vrijdag, mei 14, 2010

Het gat in de markt ?

rommelmarktImage by peterc8800 via Flickr

Ik las dat er een bedrijfje is opgericht dat in het Vlaams zou kunnen genoemd worden: de krabwraak. Het bedrijfje verkoopt luizen die je dan kunt over het haar van je opponent gieten, kan ie zich dood krabben.
Of dit nu echt het gat in de markt is ?
Maar tegenwoordig kun je het zo gek niet bedenken, een crèche voor... honden, een paardenpension, en ga zo maar door. Als je het goed nagaat, allemaal vruchten van een hoge welvaartsstatus. Toen mijn buur nog een hond had, gaven wij het dier eten terwijl zij op verlof waren, en omgekeerd zorgden zij voor mijn vgels en co. Eén keer hebben wij onze hond in een kennel gebracht voor 8 dagen, en toen wij hem terughaalden kon het beest niet meer blaffen, alleen nog piepgeluidjes produceerde hij. Dat was reden genoeg om dat nooit meer te doen, de buur is een veel beter en warmer alternatief. Wij geven nu met veel plezier de parkietjes van de buur eten en drinken, ook al moesten we ze de vorige keer vangen, de beestjes waren uitgebroken.
Als je kijkt op internet, dan zijn er zelfs katten en honden die een ander kleurtje krijgen, bij de kattenkapster of zoiet.
Ik heb nog de honden gekend die de kar van de groentenman trokken, en de triporteur van de melkboer. Dat waren beren van honden, die in de kortste keer dood waren toen de wet verbood dat honden nog zouden dienen als trekhond. Gek genoeg houden ze nu wedstrijden met huskies en soortgelijke, en die meoten dan wel de baasjes trekken op de slee of in het wagentje. Dat mag wel. Die honden zijn daar op gebouwd. Onze trekhonden ook, maar dat mag je niet zeggen anders ben je een dierenbeul... Gekke mensen.
Toen ik hier kwam wonen in Mater, was er nog een boertje dat zijn veld bewerkte met de koe. Nu is een paard zelfs al uit de mode. (Al hoor ik geruchten dat het misschien wel weer een beetje in wordt, vooral bij bedrijven die biologisch werken doortrekken tot in het bewerken van het veld.)

Kijk, ik ben een dierenliefhebber, een dierenvriend, maar dat mag niet tot in het absurde doorgetrokken worden. Ik hou van een biefstukje op mijn bord, maar vind de koeien die zelf niet meer kunnen kalven omdat ze zo wanstaltig dik zijn helemaal niet kunnen. Net zoals ik sommige vormen van goudvissen en dergelijke echte sukkelaars, die amper nog kunnen zwemmen, en in de natuur niet eens zouden kunnen overleven. Ook sommige hondenrassen zijn zo erg gedeformeerd dat ze niet echt meer als hond kunnen leven. Nee, voor mij hoeft dat niet. Ik vind het al meer dan genoeg dat men bijvoorbeeld de parkieten kan kweken in een heel gamma kleuren. Net zoals ik van kippen hou, maar die echte wanstaltige beesten die in zes weken klaar zijn voor de slachtbank, dat vind ik sukkelaars.

Dat wij nutsdieren hebben, dat wij dat nutselement kunnen accentueren, zodat we echte trekpaarden kunnen kweken, kippen hebben die meer dan hun 5 à 8 eieren per jaar leggen, en dergelijke zaken meer, dat vind ik tof en ik heb echt bewondering voor onze voorouders die door selectie tot dergelijke resultaten kwamen, maar een dier kweken tot het niet echt meer kan leven als dier, dat is er over.

Nu gaat men steeds verder en verder in die "hobby"... Je ziet nu vissen die via dna-behandeling een gek kleurtje hebben gekregen, ja, er zijn er zelfs die fluoriscerend zijn. (Men heeft dit ook al eens bij varkens gepresteerd)

Dat dit blijft bestaan is te danken aan het feit dat wij, de mensen, zo gek zijn dergelijke dingen te kopen. Niet doen!

Vandaag was het rommelmarkt in de Bergstraat te Oudenaarde, een mooie en grote markt. Ik heb volop briefjes uitgedeeld aan de marktkramers, voor onze rommelmarkt op 11/9 te Mater... Hopelijk krijgen we succes.
Bij de kramers die ik goed ken, leg ik hier en daar ook een pakje briefjes voor de mensen die de markt bezoeken. Ik zag dat zo'n pakje die ik aan iemand gaf, in Deinze, nu netjes met de rest van de briefjes pronkte, ik heb de hoop weer wat dikker gemaakt... 't Is van de reclame dat we het moeten hebben!

tot de volgende ?

Reblog this post [with Zemanta]

donderdag, mei 13, 2010

De Rerum Novarum

Statue of Albrecht Rodenbach in the De Coninck...Image via Wikipedia

Over Nieuwe Zaken...
Het erge was dat het helemaal niet over nieuwe zaken ging, wel in tegendeel! Het ging hem wel over een nieuwe officiële houding van de kerk tegenover die oude zaken.
Als we eerlijk zijn, moeten we ons zelfs de vraag stellen of de kerk niet een beetje gedwongen werd door het groeiend opkomen van het socialisme om plots deze stellingen te verkondigen.
Maar ook dat is niets nieuws, de kerk is altijd een weinig flexibele instelling geweest, en houd heel lang vast aan de oude situaties.
Dat is lang niet altijd verkeerd, wel in tegendeel, maar van een kerk die naastenliefde propageert, kwam een stellingname pr arbeiders wel wat laat. Comme d' habitude... Nu ja, dat zijn oude zaken, maar een onderpastoor te Mater, nu Deken te Ronse pleitte enkele decennia terug nog voor een terugkeer naar de armoede, zodat aalmoezen, een Christelijke bezigheid bij uitstek, weer zouden mogelijk zijn... Blijkbaar zijn er dus nog steeds ambtenaren der kerk, die liever die De Rerum Novarum niet verschenen zagen. (Ik ben éénmaal in mijn loopbaan uitgescholden geweest voor communistisch agitator, en dat was door de Deken van Roeselare...)

Maar als we heel diep naar de bronnen reiken, dan zou een Rerum Novarum niet hebben moeten verschijnen, dan zou iedereen die gelovig was, ook automatisch in die geest van naastenliefde hebben moeten leven, dan zou iedere werkgever automatisch een eerlijk loon aan de arbeider hebben moeten geven, dan zou macht niet het idool zijn, maar nederigheid... Maar de ervaring leert ons, nu in deze dagen zeker, dat macht nog steeds misbruikt wordt, ook binnen een kerk die de schoonste ideologie preekt.
Macht.
Ik denk dat er geen sterker ding bestaat dan de zucht naar macht.
Gek eigenlijk, voor dat stondeke dat we krijgen om op deze aarde rond te lopen, besteden we alle mogelijke tijd om macht, zoveel mogelijk macht te verwerven.
Macht in al zijn varianten, zelfs in die heel kleine dingen, zoals voorrang nemen met de auto waar het niet echt mag, bumperkleven, de middenvinger opsteken vanuit de veilige en afgesloten ruimte van je wagen, tot de minister van landsverdediging die mensen naar oorlogsgebieden stuurt. Macht.
Wat is het toch dat we er steeds naar streven om op een of andere manier boven de ander te staan? Wat is het toch dat we net als de kiekens, zo tuk zijn op een hogere status in deze idiote pikorde ?
Och, ik ga geen oordeel vellen, ik was er wellicht even slecht in als iedereen. Misschien is mijn ziek worden en ziek blijven wel dé manier om eventjes wakker geschud te worden. Je valt op een klap van een redelijk comfortabele positie meteen naar helemaal onderaan. Plots kan en mag iedereen naar jou pikken, en jij naar niemand meer.
Ziekte, dat is een kuuroord tegen machtswellust op zich.

En hoe minder je kunt, hoe meer je beroep moet doen op anderen. Macht is geen optie meer, het is een ver verleden.

En nu je het ervaart in al zijn lelijkheid, besef je ook wat je hebt gedaan, en wat je niet meer kunt herstellen. Je kunt nu wel stellen dat het och heere, och God, allemaal maar kleinigheden waren, veelal nog om anderen te helpen, maar nu je aan de andere kant staat van de slaande stok, telt dat niet echt meer. Wat interesseert het motief je, wat interesseert het je waarom je de klap krijgt? Je voelt de klap, niet het motief.

Het ergste is, dat ik besef dat ik in die tijd, ook nu nog, in feite niet anders zou kunnen werken! Er is in onze wereld niet op een andere manier resultaat te halen. We zitten allemaal zo erg in dat pikorde-systeem vervlochten, dat een andere manier van werken niet meer kan. Als men de macht niet meer voelt, dan handelt men niet meer.

Is dat niet erg?
Een pracht van een illustratie is momenteel de kerk, die door de daden van enkelingen plots in zijn geheel, als instelling een heel stuk van de pikorde-ladder is gevallen, en kijk, je ziet alle andere kiekens er op springen en pikken en prikken en steken, tot bloedens toe.
Wat zijn we klein.
Net door ons willen groot zijn.
Gek.

Onze-Lieve-Heer-Hemelvaart... Samen met het Paasfeest, zowat de pilaren van het geloof voor de Christenen. De opening naar eeuwig leven, geen dood, maar nieuw en eeuwig leven.
Ik zit te kijken naar de mensjes, die beweren dit te geloven, maar die hun tijdelijke leven niet daar op richten. Geloof is uit de mode, is niet meer in. In een reactie op de tijd toen geloof obligatoir was, en iemand die niet naar de kerk ging scheef werd bekeken (Nu wordt hij die naar de kerk gaat scheef bekeken), maar waar de meesten om den brode geloofden, en niet uit echt geloof. Je moest nu eenmaal goed zien te staan met de macht, en de kerk, dat was een van de machthebbers...

Ergens ben ik blij dat dit gedeelte, het gedeelte macht, wat aan het wegdeemsteren is, onder druk van een verschuiving van macht in de maatschappij. Want Kerk, met een hoofdletter, dat zou eigenlijk steeds helemaal onderaan moeten staan, naast de machtelozen, bereid om de pikken en prikken te incasseren in plaats van hem of haar die helemaal onderaan staat.

En eigenlijk zouden alle machthebbers, vooral ook zij die geroepen zijn tot parlementair of senator, daar ook moeten staan, want daarin zit net het echte leiderschap. Je kunt slechts goed handelen als je ook de klappen ervaart!
Maar in onze maatschappij, de maatschappij der mensen, pogen we net het omgekeerde, pogen we niet te zorgen voor de geslagenen, maar pogen we zelf te slaan.
We komen er nooit !

zolang we onszelf niet vergeten

tot de volgende ?




Reblog this post [with Zemanta]

woensdag, mei 12, 2010

de kont van het paard

DSC_2807Image by agriflanders via Flickr

Ik heb nog, in een ver verleden, zitten staren op de kont van het paard... Toen we nog de boeren zagen werken met paarden op het veld, heb ik ook enkele keren, met dat grote zware brave boerenpaard op het veld mogen werken...Tjok, tjok, tjok hoorde je de bijna sloffende gang door de mulle aarde stappen, en zat je rustig op dat ijzeren stoeltje van het werktuig van dat moment. Zo heb ik eens op een hele warme zomerse dag over het veld mogen dokkeren, om de resten van het stro bijeen te garen... Het graan werd in die tijd al machinaal gepikt, maar het dorsen gebeurde nog op de hoeve, met een immens grote machine met grote vervaarlijke vliegwielen. Door een flexibele buis vloog dan het kaf in een brede straal naar buiten, en wee je, als je durfde in die omgeving te komen, want de machinist vond het heerlijk je onder te spuiten met die prikkende kaf.

Je moet het eens gedaan hebben, 's morgens rond zes uur, als de dauw nog over de velden hangt, daar zachtjes en zoetjes je laten voeren door het sjokkende paard. Heerlijk.

Ik reed toen ook al met de tractor, en gek genoeg, dat vond ik toen véél leuker, terwijl ik mij veel meer herinner van dat paardenbeest. Ik zie zo nog dat kort afgeknipte staartje heen en weer slaan, wellicht naar de vliegen die hij met dat korte endje niet kon bereiken.

Als we gaan vissen naar Wannegem Lede, dan passeren we een wei, waar nu weer enkele van die mooie massieve boerenpaarden lopen, ieder jaar zien we er ook wel een of enkele veulens bij lopen. En telkens bekijk ik die beesten met wat weemoed... Toendertijd kon je nog op het veld een spade de grond in drijven, je schudde er mee, en al na een korte wijle zag je her en der de regenwormen naar boven komen, vluchtend voor het gevaar, en regelrecht in een ander gevaar terecht komen. Nu mag je staan schudden aan de spade tot je een ons weegt, maar regenwormen zitten niet meer in die hard dichtgereden velden. De machines die er over denderen zijn zo zwaar dat alle aarde gewoon keihard is toegesmakt. En dan zijn ze verwonderd dat bij zware regenval, het water zo over de velden stroomt, recht naar de lager gelegen woningen. Het zijn heus niet alleen de bebouwde gronden, en de verharde wegen die geen water meer drinken, de velden kunnen het alleen nog in de amper opengereten oppervlakte grond, daaronder is alles hard als beton.

We zijn, ook daar, verkeerd bezig, en wie ogen heeft, die ziet het. Maar ja, ook daar is het net als overal, men ziet alleen naar het onmiddellijke gewin. Morgen is immers een dag die nooit komt, want als hij er is, is het alweer vandaag... Stel dat we morgen ons verstand terugkrijgen, dat we weer de grond gaan bewerken in kleinere percelen, met het paard, zonder de grond te vermoorden... Hoe lang zou het duren vooraleer het evenwicht van het bodemleven zich weer heeft hersteld? Hoelang zou het duren vooraleer de regenworm weer toegang heeft verworven in die keiharde ondergrond??? Ik vermoed jaren... zelfs al zou men met zware werktuigen proberen de grond om te woelen tot op een zo groot mogelijke diepte, het gebruik van dat werktuig op zich zou al weer een aanslag zijn op zichzelf.

Hier in ons mooie heuvelende land, zien we dan ook de verschrikkelijke bodemerosie. Bij iedere fikse bui spoelen er massa's aarde weg. In de holle wegen zie je soms de baan niet meer, is alles toegedekt door een dikke laag modder, grond weggespoeld van de velden. Hoelan kan dat nog doorgaan?

Vroeger zag je ieder veld afgezoomd met een beekje, die moest zorgen voor de opvang van het water, en die de met zijn wild begroeide boorden de aarde wat bijeen hield, geholpen door de vele knotwilgen, die niet alleen mooi waren, maar ook dienden voor de verwarming (hout) en stelen voor het handgerei. Zelfs het schoeisel kwam eertijds uit dat wilgenhout. (Kap ik mijn wilgenblokjes, paargewijs uit den boom, 'k zie z' onder broeks of rokjes, haperend aan den zoom... zongen we destijds)

Het onderhoud van die talloze grachtjes, was een karwei, maar de boeren wisten waarom ze het deden...Nu is alles verkaveld en omgetoverd tot grote stukken land, zonder beekjes, hoogstens doorsneden door betonnen baantjes om makkelijker de zware werktuigen te kunnen verplaatsen.

Ik zie de koeien weer in de weiden lopen, maar nu haast allemaal met een halsband om, met een chip er in, die noteert hoeveel melk het machine uit het beest trekt. Je ziet ook die vleeskoeien staan, hier veelal van een misvormd blauwwit ras. Je kunt ze dan herkennen aan die dikke konten, een peirsgat noemen ze die hier, een paardengat, naar analogie van die mooie brabantse boerenpaarden... Niks meer natuurlijk... alles gericht op productie en onmiddellijke winsten.

Wie morgen maalt... als er nog maar te malen zal zijn ???

tot de volgende ?

Reblog this post [with Zemanta]

dinsdag, mei 11, 2010

Wacht even een paar stonden...

De liefde in het Duits-Nederlands woordenboekImage by marie-ll via Flickr

Ik ben een boekenworm. En ik vind heel wat van die heel oude kanjers heel mooi, maar soms bots ik dan op een woord,
en dat ene woord voert mij dan weg uit het boek
naar een ver verleden
of naar een plaats vol vraagtekens...
Ik zat te bladeren in een boek van Abraham Hans, waar een jongeling een mooi meisje van tussen de rails van de spoorweg weet te rukken, en een paar stonden later raast den trein voorbij...
Die stonden deden het weer
Mijn eerste reactie was duidelijk Duits beïnvloed... Ik dacht bij me zelf: "als die trein maar een paar uur later voorbij komt, dan hoefde dat haastige geworstel en gewring niet eens...Want een Duitse stunde, dat is een uur. Maar dan viel ik terug in het verleden, en herinnerde ik me dat vroeger dat ook bij ons wel eens "gezeid wierd", "(wacht 'n stoendeke, k' goan doa go'n zien"- in 't Vlaams klinkt dat dan: wacht eventjes, ik ben daar seffens (geef toe in 't dialect klinkt dat veel smeuïger er sappiger))
En dan lag ik uren wakker, te denken of dat wel een algemeen gebruik was, of wie in onze omgeving dat zo zei... En dan dacht ik op Livin en Alida, of Meete en Peete van neven de deur, of andere oude mensen, want ik dacht niet dat ons moeder dat ooit zo zei...
Ik ben gek. Wie ligt er nu in hemelsnaam te dubben over een stom woord ? Een taalfanaat zoals ik dus...
En weet je, eigenlijk vind ik dat heerlijk! Je moet dus niet schrikken als ik soms (nog meer) van die archaïsche woorden ga gebruiken in mijn blogs. Ik vind nu eenmaal taal heerlijk. En die woorden mogen dan wat verdeemsterd zijn in het dagelijkse gebruik, ze zijn er nog wel, en wie weet is het juist goed dat ik ze red van een verder leven in een museum , een fles met sterk water waarin het woord stonde drijft... En dan zit ik te denken op andere oude woorden die wat verdwenen zijn: een tuimelperte, een snotjonk, een grote lobster, te fête en dergelijke meer. En dat brengt mij dan weer naar de taalverwantschap tussen diverse talen. Vooral in het dialect vind je de sporen van andere talen veel terug, meer dan in het nette Nederlands. Dat komt omdat in een gesproken taal, er een levende inbreng is, maar net zo goed een heel stuk van die oude gebruikte taal. Wellicht zijn daar restanten bij van de taal van de vele bezetters die hier ooit rondmarsjeerden, maar ook invloeden van de buurlanden, in de wijde zin, want in de dialecten van de kuststeden vinden we heel wat invloeden van het Engels en zelfs van verdere visgebieden... Neem daar bij in acht wat ik reeds heel wat keren debiteerde, dat taal niet stopte aan een of andere grens, nee, taal verliep gewoon, en als je naar Frankrijk ging, dan hoorde je in het Vlaams steeds meer Franse woorden en zinswendingen, tot je op een moment meer Frans dan Vlams (daar met één a) hoorde... Toendertijd was er niet zoveel migratie als nu, maar toch was er wel wat, er bleven al eens soldaten hangen aan een Vlaamse schone, en die soldaten kwamen overal vandaan, want toen waren er nog geen "Nationale" legers, maar benden huursoldaten. Het begrip Nationaal gevoel is pas ontstaan bij Napoleon. Voorheen voelden wij ons niet eens Vlaming, maar wel Nieuwpoortnaar, of Bruggeling, of Oudenaardist... Onze roots lagen toen veel dichter bij onze deur dan nu.
Dat was ook de reden dat er al echte taalverschillen waren tussen naburige gemeenten. Als ik deze namiddag op de hobby bezig ben, dan zal er ongetwijfeld wel weer minstens één keer gezegd worden dat Monique dat verkeerd zegt, dat ze niet meer in Eine woont, maar in Mater. (Tegen mij zeggen ze dat niet, ik kom van zooo ver dat mijn taal te verschillend is om nog op te reageren...) Maar Eine, dat ligt hier maar 5 km vandaan, en in vogelvlucht niet eens zo veel...
De laatste jaren verdwijnt het dialect wat, of liever, het versmelt veel rapper met de massale vreemde inbreng. De mensen zijn niet meer gebonden aan hun geboortestreek, ze vinden werk in een andere streek en verhuizen naar die omgeving, ze leren er een meisje kennen uit nog een andere streek en verhuizen dan naar halverwege tussen haar thuis, zijn thuis en de plaats van tewerkstelling, of gewoon, waar ze iets vinden... en hun taal wordt een mengelmoesje van allerlei dialecten, en hun kinderen spreken iets wat wel sterke familie is van de streektaal waar ze opgroeien, maar toch met inbreng van de taal van hun moeder en de taal van hun vader. En in de school dringen de leerkrachten dan aan dat men thuis ABN zou spreken (Want ze begrijpen soms de kinderen niet...)
En dan verdwijnt dat stondeke...
tussen de stijlen van het bed gevallen.
En sommigen zullen dan wel zeggen dat we beter allemaal ABN zouden spreken, dat we veel makkelijker met elkaar zouden omgang vinden en zo meer, maar ik hou het liever op een ABN dat alleen maar dient als gemeenschappelijke taal, en ik hou van dat mooie dialect, die levende en levendige taal van al die diverse streken. Tiens zond mij stukjes in het Tongers, ik kreeg al stukjes in het Limburgs, het Brabants, en uiteraard hier uit Gent, Ronse Mater en ga zo maar door en mijn eigen Oostends niet vergeten... Allemaal prachtige en eigen klanken en woorden. Wonderschoon...
Heb je al eens naar de vink geluisterd, ook die zingt Vlaams of Waals...
Als zelfs de dieren hun dialect hebben, dan moet het toch wel zijn dat dit een heel natuurlijk fenomeen is...En als groene jongen zeg ik dan dat je ook deze natuur niet moogt verkrachten!

tot de volgende ?


Reblog this post [with Zemanta]

maandag, mei 10, 2010

Zich doodkrabben van de jeuk?

Kussengevecht - Ibis - AntwerpenImage by Djumbo via Flickr

Gelezen in een Russische gazet... een politieman had de gewoonte zijn neus te krabben, met...zijn pistool. Hij heeft per ongeluk de trekker overgehaald al krabben...
Vermoed men, want het slachtoffer was heel alleen toen het gebeurde en is pas ontdekt toen men hem niet kon bereiken en een zoektocht begon...
Waar ik al die onbenullige nieuwtjes haal? Op Waar maar Raar, een Nederlandse website, waar de leden al hun rare ontdekkingen in kranten en dergelijke op de site kunnen zetten.
Soms zitten er hele gekke, soms echte pareltjes tussen, maar ook soms dergelijke stomme ongevallen. Zo las ik er ook een nieuwtje van een klein Chineesje die door de spijlen van het terras viel, en aan zijn... oren bleef hangen. Er was een foto bij van het kind en zijn grote flappers... Waar flaporen al niet goed voor zijn. ( ze zijn wel nadelig als je tegen wind moet fietsen).

Ik heb ook een paar boekwerken met van die bizarre rare nieuwtjes en feiten. Zoals waar en wanneer het vissen regende, of het wel heel bizarre feit dat op een bepaalde plaats, op een moment een massa vogels zo maar uit de lucht vielen en op de kasseien terecht kwamen. Er waren er bij die het hadden overleefd en die eerst een tijdje versuft rondliepen vooraleer ze terug wegvlogen. Bovendien waren het vogels die normaal niet in die streek voorkwamen. Hoe het kwam dat de vogels uit de lucht vielen en niet gewoon vlogen, is nooit opgelost, evenmin hoe ze daar kwamen.
Gekke dingen allemaal.
En die je maar kunt geloven (en dan nog), door het feit dat de gegevens bevestigd werden door een hele meute mensen, of door officiële rapporten.

Ik vind dergelijke zaken én leuk, én intrigerend. En het gekke is, dat ondanks officiële rapporten en dergelijke een heel pak mensen die feiten toch nog niet kunnen en willen geloven.
Maar als ze iets vertellen over de Jef van Piet Lutjens, dan geloof je dat meteen. Ook al is het iets wat je eigenlijk helemaal niet niet kunt voorstellen bij de Jef.
Maar het is zo leuk om ook eens die halve heilige door de modder te horen halen, en meteen vertel je het nieuwtje als getest op zijn waarheidsgehalte verder, en legt er, om zeker te overtuigen, nog wat zout op.

Gek is dat.
Wat volkomen gestaafd lijkt, en zelfs letterlijk zwart op wit gedrukt staat, dat geloven we niet, maar het kwaad in de medemens, daar hebben we helemaal geen moeite mee. Waar we veel meer moeite mee hebben, dat is geloven in het goede van de mens. En als we er al in geloven, dan is dat helemaal geen gespreksonderwerp. Daar praat je niet over. Over het kwaad , daar kun je pas een boom over opzetten. Het goede, dat is twee keer niets als onderwerp.
Er zijn al verschillende mensen die ooit geprobeerd hebben om een Goed-Nieuws-Krant op te zetten, maar alle initiatieven zijn in de kortste keren ter ziele gegaan. Niet te verkopen dat goede nieuws. Het is veel interessanter een hoofdartikel (met smeuïge foto !) op de frontpagina te zetten van Madame X die een buitenechtelijke relatie heeft met meneer Y, en dat in zo'n belangrijke functie, een PDG van een groot concern... Het is heerlijk om iemand die in de pikorde boven je staat door de modder te zien halen.
Dat Jeanne van Miel de was heeft gedaan voor de zieke Agnes, zomaar, daar kun je toch niets over schrijven, dat leest immers geen kat
Nee, het zou veel leuker geweest zijn om over te klappeien had Jeanne van de ziekte van Agnes geprofiteerd om de man van Agnes te verleiden en mee te lokken. Daar zou de goegemeente nogal eens kunnen aan sneukelen... Wie weet gaan ze zelfs dergelijke dingen toch niet rondvertellen als ze toevallig Jeanne hadden zien binnengaan bij Agnes, terwijl het mensje ziek in haar bed lag, zat zij daar bij haren man!! Je kunt gaan peinzen wat er daar aan de hand is! De was ? Ja dag Jan, 't zal wel iet anders zijn geweest.

En toch is de mens eigenlijk niet zo boosaardig, hij wil gewoon interessant zijn. Hij wil dingen vertellen die de mens interesseren... dus vertel je wat ze willen horen. Wij, wij zijn niet zo boosaardig, maar je kunt toch niet veronderstellen dat de anderen net zo braaf en zo goed zijn als ik ben? Dus geef je Caesar wat Caesar verlangt, en je vertelt sappige details over dingen die je eigenlijk niet echt weet, en op zo'n manier dat je ze eigenlijk niet echt vertelt, maar suggereert, en de andere zal wel zijn verderfelijke conclusies trekken.

Eigenlijk is dat op zich een soort vechten om in de pikorde een stapje voorwaarts te zetten, je haalt er een onderuit van een of enkele sporten hoger op de ladder, op een manier dat hij al lang beneden ligt voor hij beseft wat er eigenlijk aan de hand is.

Toen ik kind was, vertelde de Zuster in de school ons iets over kwaadsprekerij... Een persoon was zijn zonde van kwaadsprekerij gaan biechten, en de pastoor zei dat hij hem 's anderendaags zijn penitentie zou bezorgen. Hij moest maar na de vroegmis eventjes wachten op de pastoor, dan zou hij hem de penitentie geven. Na de mis, kwam de pastoor buiten uit de sacristie, met een grote zak op zijn frêle schouders. Moeizaam ging hij de lange steile trap op van de toren, en nam toen de zak van zijn schouders, trok het eindje touw los en opende de zak, en die bleek vol donsveertjes te zitten, genoeg voor wel 10 hoofdkussens. De pastoor schudden zonder spreken de zak uit door de galmgaten van de kerktoren. Toen draaide hij zich om, en zei dat de man hem alle veertjes moest terugbrengen, als penitentie... De man zei dat dit een onmogelijke opdracht was! De pastoor knikte, en toch zei hij, zo zijn al uw roddels ook over heel de wereld rondgegaan, hoe gaat ge die nog ooit herstellen?

Een mooi verhaaltje, maar jammer genoeg zo juist...

tot de volgende ?




Reblog this post [with Zemanta]

zondag, mei 09, 2010

Plechtige Communie

Balek - Arunachal PradeshImage by Rita Willaert via Flickr

't Is de laatste van mijn kleinkinderen die haar plechtige communie doet, tenzij er totaal onverwacht en onverhoopt (!) nog een appel uit de boom zou vallen. Want kinderzegen in deze tijden is een dure zegen... En de opvoeding van een kind is niet meer wat het vroeger was. Vroeger was een kind de latere steun en toeverlaat van zijn ouders, nu is dat onderdeel er niet meer bij. Kinderen studeren veel langer, en als ze gaan werken nadien, dan is dat niet meer voor het gezin waar ze opgroeiden, maar voor zichzelf, zodat ze een goede start kunnen nemen in het latere leven...
En toch...

Ik vraag me soms wel eens af, of die welvarende start ook wel de goeie startwijze is... Bij mijn weten was het aantal gezinnen dat uit elkaar valt, nog nooit hoger dan nu, in deze tijden van starten in weelde.

Ik durf niet te oordelen, het is heel moeilijk om alle redenen hun plaats te geven, maar toch kan ik mezelf niet ontdoen van de indruk, dat voor mijn gezinnetje, het hutje bij mudje leggen om traagzaam iets te kunnen opbouwen, een vorm van cement was, een huwelijkscement. Wat we hebben, hebben we zelf bij elkaar gebracht, beetje bij beetje, en ieder stukje in mijn huis heeft ons inspanningen gekost. Wij hadden dan ook drie kinderen van wie er eentje heel vaak ziek was, en dat maakte het sparen echt niet makkelijker. Maar net dat maakte alles veel waardevoller! Laat het me zo stellen, als je een glas breekt dat je van de brouwer gratis kreeg bij een bak bier, dan doet dat minder zeer dan het breken van een glas van het servies dat bijeen hebt gespaard, waar je voor gewerkt hebt. Het is een deel van een geheel, en het idee geheel ligt hem veel meer in de inspanning dan in het servies an sich.

Misschien is het geen waardevol glas, maar een heel gewoon glas, uit een goedkoop servies, maar het was een glas uit het eerste servies dat je wist bijeen te sparen om ook eens een nette tafel te kunnen tonen... De waarde zit hem niet in het feit dat het gewoon glas is, of pure kristal, de waarde zit hem in het belang dat dit glas voor jou heeft. Bij mijn oudste zus liggen nog enkele kerstballetjes die zelfs de oorlog en de bombardementen van ons huis (we werden twee keer platgebombardeerd!) hebben doorstaan. Het zijn geen mooie dingen, je ziet zo dat het oude gedémodeerde dingen zijn, maar ze zijn heel waardevol, door de waarde die wij er aan hechten, door het souvenirs-gehalte, door de herinneringen die er aan kleven.

Dat is ook de reden dat sommige van de doodsanctjens die hier binnenraken, soms jaren blijven tentoonstaan. Niet dat prentje, maar de herinnering aan die mens, die is ons heilig. En hoe ouder we worden, hoe hechter die cement van herinneringen en waardebepaling voor ons leven wordt. Ons leven. Niet mijn leven, maar ons leven, want dat is zo erg door elkaar geweven, dat het als het ware niet meer uit elkaar kan gehaald worden, dan met grof geweld, zoals de dood. Dat is wat ik wil zeggen dat ik me vragen stel bij het vertrekken in een huwelijk vol weelde. Wij hadden het geluk dat we het geheel vanaf de grond aan hebben mogen opmetsen. Nu stappen ze in een klaargemetst nest binnen, maar het is dan niet echt jouw nest...Het voelt niet aan als een zelfopgebouwd iets. Het is zo maar iets.

Och, ik gun het die jonge mensen, begrijp me niet verkeerd, maar ik zou hen nog veel liever geluk gunnen, veel meer dan die weelde, want dat geluk, dat is net dat niets tot iets. Contentement dat je weer een stapje vooruit hebt gezet.

Ik ga stoppen, 't is tijd om naar de plechtige communie te gaan... en daarna als rechtgeaarde Vlamingen eens heel bourgondisch te gaan tafelen... Wat zou nu het zwaarst wegen, de communie of het feest? Daar kunnen we ook nog wel enkele blogjes mee vullen...


tot de volgende ?

Reblog this post [with Zemanta]

zaterdag, mei 08, 2010

Gezondheid !

Pelargonium peltatum L.Image via Wikipedia

We zeggen het bij een niesbui, bij het heffen van een glas en met nieuwjaar !
We wensen nogal wat af.
En telkens weer is de gezondheid het hoogste goed, de ultieme wens, de nec plus ultra onder de mensenwensen...
Jaren heb ik dan steevast geantwoord, ook zo veel, en als dat zou kunnen, want ik zat dan al een hele tijd thuis met die rug van me. Als dat zou kunnen... blijkbaar kan het niet, maar ik ben eigenlijk ook niet "ziek", toch niet wat volgens mij ziek zijn is. Voor mij is ziek zijn in mijn bed liggen, te ziek om op te staan, koorts, ellendig voelen en noem maar op. Dat, dat is ziek zijn. Mijn rug, dat is pijn, geen ziek zijn. Dat is een belemmering van mijn normale activiteiten, maar geen ziek zijn. Ik ben - zonder die rug- in een tamelijk goede gezondheid, dank u. Het piept hier en daar soms een beetje, er kraakt soms iets, soms moet ik zelfs eens hoesten, maar voor de rest, het gaat, dank u. Wablief ? Oh ja, die rug... ja die heb ik nog. En met die rug vecht ik een eindeloos gevecht uit.
Ik moet eerlijk zijn, de eerste jaren lag ik daar geveld, ik voelde dat ik niet meer kon wat ik vroeger kon, en had het verdomd moeilijk daarmee. Ik voelde ook dat ik stillekes steeds verder achteruit bolde...en mijn enige verzet was me bezig houden met enkele hobby's en dingen die ik nog aankon, en die mijn gedachten weg haalden bij de pijn vandaan.
Ik weet niet wat het was dat me op een bepaalde dag deed rechtstaan, en me het gevecht deed aangaan... Het zal wellicht een hele hoop kleine dingetjes geweest zijn, zonder een echte oorzaak. Maar op een dag ben ik begonnen terug te vechten.
Een hopeloos en oeverloos gevecht.
En ik wist het toen ik er aan begon.
Maar toch heeft het me geholpen, zoals eigenlijk alles je helpt, die je afleidt van de pijn. Ik ben begonnen met dagelijks te turnen, en was verbaasd dat ik bijna niets meer kon. Het was een heel traag en heel geleidelijk opbouwen van spieren die vergeten waren dat ze er nog waren. Maar het hielp, en ik haalde er zelfs een echt positief resultaat mee, niet meer alleen een psychologische overwinning, maar ook een werkelijke, een lijfelijke! Ik stelde vast dat ik nog steeds even rap pijn kreeg, bij staan, bij zitten bij liggen, maar ik kon de pijn langer weerstaan, zonder dat mijn lijf in de knoop sloeg, en ik vastraakte in een pijnlijke en langdurige ontsteking van mijn rug...
Ik weet dat voor wie geen pijn kent, dit absurd zal klinken, maar ik durfde weer wat meer aan, ik durfde een stukje verder gaan, ondanks hevige pijn, want met wat rust ebde de pijn weer weg, het bleef niet meer zitten om mij gedurende dagen, soms weken te martelen.
Door het "uitblijven" van die ontstekingen kon ik ook mijn pijnstillers en onstekingsweerders wat afbouwen, tot op een derde van wat ik voorheen nam, plus dat ik de morfine helemaal wist uit te schakelen. (Niet makkelijk, want dat is een verslavend ding!)

Dus, uw heilswensen zijn welgekomen, ik voel me niet ziek, en heb zelfs een stap veroverd op de pijn. Ik kan nog steeds niet wat ik ooit kon, maar daar heb ik leren mee leven. Ik voel dat dus niet meer zo erg aan als een vernedering, als een tekort. Ik heb mijn mogelijkheden leren aanvaarden, en vooral mijn onmogelijkheden leren aanvaarden, dat is het moeilijkste stuk. Ik heb zelfs leren aanvaarden dat ziekte vereenzamend werkt.
Want ook dat is een harde noot. Plots val je uit de maatschappij. Je hoort niet meer thuis in de wereld van hen die wel kunnen bewegen zoals ze willen, je zit opgesloten in je coconnetje van ziek zijn. Het is een vies vuil coconnetje, want de gezonden gaan er in een boogje omheen.
Je probeert dan maar aansluiting te krijgen bij andere groepen, maar dat kan ook al niet, want die gaan weg op uitstap met de bus (dat doet te veel pijn), die gaan petanquen, en dat kun je niet meer aan, die gaan kaarten, maar zolang daar zitten, dat... en je voelt de maatschappij zo door je vingers glijden, en je kruipt terug in dat kleine vieze coconnetje, en trekt het laatste gordijntje ook maar dicht.

Ziek zijn... een ellendig iets. Als ik het ergste moet noemen van ziek zijn, dan is dat niet de pijn, dan is dat zelfs niet het zo veel dingen niet meer kunnen, nee, het allerergste, dat is het melaatsheidssyndroom, het uit de maatschappij gestoten worden. De mensen bedoelen het niet zo, voelen het wellicht niet eens, maar als zieke zit je daar, buiten alles.

En ach, ik mag niet klagen... Ik heb nog enkele vrienden waar ik echt contact mee heb, ik heb via ziekenzorg nog een link met het leven van daarbuiten, en ik kan me zelfs nog wat nuttig voelen bij de hobbyclub van ziekenzorg. Ik heb nog gaten in dat coconnetje van me.
Maar er zijn zieken die zelfs die gaatjes niet meer hebben. Die alleen de wereld rond hen rest. Die 's morgens bij het ontwaken al weer verlangen naar de avond. De eenzaamheid van de zieke.

Ik zou het wel kunnen uitschreeuwen: Laat uw zieken niet vereenzamen!!!
Ik deed het ook niet, ik ben ook niet zonder zonden, ik had ook "geen tijd" om zieke kennissen eens op te zoeken...zeker niet als ze langdurig ziek waren, dan is het echt "Uit het oog, uit het hart".
Maar nu weet ik wat het is, ziek zijn, langdurig ziek zijn.
En ik kan het nog uitschreeuwen: Vergeet je zieken niet!
Laat ze niet verkommeren als een oude geranium in een vergeten bloempot.
Ze leven nog!, ze zijn er nog, ook al zijn ze ziek.
Bezoek ze, ga met ze praten, een babbel doet zo'n deugd.
Ze zijn niet allemaal zo gelukkig als ik nog ben, ik heb nog een paar vrienden, ik heb hobby's, ik heb zelfs iets om me nog nuttig te voelen, ik heb dingen om me aan op te trekken...Maar er zijn er vele, veel te veel, die zelfs dat niet hebben, die alleen dat vuile vieze coconnetje rest... een leven als een oude wat verslenste geranium, in een vergeten bloempot...

tot de volgende ?

Reblog this post [with Zemanta]