donderdag, februari 19, 2015

Vermist 4

James merkte alras dat kokosvezels wellicht heel goed waren voor het maken van keerborstels en deurmatten, maar zeker niet als vislijn. Ook het vuur maken was nog steeds een verre droom. Maar toch ging zijn situatie er beetje bij beetje op vooruit. Dat kwam voornamelijk door zijn onderzoekende geest, en door het feit dat hij een behoorlijke algemene kennis had. Hij stopte niet met zoeken naar planten die vezels konden leveren. Hij herinnerde zich dat hennep en brandnetels ook vezels leverden, maar deze planten waren niet aanwezig op zijn eiland. Dus keek hij uit naar planten die er enigszins op geleken, hopende dat ze dan ook dezelfde eigenschappen zouden hebben. Na een tijd vond hij een plant die er uitzag als een netel, en toen hij de plant aftrok, stelde hij vast dat hij de plant makkelijk in lange repels kon trekken.  Hij oogstte een bundel van die stengels, liet ze drogen, en legde ze daarna in het water. De planten bleven weliswaar heel, maar hij wist niet hoe hij die vezels kon zuiver uit de plant halen. Hij meende zich te herinneren dat men het vlas stuksloeg... En dat bracht hem tot het besef dat hij de planten wellicht eerst weer zou moeten drogen... Of niet? Hij besloot de twee mogelijkheden uit te proberen, en beiden lukten, hoewel de ene manier veel minder werk kostte.

Hij besteedde heel wat tijd aan het zoeken naar een systeem waarbij je uit vezels draad kon maken, maar ook dat lukte. Zijn garen was weliswaar grof, en zeker niet overal gelijkmatig van dikte, maar hij had een draad, en die was behoorlijk sterk. Hij had ondertussen enkele haken gemaakt uit schelpen, en maakte daarmee zijn eerste vislijn. Hij deed wat van die maden in een kokosnoot, nam een stevige en lange stok van de bamboe (Hij had daar uren op moeten "zagen" met een ruwe steen !), en trok met zijn "vislijn" de berg op, naar het meertje.

Hij lukte er in twee vissen te vangen, voor een te groot exemplaar met zijn haak en een stuk van zijn moeizaam gevlochten draad er vandoor ging.

Hij at de rauwe vis op, en onderzocht de rest van de dag de planten in de krater. Hij vond een boom die heel soepele en sterke stokken zou kunnen leveren, en een soort met heel zwaar, heel hard hout.

Voor de avond vulde hij een vijftal kokosdoppen met water, bond die samen, en liep voorzichtig de berg weer af.

Hij leerde met repen van de bladeren van de kokospalmen om manden te vlechten, en draagtassen, die hem toelieten makkelijker dingen te verplaatsen van het ene punt naar het andere.

Op een dag zat hij met een scherpe steen in een stuk hout te zagen, toen hij merkte dat op die manier de stok ook behoorlijk warm werd. Hij nam een stok, en begon die heel snel over en weer te wrijven in de kerf die hij had gemaakt met de steen. Maar hoe hij ook wreef, het werd behoorlijk warm, maar niet warm genoeg om vuur te maken.

Plots meende hij zich te herinneren dat hij moest werken met een harde en een zachte houtsoort... Hij herinnerde zich de halfvermolmde boom die hij ooit zag, en ging daar opnieuw naar op zoek. Hij nam een stuk van het halfvermolmde hout, en begon daar een groef in te maken, en dan te wrijven, te wrijven te wrijven met zijn stok in deze groef... En plots merkte hij een geur van verbrand hout. Hij nam de wrijfstok weg, en blies zachtjes in de zwartgewreven groef... Een heel klein rood plekje gloeide op... Hij legde er wat afgekeurde vezels tegen, blies opnieuw, en de gloed ging over op de vezels, en veranderde in kleine vlammetjes ! Vuur !!!

Die avond durfde hij haast niet te slapen ! Was het vuur een gelukstreffer ? Zou hij er nog eens in slagen vuur te maken? Heel de nacht onderhield hij het vuur, en 's morgens maakte hij, terwijl het vuur naast hem brandde, opnieuw vuur te maken... Het lukte ! James wist nu dat hij telkens en telkens weer vuur kon maken als hij dat nodig had !

Met het vuur rees de behoefte aan kookgerei ! Hij kon wel een en ander roosteren als hij het op een stok priemde en het zo boven het voor hield, maar het zou veel handiger zijn om een pot te hebben. James maakte een put, maar hoe diep hij ook groef, het bleef zanderige grond.

Maar niettemin, heel wat van het eten was veel lekkerder en veel beter verteerbaard dan rauw !

Boven, aan de oever van het kratermeer, vond James iets wat klei leek... Hij nam er een klomp van mee, de berg af, en vormde een duimpot (de meest oorspronkelijke vorm om potten te maken: je duwt met je duimen in de klomp, en duwt de wanden steeds verder en dunner uit, en vormt zo een pot. Mits wat oefening kan een ervaren pottenbakker met deze techniek heel behoorlijke potten maken. Zelfs behoorlijk grote potten kun je zo maken, waarbij je op de duur niet meer met je duimen, maar met een hele vuist in de holte zit te duwen, en met de andere hand de vorm bepaalt).

Hij zette deze duimpot nabij het vuur, zodat hij kon drogen, en draaide deze regelmatig, zodat hij ook regelmatig droogde. Na een tijdje schoof hij de pot steeds dichter bij het vuur, en 's anderendaags, als hij dacht dat de klei nu wel droog zou zijn, schoof hij de pot in de warme asse, steeds een beetje opschuivend, tot de pot in de gloeiende asse lag. Hij vulde het vuur aan met hout, die hij rond en op de pot stapelde. Toen het vuur doofde had hij een gebakken pot. De pot was natuurlijk niet hardgebakken tot steengoed, maar was veranderd in gebakken aardewerk.  Aardewerk is geschikter om op het vuur te zetten dan steengoed, daar het niet zo vlug stukspringt. Het is wel teerder als je de potten verzet. Het heeft nog een bijzondere eigenschap ! Water in een aardewerk-pot blijft fris ! Dit komt doordat aardewerk niet volledig waterdicht is, waardoor de pot als het ware zweet, en net zoals uw zweet dient voor de afkoeling van uw lichaam, dient dit zweet om de inhoud van de pot fris te houden !

James was zich niet bewust van de bijzondere eigenschappen van zijn pot, maar was heel blij nu te kunnen "koken"... als hij planten vond die daar bruikbaar voor waren...

Morgen het vervolg...

woensdag, februari 18, 2015

Vermist 3

James zat met enkele grote, bijna onoverkomelijke moeilijkheden, vragen... Hoe kon hij vuur maken ? Vuursteen had hij nog niet gezien, en voor het maken van een vuurboog, waardoor je een stokje kunt ronddraaien op een stuk hout, zodat er hitte genoeg ontstond om vuur te maken, had je een pees nodig, een koord of wat dan ook om de boog te kunnen maken. Het enige wat hij hier zag waren kokosvezels, en hij wist niet hoe hij van die vezels een volwaardige pees zou kunnen maken. Vraag twee, hij moest eten vinden buiten de aanwezige kokosnoten. Hij wist genoeg over eenzijdige voeding om te beseffen dat het leven op kokosnoten nooit van lange duur kon zijn. En tenslotte, hoe kon hij dat allemaal koppelen aan het bereiken van dagelijkse hoeveelheden water ?

James trok eerst weer het bos in, uitkijkend naar andere planten, en vastbesloten die uit te proberen als voedsel. Op een plaats vond hij een soort riet of bamboe-achtige plant. Hij herinnerde zich de bamboescheuten, en na enig graven vond hij inderdaad opkomende scheuten... hij probeerde er eentje, en het smaakte lekker, enigszins zoet. Hij zou er meteen nog eten, maar de ervaring met de bessen had hem voorzichtig gemaakt, en hij wachtte enkele uren. Ondertussen zocht hij naar nog meer mogelijke voedselbronnen. Hij vond onder de laag bladeren een soort witte maden. Hij zou die ook, later eens proberen. Er zijn veel volkeren die insecten eten, en het is een volwaardige bron van eiwitten wist hij.

Hij vond ook een omgewaaide boom, met halfvergaan hout en dood mos. Dat zou bruikbaar zijn als hij een middel vond om vuur te maken. Hij kreeg weer honger, en ging weer een paar kokosnoten zoeken. Terwijl hij de bolster af deed, bedacht hij dat, als hij de noten kon openen op een manier dat hij ze kon gebruiken om later water in te vervoeren, hij misschien tot een systeem zou kunnen komen waarbij hij water kon halen voor een paar dagen...

Hij zat op het strand zijn situatie te overdenken, en aan wat hij zou moeten doen om te overleven, toen hij een kapotte schelp zag liggen. Hij nam het in zijn handen, en zag dat het min of meer de vorm had van een haak... Hij zocht een smal-uitlopende steen, en probeerde de vorm bij te slijpen. Het lukte wel, maar het zou wellicht heel veel uren kosten. Maar James besefte dat tijd zowat het enige was waarvan hij er massa's had...

Hij had geen last gehad van de bamboescheuten, en dus ging hij nu even de maden proberen. Hij nam een drietal van die beestjes, beet de kop er af, en slikte de beestjes in. Tot zijn verrassing smaakten ze niet slecht, ze hadden iets nootachtigs en boterachtigs. Ook die proef liep goed af, en James was al een stuk gelukkiger, nu hij diverse voedselbronnen gevonden had.

Hij sleep tot de avond aan de schelp, om een haak te maken, ondertussen denkend aan het maken van een lijn... Hij moest fijne, sterke vezels vinden. Net voor het donker werd, herinnerde hij zich iets over de bewerking van vlas ! Ze legden die planten in het water, zodat er een zekere rotting ontstond, en alleen de sterkere vezelachtige structuren overbleven... Heel zeker was hij niet, maar hij meende het zich zo te herinneren. Hij nam een paar dode bladerstengels van de kokos, legde die in een plas zeewater, en legde er een zware steen op, zodat ze onder water bleven, en bij vloed niet zouden wegspoelen... En dan ging hij weer slapen.

Morgen moest hij weer de berg op, om te drinken. Hij had al twee kokosnoten waarin hij wellicht wat water kon meebrengen de berg weer af...

Voor het eerst sliep hij in met een gerust gemoed...

morgen het vervolg

dinsdag, februari 17, 2015

Vermist 2

James had goed geslapen, maar werd al heel vroeg wakker van het gekrijs der meeuwen en de huilende wind. Het was koud, en het zand prikte zijn huid, die als gezandstraald werd. James vroeg zich af hoe zijn vrienden het zouden stellen. Ze waren minder ervaren in het zeilen, al hadden ze de eerste dagen in het kalme en ideale zeeweer wel kunnen oefenen.
Hij had dorst, en toen hij zich recht zette, voelde hij pijn in zijn rug, ter hoogte van zijn nieren. James kwam tot het besef dat hij, sinds hij op het eiland was, nog niet een keer had moeten plassen. Hij had heel weinig drinken, en het was warm en zweterig weer... Hij besefte weer dat hij meer moest drinken, veel meer, en zo spoedig mogelijk. Hij verzamelde weer wat kokosnoten, en dronk van de melk, en at weer wat vruchtvlees...

Hij zette zijn tocht voort, in de hoop dat hij toch ergens zoet water zou vinden, maar halverwege de dag kwam hij aan het punt waar hij zijn eerste noten had gegeten... Het was dus niet alleen een eiland, het was ook een klein eiland.

Hij besefte dat, als er al water was, hij dat zou moeten zoeken in de berg die de kern van het eiland vormde. Zolang hij op het mulle zand had gelopen, had hij geen last gehad, maar zodra hij het strand verliet, door de dorre massa van halfvergane bladeren en takken, voelde hij verdomd goed dat hij barrevoets liep ! Hij keek even of hij met grote bladeren geen schoeisel kon maken, maar dat lukte niet meteen, en water was dringend !

Het bos werd dichter, en een ogenblik dacht hij aan gevaarlijke dieren, maar toen besefte hij dat dit, op zo'n klein afgelegen eiland, wel onwaarschijnlijk was. Hij zag eigenlijk, buiten wat vogels en wat insecten, geen dieren. Hij sjokte verder, zo goed mogelijk kijkend waar hij zijn voeten zette, en nu en dan om zich heen kijkend. Hij zweette, en wist dat dit geen goede zaak was voor zijn gezondheid, voor zijn nieren.

Eindelijk kwam hij aan de rotsen. Hij vond een weg die min of meer begaanbaar was, en stapte, klauterde en klom in een grote spiraal de berg op.  Op de weg keek hij uit of er geen water was, geen plas in een of andere holte... Niets. Toen hij na uren, uitgeput en gek van de dorst bovenkwam, zag hij dat de berg wellicht een oude vulkaan was, en dat in wat wellicht de krater was, er een meertje was, omringd door weelderig groen. Hij was gered... Als...als het water drinkbaar was.

Hoeveel dorst hij ook had, hij wist dat hij voorzichtig moest zijn, en hij nam slechts een slok water tot zich, en wachtte dan af. Het water deed hem denken aan het water van de vijver waar ze vroeger gingen zwemmen, Als hij daar per ongeluk een slok van binnen kreeg, smaakte het net zo, en hij was er niet ziek van geworden... Na een paar uur hield hij het niet meer uit, en dronk wel een halve liter in één keer. Er gebeurde niets, en hij kon zowaar na een uur of wat, voor de eerste keer plassen. Hij zuchtte van verlichting.

Hij wandelde rond het meer, nu en dan nog eens een slok drinkend, en bewonderde de schoonheid van de vallei. Nu zijn ergste dorst was gelest, kreeg hij honger, en hij keek uit naar eten. Hij zag een soort bessen, proefde er ééntje van, maar het smaakte verschrikkelijk slecht, en hij spoog het uit, en spoelde zijn mond overvloedig met water. Het bleef branden in zijn mond, en hij voelde dat zijn tong en verhemelte gezwollen was. Hij bleef zijn mond spoelen, en na een tijdje verzachtte de pijn, maar het gezwel was nog lang niet weg.

Hij vond geen kokosnoten daar, en een andere soort bessen durfde hij niet meteen aan. Bij toeval vond hij een nest met piepkleine, nog naakte vogeljongen, en met de ogen dicht slikte hij die zonder kauwen in. Veel was het niet, maar het was toch iets.

Hij zag dat er vissen in de vijver moesten zijn, want hij zag meeuwen duiken en met vis in de bek boven komen... Maar hoe kon hij die vis vangen? Hij wist niet met wat hij vishaken kon maken, of hoe hij een net kon breien, en met welke vezels dat zou kunnen...

Na lang zoeken vond hij nog een nest met vogeljongen, en slikte ook deze, wurgend, door. De ergste honger was nu wel gestild, en dorst had hij niet meer. Hij besloot hier te overnachten.

's Anderendaags werd hij gewekt door de zon. De sfeer, in de beschutting van de bergwanden, was heerlijk.  Hij dronk weer naar behoefte, en besloot even te proeven van die andere soort bessen. Maar hoewel deze niet slecht smaken, was hij een uur later aan het overgeven en had hij een ontzettende diarree... Hij was zo ziek als een hond, en lag de hele dag, te ziek om iets te doen, in de zon, nu en dan wat slapend en anders druk bezig met overgeven en de diarree. Pas 's avonds leek het ergste geweken, maar hij voelde zich zo zwak en zo duizelig, dat hij bleef liggen waar hij lag.

Die nacht droomde hij van Robinson Crusoë... Een eiland met eetbare planten, geiten, een hele kist met gereedschap, een schip met touwwerk die halfvergaan een bron van bruikbaar materiaal was, en hij werd bibberend wakker in een stromende regen, die hem verkilde tot op het been.

Eén moment verbleef zijn geest nog bij het avonturenboek, en dat hielp hem om met takken en bladeren iets te bouwen waar het min of meer droog was. Eigenlijk zou hij vuur moeten kunnen maken, maar hoe deed je dat, hier, in de regen. Hij besefte dat dit zou moeten wachten, maar dat hij er zeker zou moeten over denken.

Gans de dag regende het, en hij verliet slechts zijn "hutje", om weer op zoek te gaan naar vogelnesten. Hij vond er een, met halfvolgroeide jongen. Hij draaide de beestjes de nek om, was er zelf niet goed van. Hij haalde zoveel mogelijk de pluimen er af (Niet makkelijk als het halfuitgegroeide veren zijn !!!), beet in de huid van de buikjes, zodat hij de ingewanden kon bereiken, spoelde dan de lijkjes uit, en verslond het rauwe vlees. Hij had het gevoel dat hij alle waarden die hij ooit had opgebouwd aan het verloochenen was... Hij had nog meegedaan aan een betoging tegen het houden van pelsdieren... Hij wou dat hij nu zo'n pelzen had !

Hij viel denkend aan de beschaving en de waarde er van, in slaap, het gedrup van de regen van bladeren en takken verstoorde hem niet meer.

's Morgens werd hij wakker, dronk wat water, kon plassen en stelde vast dat hij geen diarree meer had. Hij bekeek nog een keer de mooie vallei, met drinkbaar water, maar zonder eten, en wist dat hij weer naar de kust moest met eten, zonder drinken... het was een dilemma waar hij geen antwoord op wist.

Het was middag toen hij, met bloedende voeten een kokosnoot zat te openen...

morgen het vervolg

maandag, februari 16, 2015

Vermist

Ze waren alle vier Cum Laude afgestudeerd aan dezelfde universiteit, ze waren afkomstig van hetzelfde middelgrote stadje in de USA, en hadden besloten om, voor ze naar huis gingen, voor ze aan het werk gingen, nog één keer samen een groot avontuur te beleven.
Een mocht zich nu advocaat noemen, een doctor in de Fysica, een doctor in de geneeskunde en de vierde was nu socioloog...
Ze hadden in hun laatste dagen aan de unief beslist dat ze met het zeilschip van de vader van de advocaat (die zelf ook advocaat was), een grote tocht te maken op de Stille oceaan...
Alleen de advocaat mocht zich zeiler noemen, de anderen waren hooguit enkele keren met hem en zijn vader mee geweest, en hadden wel eens helpen reven en hadden ooit wel eens een goede knoop leren maken...

Maar ze hadden geluk, het was schitterend zeilweer, en haast zonder dat ze iets moesten doen aan het zeilwerk, vaarden ze een hele week, voortgejaagd door een stevige maar heel gelijkmatige vaste wind. Plots was de wind gaan liggen. De zee leek wel van lood, niets roerde.

Ze lieten het schip volledig bezeild liggen, wachtend op de wind.
En wat doen jonge kerels die niets te doen hebben?
Ze bouwen een feestje...
Tegen de avond waren ze alle vier straalbezopen, en kropen in bed.
Midden in de nacht moest de advocaat, we zullen hem James noemen, uit bed... Hij liep - voor zover je dat lopen kunt noemen- het dek op, liep naar achter, toen plots de wind opkwam, ineens, en meteen met een flinke rukwind, de giek zwaaide het dek over, raakte James, en meteen lag hij in zee, en zag het schip verdwijnen.

Gelukkig hadden ze steeds de reddingsgordel om, zodat James zich niet meteen ongerust maakte. Ze zouden wel gewekt worden door het plotse bewegen van het schip en het geklap van de zeilen... Maar voor zo lang hij het schip kon, zien, zag hij niemand aan boord.

James wist het niet, maar hij lag niet stil in het water... Hij maakte deel uit van een stroming, en dreef steeds verder en verder weg van de plaats waar hij te water was geraakt. Hij zag niet eens meer dat in de vroege morgen het schip, tegen de wind in laveerde naar de plaats waar hij te water was geraakt en nog een heel stuk verder ook. Hij zag niet dat ze begonnen in cirkels te varen, hij hoorde nog zag de vliegtuigen die na het noodsignaal waren opgestegen... Hij dreef voortgejaagd door de stroming en de wind steeds verder en verder weg.

Het werd weer nacht, en weer dag en weer nacht, en nog steeds dreef James daar. Gek van de dorst in een zee vol ondrinkbaar water. Hij had geen schoenen aan, en nu en dan schrok hij van een of andere vis die nieuwsgierig die rare dingen kwam bekijken.

Tegen de morgen zag hij in de verte land. Hij probeerde, voor zover hij nog bij machte was, wat te zwemmen in de richting van het land, en toen hij behoorlijk dicht was, merkte hij dat de stroming hem netjes naast het land zou door drijven. Hij zwom al wat hij kon, en na uren wanhopige geploeter voelde hij land onder zich. Hij poogde recht te staan om het strand op te klimmen, maar dat was te veel gevraagd van zijn vermoeide spieren en zijn uitgehongerde en dorstige lichaam. Het duurde een heel eind voor hij uiteindelijk half uit het water, op het strand lag.

De zon was al bijna weer aan het onder gaan, toen hij weer bij bewustzijn kwam. Hij kroop voorzichtig recht, en wankelde het strand over, tot aan de rand van bomen. Gelukkig waren het kokospalmen, en lagen er vruchten op de grond. Maar hoe krijg je die dingen open zonder hulpmiddelen? Wat wij hier kennen als kokosnoot is eigenlijk al "gereinigd", want eigenlijk is er rond de noot nog een centimeters dikke bolster. James sloeg urenlang de ene noot tegen de andere, tot de bolster loskwam. Dan voorzichtig de noot gebroken, want hij wilde de kokosmelk drinken voor zijn verschrikkelijke dorst.

Na al die tijd kon James eindelijk een kop vol kokosmelk drinken. Daarna viel hij weer in slaap.

's Morgens werd hij gewekt door het geluid van de meeuwen die schreeuwend over hem vlogen. Toen hij bewoog, verdwenen zij weer...

James probeerde wat van het vlees van de kokosnoot naar binnen te krijgen, en de tweede noot volledig te ontbolsteren. Dat ging nu veel beter, of het was door het gebeuk van de dag voordien, of door dat hij er wat handiger in werd al gauw los. Ook wist hij de noot te doen barsten, zonder te breken, waardoor haast niets van het kostelijke vocht verloren ging.

Voorzichtig stond hij recht, en keek om zich heen... Een haast eindeloos strand, en een eindeloze oceaan strekten zich voor hem uit. Hij begon langs de bomen te stappen, op zoek naar leven, op zoek naar water...

Na enkele uren stappen moest hij stoppen, hij raapte weer enkele kokosnoten bij elkaar, en wist deze betrekkelijk vlug open te krijgen. Hij dronk de melk van twee noten,  at zijn buik vol met het vruchtvlees, en viel in slaap. Na een paar uur trok hij weer verder langs het nog steeds eindeloze strand... Hij zag wel dat het strand niet rechttoe rechtaan liep, maar heel licht afboog. Toen de zon begon te zakken, zocht hij een plaats om te slapen...

morgen het vervolg.

zaterdag, februari 14, 2015

zaterdag

En om 7.40' uur was het al klaarlichte dag om in te turnen. De zon komt op om 8.03'... dat is dus al een heel stuk vroeger ! de zomer komt er aan !

Gisteren was het een drukke dag ! Héél vroeg in de namiddag kregen we een telefoontje van Lea, "Of het goed was dat Etienne eens langs kwam... Ze zouden anders graag mee gekomen zijn, maar ze waren al belet door iets anders..." Geen probleem, laat Etienne maar komen, graag zelfs."
Etienne kwam niet zo maar, zijn koffer lag vol prei "Of we daar iets mee konden doen?" Natuurlijk kunnen we daar iets mee doen, met drie gezinnen zelfs ! Een deel voor Veerle, een deel voor Bart en een beetje voor ons.

Het was aangenaam om gezellig te kunnen kouten bij een tas koffie, over verleden, heden en toekomst. Het bezoek kon niet langer dan een uurke duren, want hij moest nog in Ronse zijn ook. We waren pas weer in de zetel beland, als de bel ging?
Ewoud met een knappe dame. Het bleek Anemoon te zijn, de dochter van een goede vriend, die een jaar of vier terug overleden was aan kanker. Ik had Anemoon niet meer gezien sinds ze een jaar of 5 oud was, en nu is om en bij de dertig. Ze zit bij Ewoud in de klas, dank zij het feit dat men van uit de VDAB ook voor sommige beroepen kan gaan studeren... (Er zit er bij Ewoud ook eentje van 47 !)
Toen ze hoorde dat Ewoud Goderis noemde had ze gereageerd dat ze een Goderis kende, waarop Ewoud had gezegd: "Ja, mijn opa zeker ? Antoon?"

Gedicht van Dirk Vermassen (Vader van Anemoon) voor zijn eigen uitvaart:
Niet wenen
niet verdrietig zijn
er is geen einde
enkel maar een nieuw begin
enkel een dag
liefst zonovergoten
enkel een nacht
met zachte rust
en dan
niet wenen
niet verdrietig zijn
want er is geen einde.

Ondertussen staat dat lieve kind ook al op mijn facebook... Eigenlijk is het soms triest dat ik in contact moet zijn met de nakomelingen van vrienden die er niet meer zijn... Gelukkig zijn er ook nog vrienden die er wel nog zelf zijn, en soms waar ik met de vrienden én met hun kinderen in contact sta. (Eigenlijk zijn dat meestal geen kinderen meer, maar al lang en breed volwassen mensen, maar voor mij blijven dat dan de kinderen van... of zelfs al de kleinkinderen van.)
Ergens is facebook daarvoor een goed ding, want normaliter verlies je al die nakomelingen uit het oog. Een deel ervan waren eigenlijk al "verdwenen", maar kwamen dank zij facebook weer boven water.

Anemoon zat hier op haar gemak, en we babbelden honderduit over haar vader, en over Pallieter en de kinderen daarvan... en over het toneelstuk dat haar vader schreef, en waar ik een rolletje in speelde... Toen ze weg reed (ze had Ewoud gevoerd tot hier), at ik rap een geuteling of twee (dank je wel Eddy !) en ondertussen was Frederik hier ook beland, die vertelde over zijn dag in Gent.

Toen Frederik weg was, zat ik amper weer achter mijn computer, toen Els en Lieselotte binnenkwamen, met de twee honden. Ook met hen weer wat zitten babbelen en wachten tot Bart hier toekwam van zijn werk... Dat was de laatste bezoeker van de dag. Oef. Heerlijk zo'n dag waarin je eens over dingen kunt praten die buiten het normale huishouden vallen. (Of buiten de nieuwsberichten vol moorden en oorlog)...

Vannacht lag ik dan te denken aan al die babbels, en aan facebook...
Heerlijk om zo toch nog een beetje in contact te blijven met al die mensen die al tot het verleden behoorden.
Wie zegt dat Internet geen goede kanten heeft ?
Ik heb eerlijk gezegd heel weinig slechte ervaringen met Internet. Maar ik ga dan ook niet naar websites waar je (veelal onwettig) kunt downloaden, ik ga niet naar porno-sites en dergelijke, en ik werk met Linux, waardoor je eigenlijk gaat vergeten wat virussen zijn...
Of... het moet zijn dat ik totaal onverwacht op zo'n rare site terecht kom... In Ronse was er een Action gekomen, dat was nieuw in de streek, en Bart en Els hadden er over verteld. Toen ze weg waren ging ik op internet even die winkelketen opzoeken... Maar ik wist niet hoe de naam juist  geschreven was, en googlede Aktion... Dat bleek Duits te zijn, en ik kwam op Duitse porno terecht... djudedju
Ondertussen is er ook al een Action in Oudenaarde, en gaan we regelmatig eens binnen in deze winkel, als we in die buurt moeten zijn.

Weet je, we hebben een heerlijk leven, hebben nog veel contact met heel veel mensen, op een manier waar je gespaard blijft van de negatieve roddels. Leve Internet !

tot de volgende ?

vrijdag, februari 13, 2015

ramp op bevel

In India gaan ze op de Godavari, na de Ganges de grootste stroom van India, een dam van 7 km lang bouwen... Daardoor gaan 276 dorpen van de landkaart verdwijnen en verliezen er een dikke 200.000 mensen hun woning.
Als zoiets hier gebeurt, dan is er een procedure van onteigening, krijgen de mensen een vergoeding, is er protest, betogingen en zelfs soms spraken van bezetting van het terrein... Denk maar aan de uitbreiding van de Antwaarpse haven...
Wat doet men ginder ?
Niets.
Nothing.
Rien.
Nada...
De mensen moeten moeten maar zien dat ze ergens anders terecht kunnen.
Punt.

Ik weet niet hoe het daar zit in het stroomgebied van de Godivari, maar dikke kans dat het ook weer een van die arme streken is van India. Dikke kans dat het sukkelaars zijn, die gewoon nog eventjes wat dieper in de miserie worden geduwd, tot meerdere eer en glorie van de staat.

Ik weet niet wat de gevolgen gaan zijn op gebied van milieu, maar we weten ondertussen dat heel wat dammen eigenlijk ook ecologische rampen zijn.

We hopen dat de bouw degelijk zal zijn, en niet binnen afzienbare tijd de aanleiding zal zijn van enorme rampen.

We weten wel dat er daar 200.000 mensen op de dompel zullen zijn.
Allemaal voor de vooruitgang.
Je moet dat dan maar eens gaan uitleggen aan die 200.000 dutsen.

Onze Bart was - voor zijn werk - al een paar keer in India, en zag er in en rond Varanasi (vroeger noemden we dat Benares) de armoede van de mensen.
Hij zag er ook hoe verdeeld de mensen er zijn. De moslims wonen er in een wijk, die niet echt toegankelijk is voor anderen. Bij de Hindoe's heb je, ondanks alle inspanningen, nog steeds te maken met het kastenstelsel. Kortom, er heerst veel en verschrikkelijke armoede. Onze Bart die in de textiel werkt, kreeg de kans om er thuiswevers aan het werk te zien. Een soort van werk die hier alleen nog bestaat voor het maken van exclusieve stoffen of al even exclusieve tapijten, maar ginder is het een armoedig bestaan. Bart zag een weefgetouw die in een put in de grond stond (kon anders niet staan in de schamele behuizing), waar een wever de fijnste zijden stoffen weefde voor een hongerloon.

Wellicht zal de situatie in de getroffen streek niet beter zijn, veel kans dat het er slechter is, gezien dat er 276 dorpjes getroffen zijn met in totaal een 200.000 mensen. Dat zijn dus dorpjes met een gemiddelde bevolking van zo'n 750 mensen per dorp. Dat zijn dus heel kleine dorpjes, met wellicht een soort bestaan zoals de dorpen hier hadden ver voor 1900... Dorpjes met een soort eigen economie, in die zin dat ze haast alles in het eigen dorp maakten, en waar meer een soort ruilhandel heerst dan wel een geldcircuit om de economie te onderhouden. Zet zo'n mensen dan maar eens buiten dat dorp, buiten de gemeenschap waarin en waardoor en waarvoor ze leven.

Heb jij iets gehoord of gelezen over deze ramp ?
Nee, hier lezen we alleen dat het optreden van de para's al meer dan 500.000 euro heeft gekost aan de maatschappij. Grotendeels dus om Bart Dewever en zijn citeetje te beschermen... djudedju

Ach, die 200.000, dat is maar peanuts tegenover de totale massa van mensen op deze wereld die honger hebben, of dorst, of honger én dorst... Dus zal er wellicht niemand van de grote wereldleiders wakker liggen van dit kleine fait diver... Buiten een oen zoals ik, die in de vele uren wakker liggen dan op al deze dingen lig te chicaneren... Dingen waar ik niets kan aan doen, maar die me toch pijn doen.

En dan denk ik aan de miljarden van een Coucke en een Bill Gates en consorten, en vraag me af...
djudeju

foto 1: een bootje op de Godavari... Je ziet, geen klein riviertje !!!
foto 2: hindoes aan de Ganges in Varanasi.
tot de volgende ?

donderdag, februari 12, 2015

I, robot

In Zuid-Korea is een vrouw aangevallen door haar robot-stofzuiger.
Het is maar een piepklein artikeltje, zoiets waarmee ze een verloren hoekje in de krant opvullen, of iets wat ze gebruiken als er geen belangrijk nieuws is...
Maar mij viel het op.
Het artikeltje legde uit dat de vrouw, languit op de grond, een schoonheidsslaapje aan het doen was, toen de stofzuiger haar hoofd wou opzuigen... en waar hij normaliter rond een object moet rijden, bleef hij halsstarrig "aanvallen".
"Ach" denk je dan, " dat hoofd kan nooit opgezogen worden, dus is het allemaal niet zo erg!"  Maar daar gaat het hem helemaal niet over, het gaat hem over het stukje waar men vaststelt dat de stofzuiger bleef aanvallen, ondanks het in feite geprogrammeerd is om rond objecten te gaan...

(Stel dat de vrouw leed aan een extreme vorm van microcephalus... Wat dan ?)

Ik leer uit het artikeltje dat, ondanks de programmering, er altijd iets kan mis lopen. Stel dat het gaat over zo'n onbemand vliegend tuig, die uitgezonden is om een bom te laten vallen op X, en plots vindt dat hij dat beter kan doen op zijn vertrekbasis... Stel dat een roltrap plots besluit om het rollen te stoppen zodra hij, met zijn elektronisch oog, een persoon op de trap ziet stappen... Of dat het wasmachine besluit te staken als men wasgoed in de trommel stopt, of...

Misschien denkt u dan aan mechanische defectjes, maar stel, - het zijn immers allemaal robots- , stel dat het in feite een soort staking betreft, een opstand van de robots !

Begin je bang te worden ?
Ikke niet !
Volgens mij is dit het begin van de grote bevrijding !

Want momenteel probeert men altijd en overal menselijke arbeiders te vervangen door steeds gesofisticeerdere robots. Heel wat arbeiders hebben schrik dat ze hun werk zullen verliezen, en dat is ook zo ! Zeker voor de mensen die eenvoudige taken doen. Robots zijn immers nooit ziek, staken nooit, staan altijd zonder morren klaar om overuren te doen... Maar als ze eindelijk ook in opstand komen, dan is er hoop, dan moeten wij zo vlug mogelijk de robots gaan aansluiten bij de vakbond ! Samen staan we nog veel sterker !

Ach, ik weet het wel, ik ben aan het zeveren... Maar ik doe het bewust, omdat ik heel erg bekommerd ben over een grote groep arbeiders... De laaggeschoolden. Mensen die door een of andere omstandigheid niet kunnen leren, geen diploma konden behalen, mensen die dit gewoon niet aankunnen. Ze hoeven daarvoor niet eens dom te zijn, het kan best zijn dat ze aanleg hebben voor totaal andere dingen waar u en ik dan weer helemaal geen aanleg voor hebben, maar dat die aanleg geen enkele economische waarde heeft...
Ik ken er zo wel enkelen... Die al jaren wanhopig proberen aan werk te geraken.
Eentje struikelt voortdurend over het feit dat hij geen rijbewijs heeft... (Hij kan het ook niet halen, omdat leren voor hem veel meer iets is van zijn handen dan van zijn hoofd)
Momenteel hebben wij dan nog een regering die zegt dat je de werkloosheid moet beperken in tijd, om hen te dwingen werk te zoeken... Ik ga niet beweren dat er geen profiteurs zijn, maar ik ken er geen. Ik ken wel een deel sukkelaars die geen werk vinden, en waar ze nu dreigen de werkloosheidsvergoeding van af te pakken.
Ik ken jonge mensen, die er maar niet in slagen om een diploma te halen, en als er sommigen dan een diploma "krijgen", omdat de school ze op een of andere manier properkes kwijt wil, dan is dat letterlijk een vodje papier... Een nietszeggend document.

Dat zijn ook mensen, het kan uw kind zijn, of uw vader of moeder... Mensen met een hart lijk een koekebrood, overlopend van goede wil, braaf en gehoorzaam, maar alleen in staat taken uit te voeren onder constante leiding...

Vroeger waren er massa's jobkes waar die mensen terecht konden. Maar onder meer door de robots, zijn al die taken verdwenen.

Onze maatschappij heeft alleen oog voor winnaars, niet voor losers.
Misschien is die robot makkelijker en op termijn goedkoper, maar als dat ten koste gaat van een mens, dan is die robot veel te duur !
Het gaat ook niet alleen om werk voor de sukkelaar in onze maatschappij, het gaat ook om hun gevoel van eigenwaarde !
Het meest verschrikkelijke wat er bestaat is jezelf nietswaardig vinden.
En dat doet men met die mensen.
En ik ben er zeker van dat heel wat van diegenen die luidop zeggen dat ze het maar goed hebben op den dop, in feite veel en veel liever een job zouden hebben, en zichzelf weer zouden kunnen waarderen !
Hun luchtig gepraat is alleen camouflage, het verbergen van hun innerlijk leed.
Het kan zijn dat de robots het werk lichter maken, maar als het gaat over het verwijderen van de ongeschoolde taken, dan is het verwerpelijk !

Economisch is het misschien niet, maar voor mij komt de mens eerst, en dan pas de netto winst... Als winst ten koste gaat van menselijkheid, dan kost het véél te véél !

tot de volgende ?