Vanmorgen scheen de zon, en we besloten naar de kleine rommelmarkt te rijden in Melle in het Psychiatrisch instituut... We zij er al enkele keren geweest, het is een heel klein marktje in een zaal van het instituut, en ik heb de indruk dat het allemaal mensen zijn die het doen voor steun voor de instelling, er zitten geen beroeps-rommelmarkters tussen. Dat maakt dat er soms heel mooie, heel rare en heel uitzonderlijke dingen tussen zitten. Net zolas je wel eens ziet in andere rommelmarkten zijn die eenmalige verkopers meestal ook nog wat goedkoper dan de andere.
Het was weer zoals verwacht, een beetje van alles wat. Ik kocht een beetje mooie boeken en een heel mooie javaanse kris. Kris = een dolk in de vorm van een vlam die flakkert, links, rechts, links, rechts en zo verder tot aan de punt van een dolk van zo'n 45 cm lang zonder het handvat.
Anny vraagt waar ik dat nu weer ga zetten...tja, da's een probleem hé... Maar ik raak hem wel kwijt tussen mijn andere houtsnijwerken. Want dat is het, het handvat is een of ander boze God, en het handvat is ook prachtig versierd, en ook in hout gesculpteerd... Ik meen ooit gelezen te hebben dat deze dolken sterk aan de eigenaar gebonden zijn, en volgens hun godsdienst niet van de eigenaar mogen weggenomen worden.
Op de schilderklas lag ik in discussie met de leraar over abstract. Ik beweerde (nu nog !) dat ons abstract eigenlijk komt van de kunst van de negers en andere oude volkeren. De leraar moest me gelijk geven, en ik zei dan dat wij niet echt abstraheren, wij vervormen, of wij maken dingen die op niets echt lijken, terwijl die oude beelden in feite een bedoeling hebben, een bepaalde eigenschap willen beklemtonen, een kracht willen geven aan het beeld. Denk bv aan de afbeeldingen van de raaf bij de indianen, dat is een prachtig voorbeeld van abstraheren, je ziet de kop van de kraai in feite drie keer, in één kop, je ziet links en rechts de bek puntig uitsteken, en in het midden zie je hem als een scherpe punt naar beneden gaan. Je ziet echter maar twee ogen, die dienstig zijn voor de drie-één kop. De klemtoon ligt dus niet op het vliegen, maar op de scherpte en de kracht van de bek van de raaf. Dat is abstraheren, een abstractie maken om duidelijk de raaf niet alleen weer te geven maar ook zijn eigenschap te tonen.
Als je kijkt naar de werken van Picasso, dan zul je zien dat hij in zijn eerste abstracties, zijn mooiste, ook werkelijk dat probeerde weer te geven. Als je een abstractie maakt van een gitaar, mag dat dus niet zo maar een vervorming, of een bekijken van de diverse zijden in één beeld, nee, het moet "de" gitaar worden, waarin je de specificiteit van de gitaar probeert weer te geven. Als je dat wilt doen, dan zul je wellicht heel langzaam tot "de abstractie" komen, pas na een lange studie, na ettelijke schetsen van de "ziel" van het object dat je wilt weergeven.
Hieruit zul je kunnen afleiden dat het wellicht iets eenvoudiger is om een levend wezen te abstraheren, dan een dood object. Gewoon om dat de ziel van een levend wezen veel dichter bij de oppervlakte ligt, veel zichtbaarder, voelbaarder is.
Daarom wellicht dat ik begeesterd ben van die "primitieve" kunst, die dus alles is, behalve primitief... Wij westerlingen hebben altijd gekeken met onze ogen, en weergegeven wat we zien. Zij kijken met hun gevoel, en geven hun gevoelens weer, veel meer dan wat ze zien met de ogen alleen. Om het misschien iets duidelijker te maken, als je een mooi portret ziet, 't zij in kunst, 't zij in fotografie, dan zul je vaststellen dat er meer te zien is dan alleen een weergave van het uiterlijk, het portret is pas echt, als het ook het karakter, het innerlijke van de betrokkene weergeeft.
Op dat moment ontstijg je dus het zuiver visuele, en ben je dus op ergens iets aan het visuele aan het uittrekken, (=abstraheren)om het visuele te beklemtonen. Als je daar verder in gaat, dan ga je echt abstraheren, uit trekken, uitdrukken.
Ik ga er over zwijgen, want wellicht zijn er lezers die daar geen fluit interesse voor hebben. Dat doet me denken aan Rome... We waren eens met het werk te Rome, en zouden samen het Vaticaans museum gaan bekijken. Een paar collega's zegden dat dit bezoek ze niet interesseerde, en waren verbaasd dat dit voor mij een FEEST was. Ik nodigde hen uit bij me te blijven, en ik zou proberen hen eens te leren kijken en te leren zien...Beiden waren na het bezoek nog altijd vol ver- en bewondering voor wat ze zagen, en een drukte het uit dat hij voor de eerste keer had leren kijken... dat is het soms ook, je moet leren kijken, leren begrijpen...en misschien zul je ook wel eens afvragen met wie de kunstenaar aan 't lachen is... Ik kan me niet indenken dat binnen een paar honderd jaar nog iemand zal spreken over de mosselpot...
Ik ga stoppen, 't is goe weer, ik ga eens genieten van mijn terras...
tot de volgende ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten