Het waait, niet zo maar, een stevige bries, die heel wat van het jong gebladerte van de pas oplevende bomen af rukt en dat gaat gepaard met flinke buien, niet zo maar van die malse lenteregen, maar fikse stortbuien...
Gisterenmiddag vond mijnen teerbeminde gade het nuttig ende nodig om te gaan winkelen.
We vertrokken onder een waterig zonneke, die nu en dan schuil ging onder voortijlende slierten donkere wolken.
Net toen we de parking van de winkel op reden begon het te regenen. Niet zo maar regenen, een fikse bui. Ik kan niet rennen, dus trippelde ik, zo vlug ik kon naar de ingang van de winkel, en ik mag nog niet klagen, want Anny ijlde eerst naar de parking van de winkelwagentjes, en kwam dan haastig, haastig (ook zij kan niet meer rennen - onze rug laat dit niet meer toe) naar de winkel gesneld.
We deden onze aankopen, schoven aan in de rij voor de kassa, betaalden, en reden de beladen winkelkar naar de auto. Het regende nog steeds, maar nu was het een normale regen, fiks, maar geen stortbui. Ik opende de wagen, Anny begon de winkelkar te lossen, ik ging, met haar handtas bij me, in de auto zitten, en dan plots
viel
de
regen
met
bakken
tegelijk
uit de hemel neer... Dat was niet regenen, dat was zelfs niet gieten, dat was zelfs geen stortbui, dat was wat je noemt een wolkbreuk.
Een wolk is een ding vol water, waar Onze Lieve Heer een massieve sproeikop heeft aan gebreid, en waar hij naargelang zijn lust de openingen groter of kleiner maakt. Soms echter gaat het mis met de Almacht, en door het vele gepruts aan het systeem waarmee je het sproeisysteem regelt, breekt soms de sproeikop af, en komt al het water in één keer naar beneden.
Dat was het.
Een kapotte sproeikop.
Anny was, ondanks een behoorlijke jas, die waterdicht heet te zijn, nat tot op het mooie vel.
Ze snelde, zo vlug ze kon met de lege kar naar de winkelkarrenstalling, ik startte de wagen en ging haar daar op pikken.
Nu heb ik een auto met aan een kant een natte zetel.
Het water droop uit Anny en uit haar kleren. Ik weet het, het klinkt wat gek, maar zo leek het toch ! De moderne mens van de dag van vandaag zal wellicht de hier volgende beeldspraak niet meer begrijpen, niet meer kunnen visualiseren, maar Anny leek nog het best op een kip, die je voor het pluimen, even hebt ondergedompeld in warm water, om de pluimen los te maken...
Thuis gekomen (onder een heerlijk grinnikend zonnetje), ging Anny naar boven, en mocht zich uitkleden tot op het vel, af drogen, en dan nieuwe en droge kleren aantrekken. Ze kwam beneden, met een handdoek nog wrijvend over haar natte haren. " Je moet eens kijken naar mijn haar". Anny had een Afrika - look, kroezelhaar.
Ik durfde het niet te zeggen, want ze leek niet meteen in een stemming om dergelijke humor te waarderen...
Het ergste was, door het feit dat ze in die wolkbreuk, zich meer gehaast had dan haar rug eigenlijk toelaat, zit ze nu nog met pijn.
Nu schijnt de zon... nu weer niet, nu weer wel, de voortijlende wolken zijn echter niet zwart, maar heerlijk wit, zo wit als in de reclame voor wasmiddelen...
De wind is nog steeds fel, maar het zijn niet meer van die felle rukken die het jong gebladerte naar de verdommenis helpen...
Kortom, het is lente, dat jaargetijde waar het weer nog niet goed weet wat het wil... Winteren of zomeren.
Koud is het alvast niet meer... Zelfs 's nachts blijft de thermometer boven de 10° Celsius prijken. Uit de wind is het goed, in de wind voelt het nog wat van dat uitstervende winterse.
In de tuin zie je alles groeien, en hier voor mijn deur, op dat grote veld, staan de rijen erwtjes in het prilste groen te blinken. Soms letterlijk, want deze nacht regende het nog, en hier en daar hangen nog druppels aan de prille blaadjes, die in de zon blinken als diamantjes.
Ik voel me rijk.
tot de volgende ?