dinsdag, april 14, 2020

Waar je ook bent, hoor je dit lied ?

Ik heb (eindelijk) Spotify op mijn PC geïnstalleerd... De gratis versie, want zo'n muziekfanaat ben ik helemaal niet.

De eerste twee dagen luisterde ik naar Vlaamse Kleinkunst, daar kun je pakketten van beluisteren. Mooi. Dan eens gezocht of ik ook kon luisteren naar één zanger... Ik koos voor Harry Belafonte, en ja hoor, vele uren hoorde ik alle liedjes van hem. Ik heb altijd graag zijn liedjes gehoord.

Vanmorgen, bij het ontbijt zat ik gedachten te praten met Anny, en plots schoot me te binnen dat we beiden vele uren in Zwitserland, waar we werkten, 's avonds zaten te luisteren naar het optreden van Miel Cools. (Ik heb avonden met hem zitten kaarten, en we lieten beiden onze baard groeien door een gekke weddenschap.)

De vakantiegangers zaten beneden in de zaal te luisteren, en wij zaten - veelal helemaal alleen- op het balkon te genieten van die vele mooie liedjes... Leuke zoals Boer Bavo, en heel lieve, haast intieme zoals Twee witte vlinders... We genoten van de muziek, van de tekst en van elkaar.

Ergens in een oud fotoboek moet nog ergens een fotootje zitten waar je ons ziet zitten op dat balkon in de grote zaal van het hotel in het verre Maloya...

En nu zingt Miel Cools, via Spotify, van over de grenzen van de dood, voor ons, voor Anny, die misschien wel ergens zit te luisteren...

Ik zit met een krop in de keel, tranen in de ogen, gelukkig denkend aan gelukkige momenten.

Een hele tijd geleden trad Miel op in Ronse, en toen zijn we samen gaan luisteren. We hebben met Miel gebabbeld, die zich nog herinnerde wie we waren en dat we hebben gewed om die baard te laten staan... Hij heeft die baard altijd behouden, ik niet, ik heb diverse keren een baard gehad en even vaak die baard weer afgedaan...

Als op de radio één van die liedjes speelde van toen, dan zetten we de radio luid... en hielden weer elkaars handen vast, net als toen, op dat balkon...

Moksje, hoor je het? Het is voor jou !
... en het is net of ik je hand weer voel in de mijne...


maandag, april 13, 2020

Moksje...

Een klein half uurtje voor het ingaan van die fameuze lockdown, stokte haar adem voor de laatste keer... 13 april, dag op dag een maand voor wat haar verjaardag zou worden...

Het kaarsje brandt nu niet meer op een taart, maar naast de urne.

Het is haar verjaardag niet meer... Ze is er niet meer, of toch niet daar waar we elkaar kunnen bereiken. Toen ik klein was, werden we nog opgevoed met de oude Mechelse Catechismus... (Waar is God? God is overal, in de hemel, op de aarde en op alle plaatsen) ... Iets later werd de hel vol vlammen en vuur vervangen door de afwezigheid van God ( Wellicht werd dan vraag 1 van de catechismus, hiervoor aangehaald, wellicht ook vervangen?)

Ik vond het moeilijk me voor te stellen dat de afwezigheid van God zo erg was... Vandaag snap ik dat afwezigheid echt pijn kan doen. Ook al is het niet de afwezigheid van God, maar van mijn Anny.

Tom Schroder, een journalist, schreef ooit het boek Old Souls (Oude Zielen) over reïncarnatie. Ook andere reportages (zelfs verfilmde) tonen ons dat er toch wel iets valt te zeggen voor dit idee. Als we naar India gaan (en omstreken !), dan is reïncarnatie een heel gewoon iets, en vind je haast ontelbare "bewijzen" van deze feiten. Soms voor ons haast niet te geloven, daar heel gewoon en natuurlijk. Het hoort bij hun cultuur, en hun religie.

Geloof is, hoe dan ook, voor veel mensen een troost in dagen van verlies, verdriet. Een vlucht naar een wereld waar alles gebleven is, ook al is het dan onder een andere vorm, een belofte van weerzien... 

Ik ben jaloers op hen die hun verdriet op die manier wat kunnen deviëren naar een ander, minder pijnlijk niveau. Ik kan het niet, niet op die manier. Ik geloof veeleer in wat ik min of meer kan vaststellen. In de Noetic Science heeft men op een wetenschappelijke manier vastgesteld dat na de dood iets het lichaam verlaat, iets wat dan de "ziel" zou kunnen zijn. Hoe dan ook, het is bizar dat men iets dergelijks kan vaststellen.

Ik neem aan dat dit dan wellicht - voor mij - de ziel is.
Ik neem aan dat de duizenden genoteerde ervaringen van reïncarnatie wel wijzen op een " echt zijn".
En dus vind ik daar ergens mijn geloof. Mijn "zekerheid" dat met de dood niet alles voorbij is.
Ik geloof in wat de basis is van haast alle religies: De naaste beminnen, eerbied voor God.
Ik geloof ook dat iets van God in ons zit.
Iets wat ons iets anders maakt dan het dier.
Dat is niet het verstand, de rede, want we stellen steeds meer en meer vast dat ook dieren, en zelfs planten een vorm van verstand bezitten, en vormen van gevoelens.
Wat het is? Geen idee.
Het interesseert me ook niet echt wat het is.

Ik weet ook niet of reïncarnatie er alleen is voor mensen.

Ook dat interesseert me niet echt.

Het geeft me dat beetje troost dat het niet zo maar gedaan is. Anny is niet echt "weg", Koen is niet echt "weg"... Ze zijn weg van hier, van nu, maar ergens zijn ze er nog. Misschien zien ze - zien we - elkaar ooit weer, misschien ook niet.

Misschien heeft zij het compleet Nirwana bereikt, want ze was een goed en braaf mens...

Dat zou me nog het meeste troosten.
Want misschien ontmoet ik haar daar ooit nog een keer, na een braaf en goed leven... Of het nu dit is of een ander.

Toen ik kind was, werden verjaardagen niet gevierd. Als er iets was om te feesten, dan was het je naamdag, de Heilige waarvan je de naam droeg.
Mijn leven is toch een heel stuk naar "af"... dus zullen verjaardagen me niet echt meer raken.
(Als je oud bent, verjaar je niet meer)

Je leeft naar een einddoel, verpakt in een afschrikwekkend papier, de dood.
Maar papier vergaat.
Alles vergaat...
buiten de ziel.

Ik mis Anny, ik mis Koen...
Hoe kan iets wat er niet is, je pijn doen?

Je lijfelijk raken, verscheuren.

Wat is mijn rol nu nog ?





vrijdag, april 10, 2020

Mag ik ook thuis blijven ?

Ik heb wel een paar koten, een voor de kippen, en nog wat leegstaande koten voor duiven en voor konijnen, maar eerlijk, die staan me niet aan als verblijf.

De minister die ons wil dwingen om in "ons kot" te blijven, doet me veronderstellen dat zij zelf onbekend is met een thuis... Wellicht zelfs onbekend met een normale woning zoals u en ik hebben.

(Als ik haar hoor bevelen in uw kot te blijven, dan  - ik weet niet waarom - denk ik aan mijn jeugd, waar ik bij een boerenzoon ging als ze uit een kot een groot dik varken sleurden. Misschien is het wel haar gebrul dat mij daaraan doet denken? Of zou het iets anders zijn? - Ik weet het niet)

Ik heb wellicht haar probleem al aangehaald... U en ik hebben wellicht een huis, meer zelfs, meestal is dat ook een thuis... en net dat zal mij nooit ofte nooit mijn huis een kot doen noemen. Het is een thuis. Een plaats waar je thuis bent, je thuis voelt, waar x aantal zaken staan die je leven illustreren. Dingen die je op je levensloop hebt verzameld. Een fotootje, een mooie kei, een gedroogde bloem in een boek...

En vooral het feit dat je er met je gezin hebt geleefd. Die kras in de poot van die kast, die komt nog van onze... En die vork die ooit wat gebogen werd door je zoon die zonodig altijd wel iets in handen moest hebben, ook als we zaten te wachten op de soep.

Je kunt echt haast geen meter verder of dichter, links of rechts kijken, of er is wel iets wat je herinnert aan een van die kleine voorvallen die gepaard gaan met het dagdagelijkse leven van een gezin in zijn thuis... Dat is het wat er een thuis van maakt.

Zelfs als je ooit verhuist, om een of andere reden, misschien omdat het gezin te groot of net te klein wordt voor het huis, neem je de meeste van die herinneringen mee. De kras op de kast, het fotootje van, de kromme lepel...

Je doet het niet weg, je hebt er een band mee.

Het is maar nu en dan dat je iemand hoort die zich net wil losscheuren van het verleden. Een gezin dat op de klippen liep, een overlijden die toch al een breuk vormt met het verleden, met het idee van THUIS...  Dat moet hard zijn.
Want je kunt je niet zomaar lostrekken van je verleden, van jezelf, van wie je geworden bent. En zelf het verwijderen van al die voorwerpen en dingen zullen door hun afwezigheid wellicht net zo goed, als toen ze er nog waren, herinneren aan je leven, aan de opbouw van een huis naar een thuis.

Mevrouw, je mag dan duizend keer minister zijn, ik heb compassie met je...
Het moet erg zijn als je zo ontheemd bent, zo ont-thuis-t, dat je spreekt van je kot.
Je mag dan rijk zijn, geld krijgen als mortel (Ik schreef haast "verdienen", maar een politicus ? Verdienen ? Waard zijn ????)
Je mag dan beschikken over meer geld dan je nodig hebt in je leven... Als je geen thuis meer hebt, dan ben je een duts.

Corona is een erge en gevaarlijke ziekte, en we moeten er alles aandoen, om de kans op besmetting voor onszelf en voor anderen zo klein mogelijk te houden, en thuis blijven is een groot deel van de voorlopige oplossing... Dus doen we dat.
Ook als het vervelend is.
Ook als het triest is daar zo alleen te zitten.
Ook als telefoneren (liefst met beeld) plots een heerlijk iets is.
Ook als je afhangt van een ander om boodschappen te doen.
Ook als er weer politiek is op TV.

Dan nog blijven we THUIS, waar we onze eigen stek hebben. (Ook al zouden we nu wel eens graag eens buiten willen, buurten, gaan kaarten, gewoon wat babbelen, naar de rommelmarkt gaan, naar...)

Hou het thuis knus !

maandag, april 06, 2020

En morgen ?

Steeds meer lees ik artikels en artikeltjes met toekomstvoorspellingen: Wat na Corona ?

Er zijn heel optimistische voorspellingen, heel pessimistische voorspellingen en andere die zowat middenin zweven (sommigen lijken in één artikel zowat het ganse spectrum van optimisme tot de diepste zwartgalligheid te combineren.).

Ik ga er me niet aan wagen.
Ik denk dat ik zowat middenin zit met mijn verwachtingen. We zijn er nog niet vanaf, maar er komt ooit wel een einde aan, maar men zal wellicht, onder economische druk, enkele keren te vroeg starten met een normalisering, met wat herval als gevolg. Ik zie dus een periode van jojo-spel.

Maar niets zegt dat ik gelijk zal hebben. Ik leid het wat af uit de diverse artikels, waarvan ik alles in één samenvatting pers.

Ach, we zullen het wel zien (als we niet tot de slachtoffers gaan behoren).
Het helpt ons niet overdreven te piekeren. We moeten alleen zorgen dat we met zijn allen heel bewust gaan leven in deze nieuwe wereld.

Eén van de problemen is ongetwijfeld dat we met veel te veel mensen op elkaars lip zitten. En zo is het uiteraard niet moeilijk om besmettingen door te geven.

Nu en dan horen we ook van besmette dieren. Nu laatst in een of andere dierentuin waar de tijgers besmet zijn. Geef toe, de kans dat die tijgers de tijgers in het wild zullen besmetten is klein. Bovendien weten we helemaal niet wat er dan zou gebeuren. Misschien is Corona voor katachtigen niet meer dan een soort snotvalling... Ambetant, hinderlijk maar niet gevaarlijk.... Maar het kan natuurlijk ook net andersom zijn, en het kan de doodsteek betekenen voor hele populaties van onze wilde fauna !

Wat het mensdom betreft, daar vrees ik heel sterk voor die landen waar onze voorzieningen niet zijn. Armere landen, waar duizenden, soms miljoenen mensen naar de grote steden trokken omdat daar de kans op een bestaan beter waren... Wat als daar plots Corona heel besmettelijk zijn optreden doet ?

Het zou zo maar kunnen dat overbevolking meteen een hele grote stap achteruit doet... En laat ons dan hopen dat men daarvan profiteert om niet terug in dat zelfde beddeke ziek te worden, en dat men het nodige doet om de bevolkingscijfers lager te houden, tot heil van hun (economisch en sociaal)
 bestaan.

Je ziet, ondanks alles denk ik toch ook aan de toekomst... ben ik niet echt optimistisch, maar ook niet echt zwartgallig.

Vroeger had ik een klankbord om daar 's avonds tijdens het nieuws op TV eens op te reageren, eens over na te denken, eens elkaar te troosten en hoop te geven. Nu moet ik tegen mezelf praten. (En dat is niet zo leuk, ik krijg altijd gelijk, en ken niet eens heerlijk zitten weerleggen /toegeven/ opdringen...) Nee, het is leuker als er reactie is.

Een urne geeft je niet echt antwoord. Toch is het ergens wat van een aanwezigheid, weliswaar maar een restje, het restje binnenin je, maar je kunt er nog naar kijken, steun - zoekend. Gek, ik weet het, maar ik denk dat iedereen in mijn geval door zo'n vorm van gekte moet.

Je moet alles weer een plaatsje geven.

Ook letterlijk ! Je kunt niet geloven hoe dikwijls ik hier zit te zoeken naar dit of dat... en dan, als Veerle komt " Weet jij niet waar mama dit legde ?" ... Als ze het ook niet weet, dan gaat zij op haar beurt zoeken, en in veel gevallen heeft ze het na enkele ogenblikken gevonden. Vrouwen denken duidelijk anders dan mannen.

Ze kijken ook anders, want ze halen dingen uit de schuiven waar ik net in keek en niets zag...

Ach... We raken er stilletjes wel weer door.
We krijgen ons wagonnetje wel weer op de sporen. Maar één spoorrail is lang niet zo handig als twee...

djudedju


dinsdag, maart 31, 2020

ophokplicht

Eenzaam en verlaten...
Corona maakt dat je meer dan alleen bent...
Je mag niet eens gaan buurten, je mag niemand ontvangen...
Je zit daar in je kot. Alleen.

Men had me vooraf verteld, dat, zelfs al lag Anny zo lang in de kliniek, het echte alleen nog heel anders zou zijn dan het alleen zijn zodra je het hospitaal verlaat.

Niemand had natuurlijk Corona voorzien.
Niemand kon voorzien dat zowat een half uur na het overlijden van Anny, de strenge maatregelen van kracht zouden worden...

Enige jaren geleden kenden we de ophokplicht voor de kippen. Mijn kippen hebben een heel ruim hok, dus kwamen de kippen van Bart zelfs een tijdje hier logeren. Het was wellicht heel ambetant voor die beestjes om binnen te moeten zitten, maar ze zaten er samen. Kakelend tegen elkaar, en om ter meest eieren leggend...

Nu zit ik hier in een ophokplicht. Ik mag wel eens buiten, maar niet ver, en liefst zonder dat je iemand ontmoet. Als je iemand ontmoet, op afstand blijven, groeten van ver en hoesten in je elleboog.  Doe jij dat ? Echt ? Altijd ? Ook als je zo heel plots - out of the blue - even moet hoesten ? Of was je hand vlugger dan je dacht aan die elleboog ?

Gisteren heb ik eens heel mijn domein afgestapt... Ongeveer 30 stappen, als ik ze niet te groot maak.

Er staan bloemen te bloeien (de stoffeliers staan in bloei !) en te geuren (al ruik ik dat niet met mijn eeuwig ontstoken sinussen), maar ik herinner me de geuren nog.

Er zijn zelfs al bloemen uitgeblomd, en de bleke resten waaien rond, of drijven in de vijver. Slechts nu en dan zie ik een vis, ze blijven nog steeds in de warmere waterlagen, beneden in de put. Wij zitten niet graag in de put, vissen wel. Als het koud is.

De kippen komen kijken, of ik niets van restjes bij heb.
En dan heb ik het allemaal gezien.
Er staat onkruid.
Ik ga Veerle moeten vragen of ze daar nu en dan een beetje wil van verwijderen. Ze mag het in het kippenhok werpen, die vinden wat wij verwerpen heerlijk.

Ik betrap er mezelf op dat ik door mijn huis aan het wandelen ben, en dat ik nu en dan de neiging heb om tegen mezelf of de muren te willen praten. Het is nog niet zo ver... Maar...

Iedere dag komt Veerle langs, met mijn eten, of ze komt hier iets bereiden. Ze komt de was doen (eindelijk doet ze de was ook eens hier in mijn wasmachine. Mijn wasmachine... het wasmachine van Anny. ) Heb je er een idee van, beste heer, waar alles zit, staat en ligt in je huis ? Allez, waar zitten de wattenstaafjes ? Waar ligt dat doosje stekjes ? Waar zit de mixer, en waar is dat kleine pannetje om een ei te bakken? Waar is de reserve zeep?

Ik heb al meer kastdeuren open en dicht gedaan dan ooit eerder.
Dan vloek ik in mezelf... en denk haast onmiddellijk daarna dat ik op die manier bezig ben.

Bezig zijn.



djudedju

Ik zit hier maar te kakelen


zaterdag, maart 28, 2020

Een blaadje van de kalender

Vanmorgen zag ik plots dat de kalender nog geen blad verloren was, sinds het overlijden van Anny.
"Dat is gek, te zot voor woorden" dacht ik.  Dit is zelfs geen souvenir, geen gedachtenis, dat is gewoon... een tijdje niet echt meer geleefd.

Ik heb de blaadjes afgetrokken.

De op de keerzijde gedrukte kruiswoordraadsels ingevuld, het blaadje verfrommeld en weggeworpen.
Weer opgeraapt en het in de vuilnisemmer gelegd. Ik zou nooit een goede basketbalspeler zijn geworden...

Ik heb het kaarsje bij haar urne weer aangestoken... Een tijdje staan kijken, haast zonder gedachten. Verwijlend in andere tijden.

Een tweede kop koffie ingeschonken, en gedachteloos koffie genipt.

Wat trof mij aan Anny, wat treft mij aan een mens?
De ogen.
Nee, het moeten geen mooie ogen zijn à la Sofia Loren, het moeten open ogen zijn, klaar en eerlijk, goedheid stralend.
Ik had geleerd dat al de rest eigenlijk bijzaak was.
Als je iemand wilt om gans je leven mee door te brengen, dan moet dit de norm zijn.
Goedheid, warmte, eerlijkheid, onbaatzuchtigheid...
Ik weet, dat is veel, en wellicht kan niemand dit helemaal en altijd volbrengen... Maar als het maar de hoofdzaak is, als het maar de putten vult, als het maar de weg effent waarop je met elkaar moet verder gaan...

Ik heb op een trouwfoto zitten kijken... Onze ogen waren toen veel groter dan nu.
We zijn ouder geworden, en de huid zakt wat meer over je kijkers heen. Dat is niet erg, zolang de rimpels rond de ogen eerder op lachen wijzen dan op verdriet.

En ondanks al wat ons heeft getroffen aan leed en miserie op onze levensweg, bleven de lachrimpels primeren. We waren, ondanks alles, steeds gelukkig samen.

Ik heb er geen verklaring voor.
Regelmatig vraagt men "Hoe kun je dat allemaal verwerken ?" ... Ik weet het niet, eerlijk niet. We blijven gewoon niet plakken aan dat verdriet, aan die pijn. We denken het weg, we doen dingen om onze gedachten te verzetten...

Ik moet dat nu ook doen.
Ook nu ik alleen ben.

Dingen doen, wegdenken... en toch niet vergeten. Vastklampen aan het goede, aan de lach, aan de glimlach.

Als de gedachten me overspoelen, dan neem ik een boek, liefst iets spannends, die me meesleurt in het verhaal, dat andere verhaal, dat verhaal dat niet mijn leed is...

Ach het zal me wel lukken. Het moet.


donderdag, maart 26, 2020

Stil

De confrontatie met het alleen zijn is zwaar, en nu, met die corona-virus wellicht nog eenzamer dan anders...
Ik zou anders eens bij iemand kunnen gaan, een klapke doen, mijn verdriet vertellen en verwerken. Er zouden zeker ook mensen bij mij komen, ook al om eens te klappen.
Het mag niet.

De telefoon ?
Met WhatsApp en/of Duo Google kun je nog praten en elkaar zien (en de gesprekken zijn bovendien gratis, kun je lekker lang babbelen)... Die Duo van Google heb ik pas onlangs ontdekt, en ik moet zeggen dat bij een test met mijn zoon, die het ook installeerde, het beeld en de snelheid beter is dan bij Whatsapp, maar het is -gek genoeg - veel minder bekend.

Maar een gewoon telefoongesprek daar heb je maar met één zintuig contact. Je oor.
Hopelijk herken je de stem, en weet je zeker tegen wie je eigenlijk aan het praten bent, maar stel je voor dat er zo'n stemmen-imitator aan de andere kant zit ? Och, ik weet wel, dat zal me nooit gebeuren, die mannen praten niet met het gewone volk, en bootsten alleen stemmen na van zeer gekende figuren, niet van pier, pol of jan...

Veerle doet de boodschappen en kookt voor mij (En ik krijg telefoontjes van Els of ze niets moet meebrengen van de winkel !), je ziet op dat vlak ben ik verwend.

Op die ogenblikken is er leven in huis. Meer moet dat niet zijn, we moeten daarom zelfs niet eens praten. Aanwezig zijn, voelen dat je niet alleen in dit huis zit... dat is momenteel hééééél belangrijk voor mij.

Ik ben natuurlijk niet alleen. Ik hoorde op TV van nog mensen die gedwongen werden om intiem afscheid te nemen, om de steun van vrienden en kennissen te moeten missen.

Maar ik vervloek die corona dus wellicht om méér redenen dan jij doet.
Ik moet wennen aan de eenzaamheid. Ik weet het wel. Maar moet dit echt met zo'n spoedcursus ? Verrekte virus !

Uitkijken naar de postbode... Zijn er kaartjes of brieven bij over Het Verlies ? Heb ik al een doodsprentje opgestuurd, of is het iemand die ik vergeten was.

Een brief van de pensioenkas, dat ze er alles op zullen zetten om het dossier snel te regelen. Werken ze daar nog ? Of is het ook werken van huis uit? Gaat dit daardoor langer duren?

Dingen waar ik eigenlijk helemaal niet ongerust moet over zijn, zijn nu dingen die blijven malen in dat koppeke van mij. Naar het toilet ? Handen wassen ! Eten ? Eerst handen wassen. discipline = tijdverdrijf.

En ik mag niet klagen.
De kinderen bellen, de kleinkinderen bellen, vrienden bellen (van Luc en Rita leerde ik dat je met Whatsapp ook kunt praten en elkaar ondertussen zien !)... Jammer genoeg zijn er niet zoveel die Whatsappen. Bizar, het is nochtans gratis !

Ik ga stoppen met zagen en klagen. Eens zien of al iets is op TV