maandag, mei 11, 2015

middelmaat

Ik ben een "zwaar" geschiedenisboek aan het lezen... Ik zit momenteel in de jaren 30 van de vorige eeuw. Een warrige tijd, waar overal in Europa (en ook daar buiten) een tendens was om te kiezen voor "een sterke man".
We zagen het zowat overal gebeuren, heus niet alleen in Duitsland. Het was gelukkig niet overal zo dat men werkelijk overging tot deze vorm van politiek, maar we zagen wel overal de tendens, de verheerlijking van de leider.

In die tijd, en in die tijdsgeest verklaarde een politicus dat de veralgemening van het kiesrecht ook de aanleiding was om te komen tot een monotoon, kleurloos bestaan in een maatschappij waar alle beleid ook  monotoon en zonder hoogtepunten was. Hij doelde er duidelijk op, dat het voortdurend moeten streven naar compromis ook leidde tot een kleurloosheid, een plat, effen ding, waar ieder hoogtepunt, ieder duidelijke stellingname afgezwakt werd tot de kleurloze monotone compromis.

Uiteraard klopt dit ergens wel.
Het is kenmerkend aan compromissen, dat beide (of meer !) partijen zich in het geheel moeten kunnen terugvinden, en dus worden alle duidelijk één-partij-standpunten afgevlakt tot een algemeen aanvaardbaar iets, iets kleurloos, iets monotoon (letterlijk éénkleurig ). De kleur die je krijgt is een mengeling van de oorspronkelijk duidelijk felle kleuren van de diverse partijen.

Hoe meer partijen je krijgt, hoe groter de kans is dat je tot een systeem van compromissen moet komen, en hoe kleurlozer het geheel wordt.

Ik heb het al meerdere keren gezegd, het systeem dat we nu kennen is niet goed. De over-democratisering die je toelaat om steeds meer partijen  op te richten, is één van de grote oorzaken van de kleurloosheid, karakterloosheid van de politiek. Voor mij is de ideale democratie in het huidige systeem van verkiezingen en regeren in ons landje, een drie-partijen-systeem, waarbij men een partij heeft die sterk progressief is, een partij die sterk conservatief is, en een middenpartij, die noch uitgesproken het één is, noch uitgesproken het ander.

Enige decennia gelden was dit nog grosso modo zo, we hadden de liberale conservatieven, de socialistische progressieven, en de katholieke middenzuil. In die tijd was een regering duidelijk eerder progressief of eerder conservatief, waarbij meestal de katholieke middenzuil zorgde dat het niet te links of niet te rechts ging hangen.

Nu hebben we gewoon een soepje... Zelfs in de momenteel rechtse regering is de schrik van de (in Vlaanderen) aanwezige middenzuil, zo bang van een duidelijke stellingname, en haar positie is (nog) zo sterk, dat dit remmend werkt.

Het feit dat we nu een rechtse regering hebben, ligt niet aan de rechtse keuze van de kiezer, maar veeleer aan het feit, dat men, net als in de jaren 30 van de vorige eeuw, als volk weer opteert voor een duidelijke leider. Een De Wever voelde dit haarscherp aan, en profileerde zich duidelijk als de leider, en dit had succes. Wij zagen dit al eerder met het plotse succes van wat toen nog het Vlaams Blok heette. Ook daar koos men voor het extreme, in een zich afzetten tegen de kleurloosheid, de middelmatigheid. De NVA heeft door te kiezen voor het actief regeren, uiteindelijk ook de stap gezet naar de kleurloosheid, de middelmatigheid.

Dat bewijst dat ons kiessysteem op die manier een ingebouwd veiligheid heeft, en dat extremen door dit systeem uiteindelijk gedoemd zijn leeg te bloeden, maar het draagt ook in zich de kiem van de ontevredenheid van de kiezer, de massa. Dat is de reden waarom ik opteer voor het behoud van het systeem, maar voor het drie-partijensysteem, die een iets duidelijker beleid toelaat.

Een 100% waarborg is dit niet, want we stellen ook vast dat de politiek mede bepaald wordt door het kapitalisme. De macht van het geld, en de daaraan vasthangende macht van de publiciteit, en de macht van de media, en het systeem waarbij de politiek een rol speelt bij de benoemingen en het beleid van de media... dat alles is zeer sterk mede bepalend. Een NVA en meer speciaal de profilering van een Bart De Wever zou niet eens bestaan zonder de invloed van de media, die deze figuur letterlijk in de geest van het volk hebben geplugd, gehamerd, geklopt met een voorhamer.

Wij hebben, in België, een mediabeleid die zeer sterk onder invloed staat van de politiek. Voor mij is en blijft de berichtgeving tijdens de kernramp in Tjernobyl, waarbij de bevolking in opdracht van de regering flagrant belogen werd, een duidelijk voorbeeld van de politiek binding tussen media en politiek.

Je zou eigenlijk best naar enkele buitenlandse zenders gaan luisteren, wil je een duidelijker en eerlijker beeld krijgen van de politieke situatie in ons land.
Je kunt stellen dat onze media in feite veel meer thuishoren in een dictatuur, dan in wat ze hier democratie noemen.

Het Belgische systeem ... Het heeft zijn voordelen, maar het heeft ook verschrikkelijk grote nadelen. En het ziet er niet naar uit dat het zal beteren. Het spontaan ontstaan van een volksbeweging (Hart boven hard), lijkt een positief signaal, maar zal wellicht uitmonden in het verworden tot de zoveelste politieke partij, die eens te meer zal leiden tot een nog onduidelijker systeem van vermenging tot onduidelijke standpunten, en een onduidelijk beleid...
We modderen maar aan.
djudedju

tot de volgende ?



zaterdag, mei 09, 2015

Writersblok

Soms zit ik voor mijn witte scherm te piekeren, waarover zou ik nu in hemelsnaam weer eens kunnen leuteren in een leesbare en zinnige blog... En dan lijkt het wel of heel mijn grijze massa in staking is, en er komt niets, nada, rien de knots...

Als ik het aandurf een blogje over te slaan, dan krijg ik meteen enkele mailtjes om naar de staat van mijn gezondheid te informeren, dus dat kan ik ook niet doen, de mensen ongerust maken omdat ik eens geen inspiratie heb, dat hoort nu eenmaal niet.

Ik heb ook opgemerkt dat het veel moeilijker is om een stukje te plegen in opdracht, over een bepaald onderwerp, waarover je eerst ook nog eens in een redactiecomité hebt zitten "brainstormen"... Het woord alleen al, brainstormen... storm in je brein. In opdracht dan nog wel.

Maar goed, ik heb mijn eerste tekst binnen gestuurd, en het is op een paar kleine opmerkingen na, goedgekeurd. Nu zit Hendrik wellicht te piekeren wat hij bij dit artikel als cartoon kan tekenen. In het volgende nummer van Houvast (september ?) zou in hetzelfde nummer een artikel over mij en een artikel van mijn hand verschijnen... Ik word wereldberoemd binnen het wereldje van de medewerkers van Ziekenzorg. En dat is wel een heel klein wereldje, waar je dus best heel bescheiden over blijft. Maar toch is het prettig dat je weer ergens "iets" doet... Ik ben al 20 jaar ziek, en buiten Crea en eens gaan vissen, wat slenteren op de rommelmarkten, was mijn wereldje wel heel klein geworden.

En ik betrap mezelf er op, dat ik me begin te settelen in dat minieme wereldje. Ik zoek niet meer om er buiten te treden. Toen we laatst eens een paar dagen naar de Ardennen gingen, zou ik op het moment van het vertrek veel liever in mijn zetel gedoken zijn, dan in te stappen in de auto die ons tot ginder ver brengen zou... Ik dreig meer en meer een huismus te worden. Vandaag zouden we eigenlijk naar de rommelmarkt moeten gaan, maar het is slecht weer... dus gaan we niet. Maar om eerlijk te zijn, het is wel overtrokken, maar het regent niet, en volgens het weerbericht zou het voor de middag niet regenen... Dus, we hebben niet veel nodig om thuis te blijven.

De computer beneemt veelal de tijd die ik vroeger in creativiteit stak, en het is dank zij crea dat ik nog echt iets doe. Ik wordt lui. Iets doen veroorzaakt pijn, en het niets doen veroorzaakt wellicht een steeds hogere gevoeligheid voor die pijn. Ik besef dat ik eens mezelf moet vastpakken, dooreenschudden en weer de bezige mens moet worden.

Straks nog eens wat kuisen aan het aquarium, en wat gaan kijken naar de goudvissen in de vijver. Daar is de paartijd volop bezig, en de mannetjes hangen in trossen hun flanken te wrijven tegen de vrouwtjes, die eerder onwillig lijken, maar ja, wat zou je willen als er zo'n zes, zeven mannetjes je proberen plat te drukken.

Mooi is het wel, het wit, geel, oranje en rood flitst nu en dan zelfs tot boven de wateroppervlakte uit. Hopelijk komt er geen kat langs, want nu is het wel heel makkelijk om vissen te pakken !
Als je aan de visvijver zit, te vissen, dan zie je dat zelfde fenomeen soms, maar dan met grote karpers. Natuurlijk heb je dan niet die kleuren, maar het geklets van de grote staarten op het wateroppervlak is soms spectaculair. Je weet dat er dan weinig kans is dat je een karper zult verschalken... De meesten vinden het paren veel leuker dan het eten...

Ik ga stoppen, en aan het aquarium beginnen, mails nog wat laten wat ze zijn, en facebook laten waar het is...

Tot de volgende ?

vrijdag, mei 08, 2015

Maar Lidl toch !

Je moest toch al lang weten dat het geen bon ton meer is om te stellen dat de vrouw gezond moet koken voor haar echtgenoot ! Dat is op zijn minst middeleeuws. Vrouwen horen niet meer te koken, dat is een beeld die de ouderwetse vrouwenrol accentueert, en dus is het verkeerd. Vrouwen horen nu in een rol die alles heeft behalve vrouwelijkheid, of althans vrouwelijkheid zoals de mannen die vroeger wilden zien. Want mannen van vandaag hebben veel liever een vrouw die alle taken weigert die ook maar zou kunnen gealludeerd worden aan het vrouw zijn.
Wie een vrouw wil die vrouwelijk is in de oude zin van het woord, die mag het vergeten.

Jaja, ik weet het, ik overdrijf, maar geef toe, als je de feministen (ook al een ouderwetse term) hoort, dan heb je wel de indruk dat ze vrijheid soms verwarren met het opnemen van een andere rol, en dan liefst de rol die vroeger als typisch mannelijk werd omschreven.

Sorry dames, maar ik ben het daar niet mee eens. Goed, ik weet het wel, ik ben van het "verkeerde" geslacht om daar over te oordelen, maar toch heb ik ook recht op mijn mening. En mijn mening is heel simpel: Dames, jullie hebben 200% gelijk als jullie stellen dat een vrouw niet minder is dan de man, maar het zou fout zijn, nu de rollen te gaan omdraaien, en te gaan stellen dat de vrouwen baas zijn over de mannen. De bedoeling moet zijn: gelijkheid.

Maar gelijkheid kan niet helemaal, want de geslachten zijn nu eenmaal niet gelijk. Er zijn dingen die mannen nooit gaan kunnen (een kind baren bv), en wellicht zijn er ook dingen die een man beter liggen dan de doorsnee vrouw. Uit onderzoeken is gebleken dat zelfs de hersenen van mannen en vrouwen verschillend zijn. De een is niet minderwaardig dan de andere, maar ze zijn anders. Vrouwen zijn daardoor meestal minder goed in het ruimtelijk denken (bv kaartlezen), mannen zijn gewoonlijk veel minder sterk in het multitasken...

Ik ben nu 47 jaar gehuwd, en bij ons is er niemand de baas. Als we voelen dat de ander op een of ander iets heel erg gesteld is, of daar beter in is, dan mag hij of zij deze bevoegdheid gerust dirigeren. Is het iets waar we beiden nogal op gesteld zijn, en waar we verschillen van mening, dan zal nu eens de ene dan weer de ander zijn ding mogen doen. Dit is niet echt afgemeten, de leidraad is veeleer het feit dat de ander voelt dat de partner het precies nog iets meer wil dan hij of zij.

En ja, zo zijn er dingen waar ik baas ben, maar er zijn net zo goed dingen waar moeder, de vrouw baas is. En één van de dingen waar zij baas is, is de keuken, en ja, zij maakt er een erezaak van om goed en lekker te koken voor haar man, voor mij dus. Dat is zelfs één van de dingen waar ze fier op is, en waar ik niet nalaat haar regelmatig lof toe te zwaaien, want in een goede relatie moet je elkaar ook wel eens ophemelen. Eigenlijk denk ik dat, mocht ik het gaan afwegen, we ongeveer evenveel dingen hebben waar we "baas" zijn, alleen, wij zien het niet als baas zijn, wij ervaren het niet als baas zijn, we hebben gewoon het meest perfecte evenwicht gevonden om samen te leven in een knus gezin.

Als ik de "figuur van het jaar" zou moeten aanduiden, dan zou ik wellicht mijn vrouw daar zetten. En die titel zou in die zin verkeerd zijn, dat ze niet de figuur van het jaar is, maar de figuur van mijn leven, van ons gezin.

Is mijn vrouw bijzonder ? Nee, ik denk het niet, ik denk dat ze gewoon de vrouw is waar ik bij pas en die bij mij past. Ze is wellicht bijzonder in die zin dat ik wellicht geen ander zou kunnen vinden die zo perfect past.
Dat is niet zo als je elkaar leert kennen, dat is niet zo in het begin dat je gehuwd bent, dat komt zo, dat groeit zo. Het huwelijk is als een schoen, hij past pas perfect als je er al een tijd mee hebt gelopen, als je er al eens mee door een regenbui liep...

En ik wens ieder mens, man en vrouw, het geluk !
En dat geluk ligt echt niet in het opnemen van een rol, maar gewoon in het jezelf zijn, en je zelf vormen naar de partner, en de partner naar jou.
Geluk, daar moet je in groeien.

Gisteren hebben we samen een heerlijke dag gehad, we zijn samen naar Floralux gegaan, planten gekocht voor de tuin, samen bedisseld wat waar kan staan, wat we graag zien. en dan zijn we gezellig gaan eten, iets wat voor de dame die zo graag kookt, een hemels gebeuren is. Eens proeven van hoe een ander het doet.

We zijn alle twee naar huis gekomen met een rug vol pijn en een hart vol geluk.

Tot de volgende ?

woensdag, mei 06, 2015

Waaiende wind

Het waait, niet zo maar, een stevige bries, die heel wat van het jong gebladerte van de pas oplevende bomen af rukt en dat gaat gepaard met flinke buien, niet zo maar van die malse lenteregen, maar fikse stortbuien...
Gisterenmiddag vond mijnen teerbeminde gade het nuttig ende nodig om te gaan winkelen.
We vertrokken onder een waterig zonneke, die nu en dan schuil ging onder voortijlende slierten donkere wolken.
Net toen we de parking van de winkel op reden begon het te regenen. Niet zo maar regenen, een fikse bui. Ik kan niet rennen, dus trippelde ik, zo vlug ik kon naar de ingang van de winkel, en ik mag nog niet klagen, want Anny ijlde eerst naar de parking van de winkelwagentjes, en kwam dan haastig, haastig (ook zij kan niet meer rennen - onze rug laat dit niet meer toe) naar de winkel gesneld.

We deden onze aankopen, schoven aan in de rij voor de kassa, betaalden, en reden de beladen winkelkar naar de auto. Het regende nog steeds, maar nu was het een normale regen, fiks, maar geen stortbui. Ik opende de wagen, Anny begon de winkelkar te lossen, ik ging, met haar handtas bij me, in de auto zitten, en dan plots
viel
de
regen
met
bakken
tegelijk
uit de hemel neer... Dat was niet regenen, dat was zelfs niet gieten, dat was zelfs geen stortbui, dat was wat je noemt een wolkbreuk.
Een wolk is een ding vol water, waar Onze Lieve Heer een massieve sproeikop heeft aan gebreid, en waar hij naargelang zijn lust de openingen groter of kleiner maakt. Soms echter gaat het mis met de Almacht, en door het vele gepruts aan het systeem waarmee je het sproeisysteem regelt, breekt soms de sproeikop af, en komt al het water in één keer naar beneden.
Dat was het.
Een kapotte sproeikop.
Anny was, ondanks een behoorlijke jas, die waterdicht heet te zijn, nat tot op het mooie vel.
Ze snelde, zo vlug ze kon met de lege kar naar de winkelkarrenstalling, ik startte de wagen en ging haar daar op pikken.

Nu heb ik een auto met aan een kant een natte zetel.
Het water droop uit Anny en uit haar kleren. Ik weet het, het klinkt wat gek, maar zo leek het toch ! De moderne mens van de dag van vandaag zal wellicht de hier volgende beeldspraak niet meer begrijpen, niet meer kunnen visualiseren, maar Anny leek nog het best op een kip, die je voor het pluimen, even hebt ondergedompeld in warm water, om de pluimen los te maken...

Thuis gekomen (onder een heerlijk grinnikend zonnetje), ging Anny naar boven, en mocht zich uitkleden tot op het vel, af drogen, en dan nieuwe en droge kleren aantrekken. Ze kwam beneden, met een handdoek nog wrijvend over haar natte haren. " Je moet eens kijken naar mijn haar". Anny had een Afrika - look, kroezelhaar.
Ik durfde het niet te zeggen, want ze leek niet meteen in een stemming om dergelijke humor te waarderen...

Het ergste was, door het feit dat ze in die wolkbreuk, zich meer gehaast had dan haar rug eigenlijk toelaat, zit ze nu nog met pijn.

Nu schijnt de zon... nu weer niet, nu weer wel, de voortijlende wolken zijn echter niet zwart, maar heerlijk wit, zo wit als in de reclame voor wasmiddelen...
De wind is nog steeds fel, maar het zijn niet meer van die felle rukken die het jong gebladerte naar de verdommenis helpen...
Kortom, het is lente, dat jaargetijde waar het weer nog niet goed weet wat het wil... Winteren of zomeren.

Koud is het alvast niet meer... Zelfs 's nachts blijft de thermometer boven de 10° Celsius prijken. Uit de wind is het goed, in de wind voelt het nog wat van dat uitstervende winterse.

In de tuin zie je alles groeien, en hier voor mijn deur, op dat grote veld, staan de rijen erwtjes in het prilste groen te blinken. Soms letterlijk, want deze nacht regende het nog, en hier en daar hangen nog druppels aan de prille blaadjes, die in de zon blinken als diamantjes.

Ik voel me rijk.

tot de volgende ?


dinsdag, mei 05, 2015

Rolluik

Wij hebben aan onze voordeur ook, een elektrisch bediend, rolluik... Dat doet nu al jaren dienst tot onze volle tevredenheid.
De enige keren dat wij er wat moeite mee hadden, was bij strenge vorst gepaard aan vochtigheid (bv bij sneeuw of ijzelvorming), want dan hebben wij al een paar keer het rolluik met een haardroger, van binnen uit, moeten ontdooien om het te kunnen openen. Maar zo vaak komt het niet voor dat het én vriest, én vochtig is, én bovendien de wind net op de voordeur blaast...
Maar nu durven wij het rolluik niet meer laten zakken. Bovenaan zitten een soort veren, en blijkbaar is daar op zijn minst één van gebroken, wat een verschrikkelijk knarsend geluid veroorzaakt, en als ze alle twee mochten breken, dan zit de boel vast.

Straks komen ze om een of twee nieuwe veren te plaatsen, en dan zijn we (hopelijk) weer voor jaren goed.

Dat rolluik is niet alleen een veiligheid (inbraken), maar is ook een bijkomende isolatie. Gelukkig is het nu geen winter, en speelt dit momenteel niet erg mee.

Toch is er ook een nadeel aan een elektrisch bediend rolluik aan de voordeur. Mocht het te herdoen zijn, dan opteerde ik wellicht voor een manueel bediend exemplaar.  De reden is simpel: als er geen elektriciteit is, dan kunnen we niet buiten langs voor. (We hebben wel een manueel bediend rolluik aan de achterdeur !).

We hebben die rolluiken allemaal geplaatst met de veiligheid en isolatie voor ogen, en wat de slaapkamers betreft, ook om een echt duistere nacht te hebben. Nu kunnen wij al een paar dagen het rolluik niet meer zakken, en het licht dat door de gang tot boven op het verdiep doorsijpelt, is al genoeg om ons 's nachts wat onwennig te doen opkijken als we wakker worden of naar het toilet moeten.

Naar het schijnt is het beter voor de nachtrust, als het volledig donker is in de slaapkamer... Maar dat is het eigenlijk niet volledig, want we hebben in de slaapkamer zo'n piepklein nachtlichtje, wat ons toelaat 's nachts naar het toilet te gaan zonder ons tenen te stoten tegen de poten van het bed of de kleerkast... Mocht ik ooit nog eens zo'n type van nachtlampje zien liggen, dan kocht ik er meteen nog eentje, als reserve. Het verbruikt héél weinig, en het gaat al mee van toen de kinderen nog klein waren... Het enige nadeel is dat het een bizar groen licht geeft. Bovendien kun je het lampje aan en uit doen, en hoef je niet telkens het lampje uit het stopcontact te trekken. Maar helaas, die lampjes zijn maar kort op de markt geweest, en niet meer te vinden. (Nu ja, hopelijk gaan ze nog jaren mee !)

Ik verwonder me er regelmatig over, hoe weinig licht je nodig hebt, om je veilig te kunnen bewegen. Toen ik nog gezond was, ging ik vaak 's morgens voor de zon op was, of 's avonds als het al donker was, een eind gaan joggen. In die tijd waren er hier nog heel wat straatjes en weggetjes zonder lichten, maar eens je ogen er aan gewend waren, zag je meer dan genoeg om veilig te kunnen lopen. Keek je echter van uit een verlicht huis naar die straat, dan leek dit pikkedonker. Niet dus ! Maar we trainen ons ogen helemaal niet meer op die natuurlijke verlichting, we zijn verwend door al die lichten die ons overal een veilig gevoel moeten geven. (Geen wonder dat je geen glimwormen meer ziet in de holle wegen ! Die beestjes kunnen de concurrentie met de straatverlichting niet aan !)

Ooit was ons moeder hier eens op vakantie, en toen ik de kinderen vertelde dat er glimwormen zaten in de Jagerij, wilde ons moeder mee, want ook zij had dit nog nooit gezien. Wij, met onze kinderen en nog een pak andere uit de wijk, te voet naar de jagerij, gaan kijken naar de glimwormen. We hebben er eentje gevangen en dat thuis eens bekeken in het licht... Nadien heb ik het beestje netjes teruggezet waar we het hadden gevonden.

Nu zie je dus geen glimwormen meer, want ook in de Jagerij staan lantaarns lichtvervuiling te maken..

Wat is vooruitgang ?

djudedju

tot de volgende ?

maandag, mei 04, 2015

schreiffautje

Uitgerekend vandaag moet ik voor de eerste keer naar een vergadering over het schrijven van een soortement column voor het blad van Ziekenzorg... Net nu, nu ik van vriend Walter een vriendelijke opmerking kreeg over een fout in mijn blog van gisteren...

djudedju
Heel mijn zelfvertrouwen naar de knoppen.

tommetoch...

Het doet me denken aan mijn schooltijd... Ik schreef weinig fouten, en werd daar regelmatig over geprezen, maar op een examen dictee schreef ik er iedere keer weer massa's... Dit viel zo op, dat er leraars waren die mij deze fouten niet aanrekenden, gewoon omdat het duidelijk te wijten was aan de stress van het examen. Eéntje vertelde dit zelfs publiek in de klas, waarbij de meningen van mijn medeleerlingen uiteraard verdeeld waren over dit ingrijpen. Uiteraard, want wellicht zou ik het ook niet hebben genomen als het over een ander ging.
Maar ik wil maar zeggen, ik schrijf meer fouten als ik bewust ga opletten. Als ik ga redeneren over d, t of dt... Als ik ga nadenken over ij en ei. (Als West-Vlaming zou ik daar eigenlijk niet mogen kunnen tegen zondigen, want in ons dialect hoor je duidelijk het verschil tussen de ij en de ei, maar ik heb geen echt zuiver dialect meer... En soms zit ik dan te twijfelen... (erg hé))...

Maar och, gewoonlijk denk ik er niet over na, en dan schrijf ik niet zo veel fouten. En staat er dan al eens eentje tussen, en je hebt het opgemerkt, geef dan je zelf een pluim, je bent slimmerderderder dan ik ben ! En als je het me laat weten, dan  weet ik eigenlijk niet goed hoe ik me dan moet houden. Aan de ene kant ben ik kwaad op mezelf (Hoe heb ik dat in hemelsnaam kunnen doen!) en aan de andere kant blij en kwaad dat je het me zegde... Blij dat ik er op gewezen werd en kwaad omdat je het me door wreef. (Zout in de wonde, weet je wel)... Kortom, ik weet niet goed hoe ik me voel.

Misschien denk je: "Als je je schrijfsels eens zoudt overlezen, dan zag je die fouten wel!", maar dan denk je verkeerd ! Het is gek, maar de meeste fouten van jezelf zie je niet eens, je leest er over zonder ze te bemerken. Tenzij het een stukje betreft die al enkele weken of maanden oud is, dan zie je ze wel, want dan lees je ze als zijn ze van een ander.

Met schetsen heb ik ook zoiets... Ik heb jaren al mijn schetsen in de vuilemmer of bij het oud papier gezwierd, tot ik plots een pak van die oude schetsen terug vond, en zag dat ze eigenlijk best wel goed waren en vol zaten met frisse ideeën... Sindsdien hou ik die krabbeltjes allemaal bij.
Zo lees ik soms ook eens in mijn oude blogjes, en dan schaam ik me over de vele fouten, maar stel ik vast dat de inhoud wel nog steeds leuk is, en daar gaat het eigenlijk om.

Dus, beste vrienden en vriendinnen, mochten jullie nog eens fouten vinden, laat het me dan gerust weten, en weet dat ik dan beschaamd ben en kwaad en blij en vol goede voornemens, maar dat het daar wellicht bij zal blijven... Ik zal wellicht ook in de toekomst fouten blijven schrijven, maar zolang het leesbaar, en leuk of droef is, blij of pessimistisch, treurig of content, giftig of sarcastisch, dan heb ik mijn doel bereikt: ik vertel je iets, iets wat je blijkbaar de moeite vindt om te lezen, met of zonder fouten... En weet je, straks ga ik naar die vergadering, en ik zal ze zeggen dat ze maar een goede corrector moeten inhuren, om mijn fouten er uit te puren. Maar ik hoop dat ik wel nog mag gebruik maken van mijn bewuste fouten, en mag blijven leuteren over een kwampjoeter en mag blijven gebruik maken van een mondje dialect... als me dat beter lijkt voor het verhaal. Ik schrijf geen literatureluur, ik schrijf van uit mijn hart en mijn overvolle kop... En dus schrijf ik geen Nederlands, maar Vlaams, zoals ik gebekt ben. (Mocht ik een vink zijn: suskewiet !)

... en ik denk met weemoed terug aan veel van mijn leraren en leraressen... Hoe moeten ze hebben afgezien met die koppige dikkerd die er steeds op uit was om weer eens de klas op stelten te zetten. Kwetsend was het nooit, en de beste leraars waren zij die mee lachten, en zo de klas zonder echte dwang weer in het gareel duwden... Als ik de ogen sluit, dan zie ik er zo enkelen terug...met weemoed en dankbaarheid. (Er zijn er ook enkele waar ik nog nijdig op ben ! Mensen die niet konden lachen, azijnpissers en die hun job deden tegen hun gedacht,of die doodsbang waren dat ze hun "gezag" zouden verliezen..)...

Tot de volgende ?

zondag, mei 03, 2015

Storing

Gek, maar de radio doet het niet. Is het toestel stuk, of hapert er iets met de atmosfeer ? Kan best, want het blijft hier donker. Je kunt niet zeggen dat er wolken zitten, het ganse hemelgewelf is egaal grijs en somber...
Anny zit te prutsen aan de radio, maar zonder gevolg.
Ik wijs haar op de mogelijkheid om gewoon radio te luisteren via de TV... Eventjes zappen en daar heb ik radio 2 Oost Vlaanderen voor haar. Daar is muziek, dus is het wellicht de radio ?

Gek, maar de klankkleur is anders. Onze radio is al een oud beestje, heeft nu en dan kuren, maar ja, we zijn er aan gehecht, het is de radio die wij in het begin van ons huwelijk kochten, en dat was dan voor ons een duur ding... Je vindt ook dergelijke radio's niet meer. Nu zijn het allemaal veel kleinere dingen, of wel van die retro-bakken, die er oud uit zien, maar vanbinnen wel zo'n modern ding zijn.

Straks, na mijn blog en het lezen van mijn mailtjes, ga ik ook eens op alle knoppen van de oude radio duwen, hopende dat het slechts een tijdelijk gebrek was, dat het de atmosfeer is, en dat ons oude vertrouwde bakje nog langer mee kan. Maar wellicht zijn we ongeweten geconfronteerd met het einde van de oude radio. En dan gaan we een nieuwe radio moeten aanschaffen, zo'n klein ding die evenveel klank of zelfs meer in zich heeft, dan ons oude toestel. Wellicht gaat het kwalitatief beter zijn, maar het zal onze radio niet meer zijn, want onze radio, die slepen we al heel wat jaartjes en woningen met ons mee... Hij is gekocht in Brugge bij Tuyttens (sorry als ik de naam niet juist schrijven mocht...). Hij heeft luide muziek geschald in ons huis in de Heidelbergstraat te Loppem, hij heeft zich, na de geboorte van Koen moeten wennen aan zachtjes spelen. Hij is mee verhuist naar Oudenaarde in de Stationsstraat, en staat sinds 1976 hier in Mater, waar hij de opgroeiende jeugd, de loeiharde heavy metal moest doorstaan (als we er niet waren en de kinderen baas waren), en heeft al die jaren trouw door de huiskamer heen geklonken. Hij heeft het stof van een grote verbouwing ongestoord doorstaan, en lijkt nu op zijn laatste benen te lopen...

Als ik de voorgaande alinea overlees, dan lijkt het wel de tekst van een doodssanctje, een bidprentje voor de overledene...

Het lijkt wel of de radio niet alleen maar een ding was, maar een stukje leven, een stukje van ons leven.

Het is weer iets wat verdwijnt uit onze levensloop.
En dan dwaal ik in gedachten door alles wat hier staat en hangt... En de binding die al die dingen hebben met ons leven, met ons verleden, met het verleden van heel wat dierbaren, met herinneringen, met verdriet, met plezier... een heel huis vol ... vol met ons leven. Misschien is het echt het einde van de radio, wellicht zal het zo zijn, en dan is dat weer een stukje dat je moet loslaten. Nu is het maar een ding, een stukje materie, maar we hebben al zo veel mensen ook moeten loslaten, één keer zelfs uit ons eigen nestje... en heel wat keren in de familie, in de vriendenkring, de kennissenkring... We hebben ook heel wat dieren die een plaatsje veroverd hadden moeten loslaten, een ekster, een kauw, een kraai, papegaaien, katten, honden, vogels en vissen, die tijdelijk deel hebben uitgemaakt wan ons leven.
Er waren zelfs dieren die we kweekten voor de slacht, kippen en konijnen, die we dan met pijn in het hart, zo pijnloos mogelijk moesten doden, om op te eten.

Velen zijn op een of andere manier "vereeuwigd", staan hier of daar op een fotootje of een dia, en krijgen iedere keer we die weer eens bekijken, een memento... Mensen en dieren. Mensen doen wat meer pijn, maar sommige dieren waren ook echt een stuk van het gezin.

Afgeven... Iedere keer weer
Iedere keer een stukje, een beetje afgeven.
Weet je, ik heb het gevoel, dat als je het geluk hebt dat je ouder moogt worden, dat het sterven dan niet in één keer gebeurt, maar stilletjes, beetje bij beetje, stukje bij stukje, afgeven...

De leegloop van het leven.
En toch, zolang je leeft lijkt het leven op zich vol, zo vol en volledig dat al die dingen van vroeger er niet echt uit kunnen, en blijven zwemmen in de zee van herinneringen, plezier, verdriet, inzet, luieren, nietsdoen, creatief zijn, pijn, goed gevoel... alles door elkaar.
Ik las ooit dat de indianen hun kookpot nooit helemaal leegden, dat ze steeds maar de nieuwe ingrediënten in de ketel bij de oude deden... Ze aten dus nooit echt iets nieuws, ze aten steeds van heden en verleden... Ik weet niet hoe dat smaakt, maar ik vind het een heerlijk beeld van het leven.
Eten uit de pot met alle ingrediënten van het leven.
Soms proef je het zout van de tranen bij dat van de gulle lach.
Zo moet het zijn.
Zo is het ook.
Heerlijk leven, waar dingen uit gaan, maar nooit helemaal... Het volle leven, met alle dingen die je mocht beleven...

tot de volgende ?