Image by roel1943 via FlickrMijn blog bedoel ik, want straks moeten we naar de begrafenis van vriend Clothaire...
Ik heb vannacht niet zo goed geslapen, het raakt me meer dan ik zeggen kan. Nu niet dat Clothaire een echte boezemvriend was, maar het was een goede collega, en zo wat een leeftijdsgenoot.
Vooral dat laatste is waarschijnlijk de reden waarom het zo blijft "hangen".
Je stelt je zelf te veel in de plaats.
Dat heeft geen enkele zinnige reden, maar toch doe je het. Het is ook de eerste van de collega's uit die leeftijdsgroep en uit onze provincie die gaat. Er zijn eerder collega's gegaan, maar dat waren er allemaal van de vorige lichting. Het mag een beetje gek klinken, maar toch is het ergens zo. Dat komt omdat na de oorlog er een heleboel mensen zijn begonnen, die dan ook allemaal in een bepaald korte periode zijn op pensioen gegaan en vervangen, door mijn generatie. . . die nu volledig verdwenen is uit het actieve korps, via pensioen en/of prepensioen.
Dat heeft het voordeel dat we allemaal zowat even oud waren, en kinderen van dezelfde tijd. Het heeft het nadeel dat ook nu weer, de vervanging in een korte periode volledig is moeten gebeuren.
Wellicht zijn dat allemaal elementen die de band, en dus ook de breuk door dit overlijden heftiger maken.
En stel ik vast dat het overlijden MIJ raakt, niet zozeer het verdriet, dan wel de confrontatie. Ergens is dat erg. Het zou veel gepaster zijn echt, diep, intens mee te voelen met zijn echtgenote en zijn kinderen en kleinkinderen...
Wat zijn we toch egocentrisch, zelfs in ons verdriet.
Het toont ons ook goed wat we maar zijn, kleine mensjes, stof...dwarrelend in een straaltje zon, zon weg, stofje valt neder.
Het mag idioot klinken, maar ik maak me wat soortgelijke bedenkingen als ik naar een kruisbeeld kijk. Op het kruis hangt een dode mens.
Zou het niet veel beter zijn een afbeelding te maken van de verrezen Heer ?
Ik weet niet hoe je dat precies zoudt moeten uitdelen, maar laat het maar zijn volgens de klassieke manier van de barokschilders, het is toch het idee dat er achter schuilt die telt.
Het gaat over de hoop die we koesteren dat de dood niet het einde is.
Dat de dood eigenlijk maar het begin is.
Dat heel ons leven een soort baarmoederlijk bestaan is, om echt tot leven te komen in de dood.
Het zou heel wat makkelijker zijn mocht deze hoop een weten zijn.
Maar dat is het niet, het is een ideaal, een streefdoel, gebonden aan de manier waarop we leven.
Mocht het er niet zijn, dan is er niets meer, de dood als einde van alles.
Eigenlijk vind ik dat ook niet afschrikwekkend, je kunt moeilijk schrik hebben van niets. En als er werkelijk niets meer is, dan ben je er gewoon niet meer, dus is ook alle leed, alle vreugd, alle wisselvalligheid weg.
Misschien hebben de boeddhisten gelijk en is er reïncarnatie... Een quasi eindeloze weg naar volmaaktheid, telkens onderbroken door terugval. Lijkt me niet zo leuk.
Dan liever nog het grote niets. Want het mag een wonder heten dat de mens zo erg aan het leven houdt, als je iedereen hoort klagen en zagen...
Straks zit ik in de kerk, hoor hoe voor één keer de mens alleen maar gaven heeft gehad... Ik zou veel liever horen dat hij gewoon mens was en mens probeerde te zijn, want dat is de werkelijkheid. Onze goede daden en goede dingen zijn maar madeliefjes in een grastapijt. Klein, nietig, maar ze maken het ganse grasveld mooi.
tot de volgende ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten