hangen mijn lippen vol stuifmeel...
Maar hier in de streek zou je dit zinnetje korter kunnen maken:
Als ik De Croo kus, dan wordt ik misselijk.
... en is er zeker geen sprake van bestuiving.
Maar ik heb ooit geschreven dat ik me niet meer zou bezondigen aan schrijven over politiek of politici... Maar in ons apenlandje is dit bijna onmogelijk.
Laatst las ik weer zo'n dooddoener: (over politici) "Jaja, er deugt er geen één, maar je kunt nu eenmaal niet zonder...
Wie beweert dat eigenlijk? En op wat is dat gebaseerd ?
Om dat antwoord te vinden, moeten we terug naar de oorsprong van het idee "democratie", waarbij men tot een systeem wil komen, waarbij de bevolking het beleid bepaalt, door het uitbrengen van een stem. Omdat dit voor een gans land heel moeilijk verwezenlijkbaar is, heeft men een systeem in het leven geroepen, waarbij men per deel van de bevolking zijn vertegenwoordigers zou kiezen, en die zouden dan, als volmachtdrager van uw eigen visie, het beleid mede bepalen. Niet helemaal gelijk aan het begrip democratie, maar het ligt er schijnbaar toch behoorlijk dicht bij.
Maar dan kwamen de politieke partijen zich moeien met het systeem. In schijn lijkt alles nog min of meer aan het oorspronkelijke doel te beantwoorden, maar in werkelijkheid is dat helemaal iets anders ! Stel, je hebt een Christelijke achtergrond, gelooft in die waarden, en je zoekt dan ook je heil bij die Christelijke partij (je kunt dit voor jezelf gerust vervangen door liberaal of socialistisch of wat dan ook). Je zoekt op de kandidaten van de lijst van uw keuze naar een man of vrouw, die ongeveer denkt zoals jij denkt, en spreekt zoals jij spreekt en staat voor wat jij staat... En die figuur geef je je stem.
Er zit een heel dikke kans in dat die man of vrouw op een onverkiesbare plaats staat, en dat je stem dus verloren is, vanuit uw standpunt gezien, maar men neemt uw stem dan maar mee in het systeem als partij... en dus voor een of andere andere figuur, die misschien helemaal niet uw idee voorstaat !
Maar laat ons optimistisch zijn, en denken dat uw kandidaat wel wordt gestemd, of dat er voldoende gelijkenis van idee zit bij diegenen die wel verkozen zijn...
Oef, je hebt het idee dat de democratie, althans voor u en uw ideeëngoed, gewaarborgd is...
Maar herinner u een zinnetje hier iets hoger...Men brengt zijn stem uit in deeltjes van de bevolking... Dus uiteindelijk komen al die deeltjes bij elkaar, worden opgeteld, en daaruit blijkt dat "uw" en de andere partijen nogal wat moesten schuiven om de kandidaten "eerlijk" (?) te verdelen. Ze halen er zelfs een deel kandidaten bij uit het nergens, en noemen dit coöpteren...
Hier gaat dus al duidelijk iets aan het rammelen. Maar we maken ons nog niet echt ongerust, want de partij waar ik voor stemde vertegenwoordigt toch min of meer de lijn die ik ook voorsta...
En dan begint de regeringsvorming (of het nu over een gemeenteraad, provinciaal bestuur, federale of welke verkiezing dan ook gaat, men vormt een regering, een ploeg die het bewind zal voeren...)
Meestal moet men dan, om in de beleidsgroep te geraken, een akkoord sluiten met een andere partij (die helemaal niet uw keuze is ! Om tot een akkoord te komen, moeten beide partijen een beetje toegeven aan elkaar, en al is dat helemaal niet uw idee meer, men maakt een soepje waarin ieder partij zich kan "vinden"... Dat vinden moet je met een hele vracht zout nemen, want soms vind je dan helemaal niets meer terug van jou idee... En voor iedere beslissing moet er telkens weer overleg zijn tussen de coalitiepartners, met het gevolg dat iedere beslissing in feite veeleer een mengelmoesje is, dan wel een zuivere lijn.
In de praktijk wil dat zeggen dat er hier voor niemand nog sprake is van democratie !
Stel dat er een coalitie is van liberaal met CD&V... Je zult de liberale lijn niet meer herkennen, want zij moeten voortdurend toegeven aan de druk van de CD&V, en je zult ook niets terug vinden van de CD&V, want zij worden onder druk gezet door de liberalen.
Sommigen hebben het lef dat net democratie te noemen !
Laat ons weer eens naar het startpunt gaan... Democratie is dat iedere burger zijn stem kan uitbrengen over een bepaald te nemen beslissing. Punt. Daar zal dus altijd en meteen een duidelijk standpunt genomen worden door de meerderheid. Punt. Geen gesjoemel, geen afzwakking, geen mengelmoesje.
Dat is democratie.
En dan heb ik nog niet eens gesproken over de partijdiscipline, die niet alleen dient om tot een vergelijk te kunnen komen met de coalitiepartner(s), maar ook om de wil door te drukken van de machthebbers in de partij. En die zijn er in iedere partij.
En meestal zijn een groot deel van de kandidaten en de leden van een politieke partij zich helemaal niet bewust van de agenda van die grote manitoe's ! Meer zelfs, de meesten van de kandidaten weten zelfs niet echt waar hun partij voor staat. Als je de statuten van de partij leest, en dat toetst aan wat de doorsnee kandidaat denkt wat hij vertegenwoordigt, dan schrik je wel even ! Ze weten niet eens wat er in die statuten staat !
Een mens zou denken dat dit niet kan, maar dat is de werkelijkheid !
Zelfs mensen die aanwezig zijn op een congres en daar stemmen over het beleid van de partij, kennen de statuten die als grondslag dienen om dit congres te funderen, helemaal niet.
Doe de proef, op dit internet kun je van heel wat partijen de statuten lezen (die zijn immers openbaar !), doe dit en vraag dan eens aan "uw" politieker wat zijn standpunt is over die kwestie, zonder te zeggen dat dit in de statuten staat... Je zult lachen !!!
Jammer, maar waar, wij hebben geen democratie meer !
En ook geen bekwame mensen aan het beleid.
djudedju
tot de volgende ?
vrijdag, februari 21, 2014
donderdag, februari 20, 2014
De buurtpolitie (VTM)
Het gebeurt niet dikwijls, dat ik in mijn pen kruip om over een TV-programma te schrijvelen... Ik ben nu eenmaal geen TV-kijker. Terwijl mijn vrouw aan het kijken is, zit ik te computeren, of een boek te lezen... Nu en dan kijk ik dan eens op, als er ergens iets mijn oor treft. En nogal dikwijls moet ik dan uitleg vragen aan vrouwlief om het te kunnen plaatsen.
Maar naar de buurtpolitie kijk ik, als ik tijd heb en thuis ben.
Het is informatief en gebaseerd op echt gebeurde feiten (zegt men).
Bij de eerste afleveringen speelde de acteurs wat stuntelig, maar het werd steeds beter, en nu spelen ze het ronduit goed.
Iedere keer zit ik geboeid te kijken, veel meer naar de politieagenten dan naar het verhaal, want ik moet tot mijn spijt zeggen dat ik nog nooit zo'n volmaakte agenten op straat ben tegengekomen. Ze reageren steeds gepast, zijn beleefd, alert, treden doeltreffend op... Allemaal dingen die ik veelal mis in de werkelijkheid...
Politie is een mooi beroep. Het is een functie waarin men mensen kan helpen, waarin men kan zorgen voor een hogere veiligheid voor de medeburger, een functie die ergens deel uitmaakt van de ruggengraat van de maatschappij. Zo zou het toch moeten zijn.
Zo is het ook in de TV...
Helaas... zo is het meestal niet in de werkelijkheid.
Heel wat politiemensen lijken politie geworden, niet voor de dienstbaarheid, maar voor de macht.
Ze zijn niet de dienaar van de maatschappij, maar de beheerder.
Ik hoop dat er veel politiemensen kijken naar de TV, naar die reeks.
God, ik wil ze lang niet allemaal over dezelfde kam scheren, want ik ken enkele heel goede agenten, maar het is met agenten zoals met alles in de maatschappij, we spreken vooral over de uitwassen en niet over wat goed gaat.
Dat is tekenend voor onze maatschappij.
Je moet maar eens naar het nieuws kijken, luisteren, lezen. Je moet maar eens een tijdschrift open doen (doe ik alleen bij de kapper en in de wachtzaal van de dokter), om te zien hoe het lijkt of gans onze maatschappij één grote vuilnisbak is.
Hele bladzijden vol met echtscheidingen, echtelijke ruzies, moorden, diefstallen, overvallen en verkrachtingen, opstanden, oorlogen en rebellie...
... en geen enkel goed, normaal gebeuren.
Geen wonder dat heel wat mensen denken dat het zo moet zijn, dat dit de normale wereld is.
Als we een bericht horen, dan is het negatief.
De enige positieve berichten die we horen komen van politici die ons vertellen hoe goed ze het hebben gedaan, maar dat wordt meteen weer gecorrigeerd door de oppositie die ons komt uitleggen dat dit allemaal leugens zijn, en dat het eigenlijk nog nooit eerder zo slecht ging...
En als ik zit te kijken naar die flikken op TV, dan stel ik bij mezelf vast, dat ik ook vergiftigd ben door die manier van kijken op de wereld, en dat ik niet meer kan aannemen dat het ook een goed, degelijk kan afgewerkt worden... Dat er altijd ergens een reukje aan moet zijn.
Hoe lang is het al geleden dat je nog eens goede dingen hoorde vertellen over iemand?
Lang hé ?
Dat is toch niet normaal ?
Als je eens kijkt naar de dag van gisteren, was het dan echt zo dat je alleen met slechte mensen in contact kwam ? Of was het zo, dat alles heel kalm en heel normaal verliep, omdat het ging zoals het moet gaan? Omdat je heel de dag met eigenlijk goede mensen omging?
Oh nee, geen volmaakte, die bestaan wellicht niet, maar waar je mee omgaat, zonder dat je botst op slechte dingen. Waar je mee praat, mee samenwerkt op een vlotte manier.
Waar je niet heel de dag je moet ergeren.
Waarom doen de media dan alsof er niets anders is dan kwaad ?
Ik heb een grote bewondering voor het werk van een Moeder Theresa, maar ik las hele artikels over financieel gesjoemel... Kijk, dan denk ik: moet een goed mens dan meteen volmaakt zijn ? Mag er echt geen klein kantje aan zijn? En is het niet veel beter te praten over al dat goede, veeleer dan te vallen over een paar fouten? Het zouden dan best behoorlijk grote fouten mogen zijn, laat ons eens het goede laten primeren in de mens, in wat we vertellen van hem of haar...
En ook al doen we wellicht geen grote opvallende goede werken à la Moeder Theresa, er valt best iets goeds te vertellen van iedereen.
Laat ons dat eens doen.
Laat dat eens ons doel zijn voor de rest van de maand... Kijken naar het goede in de medemens.
Wedden dat het een leuke maand wordt ? Waarin je je goed voelt ?
tot de volgende ?
Maar naar de buurtpolitie kijk ik, als ik tijd heb en thuis ben.
Het is informatief en gebaseerd op echt gebeurde feiten (zegt men).
Bij de eerste afleveringen speelde de acteurs wat stuntelig, maar het werd steeds beter, en nu spelen ze het ronduit goed.
Iedere keer zit ik geboeid te kijken, veel meer naar de politieagenten dan naar het verhaal, want ik moet tot mijn spijt zeggen dat ik nog nooit zo'n volmaakte agenten op straat ben tegengekomen. Ze reageren steeds gepast, zijn beleefd, alert, treden doeltreffend op... Allemaal dingen die ik veelal mis in de werkelijkheid...
Politie is een mooi beroep. Het is een functie waarin men mensen kan helpen, waarin men kan zorgen voor een hogere veiligheid voor de medeburger, een functie die ergens deel uitmaakt van de ruggengraat van de maatschappij. Zo zou het toch moeten zijn.
Zo is het ook in de TV...
Helaas... zo is het meestal niet in de werkelijkheid.
Heel wat politiemensen lijken politie geworden, niet voor de dienstbaarheid, maar voor de macht.
Ze zijn niet de dienaar van de maatschappij, maar de beheerder.
Ik hoop dat er veel politiemensen kijken naar de TV, naar die reeks.
God, ik wil ze lang niet allemaal over dezelfde kam scheren, want ik ken enkele heel goede agenten, maar het is met agenten zoals met alles in de maatschappij, we spreken vooral over de uitwassen en niet over wat goed gaat.
Dat is tekenend voor onze maatschappij.
Je moet maar eens naar het nieuws kijken, luisteren, lezen. Je moet maar eens een tijdschrift open doen (doe ik alleen bij de kapper en in de wachtzaal van de dokter), om te zien hoe het lijkt of gans onze maatschappij één grote vuilnisbak is.
Hele bladzijden vol met echtscheidingen, echtelijke ruzies, moorden, diefstallen, overvallen en verkrachtingen, opstanden, oorlogen en rebellie...
... en geen enkel goed, normaal gebeuren.
Geen wonder dat heel wat mensen denken dat het zo moet zijn, dat dit de normale wereld is.
Als we een bericht horen, dan is het negatief.
De enige positieve berichten die we horen komen van politici die ons vertellen hoe goed ze het hebben gedaan, maar dat wordt meteen weer gecorrigeerd door de oppositie die ons komt uitleggen dat dit allemaal leugens zijn, en dat het eigenlijk nog nooit eerder zo slecht ging...
En als ik zit te kijken naar die flikken op TV, dan stel ik bij mezelf vast, dat ik ook vergiftigd ben door die manier van kijken op de wereld, en dat ik niet meer kan aannemen dat het ook een goed, degelijk kan afgewerkt worden... Dat er altijd ergens een reukje aan moet zijn.
Hoe lang is het al geleden dat je nog eens goede dingen hoorde vertellen over iemand?
Lang hé ?
Dat is toch niet normaal ?
Als je eens kijkt naar de dag van gisteren, was het dan echt zo dat je alleen met slechte mensen in contact kwam ? Of was het zo, dat alles heel kalm en heel normaal verliep, omdat het ging zoals het moet gaan? Omdat je heel de dag met eigenlijk goede mensen omging?
Oh nee, geen volmaakte, die bestaan wellicht niet, maar waar je mee omgaat, zonder dat je botst op slechte dingen. Waar je mee praat, mee samenwerkt op een vlotte manier.
Waar je niet heel de dag je moet ergeren.
Waarom doen de media dan alsof er niets anders is dan kwaad ?
Ik heb een grote bewondering voor het werk van een Moeder Theresa, maar ik las hele artikels over financieel gesjoemel... Kijk, dan denk ik: moet een goed mens dan meteen volmaakt zijn ? Mag er echt geen klein kantje aan zijn? En is het niet veel beter te praten over al dat goede, veeleer dan te vallen over een paar fouten? Het zouden dan best behoorlijk grote fouten mogen zijn, laat ons eens het goede laten primeren in de mens, in wat we vertellen van hem of haar...
En ook al doen we wellicht geen grote opvallende goede werken à la Moeder Theresa, er valt best iets goeds te vertellen van iedereen.
Laat ons dat eens doen.
Laat dat eens ons doel zijn voor de rest van de maand... Kijken naar het goede in de medemens.
Wedden dat het een leuke maand wordt ? Waarin je je goed voelt ?
tot de volgende ?
woensdag, februari 19, 2014
onwaarschijnlijk !
Ik weet niet, geachte lezer(es), maar je kunt wel ergens een foto van mij vinden, en dan zie je dat ik een lijvig, dik persoon ben...
Om eerlijk te zijn, ik heb daar complexen over. Ik kan er niets aan doen, ik eet echt niet te veel, drink geen alcohol, niet te veel gesuikerde dranken en ga zo maar nog een tijdje door. Maar toch ben ik gewoon dik.
Vannacht lag ik weer eens na te denken... Slapeloze nachten hebben ook hun nut weet je wel !
Een atoom schijnt volgens de wetenschap hoofdzakelijk te bestaan uit een lege ruimte, waarin een kern, daar draaien dan piepkleine satellietjes rond, en dat is het zo wat. Oh ja, er schijnen ook nog eens enkele nog veel kleinere partikeltjes aanwezig te zijn, waarvan ze er onlangs eentje hebben kunnen aantonen... Maar dus hoofdzakelijk: niets. Leegte. Ruimte.
Met andere woorden, is heel mijn postuur veeleer een illusie dan wel een werkelijkheid. Oef, dat klinkt al heel wat beter dan dik.
Het enige wat me ambeteert, dat is dat je niet de lege ruimte ziet, maar net al die piepkleine deeltjes. Ik vind het niet eerlijk (eierdopje op mijn hoofd schud mee met mijn hoofd). Ik zou het veel leuker vinden dat we, zeker in mijn geval, alleen een schemerige aanwezigheid zagen. Maar ja, daar we geen uitzonderingen kunnen maken, en als ik schemerig zou zijn, alles schemerig zou zijn, en ik dan wellicht een dikke schemer zou zijn, blijft het in feite hetzelfde.
Laat het dan maar zo.
Kijk maar zo tegen mij aan, maar weet, dat er achter mij een hele grote wereld zit, vol met heerlijke bloemen, mooie beelden, mooie tekeningen, mooie slanke mensen... Allemaal achter me. Dus blijf maar niet naar mij staan kijken, ga rond me, en bekijk heel dat stuk van de wereld dat je anders zoudt gemist hebben...
djudedju
Nee, dat is gekheid...
Ik heb er geen reuzegroot complex over (wel een heel kleintje, vooral te danken aan de vele periodes van drastische kuren van (nog) minder eten, en vele kilometers lopen per week...).
Ik ga dus niet zeggen dat dat dikke lijf me niets doet, maar ik lig er echt niet van wakker.
Dat ik wou dat ik slank was heeft tegenwoordig veel meer te maken met mijn rug en de belasting van dat gewicht op die rug.
Ik ben al zowat mijn ganse leven dik geweest... Ik ben het dus wel gewoon geworden.
Maar wat me wel interesseert, is dat bizarre feit over die atomen.
Iedere atoom is werkelijk vooral leegte, met een heleboel bewegende deeltjes er in.
Ik heb al eens eerder de bedenking gemaakt dat je dezelfde structuur ziet in de oneindige ruimte. Ieder zonnestelsel lijkt een sterk uitvergrote kopie van een atoom, incluis de bewegende deeltjes.
En dan zweef ik weer weg in mijn fantasie...
Als de atomen waar wij hier mee leven, nu eens werkelijk kleine zonnestelsels waren, dan zit er misschien ergens links in mijn lever een zonnestelsel die een kleine kopie is van ons zonnestelsel, en is er daar een planeetje bij, waar mensjes op wonen... Mensjes, die ontdekten dat heel hun wereld eigenlijk bestaat uit piepkleine onderdeeltjes, atoompjes... met nog kleine deeltjes die er rond draaien... Maar ieder atoompje is meer leegte dan massa... In feite lijken die atoompjes wonderwel op het heelal (die wij hier in onze wereld lever noemen)... En misschien, heel misschien, bedenkt er dan een mensje een gek idee, dat hun heelal eigenlijk heel goed lijkt op een boel atomen die rondzweven...
en als dit zo is, zouden er dan op de atomen in die lever-wereld ook weer piepkleine mensjes leven, die net de atomen hebben ontdekt...
Een verhaal dat lijkt op de wereld in tegenover elkaar gezette spiegels, waarin je telkens weer het spiegelbeeld ziet van het spiegelbeeld in een eindeloos lijkende rij, steeds kleiner, steeds verder weg en toch vlakbij...
En heb je er al eens over nagedacht, dat die atoombommen misschien hele universa naar de Filistijnen hielp ?
djudedju
Weet je, ik krijg steeds meer eerbied voor de wonderlijke wereld waarin we mogen leven...
Eerbied voor ieder stofje, ieder steentje, ieder beestje, ieder mens ...
Een heerlijk wonder
Ik kan wel ergens de evolutietheorie volgen, maar hoe is dat allereerste leven ontstaan? Toeval ? Ik geloof niet in toeval, zeker niet op een dergelijke schaal... Het zijn veel te veel toevalligheden opeen om nog toeval te kunnen zijn...
Ik noem het God.
... zelfs in een dik lijf als het mijne...
tommetoch !
tot de volgende ?
Om eerlijk te zijn, ik heb daar complexen over. Ik kan er niets aan doen, ik eet echt niet te veel, drink geen alcohol, niet te veel gesuikerde dranken en ga zo maar nog een tijdje door. Maar toch ben ik gewoon dik.
Vannacht lag ik weer eens na te denken... Slapeloze nachten hebben ook hun nut weet je wel !
Een atoom schijnt volgens de wetenschap hoofdzakelijk te bestaan uit een lege ruimte, waarin een kern, daar draaien dan piepkleine satellietjes rond, en dat is het zo wat. Oh ja, er schijnen ook nog eens enkele nog veel kleinere partikeltjes aanwezig te zijn, waarvan ze er onlangs eentje hebben kunnen aantonen... Maar dus hoofdzakelijk: niets. Leegte. Ruimte.
Met andere woorden, is heel mijn postuur veeleer een illusie dan wel een werkelijkheid. Oef, dat klinkt al heel wat beter dan dik.
Het enige wat me ambeteert, dat is dat je niet de lege ruimte ziet, maar net al die piepkleine deeltjes. Ik vind het niet eerlijk (eierdopje op mijn hoofd schud mee met mijn hoofd). Ik zou het veel leuker vinden dat we, zeker in mijn geval, alleen een schemerige aanwezigheid zagen. Maar ja, daar we geen uitzonderingen kunnen maken, en als ik schemerig zou zijn, alles schemerig zou zijn, en ik dan wellicht een dikke schemer zou zijn, blijft het in feite hetzelfde.
Laat het dan maar zo.
Kijk maar zo tegen mij aan, maar weet, dat er achter mij een hele grote wereld zit, vol met heerlijke bloemen, mooie beelden, mooie tekeningen, mooie slanke mensen... Allemaal achter me. Dus blijf maar niet naar mij staan kijken, ga rond me, en bekijk heel dat stuk van de wereld dat je anders zoudt gemist hebben...
djudedju
Nee, dat is gekheid...
Ik heb er geen reuzegroot complex over (wel een heel kleintje, vooral te danken aan de vele periodes van drastische kuren van (nog) minder eten, en vele kilometers lopen per week...).
Ik ga dus niet zeggen dat dat dikke lijf me niets doet, maar ik lig er echt niet van wakker.
Dat ik wou dat ik slank was heeft tegenwoordig veel meer te maken met mijn rug en de belasting van dat gewicht op die rug.
Ik ben al zowat mijn ganse leven dik geweest... Ik ben het dus wel gewoon geworden.
Maar wat me wel interesseert, is dat bizarre feit over die atomen.
Iedere atoom is werkelijk vooral leegte, met een heleboel bewegende deeltjes er in.
Ik heb al eens eerder de bedenking gemaakt dat je dezelfde structuur ziet in de oneindige ruimte. Ieder zonnestelsel lijkt een sterk uitvergrote kopie van een atoom, incluis de bewegende deeltjes.
En dan zweef ik weer weg in mijn fantasie...
Als de atomen waar wij hier mee leven, nu eens werkelijk kleine zonnestelsels waren, dan zit er misschien ergens links in mijn lever een zonnestelsel die een kleine kopie is van ons zonnestelsel, en is er daar een planeetje bij, waar mensjes op wonen... Mensjes, die ontdekten dat heel hun wereld eigenlijk bestaat uit piepkleine onderdeeltjes, atoompjes... met nog kleine deeltjes die er rond draaien... Maar ieder atoompje is meer leegte dan massa... In feite lijken die atoompjes wonderwel op het heelal (die wij hier in onze wereld lever noemen)... En misschien, heel misschien, bedenkt er dan een mensje een gek idee, dat hun heelal eigenlijk heel goed lijkt op een boel atomen die rondzweven...
en als dit zo is, zouden er dan op de atomen in die lever-wereld ook weer piepkleine mensjes leven, die net de atomen hebben ontdekt...
Een verhaal dat lijkt op de wereld in tegenover elkaar gezette spiegels, waarin je telkens weer het spiegelbeeld ziet van het spiegelbeeld in een eindeloos lijkende rij, steeds kleiner, steeds verder weg en toch vlakbij...
En heb je er al eens over nagedacht, dat die atoombommen misschien hele universa naar de Filistijnen hielp ?
djudedju
Weet je, ik krijg steeds meer eerbied voor de wonderlijke wereld waarin we mogen leven...
Eerbied voor ieder stofje, ieder steentje, ieder beestje, ieder mens ...
Een heerlijk wonder
Ik kan wel ergens de evolutietheorie volgen, maar hoe is dat allereerste leven ontstaan? Toeval ? Ik geloof niet in toeval, zeker niet op een dergelijke schaal... Het zijn veel te veel toevalligheden opeen om nog toeval te kunnen zijn...
Ik noem het God.
... zelfs in een dik lijf als het mijne...
tommetoch !
tot de volgende ?
dinsdag, februari 18, 2014
tot de n-de macht...
I have a Dream...
Maar wellicht hebben we allemaal wel een droom, of zelfs meerdere dromen... dus ben je wellicht helemaal niet nieuwsgierig naar de droom van anderen?
Toch zijn er dromen van anderen die invloed hebben op ons... Ik denk hierbij vooral op diegenen die dromen van macht en geld...
Ooit was er een man... noem hem Zoroaster, of Boeddha, of Christus, of Mohammed en wellicht nog een heleboel andere bevlogen mensen, die droomden van een wereld vol goedheid, vol rechtvaardigheid. De meesten koppelden dit aan een of meerdere Goden, een enkeling koppelde het gewoon aan het Leven op zich. Maar eigenlijk doet dat er allemaal niet toe.
Deze begeesterde figuren (vol van Geest), gaven aan de mensheid redenen om de goedheid boven alles te stellen.
En zij hadden succes !
Hun leer bleef door de eeuwen heen bewaard, hun woorden worden nog steeds geciteerd...
Men deed alles wat mogelijk was om hun leer goed te bewaren, en degelijk uit te dragen, en om dat zeker te maken, creëerde men een instelling. Laat het ons, bij het in onze cultuur best gekende begrip noemen: een Kerk. (Ik bedoel niet het gebouw, maar de instelling).
En kijk, die instellingen vergaarden steeds meer macht, steeds meer invloed, steeds meer rijkdom... en ze preekten nog wel de woorden van hun stichter, maar leefden het zelf niet echt meer na.
We leven nu in een tijd, waarin we zowat alles weten, of kunnen weten, en we zien alles wat we willen zien... Dus zien we ook de macht van diegenen die ons zachtaardigheid prediken... Zien we ook de predikers die het woord vervormen en oproepen tot haat, zien we ook de rijkdom en zien we ook de invloed en de macht... en geloven we niet zomaar meer wat ze prediken en alleen opleggen aan de anderen.
en toch...
Toch lijken mij de woorden, de ideeën, de gedachten van die bevlogen figuren, die profeten, die filosofen helemaal niet waardeloos. En het is niet omdat de machthebbers in de instellingen die hun woorden prediken, zelf de woorden niet toepassen, dat ze niet goed en juist zijn.
Een samenleving is immers slechts mogelijk als men komt tot samen leven. En dat samen, dat is met respect voor elkaar, met naastenliefde, met verdraagzaamheid, met eerbied voor elkaars mening en ideeën... Samen leven kan niet als we niet elkaar respecteren in doen en laten, in geloof en hoop.
De gedachten van die begeesterde mensen zijn van een ontzettend hoog niveau, bieden een antwoord op de moeilijkheid om samen te leven. Zij die de kerken leiden hebben veelal zelf de regels vergeten, en hebben gekozen voor macht, invloed, rijkdom...
Geen wonder dat, nu steeds meer mensen die macht en het misbruiken er van zien, ook denken dat de levensleer verkeerd is. Dat die levensleer er alleen is om het de leiders van die bewegingen makkelijk te maken om macht en rijkdom te vergaren.
Het is geen wonder dat in een moderne wereld, met toegang tot internet en zowat alle kennis van de mens, de moderne mens tot die conclusie komt.
En nu blijkt dat de wereld der mensen steeds killer wordt, steeds onverdraagzamer...
Het lijkt of men de richting kwijt is.
Het wegvallen van een "hogere" reden om mens te zijn met de mensen, lijkt de poort open te zetten tot steeds meer eenzaamheid, armoede (geestelijke én lichamelijke) en elkaar kwaad doen is geen kwaad meer.
We zien jonge mensen die voor the fun een ander in elkaar slaan, mensen die vluchten in de dromen van drugs en alcohol, mensen die denken dat er geen plezier mogelijk is zonder alcohol en/of drugs. Mensen die alleen nog willen genieten, en die het genot enkel en alleen als een lichamelijk gegeven zien.
Goed eten, goede seks, plezier hebben, geld hebben...
Ik kan het niet helpen, ik vind dat tekenen van armoede.
En iedere keer weer, als ik verkeer in die kleine kring(en) van mensen die nog iets doen voor een ander, die nog zieken gaan bezoeken, die nog luisteren naar elkaar, dan heb ik hoop dat nog niet alles is verloren.
En het plezier, de deugd die je hebt van dat echt samen leven, dat is veel intenser dan al de rest.
Laat de kennis over misbruiken, machtswellust, rijkdom je niet doen afwijken van de maatschappij als een levende gemeenschap, gemeenschap die alleen kan bestaan en blijven bestaan door met elkaar, voor elkaar en door elkaar te leven in eensgezindheid strevend naar welzijn voor allen. En dat kan gerust ook in een maatschappij van welvaart, maar toch primeert het welzijn !
Menslief, ik hou van je !
tot de volgende ?
Maar wellicht hebben we allemaal wel een droom, of zelfs meerdere dromen... dus ben je wellicht helemaal niet nieuwsgierig naar de droom van anderen?
Toch zijn er dromen van anderen die invloed hebben op ons... Ik denk hierbij vooral op diegenen die dromen van macht en geld...
Ooit was er een man... noem hem Zoroaster, of Boeddha, of Christus, of Mohammed en wellicht nog een heleboel andere bevlogen mensen, die droomden van een wereld vol goedheid, vol rechtvaardigheid. De meesten koppelden dit aan een of meerdere Goden, een enkeling koppelde het gewoon aan het Leven op zich. Maar eigenlijk doet dat er allemaal niet toe.
Deze begeesterde figuren (vol van Geest), gaven aan de mensheid redenen om de goedheid boven alles te stellen.
En zij hadden succes !
Hun leer bleef door de eeuwen heen bewaard, hun woorden worden nog steeds geciteerd...
Men deed alles wat mogelijk was om hun leer goed te bewaren, en degelijk uit te dragen, en om dat zeker te maken, creëerde men een instelling. Laat het ons, bij het in onze cultuur best gekende begrip noemen: een Kerk. (Ik bedoel niet het gebouw, maar de instelling).
En kijk, die instellingen vergaarden steeds meer macht, steeds meer invloed, steeds meer rijkdom... en ze preekten nog wel de woorden van hun stichter, maar leefden het zelf niet echt meer na.
We leven nu in een tijd, waarin we zowat alles weten, of kunnen weten, en we zien alles wat we willen zien... Dus zien we ook de macht van diegenen die ons zachtaardigheid prediken... Zien we ook de predikers die het woord vervormen en oproepen tot haat, zien we ook de rijkdom en zien we ook de invloed en de macht... en geloven we niet zomaar meer wat ze prediken en alleen opleggen aan de anderen.
en toch...
Toch lijken mij de woorden, de ideeën, de gedachten van die bevlogen figuren, die profeten, die filosofen helemaal niet waardeloos. En het is niet omdat de machthebbers in de instellingen die hun woorden prediken, zelf de woorden niet toepassen, dat ze niet goed en juist zijn.
Een samenleving is immers slechts mogelijk als men komt tot samen leven. En dat samen, dat is met respect voor elkaar, met naastenliefde, met verdraagzaamheid, met eerbied voor elkaars mening en ideeën... Samen leven kan niet als we niet elkaar respecteren in doen en laten, in geloof en hoop.
De gedachten van die begeesterde mensen zijn van een ontzettend hoog niveau, bieden een antwoord op de moeilijkheid om samen te leven. Zij die de kerken leiden hebben veelal zelf de regels vergeten, en hebben gekozen voor macht, invloed, rijkdom...
Geen wonder dat, nu steeds meer mensen die macht en het misbruiken er van zien, ook denken dat de levensleer verkeerd is. Dat die levensleer er alleen is om het de leiders van die bewegingen makkelijk te maken om macht en rijkdom te vergaren.
Het is geen wonder dat in een moderne wereld, met toegang tot internet en zowat alle kennis van de mens, de moderne mens tot die conclusie komt.
En nu blijkt dat de wereld der mensen steeds killer wordt, steeds onverdraagzamer...
Het lijkt of men de richting kwijt is.
Het wegvallen van een "hogere" reden om mens te zijn met de mensen, lijkt de poort open te zetten tot steeds meer eenzaamheid, armoede (geestelijke én lichamelijke) en elkaar kwaad doen is geen kwaad meer.
We zien jonge mensen die voor the fun een ander in elkaar slaan, mensen die vluchten in de dromen van drugs en alcohol, mensen die denken dat er geen plezier mogelijk is zonder alcohol en/of drugs. Mensen die alleen nog willen genieten, en die het genot enkel en alleen als een lichamelijk gegeven zien.
Goed eten, goede seks, plezier hebben, geld hebben...
Ik kan het niet helpen, ik vind dat tekenen van armoede.
En iedere keer weer, als ik verkeer in die kleine kring(en) van mensen die nog iets doen voor een ander, die nog zieken gaan bezoeken, die nog luisteren naar elkaar, dan heb ik hoop dat nog niet alles is verloren.
En het plezier, de deugd die je hebt van dat echt samen leven, dat is veel intenser dan al de rest.
Laat de kennis over misbruiken, machtswellust, rijkdom je niet doen afwijken van de maatschappij als een levende gemeenschap, gemeenschap die alleen kan bestaan en blijven bestaan door met elkaar, voor elkaar en door elkaar te leven in eensgezindheid strevend naar welzijn voor allen. En dat kan gerust ook in een maatschappij van welvaart, maar toch primeert het welzijn !
Menslief, ik hou van je !
tot de volgende ?
maandag, februari 17, 2014
één op vier !
Bij een alcoholcontrole stelde men maar liefst vast, dat één op vier onder invloed was !!!
Dit is een verschrikkelijk hoog cijfer!
Ik weet wel, dat lang niet iedereen die "onder invloed" is, ook werkelijk onder de invloed is, om het anders te stellen, lang niet iedereen zal dronken zijn geweest. Wellicht de meesten niet... En dat lijkt net het grote gevaar te zijn!
Onderzoek heeft immers uitgewezen, dat zelfs een kleine hoeveelheid alcohol invloed heeft op de manier van reageren... De logica zou dan uiteindelijk moeten zijn, dat men opteert voor de nultolerantie ! Maar er komt naar mijn oordeel nog veel meer bij kijken.
We stellen immers vast dat van alles en nog wat invloed heeft op het gedrag en op de reactiesnelheid van de bestuurder van een voertuig.
Het is terecht dat men de GSM en/of smartphone verbiedt tijdens het rijden, maar ook het instellen of bijstellen van de GPS en eigenlijk van alle toestellen hebben uiteindelijk datzelfde effect.
Ik kan me heel goed voorstellen dat een "ambetant" kind op de achterbank (of het nu "ne bleiter" of een kind betreft die heel de tijd blijft vragen stellen, of die het stilzitten als een onmogelijke opdracht bekijkt)..., het is van invloed op het gedrag van de bestuurder, en dus op zijn rijgedrag.
Met andere woorden, idealiter zou een bestuurder moeten afgescheiden zijn van de rest van de wereld, zodat hij enkel en alleen bezig moet zijn met zijn taak: het besturen van een voertuig.
Als we het aldus zouden bekijken, dan zou de bestuurder van een vrachtwagen, voor zo ver hij niet heeft gedronken, niet bezig is met zijn telefoon of met de gps, eigenlijk de volmaakte bestuurder moeten zijn...
Laatst reed ik op de E17, en voor me zag ik een vrachtwagen voortdurend -weliswaar min of meer op zijn eigen rijvak - heen en weer zwaaien... Ik besloot hem maar, voor de veiligheid, voorbij te rijden. Anny keek eens goed naar de chauffeur in kwestie, en zei vol verbazing en woede "Hij zit potverdorie zijn gazet te lezen !"
Dus in het rijtje van afleidingen moeten we de meest onwaarschijnlijke items ook opsommen, zoals daar zijn de krant, weekbladen, boeken en dergelijke.
Ik wil hier de invloed van alcohol en drugs niet minimaliseren, maar ik wil de mensheid er op wijzen, dat er veel meer is dan alleen maar alcohol en/of drugs...
Ik wil er de chauffeur op wijzen, dat het besturen van een voertuig een taak is met verschrikkelijk veel verantwoordelijkheden. Je hebt niet alleen een kapitaal in handen, je hebt ook een wapen, een moordtuig in handen.
Zelfs al let je goed op, ben je echt een bestuurder die zich bewust is van alle risico's en pas je daar je gedrag aan aan, dan nog kun je verrast worden. Er kan altijd een kind of een dier voor je wielen de baan op komen rennen. Je reactie kan te traag zijn of verkeerd, waardoor je anderen in gevaar brengt, of zelfs doodt...
Kortom, autorijden is een gevaarlijk iets...
En toch denken we daar bijna nooit aan !
We stappen achter het stuur, en gaan rijden aan snelheden die een heel stuk hoger liggen dan de snelheid waar we als mens toe bekwaam zijn. De snelste lopers halen op een korte afstand maar iets meer dan 36 km/uur... En wij rijden 120 km:uur op de snelweg, en vinden 50 km per uur in de stad verschrikkelijk traag !
Hoe ouder ik word, hoe meer ik me bewust ben van al die gevaren, en hoe voorzichtiger ik ga rijden. Ik behoor dan ook tot wat mijn zoon geringschattend noemt: "'t Is weer een oude op de baan", telkens hij iemand ziet die trager rijdt dan het toegelatene, of die extreem voorzichtig is bij het kruisen van een weg.
Ja, ik ben dan maar een van die ouderen... en ik wenste dat iedereen een beetje meer op die manier zou gaan rijden, er op denkend dat we eigenlijk veel sneller bewegen dan dat waar we voor gebouwd zijn.
Nee, ik ben niet tegen de vooruitgang, integendeel... Maar het is niet goed als we ons niet bewust zijn van het gevaar van snelheid en het gewicht van het voertuig.
Dus pleit ik er voor dat ieder bestuurder niet alleen een opleiding zou moeten krijgen om te leren rijden, maar ook lessen over de impact van een rijdend voertuig op een stilstaand object.
Zoals ik iemand die werkt in een instituut waar ze verslaafden verzorgen hoorde zeggen dat eigenlijk iedere school op bezoek zou moeten gaan naar een dergelijke instelling, om te zien wat verdovende middelen doen met een mens, zou men iedere nieuwe bestuurder moeten tonen welk moordwapen een auto is...
Dan zouden er wellicht een heel pak minder zijn die drinken en rijden, drugs gebruiken en rijden, telefoneren en rijden, bezig zijn met de kinderen en rijden... en ga zo maar door...
En denk er aan: Je hebt pas echte lol, zonder alcohol !
tot de volgende ?
Dit is een verschrikkelijk hoog cijfer!
Ik weet wel, dat lang niet iedereen die "onder invloed" is, ook werkelijk onder de invloed is, om het anders te stellen, lang niet iedereen zal dronken zijn geweest. Wellicht de meesten niet... En dat lijkt net het grote gevaar te zijn!
Onderzoek heeft immers uitgewezen, dat zelfs een kleine hoeveelheid alcohol invloed heeft op de manier van reageren... De logica zou dan uiteindelijk moeten zijn, dat men opteert voor de nultolerantie ! Maar er komt naar mijn oordeel nog veel meer bij kijken.
We stellen immers vast dat van alles en nog wat invloed heeft op het gedrag en op de reactiesnelheid van de bestuurder van een voertuig.
Het is terecht dat men de GSM en/of smartphone verbiedt tijdens het rijden, maar ook het instellen of bijstellen van de GPS en eigenlijk van alle toestellen hebben uiteindelijk datzelfde effect.
Ik kan me heel goed voorstellen dat een "ambetant" kind op de achterbank (of het nu "ne bleiter" of een kind betreft die heel de tijd blijft vragen stellen, of die het stilzitten als een onmogelijke opdracht bekijkt)..., het is van invloed op het gedrag van de bestuurder, en dus op zijn rijgedrag.
Met andere woorden, idealiter zou een bestuurder moeten afgescheiden zijn van de rest van de wereld, zodat hij enkel en alleen bezig moet zijn met zijn taak: het besturen van een voertuig.
Als we het aldus zouden bekijken, dan zou de bestuurder van een vrachtwagen, voor zo ver hij niet heeft gedronken, niet bezig is met zijn telefoon of met de gps, eigenlijk de volmaakte bestuurder moeten zijn...
Laatst reed ik op de E17, en voor me zag ik een vrachtwagen voortdurend -weliswaar min of meer op zijn eigen rijvak - heen en weer zwaaien... Ik besloot hem maar, voor de veiligheid, voorbij te rijden. Anny keek eens goed naar de chauffeur in kwestie, en zei vol verbazing en woede "Hij zit potverdorie zijn gazet te lezen !"
Dus in het rijtje van afleidingen moeten we de meest onwaarschijnlijke items ook opsommen, zoals daar zijn de krant, weekbladen, boeken en dergelijke.
Ik wil hier de invloed van alcohol en drugs niet minimaliseren, maar ik wil de mensheid er op wijzen, dat er veel meer is dan alleen maar alcohol en/of drugs...
Ik wil er de chauffeur op wijzen, dat het besturen van een voertuig een taak is met verschrikkelijk veel verantwoordelijkheden. Je hebt niet alleen een kapitaal in handen, je hebt ook een wapen, een moordtuig in handen.
Zelfs al let je goed op, ben je echt een bestuurder die zich bewust is van alle risico's en pas je daar je gedrag aan aan, dan nog kun je verrast worden. Er kan altijd een kind of een dier voor je wielen de baan op komen rennen. Je reactie kan te traag zijn of verkeerd, waardoor je anderen in gevaar brengt, of zelfs doodt...
Kortom, autorijden is een gevaarlijk iets...
En toch denken we daar bijna nooit aan !
We stappen achter het stuur, en gaan rijden aan snelheden die een heel stuk hoger liggen dan de snelheid waar we als mens toe bekwaam zijn. De snelste lopers halen op een korte afstand maar iets meer dan 36 km/uur... En wij rijden 120 km:uur op de snelweg, en vinden 50 km per uur in de stad verschrikkelijk traag !
Hoe ouder ik word, hoe meer ik me bewust ben van al die gevaren, en hoe voorzichtiger ik ga rijden. Ik behoor dan ook tot wat mijn zoon geringschattend noemt: "'t Is weer een oude op de baan", telkens hij iemand ziet die trager rijdt dan het toegelatene, of die extreem voorzichtig is bij het kruisen van een weg.
Ja, ik ben dan maar een van die ouderen... en ik wenste dat iedereen een beetje meer op die manier zou gaan rijden, er op denkend dat we eigenlijk veel sneller bewegen dan dat waar we voor gebouwd zijn.
Nee, ik ben niet tegen de vooruitgang, integendeel... Maar het is niet goed als we ons niet bewust zijn van het gevaar van snelheid en het gewicht van het voertuig.
Dus pleit ik er voor dat ieder bestuurder niet alleen een opleiding zou moeten krijgen om te leren rijden, maar ook lessen over de impact van een rijdend voertuig op een stilstaand object.
Zoals ik iemand die werkt in een instituut waar ze verslaafden verzorgen hoorde zeggen dat eigenlijk iedere school op bezoek zou moeten gaan naar een dergelijke instelling, om te zien wat verdovende middelen doen met een mens, zou men iedere nieuwe bestuurder moeten tonen welk moordwapen een auto is...
Dan zouden er wellicht een heel pak minder zijn die drinken en rijden, drugs gebruiken en rijden, telefoneren en rijden, bezig zijn met de kinderen en rijden... en ga zo maar door...
En denk er aan: Je hebt pas echte lol, zonder alcohol !
tot de volgende ?
zaterdag, februari 15, 2014
Graaf Jan - IV
"Mannen" zei graaf Jan, "we moeten een einde maken aan het schandalige gedrag van Claude de Mattezie !" Ze knikten allemaal, en verzekerden Jan dat zowat heel de bevolking van gans het gebied onder het beheer van Claude de Mattezie hem zou volgen, want iedereen was de Hertog meer dan moe, iedereen was arm gemaakt en iedereen leed honger. Alleen wou niemand dat men de echtgenote en de kinderen van de hertog kwaad zou doen, want dat waren de enigen die het nog iet of wat leefbaar maakten.
"Goed" zei Jan, "dan trekken we op tegen de hertog !"
"Maar heer," riepen ze allemaal, "we zijn maar met een tiental, en de hertog leeft in een groot versterkt kasteel, met honderden soldeniers !"
Jan glimlachte slechts, en zei: "We gaan"...
Het was slechts aarzelend dat ze hem volgden, en terwijl ze een tiental meter achter hem liepen, fezelden ze tegen elkaar, vol onrust en vol onzekerheid.
"Heren" zei Jan, "heb geen schrik, we zijn veel sterker dan je denkt!"
Toen ze al een hele wijle aan het stappen waren, keek een van de mannen eens om, en tot zijn grote schrik zag hij ginder achter hem een massa beren sjokken, honderden en honderden beren ! En toen hij wat meer links keek, dan liepen daar duizenden en duizenden wolven, veel meer dan er ooit in het land konden verblijven ! Hij had gelijk, de wolven en de beren kwamen niet alleen uit het eigen gebied, maar van heinde en ver ! In de lucht vlogen massa's kraaien, eksters en uilen, de lucht zag er zwart van ! ...
De man trok aan de mouw van de man naast me "Zie jij wat ik zie?" Die man keek ook om, en zag ook de massa dieren die hen volgde... Nu begrepen ze Jan, toen hij hen zegde dat ze sterker waren dan ze dachten...
De derde dag kwamen ze aan het kasteel van Hertog Claude de Mattezie...
Toen ze daar het massale dierenleger zagen aan komen, trokken ze vlug de ophaalbrug op, en luidden de klokken om de soldeniers te wapen te roepen !
Overal zag je de soldaten hun plaatsen innemen achter de kantelen en achter de schietgaten. En op een bevel vlogen honderden pijlen in de richting van de dieren. Maar de eksters en de kraaien doken naar beneden en grepen de pijlen in de vlucht, en geen enkele pijl bereikte het leger van Jan.
Dan schoten de soldaten met brandende pijlen, want dieren zijn bang van vuur... Maar weer doken de vogels naar beneden en grepen de pijlen, nu wel een beetje meer naar achter, maar weer kwam geen pijl er door !
Dan schoten de soldeniers met blijden grote stenen over de muur heen, naar het leger van Jan, maar de beren vingen de stenen op, rolden zich rond de steen op in een bol, en rolden zonder schade aan te richten tot ze weer stil konden houden.
Er werd niet meer geschoten, er werden geen stenen meer geworpen.
Jan haalde zijn wezel uit zijn tas, en beval hem naar het kasteel te trekken, en contact te maken met de ratten en de muizen, zodat ze zouden weten hoe het zat met de voorraden op het kasteel. 's Morgens heel in de vroegte kwam de wezel terug met een rat bij zich. Daar hoorden ze dat het kasteel wel een beleg van een jaar kon doorstaan! Jan vroeg de ratten hoelang ze nodig zouden hebben om, samen met de muizen, de voorraad eten naar buiten te brengen. De rat dacht ze dat wel in drie dagen zouden kunnen klaren, ze waren met heel velen, en veel pootjes maken licht werk.
Kort nadien zag men een onophoudelijke stroom ratten met voedsel verschijnen. Na drie dagen stopte de processie, maar dan lag er een ware berg voedsel in het kamp van Jan, en men hoorde geweeklaag van uit het kasteel komen.
Jan vroeg aan eksters en kraaien, of ze eens wilden zoeken of er geen geheime gang was, waardoor Claude zou kunnen ontsnappen. De eksters vroegen de hulp van de konijnen, die vertrouwd waren met de ondergrond, en deze vroegen op hun beurt de medewerking van de mollen. Na een uur kwam een haas aangelopen, tot bij Graaf Jan en hij verwittigde dat ze niet alleen de geheime gang hadden gevonden, maar dat ze er ook lawaai hoorden, dus was Claude wellicht al bezig met de voorbereiding om te ontsnappen. De wolven liepen met de haas mee om de uitgang te bewaken, en Jan volgde met een honderdtal beren.
Toen Jan ter plaatse kwam, beval hij iedereen om uit het zicht te gaan, zodat Claude zou denken dat hij veilig was, en werkelijk de gang kon verlaten. Het zou immers veel makkelijker zijn hem te vangen als hij in het open veld was, dan in de smalle doorgang !
Een paar uur later zagen de eksters vanuit hun uitkijkplaats in de hoge populieren, dat de deur van de geheime gang heel voorzichtig open ging... Een soldenier stak zijn hoofd buiten, zag niets, kwam helemaal buiten en gaf teken dat alles veilig was. Een honderdtal soldeniers en Hertog Claude stapten naar buiten, bewapend van kop tot teen en beladen met elk een volle zak goud.
Jan liet hen de gang helemaal verlaten... Pas toen ze een honderdtal meter buiten waren, gaf Jan teken, en van overal, uit alle richtingen kwamen beren en wolven, en ze vormden een grote cirkel rond de bange soldeniers en de woedende hertog.
Er moest niet gevochten worden ! De soldeniers gooiden hun wapens weg, en stapten aarzelend in de richting van de dieren, hun handen hoog in de lucht, om duidelijk te maken dat ze geen kwaad in de zin hadden. Sommigen poogden de zak goud bij te houden, maar het gebrom van een beer, of het gegrom van een wolf was voldoende opdat zij het goud lieten vallen.
Tenslotte stond de hertog daar alleen, met zijn vrouw en zijn kinderen.
"Vrouwe" zei Jan, Vrouwe, kom met de kinderen maar tot hier, we willen je geen kwaad doen, jij deed ook geen kwaad aan ons en aan de mensen in het hertogdom en mijn graafschap. De vrouw aarzelde even, maar kwam dan naar Jan toegestapt. De boze hertog krijste van onmacht !
Al heel vlug trok de mare door het gehele gebied, en van overal stroomden de mensen toe om te vieren. Ze juichten Jan toe, en gaven de beren en de wolven te eten, zodat ze veilig en wel terug zouden trekken naar het gebied waar ze thuishoorden. Want zo heel erg veel vertrouwen hadden de mensen niet in al die dieren.
Jan riep een rechtbank bijeen, om hertog Claude de Mattezie te doen veroordelen.
De mensen waren heel verbaasd, en sommigen begrepen het helemaal niet, toen Jan optrad als advocaat voor de hertog...
"Heren", zei Jan tot de rechters, "Heren, er zijn al genoeg doden gevallen, er zijn al genoeg misdaden begaan, er hebben al genoeg mensen geleden ! Daarom vraag ik dat men de hertog laat leven, en dat men de hertog veroordele tot het doen van nuttig werk."
En zo geschiedde. De hertog werd veroordeeld om dienaar te zijn van iedereen. Overal waar er nood was, moest de hertog gaan helpen. In het begin met twee wachters aan zijn zij, maar later slechts met één. Want na een tijdje voelde de hertog zich zelf beter bij dit gedrag, dan toen hij de mensen koeioneerde !
En Jan ? Jan installeerde de zoon van de hertog onder de voogdij van zijn moeder als nieuwe hertog. In het gebied van Baron Hendrik installeerde hij een neef van Hendrik, en zelf beheerde hij weer zijn eigen gebied... Na een jaar trouwde hij met de lieve dochter van de hertog, en ze kregen een massa lieve kinderen...
Het gebied van ellende was nu een gebied van welvaart en blijdschap geworden.
Er was slechts een bizar ding aan heel de situatie...
Aan het kasteel van Jan zag je voortdurend een komen en gaan van duizenden dieren... die hulp zochten bij Jan. En tussen die dieren ? Daar liepen steeds meer mensen tussen, want Jan was een voortreffelijk heelmeester !
En daarmee is het verhaal uit...
tot de volgende ?
"Goed" zei Jan, "dan trekken we op tegen de hertog !"
"Maar heer," riepen ze allemaal, "we zijn maar met een tiental, en de hertog leeft in een groot versterkt kasteel, met honderden soldeniers !"
Jan glimlachte slechts, en zei: "We gaan"...
Het was slechts aarzelend dat ze hem volgden, en terwijl ze een tiental meter achter hem liepen, fezelden ze tegen elkaar, vol onrust en vol onzekerheid.
"Heren" zei Jan, "heb geen schrik, we zijn veel sterker dan je denkt!"
Toen ze al een hele wijle aan het stappen waren, keek een van de mannen eens om, en tot zijn grote schrik zag hij ginder achter hem een massa beren sjokken, honderden en honderden beren ! En toen hij wat meer links keek, dan liepen daar duizenden en duizenden wolven, veel meer dan er ooit in het land konden verblijven ! Hij had gelijk, de wolven en de beren kwamen niet alleen uit het eigen gebied, maar van heinde en ver ! In de lucht vlogen massa's kraaien, eksters en uilen, de lucht zag er zwart van ! ...
De man trok aan de mouw van de man naast me "Zie jij wat ik zie?" Die man keek ook om, en zag ook de massa dieren die hen volgde... Nu begrepen ze Jan, toen hij hen zegde dat ze sterker waren dan ze dachten...
De derde dag kwamen ze aan het kasteel van Hertog Claude de Mattezie...
Toen ze daar het massale dierenleger zagen aan komen, trokken ze vlug de ophaalbrug op, en luidden de klokken om de soldeniers te wapen te roepen !
Overal zag je de soldaten hun plaatsen innemen achter de kantelen en achter de schietgaten. En op een bevel vlogen honderden pijlen in de richting van de dieren. Maar de eksters en de kraaien doken naar beneden en grepen de pijlen in de vlucht, en geen enkele pijl bereikte het leger van Jan.
Dan schoten de soldaten met brandende pijlen, want dieren zijn bang van vuur... Maar weer doken de vogels naar beneden en grepen de pijlen, nu wel een beetje meer naar achter, maar weer kwam geen pijl er door !
Dan schoten de soldeniers met blijden grote stenen over de muur heen, naar het leger van Jan, maar de beren vingen de stenen op, rolden zich rond de steen op in een bol, en rolden zonder schade aan te richten tot ze weer stil konden houden.
Er werd niet meer geschoten, er werden geen stenen meer geworpen.
Jan haalde zijn wezel uit zijn tas, en beval hem naar het kasteel te trekken, en contact te maken met de ratten en de muizen, zodat ze zouden weten hoe het zat met de voorraden op het kasteel. 's Morgens heel in de vroegte kwam de wezel terug met een rat bij zich. Daar hoorden ze dat het kasteel wel een beleg van een jaar kon doorstaan! Jan vroeg de ratten hoelang ze nodig zouden hebben om, samen met de muizen, de voorraad eten naar buiten te brengen. De rat dacht ze dat wel in drie dagen zouden kunnen klaren, ze waren met heel velen, en veel pootjes maken licht werk.
Kort nadien zag men een onophoudelijke stroom ratten met voedsel verschijnen. Na drie dagen stopte de processie, maar dan lag er een ware berg voedsel in het kamp van Jan, en men hoorde geweeklaag van uit het kasteel komen.
Jan vroeg aan eksters en kraaien, of ze eens wilden zoeken of er geen geheime gang was, waardoor Claude zou kunnen ontsnappen. De eksters vroegen de hulp van de konijnen, die vertrouwd waren met de ondergrond, en deze vroegen op hun beurt de medewerking van de mollen. Na een uur kwam een haas aangelopen, tot bij Graaf Jan en hij verwittigde dat ze niet alleen de geheime gang hadden gevonden, maar dat ze er ook lawaai hoorden, dus was Claude wellicht al bezig met de voorbereiding om te ontsnappen. De wolven liepen met de haas mee om de uitgang te bewaken, en Jan volgde met een honderdtal beren.
Toen Jan ter plaatse kwam, beval hij iedereen om uit het zicht te gaan, zodat Claude zou denken dat hij veilig was, en werkelijk de gang kon verlaten. Het zou immers veel makkelijker zijn hem te vangen als hij in het open veld was, dan in de smalle doorgang !
Een paar uur later zagen de eksters vanuit hun uitkijkplaats in de hoge populieren, dat de deur van de geheime gang heel voorzichtig open ging... Een soldenier stak zijn hoofd buiten, zag niets, kwam helemaal buiten en gaf teken dat alles veilig was. Een honderdtal soldeniers en Hertog Claude stapten naar buiten, bewapend van kop tot teen en beladen met elk een volle zak goud.
Jan liet hen de gang helemaal verlaten... Pas toen ze een honderdtal meter buiten waren, gaf Jan teken, en van overal, uit alle richtingen kwamen beren en wolven, en ze vormden een grote cirkel rond de bange soldeniers en de woedende hertog.
Er moest niet gevochten worden ! De soldeniers gooiden hun wapens weg, en stapten aarzelend in de richting van de dieren, hun handen hoog in de lucht, om duidelijk te maken dat ze geen kwaad in de zin hadden. Sommigen poogden de zak goud bij te houden, maar het gebrom van een beer, of het gegrom van een wolf was voldoende opdat zij het goud lieten vallen.
Tenslotte stond de hertog daar alleen, met zijn vrouw en zijn kinderen.
"Vrouwe" zei Jan, Vrouwe, kom met de kinderen maar tot hier, we willen je geen kwaad doen, jij deed ook geen kwaad aan ons en aan de mensen in het hertogdom en mijn graafschap. De vrouw aarzelde even, maar kwam dan naar Jan toegestapt. De boze hertog krijste van onmacht !
Al heel vlug trok de mare door het gehele gebied, en van overal stroomden de mensen toe om te vieren. Ze juichten Jan toe, en gaven de beren en de wolven te eten, zodat ze veilig en wel terug zouden trekken naar het gebied waar ze thuishoorden. Want zo heel erg veel vertrouwen hadden de mensen niet in al die dieren.
Jan riep een rechtbank bijeen, om hertog Claude de Mattezie te doen veroordelen.
De mensen waren heel verbaasd, en sommigen begrepen het helemaal niet, toen Jan optrad als advocaat voor de hertog...
"Heren", zei Jan tot de rechters, "Heren, er zijn al genoeg doden gevallen, er zijn al genoeg misdaden begaan, er hebben al genoeg mensen geleden ! Daarom vraag ik dat men de hertog laat leven, en dat men de hertog veroordele tot het doen van nuttig werk."
En zo geschiedde. De hertog werd veroordeeld om dienaar te zijn van iedereen. Overal waar er nood was, moest de hertog gaan helpen. In het begin met twee wachters aan zijn zij, maar later slechts met één. Want na een tijdje voelde de hertog zich zelf beter bij dit gedrag, dan toen hij de mensen koeioneerde !
En Jan ? Jan installeerde de zoon van de hertog onder de voogdij van zijn moeder als nieuwe hertog. In het gebied van Baron Hendrik installeerde hij een neef van Hendrik, en zelf beheerde hij weer zijn eigen gebied... Na een jaar trouwde hij met de lieve dochter van de hertog, en ze kregen een massa lieve kinderen...
Het gebied van ellende was nu een gebied van welvaart en blijdschap geworden.
Er was slechts een bizar ding aan heel de situatie...
Aan het kasteel van Jan zag je voortdurend een komen en gaan van duizenden dieren... die hulp zochten bij Jan. En tussen die dieren ? Daar liepen steeds meer mensen tussen, want Jan was een voortreffelijk heelmeester !
En daarmee is het verhaal uit...
tot de volgende ?
vrijdag, februari 14, 2014
Graaf Jan III
Jan leerde verschrikkelijk veel bij ! Hij leerde de kruiden kennen en hun macht, hij leerde de mineralen kennen en hun mogelijkheden, hij leerde gebroken ledematen spalken, hij leerde genezen, hij leerde wonden zuiveren en dichtnaaien en hij leerde zelfs, als er echt geen andere oplossing meer was, hoe hij een poot of een oor of een staart moest afzetten. Hij leerde ook de voedzaamheid van de planten, leerde welke planten ruist gaven, welke slaap en welke zorgden voor opgewektheid en vreugde. Kortom Jan werd een volmaakt heelmeester !
Maar steeds bleef het lot van zijn arme vrouw en kinderen aan hem knagen. De ekster stelde hem voor, dat hij eens zou gaan kijken en luisteren wat er precies allemaal was gebeurd in de tijd dat Jan in de vergeetput zat en de tijd dat hij hier bij Anna verbleef. De ekster vloog weg en het duurde wel zeven dagen en zeven uren voor hij weer terug was, zijn staart was gerafeld, maar voor de rest zag hij er goed uit. Jan vroeg hem meteen of hij nieuws had ? De ekster knikte, maar wilde eerst wat eten en drinken. Nadat hij had gegeten en gedronken vertelde de ekster:
Jan, ik breng helaas slecht nieuws... Je vrouw, je kinderen, en de ridders die je trouw bleven, zijn allen gedood en in het woud begraven onder de grote steen bij de grote eik... De boze Claude zuigt het land uit en is wreed tegenover al zijn onderdanen. Velen vluchten het land uit, maar als Claude ze achterhaalt, dan hangt hij hen aan de kantelen van het kasteel op, tot de koord rot is, of de beenderen zo naar beneden vallen in de slotgracht. Hij woont weer in zijn eigen kasteel, en jouw kasteel staat te vervallen. Er is echter ook een beetje goed nieuws ! De snoodaard heeft een hele lieve vrouw en een doodbrave dochter en zoon, die doen wat ze kunnen om toch nog wat leed te verzachten bij de onderdanen. Zij geven - zeer tegen de zin van Claude- de armen aalmoezen en eten.
Jan wilde meteen naar zijn gebied terug, om zijn kasteel terug te nemen, maar net toen hij begon wapens te maken, werd de lieven kruidenvrouwe Anna ziek, en Jan stelde alles uit om zijn weldoenster te verzorgen.
Hij haalde alle kruiden die hij nuttig achtte bij elkaar, verzamelde wel zevenentwintig mineralen, en verzorgde Anna met heel zijn kennis en zijn kunnen... Maar niets leek te helpen. "Arme Jan" zuchtte Anna, "Je kunt niets meer voor me doen, tegen de ouderdom is geen kruid gewassen ! Maar ik smeek je om goed voor mijn dieren te zorgen, zij waren de enigen die me altijd hebben gesteund en die me eten en drinken hebben gebracht toen ik in nood was !" Jan beloofde dat, en kort nadien blies Anna haar laatste adem uit.
Jan groef een graf, en legde er vol eerbied Anna in. Hij vulde de put, en plantte er een lijsterbes op, een boom waarvan de vruchten eetbaar zijn en vol vitamine zitten. Rond het graf zaten wel duizend dieren, van alle slag en alle aard te wenen. De haas zat er naast de vos, en naast de wolf stonden wel tien patrijzen. De uil zat midden een hele bende muizen, en geen een dacht er aan een ander kwaad te doen, ze hadden te veel verdriet om zelfs ook maar op eten te denken.
Na de begrafenis ging Jan naar de hut, midden in het doornige struikgewas, en nam er wat hij ondertussen aan kleren en wapens had gemaakt, en keek nog eens vol weemoed om zich heen...
Jan vertrok naar zijn kasteel, of wat er van restte, en naast hem aan zijn rechterhand liep een grote beer, links van hem stapte een grote grijze wolf. Op zijn rechterschouder zat een uil, en op zijn linkerschouder de slimme ekster. In zijn buidel zat een wezel, met haar kopje naar buiten te loeren naar gevaar, en op zijn hoofd, naar achteren kijkend, of van daar geen gevaar kwam, zat een dapper winterkoninkje.
Nu was Jan weer fit en gezond, en in minder dan een dag bereikte hij zijn kasteel.
Hij had vol leedwezen zijn land bekeken en de armoe van zijn onderdanen... Sommigen hadden hem herkend, en waren vol schrik dat hij een spook was, was hij immers niet in de vergeetput geworpen?
En er was toch geen levend mens die met wolf en beer en uil en eksters optrok ?
Zijn kasteel stond daar voor hem. De poorten waren wel dicht, maar hingen schots en scheef aan de hengsels. De muren waren begroeid met gras, en op de daken groeiden er warempel boompjes, en hier en daar waren er grote gaten in te zien.
Jan duwde met één zwaai van zijn machtige armen de poorten open en stapte binnen.
Zijn stappen klonken hol in de lege binnenkoer.
Jan duwde de deur open en trok naar de wapenzaal.
Daar hingen nog zijn zwaard, zijn knots zijn schild en zijn harnas... Allemaal rood van het roest. Jan zuchtte en bekeek het metaal van dichtbij. Eigenlijk was er niet zoveel schade aan, de roest was maar oppervlakkig ! De wapenzaal was nog steeds in behoorlijke staat, en hier was nog geen regen doorgesijpeld.
Jan zette zich op de grond neer, en begon zijn zwaard te kuisen en er weer snede op aan te brengen. Daar bracht hij een volle dag mee door.
De tweede dag poetste hij zijn knots en zette er een nieuwe steel aan.
De derde dag begon hij met het oppoetsen van zijn schild, en met het opnieuw schilderen van zijn wapenschild en devies. Daar werkte hij drie dagen aan.
De zesde dag begon Jan aan zijn harnas. Hij schuurde ieder onderdeeltje tot het blonk als nieuw, en hij smeerde olie aan ieder gewricht van het harnas, zodat het weer soepel was en niet alleen veiligheid bood, maar ook ontzag inboezemde.
Daar ging een volle week aan voorbij.
Jan trok dan zijn harnas aan, nam zijn zwaard en zijn schild ter hand, en hing de knots aan zijn zij... En samen met beer en wolf, uil en ekster, wezel en winterkoninkje, stapte hij naar het grote woud, naar de grote steen, waar zijn vrouw, zijn kinderen en zijn trouwe ridders waren begraven...
Daar bad Jan een lange tijd, en tranen lekten over zijn wangen.
Tenslotte stond hij op, en zag verbaasd dat hij niet langer alleen was...
Rond zich zag hij veertien mannen staan, in boerenkleren, in kleren van een bedelaar, en eentje in kleren die eruit zagen alsof ze ooit behoorden aan een ridder... Allen hadden ze een stok, of een riek of een zeis in de hand, en de oude ridder had warempel een oud zwaard...
Ze beloofden hem trouw, en de ridder weende dat hij vroeger laf was geweest, maar dat hij nooit of te nooit nog laf zou zijn !
Jan bekeek glimlachend zijn "leger"...
morgen het vervolg...
Maar steeds bleef het lot van zijn arme vrouw en kinderen aan hem knagen. De ekster stelde hem voor, dat hij eens zou gaan kijken en luisteren wat er precies allemaal was gebeurd in de tijd dat Jan in de vergeetput zat en de tijd dat hij hier bij Anna verbleef. De ekster vloog weg en het duurde wel zeven dagen en zeven uren voor hij weer terug was, zijn staart was gerafeld, maar voor de rest zag hij er goed uit. Jan vroeg hem meteen of hij nieuws had ? De ekster knikte, maar wilde eerst wat eten en drinken. Nadat hij had gegeten en gedronken vertelde de ekster:
Jan, ik breng helaas slecht nieuws... Je vrouw, je kinderen, en de ridders die je trouw bleven, zijn allen gedood en in het woud begraven onder de grote steen bij de grote eik... De boze Claude zuigt het land uit en is wreed tegenover al zijn onderdanen. Velen vluchten het land uit, maar als Claude ze achterhaalt, dan hangt hij hen aan de kantelen van het kasteel op, tot de koord rot is, of de beenderen zo naar beneden vallen in de slotgracht. Hij woont weer in zijn eigen kasteel, en jouw kasteel staat te vervallen. Er is echter ook een beetje goed nieuws ! De snoodaard heeft een hele lieve vrouw en een doodbrave dochter en zoon, die doen wat ze kunnen om toch nog wat leed te verzachten bij de onderdanen. Zij geven - zeer tegen de zin van Claude- de armen aalmoezen en eten.
Jan wilde meteen naar zijn gebied terug, om zijn kasteel terug te nemen, maar net toen hij begon wapens te maken, werd de lieven kruidenvrouwe Anna ziek, en Jan stelde alles uit om zijn weldoenster te verzorgen.
Hij haalde alle kruiden die hij nuttig achtte bij elkaar, verzamelde wel zevenentwintig mineralen, en verzorgde Anna met heel zijn kennis en zijn kunnen... Maar niets leek te helpen. "Arme Jan" zuchtte Anna, "Je kunt niets meer voor me doen, tegen de ouderdom is geen kruid gewassen ! Maar ik smeek je om goed voor mijn dieren te zorgen, zij waren de enigen die me altijd hebben gesteund en die me eten en drinken hebben gebracht toen ik in nood was !" Jan beloofde dat, en kort nadien blies Anna haar laatste adem uit.
Jan groef een graf, en legde er vol eerbied Anna in. Hij vulde de put, en plantte er een lijsterbes op, een boom waarvan de vruchten eetbaar zijn en vol vitamine zitten. Rond het graf zaten wel duizend dieren, van alle slag en alle aard te wenen. De haas zat er naast de vos, en naast de wolf stonden wel tien patrijzen. De uil zat midden een hele bende muizen, en geen een dacht er aan een ander kwaad te doen, ze hadden te veel verdriet om zelfs ook maar op eten te denken.
Na de begrafenis ging Jan naar de hut, midden in het doornige struikgewas, en nam er wat hij ondertussen aan kleren en wapens had gemaakt, en keek nog eens vol weemoed om zich heen...
Jan vertrok naar zijn kasteel, of wat er van restte, en naast hem aan zijn rechterhand liep een grote beer, links van hem stapte een grote grijze wolf. Op zijn rechterschouder zat een uil, en op zijn linkerschouder de slimme ekster. In zijn buidel zat een wezel, met haar kopje naar buiten te loeren naar gevaar, en op zijn hoofd, naar achteren kijkend, of van daar geen gevaar kwam, zat een dapper winterkoninkje.
Nu was Jan weer fit en gezond, en in minder dan een dag bereikte hij zijn kasteel.
Hij had vol leedwezen zijn land bekeken en de armoe van zijn onderdanen... Sommigen hadden hem herkend, en waren vol schrik dat hij een spook was, was hij immers niet in de vergeetput geworpen?
En er was toch geen levend mens die met wolf en beer en uil en eksters optrok ?
Zijn kasteel stond daar voor hem. De poorten waren wel dicht, maar hingen schots en scheef aan de hengsels. De muren waren begroeid met gras, en op de daken groeiden er warempel boompjes, en hier en daar waren er grote gaten in te zien.
Jan duwde met één zwaai van zijn machtige armen de poorten open en stapte binnen.
Zijn stappen klonken hol in de lege binnenkoer.
Jan duwde de deur open en trok naar de wapenzaal.
Daar hingen nog zijn zwaard, zijn knots zijn schild en zijn harnas... Allemaal rood van het roest. Jan zuchtte en bekeek het metaal van dichtbij. Eigenlijk was er niet zoveel schade aan, de roest was maar oppervlakkig ! De wapenzaal was nog steeds in behoorlijke staat, en hier was nog geen regen doorgesijpeld.
Jan zette zich op de grond neer, en begon zijn zwaard te kuisen en er weer snede op aan te brengen. Daar bracht hij een volle dag mee door.
De tweede dag poetste hij zijn knots en zette er een nieuwe steel aan.
De derde dag begon hij met het oppoetsen van zijn schild, en met het opnieuw schilderen van zijn wapenschild en devies. Daar werkte hij drie dagen aan.
De zesde dag begon Jan aan zijn harnas. Hij schuurde ieder onderdeeltje tot het blonk als nieuw, en hij smeerde olie aan ieder gewricht van het harnas, zodat het weer soepel was en niet alleen veiligheid bood, maar ook ontzag inboezemde.
Daar ging een volle week aan voorbij.
Jan trok dan zijn harnas aan, nam zijn zwaard en zijn schild ter hand, en hing de knots aan zijn zij... En samen met beer en wolf, uil en ekster, wezel en winterkoninkje, stapte hij naar het grote woud, naar de grote steen, waar zijn vrouw, zijn kinderen en zijn trouwe ridders waren begraven...
Daar bad Jan een lange tijd, en tranen lekten over zijn wangen.
Tenslotte stond hij op, en zag verbaasd dat hij niet langer alleen was...
Rond zich zag hij veertien mannen staan, in boerenkleren, in kleren van een bedelaar, en eentje in kleren die eruit zagen alsof ze ooit behoorden aan een ridder... Allen hadden ze een stok, of een riek of een zeis in de hand, en de oude ridder had warempel een oud zwaard...
Ze beloofden hem trouw, en de ridder weende dat hij vroeger laf was geweest, maar dat hij nooit of te nooit nog laf zou zijn !
Jan bekeek glimlachend zijn "leger"...
morgen het vervolg...
Abonneren op:
Posts (Atom)