donderdag, november 06, 2014

't Geluchte

Er is iets roerende op taalgebied... Men begint in te zien dat wij geen Nederlanders zijn, en dat Vlaams niet helemaal gelijk is aan het Nederlands. En waar we vroeger verplicht werden om Nederlands te leren, zijn er nu stemmen die zeggen dat ons Vlaams even goed is, en dat er geen een zinnige reden is om hier Nederlands te gaan kopiëren...

Ik weet het niet...
Eigenlijk vind ik het Nederlands een verrijking, die we best naast ons Vlaams kunnen leren. We moeten ons niet beperken ! Ik zou het dood en dood jammer vinden mocht ik een woordenboek nodig hebben om een boek te lezen van een Nederlander. Maar ik vind niets minderwaardig aan ons Vlaams, in tegendeel, ik denk dat iedereen automatisch een boontje heeft voor zijn eigen moedertaal. Het hemdje is nu eenmaal nader dan het rokje.

Alleen...
Waar beginnen we, en waar eindigen we ?
Taal evolueert. Je moet eens een boek (originele versie) van Stijn Streuvels ter hand nemen, en dat eens proberen te lezen. Het Vlaams dat daarin staat is bijna volledig verdwenen. Niet dat we het niet meer verstaan, maar het heeft een woordenschat die nu bijna niet meer bestaat. (Mijn titel wijst daar op !)

Als ik mijn taal vergelijk met de taal die mijn kleinkinderen spreken, dan zie ik daar zelfs een verschil in. Zij hebben veel meer Engelse leenwoorden opgenomen in de gewone spreektaal, maar tot mijn verrassing zie ik er soms ook Arabische woorden in, want ze hebben vriendjes of vriendinnen die Arabisch spreken op school.

Ik vind dat normaal.
Toen ik kind was trokken we aan moeders hand als we op de markt waren, om eens die zwarte meneer te zien met zijn spekken (Karaboedjah)... Een neger was een vreemd object, en op de wereldtentoonstelling te Brussel in 1958 stond er een negerdorpje tentoon...
Als je in een stad loopt die een beetje stad is, ben je veeleer verwonderd een straat te doorlopen zonder dat je een medemens van vreemde origine tegen komt, dan het omgekeerde. We zien mensen met Aziatische trekken (die we gemakshalve allemaal tot Chinezen benoemen), mensen met negroïde trekken, mensen met die duidelijk Arabische kenmerken, en mensen die er helemaal als ons uitzien, behalve dat ze ondereen een taal spreken waar je geen woord van snapt.
Je rijdt op de autostrade, en je kijkt voor de lol naar de nummerplaten van de auto's en vooral bij de vrachtwagens zie je allerlei nationaliteiten, soms zelfs met afkortingen waar je niet eens van weet welke landen dat nu weer zijn...
(Er zijn dan ook in de loop van mijn bestaan al heel wat landen bijgekomen of veranderd van naam of gesplitst in drie vier nieuwe landen)

Die werken hier, velen leven hier, en hun kinderen zitten op school met mijn kleinkinderen. Dat daar soms een inbreng is van een andere taal lijkt me logisch. Zelfs zonder die inbreng hebben wij in ons Vlaanderen al de neiging om woorden te adopteren, omdat ze net iets anders bijbrengen dat het Vlaamse equivalent. Neem nu het Duitse überhaupt, dat net iets anders is dan ons bovendien...dat gebruiken we al heel lang om net dat iets meer te beklemtonen dan we met ons eigen woord doen.

Onze taal is dan ook een levende taal, en we moeten echt niet gaan vastroesten in de taal van toen. (We mogen die ook niet helemaal vergeten, maar er is een verschil tussen spreektaal, gebruikstaal en woordenschat.)
Wij hebben geen nieuwe woorden geschapen voor onze radio, onze televisie (we zeggen tegenwoordig zelfs teevee (TV)) en al die andere nieuwe verworvenheden. We hebben de vreemde woorden opgeslorpt in het Vlaams, het soms een eigen klank gegeven, maar we slorpen ze op en verrijken er onze eigen taal mee.
Dat onze kinderen en kleinkinderen dat ook doen moet ons niet verwonderen. Net zo min als we verwonderd moeten zijn als ze soms verbaasd naar ons kijken omdat we iets zeggen dat niet meer tot hun taal behoort...

Onlangs hoorde ik zo iets uit ons dagelijkse leven... Een stagiair-verpleger werd er op gewezen dat "de dieë van kamer 17 mist een beetje, je moet er niet altijd op letten als ze weer iets broebelt"... Toen kamer 17 belde, ging de stagiair er naar toe, en hoorde de dame vertellen dat ze naar de koer moest. Heel vriendelijk reageerde onze stagiair daar op dat hij straks wel met haar eens naar buiten zou wandelen, als het goed weer werd... Tot hij een paar kamers verder een man had die ook naar de koer moest. Die man zag de stagiair schrikken, en zei vriendelijk dat het niet erg was, dat hij maar moest pissen... De stagiair is dan heel snel terug gelopen naar kamer 17 om de dame alsnog te kunnen helpen... (Echt gebeurd !!!)
De jongeman kende de uitdrukking "naar de koer gaan" helemaal niet, dat behoorde al niet meer tot de spreektaal van zijn ouders, en al helemaal niet tot de taal van de jongeren... Hoe kon hij ook weten dat dit gewoon wilde zeggen dat ze naar de WC (van het Engelse Water Closet) moesten, en dat ze dat zegden in wat in hun tijd een beschaafde uitdrukking was...

Taal moet leven, taal moet evolueren, taal moet groeien en krimpen, zich aanpassen aan het leven van vandaag...
Daar is niets mis mee, en dus is er zeker niets mis met het Vlaams ten opzichte van het Nederlands. Integendeel, wij verrijken de taal ! Net zoals zij onze taal verrijken !

tot de volgende ?


woensdag, november 05, 2014

zieke zomerblaren

Heb je dat ook ?
Als je nu naar de bomen kijkt? Zie je dan ook met weemoed al die bladeren ziek worden, sterven en vallen?
Denk je dan ook aan dat gedicht van Guido Gezelle "... Hoe zeere vallen ze, de zieke zomerblaren..."
Of ben jij ook van die jongere generatie die niets meer heeft met die gedichten?
Niets meer heeft met stilstaan bij de natuur en de gang van het leven er in?
Ik pijnig mijn hersenen om me te herinneren hoe ik naar die dingen keek toen ik nog een pak jonger was, toen ik nog gezond was en niet gekluisterd aan mijn stoel...
Maar ik kan het me niet herinneren.
Heb jij dat ook ?
Herinner jij je nog hoe je 10 jaar geleden de herfst hebt ervaren?
Was je blij dat de noten er weer waren, ging je wandelen in het bos, schoppen in de samen gewaaide blaren ? Rook je met diepe ademteugen de milde geur van de rottende blaren in het bos?
Ging je hurken bij die mooie paddenstoel - rood met witte stippen - en keek je steels of je niet ergens kabouter Spillebeen zag wippen?

Of had jij ook dat wee gevoel dat gepaard gaat met het sterven, het sterven der natuur ?

Ik vermoed dat het ouder worden, en mijn ziekte, heel wat te maken hebben met dat weeë gevoel dat herfst en winter me ieder jaar weer geven. Waarschijnlijk had ik vroeger veel minder tijd om naar buiten te kijken en te pogen met alle krachten van mijn gedachten de blaren aan de boom te houden. Waarschijnlijk ergerde ik me gewoon aan het vroeg donker zijn, en hoe ambetant dat was om te rijden met de auto.

Waarschijnlijk vond ik die blaren gevaarlijk op de weg, dingen die de remafstand schromelijk kunnen beperken, en dan al die fietsers die niet beseffen hoe onzichtbaar ze zijn zonder een degelijk achterlicht.

En de winter zal me vooral geërgerd hebben als er sneeuw of ijzel was, en het werken er gevaarlijker door werd... En de zondag met de kinderen naar de bossen of naar die dreef in Etikhove waar al die notelaars staan (Staan ze er nu nog ?), om noten te rapen, en bruine vingers te krijgen die je in geen week weer netjes krijgt... Vertelde je aan de kinderen hoe je met die bolsters bister kunt maken, om meubels te kleuren... Raapte je ook beukennootjes, en leerde hen hoe lekker die piepkleine nootjes wel zijn. (In de zomer trok je een halm van de tarwe af, wreef het kaf er af, en leerde hen hoe je door dat halfrijpe graan te kauwen je plots vaststelde dat je een soort kauwgom overhield in je mond...)

Je leerde hen een en ander over de planten, dat is goed voor thee bij de valling, en dit daar gebruikt men tegen wratten... En het zaad van deze plant is lekker en gezond voor de kanarie.

Nu dank je aan het vroeg donker worden en het grote afsterven...
En denk je aan het feit dat ze dit jaar wellicht ook nog eens je avonden zullen vergallen met het uitschakelen van de elektra... Wat met je aquarium ? De verlichting werkt met een tijdsklok, dus zullen die beestjes om 17 uur in het donker komen te zitten, en uren later plots weer licht krijgen gedurende uren van de nacht, en ik zal op een stoel moeten kruipen om die tijdsklokken weer bij te regelen, keer op keer. De TV zal niet zo maar weer opstarten, nee, eerst zal het programma moeten worden opgeladen. De diepvries zal een heel end draaien om terug op temperatuur te komen, de centrale verwarming zal draaien alsof ze niet meer zal stilvallen, de wereld zal plots pikdonker lijken en wie op de baan is zal dubbel moeten opletten. Gaan de verkeerslichten nog?
Plots lijkt dat grote sterven nog veel doodser en dodender.

In heel oude tijden smeerden de Romeinen de veroordeelden in met pek, kruisigden ze en staken ze in brand als "vrolijke" straatverlichting. Zouden politici goed branden?

tot de volgende ?

dinsdag, november 04, 2014

Het kerkhof, bij het leven

Vroeger was het kerkhof inderdaad te beschouwen als "hof bij de kerk", veelal zelfs rond de kerk. Gewoonlijk was het netjes onderhouden, had het iets weg van een tuin, waarin dan de graven lagen.
Om al dan niet echte hygiënische redenen verplichtte de staat om de kerkhoven buiten de bebouwde kom aan te leggen. (Men beweerde - al dan niet terecht - dat de lijken begraven in de dorpskom kwade invloed hadden op het putwater. In veel gevallen zal dit ook echt terecht zijn geweest, zeker in de steeds drukker bewoonde kernen).

Toen zijn de kerkhoven bijna allemaal verhuist naar de rand van de steden, en waar het steden of dorpen waren met meer dan één kerk, werden het gemeenschappelijke kerkhoven. Na wat tegenstrubbelen werden de kerkhoven ook aanvaard door de kerk.

(Leuk detail: In Eine (Oudenaarde) ligt een kleine brouwerij (Cnudde) vlak bij het kerkhof. De brouwer vertelde grinnikend dat zijn bier smaak verloren had door dat het kerkhof verhuisd was)

De naam is gebleven, ook al hangt men overal bordjes met wegwijzers naar de Gemeentelijke of Stedelijke begraafplaats, iedereen blijft het een kerkhof noemen. Het kerkelijke blijft op meer dan een manier zijn invloed hebben op deze begraafplaats ! Het meest gebruikte symbool op het graf van de overledene blijft het kruis, ook al was de overledene helemaal niet christelijk. De enige vaste uitzonderingen zijn zij die het uit -een andere religieuze overtuiging- niet willen hebben, en opteren voor een ander religieus symbool.
Toch zie je stilaan ook steeds meer graven zonder symbool verwijzend naar een geloof.

Op allerheiligen/allerzielen gaat zowat iedereen naar het kerkhof om eer te betuigen aan zijn of haar overledene. Ook de mensen die helemaal niet van die overtuiging zijn, gaan meestal dan op die dagen of vlak er voor, opdat hun graven er netjes zouden bijliggen, en er een bloempje zou staan.

Hier en daar zie je dan een opvallend graf, niet onderhouden, geen bloempje... Dit zijn geen graven van mensen die zich obstinaat verzetten tegen de religie, maar graven van mensen die geen (dichte) familie meer hebben, die nog de moeite doen om eens aan die doden te denken.

Ergens raken die graven mij veel dieper dan al die overdadig bebloemde graven. En ik verwijl dan ook eens in gedachten bij die sukkels die vergeten lijken door de gehele mensheid...

Maar globaal gezien kun je stellen dat op die dagen ieder graf wel zijn bloempje krijgt... Het meest absurde dat ik ooit heb meegemaakt is dat men de bloemen van het ene graf gaat stelen om het op een ander graf cadeau te doen. Ieder jaar zetten Anny en ik een potje kunstbloemen op het graf van onze Koen, die kunstbloemen staan er dan heel de winter, weer of geen weer mooi te zijn. En ieder jaar schrijf ik met onuitwisbare stift onderaan de pot, de naam van Koen op de pot. Onze Veerle had het potje bij ons thuis gezien, en ook bewonderd als zijnde mooi. Toen zij naar het kerkhof ging, waren wij er al weer weg. Tot haar grote verbazing zag Veerle het potje niet bij Koen's graf staan ! Zij is dan heel het kerkhof afgelopen, en aan de andere kant van het kerkhof heeft zij het potje - met de naam er nog op - gevonden op het graf van een ander !!!

Dat is voor mij de bevestiging van het feit dat er heel wat mensen zijn die niet voor de dode gaan, maar voor het oog van de mensen ! Wat zouden "ze" zeggen als ik geen potje zet op het graf van ...

Eigenlijk behoor ik eerder tot de groep mensen die niets aan dat kerkhof en de cultus van de graven vind.. Voor mij is onze Koen veel meer in mijn hart dan op dat kerkhof. En Anny en ik zouden veel eer gekozen hebben voor uitstrooiing dan voor  bijzetten in het columbarium, maar de kinderen wilden "iets" hebben om naar toe te kunnen gaan. Dus gaan wij dan ook maar, ook al ligt voor ons onze Koen daar niet... Onze Koen is nog steeds en altijd bij ons.

Op die manier lijkt het kerkhof ook een vertraagd afscheid nemen van...
Hij of zij is nog niet helemaal weg. Hij of zij ligt er nog. We kunnen er nog naar toe om eer te betonen. Dat was ook de reden waarom we vroeger graven hadden met een "eeuwige" vergunning. In de tijd was dat voorbehouden aan de rijken, maar door de stijgende welvaart konden steeds meer mensen dat, en namen die graven in aantal toe. Tot de wetgever inzag dat het zo niet kan en dat men geen "eeuwige" vergunning meer gaf. Men kon wel een vergunning kopen voor een groot aantal jaren. (In veel gemeenten is dat dan 50 jaar).
Bij die graven vind je veelal de mooiste graven qua uiterlijk, en zijn sommige kerkhoven eigenlijk verworden tot een soort monumenten-park, waar velen gewoon eens door wandelen om al dat moois te bekijken...

Soms zie je daar ook een evolutie in van de gebruiken... Zo zijn het graf van mijn overgrootouders en mijn grootouders er nog, maar die van ons vader en moeder niet meer... En mijn oudste zus heeft beloofd dat zij die oude graven nog ieder jaar eens zal bezoeken en opfleuren, net zoals ik dat deed voor nonkel Julien en tanteke... (Vergunning van 50 jaar !)...

Wij doen dat, want een belofte is heilig. En we staan dan ook bij die graven eens stil, in stil gedenken...

... maar eigenlijk is dat, als je het nuchter bekijkt, een beetje gek...
Want in of onder dat monument is allang niets meer terug te vinden dat ons nog zou verbinden met die mensen. Het is alleen een geestelijk iets, iets van je gedachten... en daar hoeft geen monument voor te bestaan.

In de loop van mijn leven heb ik al zo veel vrienden, kennissen en familieleden verloren, dat ik ze niet eens meer kan opnoemen... En bij sommigen is het slechts heel sporadisch dat ik nog eens aan hen denk... En dan is dat nog niet specifiek aan hen, veeleer een terugdenken aan een bepaald gebeuren, waarin die persoon dan ook een rol speelde... Dan hapert dat verhaal even, en sta je stil bij dat overlijden...en dan gaat het verhaal door.

We leven niet met de doden. We zijn er wel de vrucht van.
Alle mensen die een rol of rolletje speelden in ons leven, hebben een spoor nagelaten in ons menszijn.

Als ik een vergelijking mag maken, dan denk ik aan een stuk rots, die, losgekomen van de berg naar beneden valt, onderweg naar de vallei rolt hij en springen er stukken en brokken van af. Hij valt in de rivier, en wordt door de kracht van het water verder gerold, steeds weer botsend en slijtend, tot er een mooie ronde kei overblijft. Die kei zijn wij, en al die botsingen die ons vormden, dat zijn de mensen die we ontmoet hebben en die een rol of rolletje speelden in ons leven. Hoe ouder we worden, hoe minder diep de groeven worden die ze slaan, niet omdat ze minder doen, maar omdat wij door het leven glad gesleten zijn, en het veel moeilijker is om van een ronde kei nog iets af te slaan...

Wij kregen meer weerstand in en door het leven. Wij worden niet zo makkelijk meer gekwetst, en we kwetsen ook andere minder makkelijk.

Gelouterd... door het leven
Mocht de mens die ons al heel vroeg is ontvallen, terug komen in ons leven, zou hij of zij ons dan nog herkennen in die ronde gladde kei ?

tot de volgende ?


maandag, november 03, 2014

... en weer twee !

Het is niet te geloven, maar plots lijken er weer overal wandelstokken op te duiken...
In Gent (Flanders Expo) is het niet alleen plezant omdat we dan een lange babbel hebben met de achterneef van Anny, maar het is ook telkens een mooie rommelmarkt.

En voor mij kon de dag niet meer stuk ! Ik heb er weer twee wandelstokken gekocht, een Afrikaans, met gebeeldhouwde koppen (en van dat loodzware hout), en een heel mooie, heel speciale, in een soort marquetterie... Maar niet echt. Ik denk dat men stukken hout van de meest diverse soorten aan elkaar heeft gelijmd en op die manier één stok heeft gemaakt. Die heeft men dan afgedraaid, zodat er een mooie ronde stok is ontstaan die bestaat uit allemaal andere soorten hout. Het is wel heel mooi, en Anny suggereerde al een paar keer dat ik die moet gebruiken, hij is mooi !

En om het nog gekker te maken, ik vond ook nog een mooi Afrikaans beeldje (Senufo)... Het ziet er oud uit, maar ik ben er niet zeker van. De aankleding van het beeld lijkt me wat te nieuw en te mooi, al kan het natuurlijk wel dat men nieuwe "kleren" aan een oud beeld bevestigde... Maar hoe dan ook, het is een mooi beeldje, in die typische stijl van de Senufo-stam.

Ik heb het al gezegd, je kunt honderd markten aflopen en niets vinden, en dan plots lijkt het vol te liggen. De Afrikaanse kunst heeft meer dan een jaar op een heel laag pitje gestaan, bijna niets moois te vinden, en wat er lag was veel te duur voor mijn hobby, en nu lijkt het plots weer overal op te duiken en kelderen de prijzen.

Beursspeculatie in Afrikaanse kunst ? Het is in ieder geval een bizar fenomeen. Iets wat ik ook geleerd heb in de loop der tijden, is van wat je interesseert ook de prijs te vragen, ook als je er van overtuigd bent dat dit een heel stuk boven je budget ligt, want soms krijg je dan een verrassing cadeau, en hoor je een prijs die onmogelijk laag ligt. Ik heb hier beelden staan waarvan je verwacht dat ze minstens 100 euro zouden gekost hebben, die ik kocht voor zeven, acht euro... Gewoon niet te doen ! Hoor je een prijs die maar iets boven je budget ligt, dan moet je beginnen met behoorlijk zwaar af te bieden. Ik begin dan gewoonlijk met een beetje geringschattend: "Da's wel een beetje duur hé ???" Krijg ik geen reactie dan ga ik verder, en soms is dat weggaan al voldoende om te horen " Wat zou jij er dan voor geven?" en dan kan het spel van op- en afbieden beginnen... Begin laag, maar doe geen belachelijk bod, je moet je bod eventueel kunnen verantwoorden op een logische manier. Het is immers zo dat veel van die mensen geen specialist zijn in de materie, en dat je ze met zinnige argumenten kunt overtuigen, en meestal hebben zij die dingen uit een opkoop van een leegstaand huis of een zolderopruiming, waarbij ze in veel gevallen niet alleen niet betaald hebben, maar ook nog betaald werden om de boel op te kuisen... Je hebt dan een werkelijke marge om te onderhandelen !

Ik ben helemaal geen specialist, maar ten opzichte van de doorsnee ben ik dat wel. Ik ken er immers iets van, waar de meesten er niets van kennen. Ik heb al de vraag gekregen "Wat zou jij daarvoor vragen?", omdat ze weten dat ik wel iets van de waarde van die dingen weet. Als je hen dan goede raad hebt gegeven, dan kun je de volgende keer, als er iets is dat wel je gading is, rekenen op een gunstprijs... dienst en wederdienst.

Daar wij zowat iedere week op de markten te zien zijn, in een betrekkelijk klein gebied, zijn er heel veel kramers die ons kennen, en velen er van behoren dan ook tot een soort kennissen-kring, er is een wederzijds kennen en je kunt rekenen op een bijna automatische prijsaanpassing in je voordeel. Ik overdrijf niet, je ziet iets staan met een etiket 20 euro er op, ik kijk er naar, en de verkoper zegt, heel stilletjes "Voor u 12 euro !"....

Dat is het leuke van de markt, die babbel, die "vriendschap"... In Gent komt er een man naar me toe, ik ken hem als de man die op alle markten te zien is met reclame voor de rommelmarkt van Welle... " Ik zit in de mizerie, man ! Gisteren is mijn vader gevallen, en nu ligt hij met een been en zijn heup gebroken in het hospitaal ! " " Oei, dat is erg (en de man voor me lijkt een end in de vijftig) Hoe oud is je pa?" "Vierentachtig !" Oei, aan diene ouderdom ! dat is kwaad !" " Tedju, dat is van die pillen hé, en hij drinkt dan nog graag een glas wijn, en die twee te samen !" Ik knik en trek een bedenkelijk gezicht... " 't Beste hé !" "Danke..." zegt hij, het hoofd schuddend alsof hij het al heeft opgegeven...
Anny vraagt: "Wie was dat? Kende den diene?" Ik leg haar uit dat dit de man is van de briefjes van Welle... "En kent hij u ?" "Alleen van die briefjes en van eens een vlugge babbel"... Anny zwijgt eventjes... " Toch raar hé, dat hij dan tegen u van zijn pa begint?" "Hij zal het eens hebben moeten kunnen zeggen tegen iemand zeker..." Dat maakt voor mij "DE" markt... Een wat vage onbestemde vriendschap, ik ken hun naam niet, en zij wellicht ook de mijne niet, maar op de markt horen wij tot hun intieme kring. Snap je nu waarom ik niet noodzakelijk iets moet vinden, iets moet kopen, om een leuke markt te doen?

Mensjes kijken, mensjes ontmoeten, mensjes aanspreken, samen met mensjes lachen, samen over hun zorgen praten... Ik vind het heerlijk.

tot de volgende ?


zaterdag, november 01, 2014

Priester Midden de Kerke...

Als man, die van heel dichtbij geconfronteerd is geweest met pedofilie, wil ik, heel kort ook eens nadenken over "de pedofiele priester"...

Het is héél erg moeilijk om pedofilie te vergeven... Als ik me niet vergis zei zelfs Jezus, de Christus, dat wie kinderen iets misdeed, beter met een molensteen om de hals, in het diepste van de zee werd geworpen.

De reden waarom vergiffenis zo moeilijk is, is omdat je ziet dat de getroffen kinderen eigenlijk nooit meer echt volledig vrij worden van wat hen is aangedaan. Heel hun gedrag, hun leven, hun kijk op de medemens wordt blijkbaar blijvend beïnvloedt door wat ze ondergaan hebben.

Daardoor is de daad op zich nooit ten einde, er komt nooit een einde aan de gevolgen. Geen wonder dat dan vergiffenis zo verschrikkelijk moeilijk is.

Een tweede zaak is of je de dader een nieuwe kans moet bieden om te fungeren in de maatschappij. . .

Daar moet je naar mijn gevoel twee zaken voor ogen houden.
1) Als ze hun straf hebben uitgezeten, dan lijkt het dat die straf ook werkelijk moet ten einde zijn.
2) Maar het is een soort van misdaad die uiteindelijk nooit een einde kent bij de slachtoffers, het is dus een verschrikkelijk iets voor de slachtoffers om de dader zo maar terug te zien in hun oude functie, functie die hen gelegenheid gaf om tot dergelijke daden over te gaan.

Dus moet men wel de straf zien als beëindigd, maar moet men rekening houden met de slachtoffers. Dus moet men in ieder geval dergelijke mensen niet meer een beroep laten uitoefenen waarbij zij meer dan normaal kansen krijgen om terug over te gaan tot nieuwe daden van pedofilie, en men moet zorgen dat de dader nooit meer in de omgeving van zijn slachtoffers en hun rechtstreekse familie kan komen.

Dus, voor mij mag die priester beschouwd worden als iemand die zijn straf heeft gehad, mag hij terug in de maatschappij komen, maar met restricties in die zin dat hij niet meer de gelegenheid op een schoteltje krijgt aangereikt om opnieuw tot pedofilie over te gaan. Laat hem ergens priester zijn in een bejaardentehuis of zoiets, waar geen kinderen zijn. En dat op een plaats die behoorlijk ver is van de woon- en werkplaats van zijn slachtoffers.

En eerlijk, uit eigen ervaring kan ik je zeggen dat het héél erg moeilijk is om zelfs maar over vergiffenis te denken, als het gaat over je eigen bloed !

Meer wil ik daarover niet kwijt.

Tot de volgende ?

vrijdag, oktober 31, 2014

Herfstfeest

Gisteren was het weer Herfstfeest van Ziekenzorg Mater-Welden in De Drie Sleutels...
Iets voor twaalf uur stonden Anny en ik daar voor de deur, want Anny zet ook voor het feest de koffie... en met die grote ketels moet je dat al heel vroeg opzetten. Mijn taak was het smeren van de boterhammen (22 broden !!!). Er waren rozijnenbroden en koekebroden. Nadat de koffiemachines gevuld waren en aan het werk, kwam Anny helpen met smeren.

Tegen dat we gedaan hadden met smeren had ik al weer heel veel pijn... De reden is simpel, je kunt niet smeren terwijl je op de tafel leunt, dus moet je rechtop zitten, en daar dit een hele tijd duurde, was dit voldoende om pijn te hebben. Anny kreeg ook pijn van het smeren, gewoon omdat zitten nu eenmaal pijn doet bij haar.

Maar och, het is voor een goed doel en dus hebben we het er voor over.

Rond 13 uur kwamen er al een deel van de medebestuurleden aan, die 's morgens al de tafels al hadden gezet, de tafels hadden gedekt, prachtig versierd ( door Beningna), de tafels met de vele tombolaprijzen stonden er ook al, en Anneke had de broden al gehaald bij de bakker.

Zo'n feest heeft heel wat voeten in de aarde ! Er is heel wat werk aan, maar het moet en is voor de leden werkelijk een feest ! Als attractie kwam Lucien Cleppe een monoloog brengen, een sappige versie van Charelke Dop van Ernest Claes. De man is een gekend acteur, die onder meer gekend is door zijn rol in de leuke film van AVS (regionale TV) waar hij een van de broers (boeren) was, onder de duim gehouden door hun zus Cordule...
Iedereen heeft genoten, het was passend in het jaar van de herdenking van 100 jaar Groote Oorlog, dat we iets over die oorlog brachten. Ook al was het over een minder heldhaftige rol, maar oh zo menselijk... Charelke Dop was een zwarthandelaar, die zeer zorgvuldig te werk ging, en na de oorlog zelfs gedecoreerd werd voor zijn vaderlandsliefde... Oook toen al regeerde het geld, en Charelke was rijk geworden...

Het was voor iedereen een heel herkenbaar iets... en het werd leuk en sappig verteld door Lucien !

Nadien was er de koffietafel, iedereen genoot van de lekkere koffie en lekkere boterhammen. En tot besluit werden de prijzen uitgeloot en iedereen had prijs in de mooie gratis tombola. (Er waren onder meer enkele van de dakpannen die we gemaakt hadden in de hobbyclub van Ziekenzorg !)

Maar waar het feest voor de leden dan voorbij was, kwam er voor de medewerkers nog heel wat werk... De boel opkuisen, tassen, bordjes afruimen en afwassen, de tafelversieringen en de kaarsjes verzamelen, de papieren tafelkleden oprollen en in de afvalcontainer doen, en de tafels en de stoelen... Maar op dat moment kwam men ons zeggen dat er 's anderendaags weer een activiteit was, en dat de tafels mochten blijven staan... Oef ...

Na een uur heb ik Anny van achter de wastafel gehaald, en haar bevolen te stoppen. Ik zag dat ze enorm veel pijn had, maar ze wil dat niet tonen. Gelukkig steunden alle mensen in de omgeving me, en Anny stopte... We hebben afscheid genomen, en aan de anderen het resterende werk gelaten. Thuisgekomen heeft Anny zich neergelegd in de zetel... We hebben nog wat TV gekeken (Het lichaam van Coppens, ons wekelijkse stukje leuke wetenschap op VTM)

En dan zijn we de trap opgesukkeld, en ons neergelegd in het bed, mort pour la patrie...

tot de volgende ?

(Op de foto: geboortehuis Ernest Claes)

donderdag, oktober 30, 2014

45 jaar Internet

Nee, ik ga hier geen geschiedenisles geven, ik moet eerlijk bekennen dat ik van deze geschiedenis eigenlijk heel weinig ken, buiten het feit dat het ontstaan is uit een militair netwerk (Ik meen dat dit Intranet noemde ???). Verder gaat mijn kennis niet, en voor één keer interesseert een stuk geschiedenis me niet echt.

Maar Internet op zich, dat vind ik een grandioos ding ! Het is bijna letterlijk een deur op de wereld. Als er een ding is waardoor de wereld als klein ervaren wordt, dan is het dat internet. We kunnen rechtstreeks praten en elkaar ondertussen bekijken, we kunnen bijna ongelimiteerd kennis nemen van alles en nog wat, het is het middel waardoor heel wat aan het licht komt, het is ook iets wat enorm misbruikt wordt, en waar malafide personen geld uit de zakken kloppen van argeloze gebruikers.

Wie het echter voorzichtig en met overleg gebruikt, heeft heel de wereld aan zijn voeten. Eén ding spijt me, dat is dat ik onvoldoende talen ken om ook die dingen te lezen die je alleen in vreemde talen vindt. Ik moet eerlijk toegeven, dat waar ik verbaal behoorlijk uit de voeten kan met Engels en met Frans, ik vaststel dat lezen iets héél anders is. Niet alleen door het feit dat je niet steeds de link legt legt tussen het geschreven woord en het gedrukte, maar ook omdat mensen nu eenmaal een andere, veel uitgebreidere woordenschat gebruiken in schrijftaal dan wel in spreektaal. Ik zou regelmatig een woordenboek moeten gaan raadplegen, en ook al kan ik dat ook al op dat internet, ik doe het bijna nooit... Ik ben wellicht een beetje lui, maar het breekt ook de voor mij heel belangrijke band met de wereld die voor mij opengaat bij het lezen van een tekst.

Het voelt een beetje aan alsof je midden in een vrij-scène moet stoppen om op te zoeken waar BH voor staat... Je lust in vrijen zou wel héél sterk bekoelen op die manier. Voor mij bekoelt het lezen als ik moet gaan nadenken over de betekenis van een woord. Dus ga ik door gans de zin te lezen pogen de betekenis van het woord te achterhalen, maar geef toe, dat is lang niet altijd evident.

In mijn beroep moest ik heel vaak redevoeringen geven aan arbeiders, en ik heb het altijd als een must gezien, dat ik dat deed met woorden die tot het dagelijkse jargon hoorden van de mensen. Ik had geen behoefte het intellectueel niveau van die mensen op te krikken, nee, ik wilde een boodschap meegeven. Misschien stel je dat ook soms vast in mijn teksten, ik zal eerder iets omschrijven dan een geleerde term te gebruiken, het is gewoon een reflex geworden om me op die manier uit te drukken.

Wellicht doet dat mijn weerzin in het opzoeken van geleerde of vreemde termen nog wat toenemen, en werkt dit mee om me ongelukkig te voelen bij het "moeten opzoeken"...

Terug naar Internet... Ondanks kwaadwilligen die je opzadelen met virussen, Trojaanse wormen en andere onhebbelijkheden, oplichters die pogen je bankgegevens buit te maken om je rekening te kunnen plunderen, mensen die je adresgegevens inpikken en verkopen aan "de commercie"  blijf ik het een zalig ding vinden. Ik kan dagen zoet zijn met lezen en het verrijken van kennis die ik wellicht nooit zal nodig hebben. Ik sta verbaasd te kijken als ik bij conflicten eens de uitleg van beide zijden bekijk. En het verwondert me helemaal niet als ik een reporter hoor verklaren dat hij stopt met dit werk, omdat hij het niet meer aan kan te liegen in opdracht. Nee, ik heb het niet over een reporter uit een of andere dictatuur, de man werkte in het land van de vrijheid (?) de USA...

En ik stel weer eens vast dat het nog steeds juist is, dat hoe meer je weet, hoe meer je beseft dat je niets weet... Maar als ik dan eens in een gezelschap zit, dan stel je weer vast dat die mensen dingen weten waar jij nog nooit aan hebt gedacht, en je hebt weer een hele wereld voor je liggen om op te zoeken, je in te verdiepen, bij te leren... en zoveel te weten dat je weet dat je het niet weet.

Ik vind het heerlijk... dan daar over te kunnen nadenken, en je eigen conclusies te vormen, weldoordacht op basis van een massa informatie. Conclusies waarmee je de goegemeente eens kunt doen opschrikken.

Ach, ik ben er mij heel goed van bewust dat ik een dikke kans heb iets te missen, en daardoor misschien iets te veel naar rechts of naar links te schuiven in plaats van het netjes in de waarheid in het midden te plaatsen... Maar dat biedt dan net weer de kans om bij te leren uit de reacties.

Last but not least... Internet hoort bij mijn pijnstillers ! Het is één van die dingen waar ik zo intens kan mee bezig zijn, dat de pijn ietwat naar de achtergrond schuift... En dat is voor mij misschien wel het opperste van het internetgeluk...

tot de volgende ?