Ik zie dat verschillende bladeren bijna helemaal uit-gevreten zijn, dus zitten er wellicht ook weer rupsen in van de lindepijlstaart. Grote bizarre rupsen met een haak versierd.
En straks mag ik mijn auto niet onder de boom parkeren, want anders zal de carrosserie helemaal kleven van een of ander plakkerig goedje die uit de boom regent.
Door het regelmatige knotten bloeit de boom haast nooit, en als hij bloeit, dan hooguit enkele bloempjes, echt niet de moeite om de ladder te nemen en de bloesems te plukken voor een heerlijke lindethee.
Ik hou van die boom. Mijn boom. De boom van Koen. De boom van Zuster Elza...
Héhé, dat is een hele geschiedenis. Ik droomde van een boom voor mijn deur, maar niet die lelijke dingen die her en der aangeplant waren, nee, ik wilde een linde... In de school van Mater stond een mooie kolossale lindeboom, en daar kwamen regelmatig jonge linden piepen, die door naarstige nonnenhanden steevast verwijderd werden... Tot ik op een keer Zuster Elza aansprak en ze me beloofde een boompje te laten staan. Het jaar nadien kwam onze Koen thuis met een mooie jonge linde van zo'n meter hoog...
Nee, dat was niet het begin van de grote linde van nu... Waar de boom staat, stonden vroeger wilde rozen, die steevast door tuiniers van de bouwmaatschappij ieder jaar tot op de grond afgezaagd werden... Mijn linde is wel vijf , zes keer mee tot op de grond afgezaagd... Telkens schoot hij opnieuw op. Op den duur heb ik een vijftal betonijzers naast de grond in geklopt, zodat de zaag niet meer bij mijn linde kon. Dat was pas de echte start van mijn linde...
Nu is het een hele boom, met een stam met zo'n dertig cm diameter.
Tijdens de groei knip ik meestal enkele van de onderste takken af, zodat voetgangers en fietsers niet gehinderd worden, maar voor de rest is de linde voor mij een heilige boom. Als ik zijn pracht bezie, dan verwondert het me geen zier dat die boom ook voor de oude Germanen en Kelten een Heilige boom was. Soms zie je nog resten van de oude verering, en plantte men linden bij de kerk, en was de linde bij uitstek de boom om een kapelletje aan op te hangen.
Het wemelt in de mei van blonde kleinen,
nabij de veldkapel.
De takken van de grote linde deinen,
rondom de veldkapel.
Maria, hoor,
de zoete melodieën
der boerenkinder'n en der honingbieën.
Ave, Maria, Ave Maria...
En zo gaat de tekst van dat heerlijke liedje nog een wijle door. En dan zit ik weer in de klas, bij Zuster Hubertine... Zo'n kleine zestig jaar geleden... djudedju waar gaat de tijd naartoe ?
tot de volgende ?