vest tegen de wind.
We gaan vissen aan de Donk, en er is wind, dus daar is er dan "veel" wind, want aan die watervlakte lijkt er altijd meer wind dan op andere plaatsen. Dat betekent dat ik ook zal moeten vissen met een lijntje met een heel goed zichtbare dobber, want in dat dansende water zie je een klein en fijn dobbertje niet of amper.
Maar ergens is dat heerlijk, de wind, de geur van het viswater, en vooral het vissen in gezelschap van Luc. Niet dat we veel babbelen tegen elkaar, maar we zijn echte vrienden, die net zoveel plezier hebben in de vis die de ander vangt, als in de vis die je zelf vangt. Heb je een kanjer aan de lijn, dan is de ander daar met het schepnet om te helpen, en vice versa. Heerlijk is dat. Herinner je de karper van 11 kilo die ik deze zomer ving? Ik heb daar fotootjes van, en op een van die fotootjes, staat Luc er ook bij, net zo fier als ik zelf, gewoon omdat we samen gaan vissen. Samen.
En zo kom je op Vriendschap... Ik heb heel veel vrienden, maar slechts enkele Vrienden. En wie één of enkele Vrienden heeft, dat is al een rijk man. Want het is niet zo evident om echte Vrienden te hebben. Het is ook geen éénrichtingsverkeer, vriendschap moet in de twee richtingen gaan. Vriendschap moet onbaatzuchtig zijn, en dat is iets wat wij mensen niet vlug zijn. We zijn nogal geneigd van nature uit, om uit de situatie winst te puren. Bij echte Vriendschap en echte Liefde is er die drang naar een winsituatie er niet. De winsituatie bestaat er in dat je voor een Vriend dingen doet die je voor een ander niet zou doen, dingen die niet echt gelegen komen, maar die je doet omdat het voor een Vriend is. Als ik het zo bekijk, liggen Liefde en Vriendschap echt niet zo heel ver uit elkaar. Alleen is er bij Liefde nog een bijkomende element, is er bij Liefde ook nog een fysiek element.
Volgens mij zou naastenliefde dan ook veel beter naastenvriendschap heten. Dat benadert het idee veel beter.
En weet je, het geeft je een goed gevoel. Het geeft je het gevoel van "Dat is het". Op zo'n moment weet je dat het eigenlijk zo hoort te zijn. Altijd, overal, voor iedereen. Maar we kunnen het geen van allen. Zelfs een Sint Damiaan zal wel eens meer sympathie voor de één gevoeld hebben dan voor de ander. Zo zijn we nu eenmaal. Maar het is goed dat te doorbreken, en eens verder te gaan dan de logica.
Tot de volgende ?