dinsdag, december 23, 2014

eindejaar

Augustus of Prima Porta, statue of the emperor...
Augustus of Prima Porta, statue of the emperor Augustus in Museo Chiaramonti, Vatican, Rome. (Photo credit: Wikipedia)
We schrijven vandaag 23 december 2014...
Het jaar is bijna weer voorbij.

Toen ik kind was, heette  iets dat onmogelijk was, "Ja, in 't jaar zeventig !" Dat jaar zeventig had iets magisch, iets onbereikbaars...
Maar toen ik vierentwintig werd zat ik al midden in dat magische jaar, en er was niets gebeurd. Niets magisch, en het spreekwoordelijke jaar zeventig verdween bij het huisvuil.

Gek genoeg, is er niets nieuws gekomen in plaats van dat jaar 70... Hoogstens keek men dan even naar het komende millenium, en er waren enkele doemdenkers die daar meteen het einde van de wereld aankondigden, die wezen op de voorspellingen in de Maya-kalender, maar eigenlijk waren er maar heel weinig mensen die er in geloofden. En sindsdien lijkt het wel of ieder jaar gewoon maar een streepje is op een kalender.
En dan nog...
Op één van de kalenders.
Van de aardse kalenders, want met de wetenschap van vandaag geloven we meer en meer dat er wel nog ergens planeten zullen zijn met intelligent leven... die wellicht ook kalenders zullen hebben.

Ik vind dat onze kalender eigenlijk helemaal geen logisch beginpunt heeft. We hebben het te danken aan een heleboel oorzaken die men samen heeft gehusseld. Voor mij zou het jaar veel logischer beginnen met één van de jaargetijden. En wat zou logischer zijn dan nieuwjaar te vieren op de eerste dag van de lente, de dag dat het leven in de natuur begint aan zijn grote revival... Maar welke lente ? De lente van de noordelijke hemisfeer, of de lente van zes maand later op de zuidelijke hemisfeer ?

Je ziet... Het is niet zo evident om een logisch begin of einde te zetten aan het jaar. (En ik heb het nog niet eens gehad over de evenaar, waar de seizoenen nog eens anders zijn...)

Dus kunnen we net zo goed het jaar laten wat het is... We zijn het nu zo gewoon.
Maar geef toe, er zitten een heleboel bizarre dingen aan...
We hebben één maand met 28 dagen, en zeven maanden met 31 dagen (Januari, maart,mei, juli, augustus, oktober en december.) en 4 maanden met 30 dagen. We hebben dat te danken aan een jaloerse Romein, Augustus, die het niet kon velen dat de maand genaamd naar Julius (Caesar) een dag meer zou hebben dan de maand aan hem gewijd...
Dus pikten ze een dag van Februari in...
Het zou véél logischer zijn, moesten 7 maanden 30 dagen hebben, en vijf maanden 31 dagen. in de schrikkeljaren zouden we dan 6 maanden hebben van 31 dagen en 6 van dertig...
En we zouden de maanden ook meer logische namen kunnen geven... Geef toe, het is helemaal niet logisch om de negende maand de zevende te noemen (september), de tiende maand noemen we de achtste (oktober) en de elfde maand noemen we dan de negende (november en besluiten met de twaalfde maand de tiende te noemen (december)...

Maar ja...
Bij de Franse revolutie hebben ze dat al eens geprobeerd...

Ik zou de namen in ieder geval niet noemen naar "grote" veldheren (Juli, Augustus), maar misschien wel naar grote vredestichters ? (Ghandi bij voorbeeld?)
We zouden ze ook kunnen benoemen naar godsdiensten of hun stichters, maar ja, die zijn - helaas - ook nogal dikwijls verbonden met oorlogen, en men zou wellicht nooit overeenkomen over de volgorde...
Dus misschien gewoon 1,2,3,4... tot en met 12...

Maar we kunnen nog veel verder denken. We hebben bijna alles in ons leven omgebouwd naar een tiendelig getallensysteem... Uitgezonderd de tijd. 60 seconden in een minuut, 60 minuten in een uur, 24 uren in een dag, 12 maanden in het jaar... Zouden we niet beter alles naar dat tientallige brengen. 100 seconden in een minuut, 100 minuten in een uur en 10 uren in een dag... (Of desnoods 20 voor wie een eenheid wil maken van dag en nacht)
en dan natuurlijk ook 10 maanden in een jaar.

Maar ach, heel wat van onze aardse tijdsrekeningen zijn gebaseerd op... Godsdiensten, en het is taboe daar aan te raken.

Dus gaan we wellicht voortdoen met wat we hebben, en kunnen we uitrekenen hoe oud we zijn volgens de Juliaanse kalender, de kalender van de Moslim, de Chinese kalender, de kalender van de Joden, de ... een eindeloze lijst en op den duur krijg je de indruk dat je bijna wel iedere dag jarig bent volgens de een of de andere kalender... Alle dagen feest ! Geef toe, het heeft ook zijn charmes.

Wat zou ik vandaag krijgen voor mijn verjaardag volgens de...kalender ?
djudedju

het mensDOM

tot de volgende ?

maandag, december 22, 2014

'k ben nie oal te zot van 't spel

Walter De Buck is niet meer.
Hij is 80 geworden.
Ik zat in Gent te studeren, toen zijn "Vliegerke" al een hit was.
Hij was een van de steeds minder in aantal wordende kleinkunstenaars. Ze zijn eigenlijk nooit echt talrijk geweest, maar je hebt steeds het gevoel dat ze aan het uitsterven zijn.
Eén van de belangrijkste kenmerken, naar mijn gevoel, is dat die kleinkunstenaars je raken met hun teksten. Meestal kun je niet zeggen dat het de grote zangers zijn, maar ze brengen iets van de eigen aard van het eigen volk.
Meestal zingen ze ook in het dialect, of in een taal dat niet echt voldoet aan de eisen van het Nederlands.
Maar ik denk dat ze je vooral raken met hun volkse manier van verhalen.
Iedere keer er weer eentje stopt of verdwijnt, doet het ergens pijn.
Gek, want eigenlijk ken je die mensen niet echt, je kent ze alleen van op de radio, de TV of in het zaaltje van de parochie.

Ik heb Walter De Buck één keer anders gezien... Hij moest optreden in Zegelsem, ter gelegenheid van de Kasseifeesten, en tezelfdertijd stonden er enkele van zijn beelden in de kerk geëxposeerd...
Wij hadden al een heel stuk van de rommelmarkt gedaan, toen wij de expositie bezochten in de kerk, en daarna onder de bomen iets gingen drinken. Twee meter van ons zat de Walter. Hij keek naar mijn baard en glimlachte. De verbondenheid van de lange baarden. Ik heb ook geglimlacht en geknikt. Hij knkte terug en pinkte eens vrolijk.

Meer was het niet.
Ik hoor niet bij de mensen die dan opdringerig gaan zijn, en handtekeningen gaan vragen of hem dwingen een gesprek te voeren, of te poseren voor samen op de foto... Nee, ik kan me veel te goed indenken dat die mens daar liefst van al rustig op zijn gemak, op zijn dooie akkertje wou zitten, genietend van een Ename...

Ik vond zijn beelden mooi.
Ik vind zijn liedjes mooi, en hou van dat sappige Gents waarin hij zingt.

Ik hield ook van een Miel Cools, een Wannes Vande Velde, een Willem Vermandere en nog een vuistvol anderen. Ik hou ook van de groten der kleinkunst: Toon Hermans, Sonneveldt...
Maar ja, ik hou van taal, en dus ben ik gedoemd te houden van hen die de taal bespelen. (Ik hou ook van hun Engelse en Franse collegae... Dat zijn de talen waarin ik kan genieten van de taal, wellicht zijn er nog vele duizenden anderen in talen die ik niet machtig ben...)

Maar ook voor hen is de dood onafwendbaar.
Maar misschien gaan zij iets minder dood dan een ander.
Ook nog na jaren zal hun liedje wel eens klinken, ergens op de radio, of op een walkman...
Ik heb op de rommelmarkt een boek gevonden met al zijn liedjesteksten en de bijhorende muziek. Ik heb het geschonken aan ons Els, zij is de enige in ons nest die muziek kent, en ook gitaar speelt. Daar zal Walter De Buck dus wellicht ook een beetje blijven leven.

Weer grijp ik in gedachten eens een vuistvol van die vele doodsanctjes, van al die begrafenissen die ik meemaakte, van al die bekenden... En ik bekijk de foto's, lees de namen... Zo zijn ze ook nog niet vergeten.
Maar wie zal na mij nog aan hen denken?

Wie zal nog eens door de doden bladeren?

Dat klinkt luguber hé ?
Maar het hoeft niet zo te zijn. We zijn hier allen geboren en zullen hier allen sterven. En misschien is dat voor ieder van ons het einde, misschien ook niet. Ergens hopen we allemaal dat de dood niet het einde is.
Het is het ook niet.
Op zijn minst keren we allemaal terug in de grote cirkel van het leven.
Ons dode lijf zal op zijn minst de bron zijn van nieuw leven, al was het maar dat beetje dat net genoeg is om een paardenbloem op te laten bloeien... Zaad te vormen en honderden nieuwe paardenbloemen te laten bloeien. Heerlijk mooie nederige bloemen, die op hun eentje het gras van de wei groener laten schijnen !

En misschien is er meer, is er een leven na dit leven... En zien we Walter terug wanneer hij in de hemel, rond een hemels kampvuur gezeten, zijn gitaar pakt en zingt van Zijne Vlieger... En al de heiligen zingen mee.
djudedju

tot de volgende ? (Hieronder in een apart blogje  voor dit artikeltje..een liedje dat wonderbaarlijk past )


Walter De Buck - 'K zou zo gere willen leven.





Bij mijn blog van vandaag, past dit liedje van Walter wonderbaarlijk...

Een saluut aan Walter !

zondag, december 21, 2014

De kortste dag

Dageraad 8.05'
zonsopgang 8.45'
zonsondergang 16.41'
donker 17.20'

Maar vanaf morgen beginnen de dagen weer te lengen...
Eigenlijk heb ik daar iets nooit echt begrepen ! De winter begint op het moment dat de dagen weer langer worden, en de koudste periode ligt gewoonlijk zo rond half januari tot en met februari... Als de dagen dus eigenlijk al een stukje langer zijn, en dus de zon hier wat langer schijnt (meestal achter de wolken, maar allee).

Maar ja, ik ken er dan ook niets van hé... Ik wordt het alleen gewaar, en ik heb er een hekel aan. Ik hou van licht en warmte en kleur.

Eigenlijk zijn er heel veel dingen waar ik niets van snap, en die ik toch onderga of gebruik. Neem nu de computer waar ik nu zit op te tokkelen, of de auto waar ik mee rond rij, of de stofzuiger van Dyson, of de wasmachine met al die programma's ingebouwd... Ik gebruik ze, maar hoe ze werken??? Geen idee.

Met andere woorden, wij ondergaan het leven.
Je zou haast kunnen stellen: we worden geleefd, maar dat is net er over.

Op VRT Eén is er een programma "Iedereen beroemd", waar ik nu en dan eens iets van zie. Niet vaak, want ik vind het meeste het kijken niet waard, uitgezonderd als ik toevallig al zappen land op die bruine medemens die naar zijn moeder belt daar ergens in Verwegistan, en vertelt wat hij ziet. Gisteren zag ik zo toevallig hoe hij zijn moeder moest uitleggen dat een groep heren met treintjes aan het spelen waren...
Voor die moeder in dat verre land, waar dergelijke zinloze dingen ondenkbaar zijn, is dit haast niet te begrijpen... En eigenlijk is zij normaler dan wij zijn, die dergelijke dingen allemaal normaal vinden.

Mensen die leven in landen waar het leven hoofdzakelijk een vechten om te overleven is, is met treintjes spelen door volwassen mensen een absurd iets. Wat zou dat moedertje wel niet denken van ons ???

En let op, ik geef het voorbeeld van die treintjes-spelende-heren, maar wellicht zou ze even onbegrijpend het hoofd schudden als ze hoort van iemand die een verzameling heeft van wandelstokken... Want dat is even absurd. Of de dame die 20 of meer paar schoenen in haar kast heeft staan. Of de mens die de blikken dopjes die op de champagnekurk zitten verzameld, en speciaal hier of daar champagne gaat drinken om dat speciale dopje te hebben... of...of... of...
We kunnen duizenden voorbeelden geven van eigenlijk onzinnige, overbodige dingen die we doen om bezig te zijn, om het "genot" die het ons verschaft.
Denk aan de man die ieder weekend met zijn eega naar een wandeltocht rijdt met zijn wagen, en daar alles op alles zet om zo dicht mogelijk bij het startpunt van de wandeling te staan...

We doen vele gekke dingen.
Omdat we ze leuk vinden, of omdat ze mode zijn, of omdat ze zeggen dat het gezond is...

Kwaad doen we er niet mee, maar echt zin heeft het allemaal niet.
Maar ja, heeft het leven van de mens in de moderne maatschappij van het rijke Westen nog echt zin ?
We bouwen steeds maar nieuwe huizen, terwijl in de steden heel wat huizen leeg staan. Of, we stellen vast dat jonge mensen huizen bouwen op den buiten, en als ze ouder worden zoeken om terug naar de stad te gaan, dichter bij de winkels.
We produceren steeds meer dingen, waar het tijdig stukgaan ingebouwd zit.
We maken dingen die we bij breuk helemaal niet meer kunnen herstellen zodat we weer nieuwe moeten kopen.
We spreken over onze liefde voor de natuur, als die natuur niet in de weg staat voor dit of dat.

In arme landen is het allemaal anders.
Veel zinniger, maar veel slechter om er te leven.
En dan denk ik niet eens op de hongerlanden, waar het leven eigenlijk geen leven is.
En wij spelen met treintjes

Ik kan het onbegrip van die mensen over ons leven heel goed geloven !
Haal maar eens een mens uit een van die hongerlanden, en poot hem neer in een van onze grootwarenhuizen... Die mens valt dood van verbazing !
En als hij er op denkt dat wij hem in zijn land grondstoffen laten delven aan een loon waar ze net niet van doodgaan...
Zie je dat die donkere dagen me donkere gedachten bezorgen?

djudedju

tot de volgende ?




vrijdag, december 19, 2014

Wraak

God schudde meewarig het grijze hoofd: "Jullie hebben geluk dat er geen één dier is met zo'n slecht karakter als de mens !" De man tegenover hem haalde smalend de schouders op "Ze hebben dan ook geen verstand !" "Goed !" zei God, "je hebt er om gevraagd !" En met een brede zwaai van zijn almachtige arm gaf hij de dieren, en meteen ook maar de planten, verstand, een verstand gelijk aan dat van de mens... Volgens God nochtans zijn slechtste schepsel ooit ...

Eerst viel het niet echt op...
Er kwamen wat meer mensen binnen op de spoed, met beten en met vergiftigingen, die niet altijd meteen te verklaren waren, maar dat was niet meteen alarmerend.

De woonwijk in het Nederlandse Zaandam haalde echter wel de kranten... En eerst waren de berichten niet alarmerend, maar gewoon een mededeling, een kleine bladvulling, iets bizars...
Het was een van die oerlelijke woonwijken, waar men één enorm wooncomplex had gezet die meteen omringd was door een wandelstraat. De wooneenheden stonden er 4 op elkaar, allemaal identiek, met in de kern een lapje groen van een postzegel groot, waar de bouwmaatschappij wat gras en een paar struikjes en één boom had op aangeplant... Op die manier hadden ze enkele honderden wooneenheden gecreëerd, die allemaal zicht hadden op wat groen. Want groen dat was rustgevend.

Oh ja ?

Huisdieren waren er niet toegelaten. Het binnenkoertje was alleen toegankelijk voor een man die het gras, maaide, de struiken snoeide en de boom probeerde gezond te houden. Buiten vliegende wezens was het dus een onbereikbaar stukje groen. Toen Joop vertelde dat hij er een eekhoorntje had gezien, lachte iedereen hem uit ! Dat was gewoonweg onmogelijk, tenzij een van de bewoners het dier had binnengesmokkeld, en het had losgelaten door zijn raam... Maar toch keken de mensen eens meer dan anders naar het beetje schrale groen... En spoedig hadden er meer mensen een eekhoorn gezien. Eentje sprak er zelfs van maar meteen drie stuks op het zelfde ogenblik gezien ...

En een week later leek het wel of er honderden eekhoorntjes te zien waren. De mooie diertjes met de leuke pluimstaart hadden er veel bekijks en de mensen lachten met hun capriolen... Tot op een morgen er iemand merkte dat er in de sponning van zijn raam een gat was, dat zijn kasten waren geopend of gaten vertoonden, en dat resten van eten over de vloer verspreid lagen. Hij stormde zijn huis uit, naar de huisbewaarder, om te gaan klagen, maar zag dat hij er gewoon mocht aanschuiven in een lange rij van mensen met dezelfde klacht... Hij keerde terug, hij zou na het werk wel gaan klagen, hij moest weg... Toen hij zijn huis weer binnenkwam, zaten enkele tientallen eekhoorns hem op te wachten, en vielen hem aan.
Later stelde men vast dat hij dertien eekhoorns had kunnen doden, vooraleer hij bezweken was aan bloedtekort, bloed dat was weggestroomd uit de talrijke beten, allemaal heel specifiek en heel doelbewust gericht op slagaders.

De berichten in de krant gingen plots niet meer over het leuke en bizarre van lieve eekhoorntjes, maar over tientallen doden en paniek en bewoners die het huis niet meer in durfden...

Vossen namen de kippen niet meer te grazen, maar mensenkinderen. Massale vluchten houtduiven vlogen in ware kamikaze stijl de straalmotoren van de vliegtuigen in zodat deze motorloos uit de lucht vielen. Met vele doden tot gevolg.

Honderden mensen stierven door vergiftiging. Na onderzoek bleek dat het gif kwam uit de tomaten kwam die ze hadden gegeten. Het gif was een insecticide, die men al jaren gebruikte, en die normaal niet in de tomaat kwam. Op een of andere manier hadden de tomaten dit gif echter weten te absorberen. Dit had nog een gevolg: zonder de insecticiden was er een enorme toename van insecten. En insecten die vroeger insecten op aten, bleken plots ook planteneter geworden. Vogels die insecten aten leken over te schakelen op granen, waardoor de voedselvoorraad van de mens als sneeuw voor de zon verminderde. Gans de natuur, fauna en flora richtte zich tegen de mens.

...

De planten en de insecten waren duidelijk de oorlog met de mens aan het winnen. De mens kon de insecten en de planten niet uitroeien, want dit waren meteen de bronnen van zijn eigen voedsel.

Politici probeerden contact te maken met insecten in de hoop tot een akkoord te komen, maar de taalbarrière was onoverkoombaar.

Miljoenen mensen stierven, door honger, door vergiftiging, door aanvallen, door een massa van redenen die je niet meteen zoudt linken aan plant of dier...

Toen de mens helemaal geen gevaar meer vormde voor plant of dier, stopte de oorlog en leek alles zich weer een beetje te herstellen. De mens moest wel op een heel natuurlijk staat terugvallen, want zodra hij teruggreep naar kennis uit het verleden, kwam er weer oorlog van... Alle wezens waren eindelijk elkaars gelijken. Behept met hetzelfde soort verstand, met dezelfde nijd en jaloersheid, met dezelfde liefde en altruïsme, behept met dezelfde wellust voor macht en eigendom...
Er braken voortdurend oorlogen uit tussen soorten, en zelfs tussen stammen van dezelfde soort van dieren of planten.
Coalities werden gesloten, die even vaak weer verraden werden.
Alle dieren en planten specialiseerden zich in het maken van wapens.
Gentechnologie leidde tot onoverwinnelijke mieren, tot een ander er in slaagde om toch weer een wapen daartegen te maken...
Waar in de tijd toen de mens de heerser van de aarde was, er altijd wel ergens oorlog was, was er nu voortdurend overal oorlog, en was jij er als soort eens niet bij betrokken dan kon je steeds het slachtoffer worden van de strijd van anderen...

De wereld, die mooie groene wereld ging kapot aan innerlijke verscheurdheid.

En de man kroop op zijn knieën tot bij God "Heer, red ons, wij vergaan !"
God haalde de schouders op: "Je hebt er om gevraagd !"... Hij keerde zijn rug naar de aarde, en keek vol aandacht naar een planeet aan de ander kant van het universum... " Zou ik nog eens proberen???"

tot de volgende ?

donderdag, december 18, 2014

Kerstmis, schoonder dan de dagen...

Ik wil al mijn lezers alvast prettige en zalige kerstdag toewensen, en daarom wil ik ze vergasten op het klassieke kerstverhaal, in een modern sausje... In de huidige literatureluur heeft men het niet meer zo met dat zemerige en dat zoeterige... Nee, momenteel moet het allemaal de harde rauwe werkelijkheid zijn...

"Nog een beetje, vrouw, nog een beetje, we zijn haast bij het dorp..." Jozef probeerde de ezel wat sneller te doen stappen, terwijl hij Maria ondersteunde, die dubbeltoe van de pijn op die ezel zat.

De weeën waren er vroeger dan ze gehoopt hadden, ze hadden gedacht nog zonder problemen bij Betlehem te geraken, en daar zouden ze dan wel ergens terecht kunnen. Maar al enkele uren was Maria aan het klagen over de pijn van haar weeën... Eindelijk kwamen ze bij een afspanning. Jozef liep naar binnen om te vragen of hij met zijn vrouw daar kon logeren. De waard leek eerst ingenomen met het verzoek, en stapte mee naar buiten... Maar toen hij daar Maria hoorde kreunen, haar toestand zag, dacht hij aan zijn beddelakens en al het bijkomende werk, het lawaai en de verstoorde nachtrust van zijn andere gasten, en hij draaide lijk een blad aan een boom en zei dat hij "helaas" geen plaats meer had, draaide zich om, en trok de deur achter hem goed dicht.
Jozef zuchtte... Hij vreesde dat dit overal wel zo zou zijn. Kon Maria nu maar eens een kwartierke zonder weeën zijn, zodat het niet leek of ze nog vannacht...
Bij de volgende herberg was het ook van dat, en bij de daar opvolgende ook, en dan was Jozef het dorp eigenlijk al volledig door, want Betlehem, och, dat was maar een parochie van zeven man en een paardenkop...
Maria kreunde en jammerde steeds luider, en Jozef werd wanhopig, ze konden toch niet midden op de weg...
Plots zag hij daar, een eindje verder, in de wei een brokke van een stal staan, zo'n schuilhokje waar bij heel slecht weer de herders dicht bijeen kropen om zich toch een beetje warm te houden. Jozef leidde de ezel daar naar toe, hij greep Maria in zijn sterke armen, en droeg haar de stal binnen. Hij schrok toen hij daar lawaai hoorde... "Is daar iemand?"... Geen antwoord, Jozef stapte voorzichtig binnen. Toen zijn ogen wat waren aangepast aan het donker van de stal, zag hij dat er toch een bewoner was ! In de verste hoek stond een oude os te staren naar Jozef...

Jozef zetten Maria voorzichtig neer op de grond, en begon haastig al wat er lag aan hooi en stro bijeen te scharrelen. Daar liet hij Maria op liggen, dat was iets zachter, en vooral iets warmer dan de grond.

Daar, in dat donker en kil kot, kreeg Maria haar kind, een jonge deerne die noch van toeten noch van blazen wist als het over bevallen ging, en een vent die dat ook nog nooit had meegemaakt. Een vent die niet wist wat hij moest of kon doen aan die verschrikkelijke scheurende pijn die bij een bevalling hoort. Een stomme os en een botte ezel die alleen maar wat in de weg stonden en zenuwachtig heen en weer trampelden, die liever buiten waren geraakt, maar Jozef en Maria zaten daar, en ze durfden daar niet voorbij.  Nu en dan moest Jozef zijn aandacht ook nog eens op hen richten om hen te kalmeren, zodat ze niet van schrik voor de roepende Maria over alles en iedereen heen naar buiten zouden stormen.

Jozef schrok van al die pijn, van dat bloed, was verschrikt toen daar ook nog eens de nageboorte aan kwam... En wat moest hij nu met dat kind, dat kleine mensje... Hij scheurde de onderste helft van zijn mantel af, om het kind er in te wikkelen. (Hij wist het niet, maar er zou een tijd komen waarin die korte jas mode zou worden !)

Gelukkig was het redelijk klaar weer, en toen hun ogen aangepast waren, zagen ze toch nog behoorlijk wat in hun stal. Bloed was weliswaar niet rood, maar zwart, maar afgezien daarvan zagen ze wat nodig was.

Het was maneklaar en boven hun hoofd, voor hen onzichtbaar flonkerde een ster die er normaal niet was. Hoogstwaarschijnlijk zouden we nu zeggen dat er net ergens boven hun een nova was, een ster die explodeerde in een felle uitbarsting van licht. Of misschien was het een komeet???

Al dat licht en het gekreun en het geroep van pijn van Maria klonken ver in de nachtelijke stilte... De kudde schapen reageerde onrustig, en de herders  moesten allemaal aan het werk om hen te kalmeren en bij elkaar te houden. Daardoor werden ook zij attent gemaakt op het lawaai daar ergens waar hun stal stond, en toen de kudde weer kalm was, en het lawaai gestild was, trokken enkele van de herders naar de stal, om te kijken wat de oorzaak van dat lawaai was geweest, het klonk alsof een mens in nood was.

Eigenlijk zou het veel beter zijn geweest, hadden die herders daar eerder geweest, want zij wisten alles van de geboorte af, wisten zelfs heel wat knepen om moeilijke bevallingen beter te laten verlopen, ze hadden hun kennis opgedaan bij hun schapen.  Toen ze bij de stal kwamen, en daar Maria met die boreling zagen liggen, liep hun hart over van kompassie. En ze schrokken toen ze zagen dat de navelstreng nog aan het kind hing. Ze deden het nodige, en de jongste, die thuis ook zo'n klein boeleke had, liep naar huis om wat zachte doeken en een pak droog mos om het kind mee droog te houden. De anderen gaven melk en vilten doeken om het kind op te leggen, en een pakte de voedertrog van voor de os weg, vulde het met wat stro, en legde daar een dikke doek van dik wollig vilt op, hij nam voorzichtig het kind uit de armen van Maria, en lei het zachtjes in het beddeke. Hij plooide de vilten doek over het kind heen, zodat het warm lag en alleen zijn hoofdje net er boven uit kwam piepen. De jonge herder kwam terug, niet alleen met doeken en mos, maar zijn vrouw en haar kind was er ook bij, en beide vrouwen hielpen elkaar met de wijsheden die bij moeders horen...

Een van de herders haalde zijn dikke vilten mantel voor Maria... Die had dat meer nodig dan hij... Herders maakten van de plukken wol die schapen verloren aan doornige struiken een dikke mantel van vilt, zo dik dat de mantel kon blijven staan zonder dat ze er in stonden. Die mantel gebruikten ze ook om in te slapen. Hij was quasi waterdicht door zijn dikte en door het wolvet, en was een bescherming die zo effectief was, dat je dergelijke mantels nog steeds ziet bij herders in van die ruige ver afgelegen gebieden.

Zo waren Maria en Jozef, en het kind, uit de hoogste nood, ze hadden melk, en kregen zelfs wat van het brood en de gedroogde bessen en noten van de herders. Maria kon bekomen en kon het kind voeden. Ze bleven dan ook een tijdje in die stal. Op zijn minst tot moeder en kind zouden zijn aangesterkt. Jozef, timmerman van beroep, knapte het oude bouwsel op tot een leefbaar iets...

Heel ver weg waren astronomen heel verbaasd aan het kijken naar die schitterende ster, die gans de hemel verlichtte, en zelfs bij dag zichtbaar was. En hier en daar was er ene die ergens gelezen had dat een grote ster de geboorte aankondigde van een koning, en drie van die geleerden, elk uit een ander deel van de toen bekende wereld, trokken richting ster, op zoek naar de koning...

Na een hele tijd raakten ze op de lange weg in elkaars gezelschap, en ze spoedden zich steeds verder en verder weg, richting de ster... Nu is het heel moeilijk om vast te stellen waar de ster boven hing... Kijk maar eens bij heldere hemel naar boven, zoek de ster die "vlak" boven je hangt, en ga dan een kilometer verder staan... Dezelfde ster staat nog steeds boven je...  Ze zochten dus wellicht naar een kind dat geboren werd op het moment dat de ster in nova ging... en hier bijna plots zichtbaar werd...

En ze gingen dan ook van paleis naar paleis zoeken naar een prins die geboren was op dat eigenste moment... En zo arriveerden ze in Jerusalem, bij Herodes. Daar was ook al geen kind geboren, maar de schriftgeleerden wezen hen op teksten die zegden dat in Betlehem er ooit een koning zou ter wereld komen... Misschien dat ze daar...

En zo arriveerden die drie wijzen daar. En ze boden koninklijke geschenken aan dat arme kind in die stal. Goud, wierook en mirre... Ik kan me voorstellen dat Maria, zodra ze weer weg waren, die dingen verkocht om nuttige zaken aan te schaffen, bruikbaar in een jong en arm gezin...

En toen hoorden ze ook nog eens dat soldaten van Herodes op komst waren en alle kinderen doodden beneden de twee jaar... En weer mocht Maria de ezel op, nu met het kind in de armen, en weer sjokten ze de lange weg op naar de veiligheid...

Er was niets romantisch aan heel dat verhaal van bittere armoede... Misschien was Maria toen al weer in verwachting van Jacobus, de broer van de Heer ? Maar dat deel van het verhaal raakt in de knoei met de officiële kerkelijke versie, dus gaan we daar niet over praten... Ach, het waren gewoon twee arme dutsen die daar in een koude tochtige stal een kind kregen... Die amper overleefden dank zij de steun van andere arme sloebers, herders, die in dienst van een rijke heer, schapen moesten hoeden in de eindeloze schraal begroeide velden...

En eigenlijk is voor mij het verhaal net daardoor weer wonderbaar ! Mensen die elkaar helpen, van uit hun niets hebben weggeven. Vanuit hun armoe mede delen.
Laat die nova maar nova zijn, laat die wijzen maar wijs zijn, laat ons gewoon denken aan de armoe, de nood en de medemenselijkheid...
Want dat is eigenlijk héél de boodschap : Bemin elkaar zo veel als je jezelf bemint !
Meer niet.
ook niet minder...

tot de volgende ?

woensdag, december 17, 2014

een punaise...

Waarschijnlijk was iedereen net zo geschokt als ik was, bij het horen van de ramp in Hofstade (Aalst)...
Daar is een kleuter overleden door het inslikken van een duimspijkertje. Blijkbaar is bij kleuters de luchtpijp nog zo klein, dat een duimspijker dit helemaal afsluit.

Uit de eerste berichten leer ik dat de punaise waarschijnlijk afkomstig is uit een bord waar men de mededelingen op hangt.  Je kunt de vraag stellen of je een bord moet installeren waar je met duimspijkers moet werken, maar die kleine magneetjes als alternatief lijken me in de gegeven omstandigheden haast nog gevaarlijker, omdat die nog veel makkelijker van het bord vallen.

Maar hoe dan ook, het is één van die rampen, die haast onvermijdelijk lijken, en waar er zeker geen schuldigen zijn.

En wie al kinderen heeft opgekweekt, weet dat zij alles vinden wat jij niet eens ziet, dat ze alles in de mond stoppen, en alles weten los te krijgen met die kleine vingertjes van ze. Ik herinner me dat ooit een van onze kinderen een vijs die vastgedraaid was in hout, op een of andere manier had uit het hout gedraaid. Wij, als volwassenen lukken daar niet in, maar die kleine vingertjes kunnen dat wel.

Ik heb vannacht op een oplossing zitten broeden, en ik meen er een gevonden te hebben ! Als men onderaan het bord, over de volle lengte een bak maakt, breed genoeg en diep genoeg, en met op de bodem van de bak een laagje mousse, zodat vallende duimspijkers of vallende magneetjes niet op stuiteren... Dan meen ik dat het risico meteen heel miniem wordt ! Maar ook dan heb je nog niet een volle 100% zekerheid... Je kunt nog steeds onwetend een duimspijker mee in huis brengen in de zool van je schoen...

Als het lot het wilt, dan zal de ramp er komen, hoe voorzichtig men ook is.

Ik heb medelijden met de ouders, maar evenzeer met de mensen die daar werkzaam zijn in die kinderopvang... Want voor beiden is dit een echte ramp.
Voor de ouders uiteraard nog een graad erger, want een kind verliezen, dat is het ergste wat er is.
Ik vermoed dat dit zo hard aan komt bij een ouder, omdat het tegen de normale gang van zaken indruist. De ouder zou, als oudste, eerder moeten gaan dan het kind. Bovendien is het ook je "eigen bloed" die sterft, wat het op zich ook al erger maakt. Op een of andere manier is een kind een beetje je garantie op een voortbestaan hier op aarde. Er is iets van jou in het kind, het is een soort voortzetting van je genen.

En dan denk ik aan die school in Pakistan...
Wraak.
Een leven voor een leven.
Zelfmoordmissies.
...
 Dat zijn dingen die ik gewoonweg niet begrijp.
Ik kan me niet voorstellen dat ik andere mensen dood, laat staan kinderen, en ik kan me niet voorstellen dat ik dat doe door me zelf in hun nabijheid op te blazen. Ik heb geen schrik van de dood, maar ik kan me niet voorstellen dat ik zelf een einde maak aan mijn leven, laat staan met mee sleuren van tientallen anderen in die dood...

Godsdienst.
Godsdienst ????
In heel oude, barre tijden zien we dat men mensen offerde aan een of andere God, we lezen het zelfs in de bijbel, dus aan de god die ons hier meest vertrouwd is, blijkt men mensen te hebben geofferd (in één geval houdt een engel de hand tegen met het mes, maar in een ander verhaal doet men dat niet en offert men wel degelijk een mens !)
Rare Goden die het doden van hun eigen schepselen eisen ! Zelfs als het over dieren gaat, vind ik het nog iets absurds. Ik eet vlees, dus ik ben niet tegen het slachten van dieren, maar zelfs dan vind ik dat dit zo pijnloos mogelijk moet gebeuren. Bij offeren en ritueel doden lijkt het me dat men niet probeert het doden zo pijnloos mogelijk te maken, maar gewoon een ritus volgt.
Maar zelfs dan is het doden van mensen nog iets héél anders !
Het doden van je eigen soort lijkt op zich al tegennatuurlijk.
In de natuur zie je het hoogstens als een maatregel om het voortbestaan van de soort veilig te stellen. Als de dreiging dat de soort zou uitsterven door bijvoorbeeld hongersnood er is, ziet men wel eens dat het jong wordt verlaten om het moederdier te redden, want zij is een bron van mogelijk nieuw leven op een ander tijdstip. (Dus de houding van de kerk om het kind te redden ten koste van de moeder, is eigenlijk een beetje tegennatuurlijk!).

Maar ach, eigenlijk is iedere oorlog, hoe dan ook, waanzin. Daar gaat het in bijna alle gevallen over machtswellust. Machtswellust waarvoor soldaten opgejaagd worden tot het doden van anderen. (Want de leiders blijven zelf buiten schot !)

Kortom, eigenlijk is iedere dood pijnlijk, en bij iedere dood zijn er mensen die lijden omwille van het verlies.
En toch hoort de dood bij het leven.
We weten dat we het eeuwige leven niet hebben, toch niet in dit aardse leven. Misschien is er een leven na dit leven, maar dit weten we niet met zekerheid. Of misschien komen we terug in het leven bij een hergeboorte of... Maar eigenlijk is dat allemaal een hoop die ons de dood makkelijker moet laten aanvaarden.

In deze hoop zullen we leven en sterven...

tot de volgende ?