woensdag, juni 25, 2008

Het loze vissertje...

Wie ving de eerste vis ? Ewoud!
Wie ving er veel vis? Ewoud !
Wie vingen er zelfs een mooie zeelt (tink)(tinca tinca) ? Ewoud !
Wie ving er veel kleine bliekjes voor in het klasaquarium van zijn mama? Ewoud...
Zelden zag ik hem zo gelukkig en zo fier ! Hij spreekt van de aankoop van een hangel om regelmatig te kunnen gaan hengelen... Maar toen er een stilte kwam in het vangen, werd hij ongedurig en begon hij met zijn lijntje langs de vijver te wandelen, ongedurig eens hier, eens daar proberend, tot het eindelijk lukte en hij die zeelt ving. Crisis opgelost.
't Is nog net niet de echte visser, die rustig geniet van het zitten aan het water, het turen naar een onbeweeglijke dobber... Hij is nog wat te ongedurig, en wat verblind door het succes van zijn eerste echte visdag... Maar met met wat tijd en boterhammen wordt hij de nieuwe generatie van mensen die genieten van de rust van het kabbelende water, die alles kunnen vergeten en eindelijk eens totaal tot rust tot ontspanning kunnen komen...

Ik kreeg een mailtje van Anoniem, en voor één keer van een werkelijke Anoniem! Een zekere heer of dame Turf, en aan de inhoud van zijn woorden over mijn blog, heb ik het vermoeden dat ik (eindelijk!) een respons kreeg van een van mijn Nederlandse lezers. Tof, dat doet deugd ! Bovendien belooft hij/zij nog vaak langs te komen op mijn schrijfsels, want hij/zij houdt van dat sappige vlaams en mijn humoristische manier van schrijven. Ik denk - om een heel gekke reden- dat het een hij is... Maar ik kan best verkeerd zijn, alleen dacht ik meteen aan een andere Turf, een stripfiguurtje, de jongeheer Billie Turf, een dik gezellig jongentje die voortdurend in de clinch lag met de leraar (de heer Kwel ? weet ik niet meer zeker?)... Maar terwijl ik dit schrijf, denk ik dat deze redenering noch kant noch wal raakt, want plots meen ik mij te herinneren dat er ook een reeks was over zijn zusje, Bessie Turf... Dus blijft het een hij/zij...

Mijn beste turf (m/v), ik voel mij vereerd, maar ik moet er u op wijzen dat mijn taaltje niet altijd vlaams is, dat ik het heel leuk vind om zelf woorden aaneen te flansen, omdat ik het soms duidelijker, soms spitser, of gewoon vurrukkulluk vind, om er meteen maar eentje neer te zetten waarvan ik vind dat het zo veel heerlijker is dan het origineel...

Gelukkig dat we gisteren zijn gaan vissen, want vandaag is er geen spatje zon te zien, en gisteren kwam ik weer zo rood als een kreeft thuis. Nee, ik ben niet verbrand, ik word gewoon altijd roodbruin, nooit echt bruin zoals bv Luc... Luc heeft (nog steeds) pikzwart haar, en hij wordt meteen bruin, heel donker, en zo lijkt hij soms meer op een Italiaan dan op de gezellige vlaamse vismakker. Wellicht heeft hij ergens, in een ver verleden een zuiderse voorvader, zoals de meesten onder ons... Ons landje is zo lang en zo vaak bezet geweest, samengesmolten geweest met allerlei andere landen, had een drukke handel met en door buitenlanders, zodat wellicht iedereen bij ons een mengelmoesje van europese genen heeft. In Nederland heb je nog veel echte blonde mensen, hier zijn dat uitzonderingen. Wellicht zijn er niet veel volkeren waarvan de kenmerken zo veel diversiteiten vertonen dat het eigenlijk een gebrek aan kenmerken wordt. Wij zijn eigenlijk het levend bewijs dat "ras" een loze verpakking is. (En bij wie vind je dan net een partij die de nadruk legt op "Het" ras? Juist, hier...)

Ons enige "ras-kenmerk" is onze taal, en zelfs dat hebben wij niet in een monopolie, maar delen wij met Nederland, Suriname, Suid Afrika en nog her en der een vuistjevol nederlandssprekenden... Zelfs de naam van de taal verloochent onze eigenheid, we noemen het nederlands, gelukkig dat er nog een Turf(m/v) is die het de erenaam van Vlaams geeft !

Maar wee gerust, we voelen ons goed in ons vel, we hebben maar één groot complex als vlamingen, we durven niet genoeg voor ons zelf opkomen, we durven niet spreken in het openbaar... Als op de nederlandse tv de man uit de straat onbevangen horen praten in de micro van de journalist, dan voelen wij een rilling van onbehagen, moesten wij dat eens moeten doen, dan durf ik dat niet... Maar ook dat is stilletjes aan het beteren, en steeds meer mensen zijn hun vlaamse schroom kwijt en durven al eens hun bek open doen, ook als er een micro voor zit ! Maar zo helemaal los, neen, dat hebben wij niet, dat kunnen wij niet. Misschien de komende generatie, die in de school leert assertief te zijn... misschien...
Voor mij is dat Het Groot Verschil met de Nederlander... De eerste keer dat ik in een Nederlands museum binnen kwam (Kröller- Müller, het Van Gogh museum), dan waren wij gechoqueerd over het feit dan die "Hollanders" daar zo luid praatten en naar elkaar riepen, in dat sanctuarium van de Kunst ! Voor ons is dat ondenkbaar ! Dat is zowat heiligschennis, dat is een plaats waar je fluisterend van emotie voor het onbereikbare van de Kunst, hoogstens heel zachtjes fluisterend je bewondering en verwondering aan elkaar mededeelt... We gedragen ons in een museum bijna net zo als in een kerk, met devotie...
Ik denk dat de nederlanders daar, die rare groep fluisteraars raar hebben bekeken... Want waarom zou je in hemelsnaam moeten stilletjes en devoot zijn in een museum?
Ik vermoed dat die eerbied voor "hoger" er bij ons gedurende generaties en generaties in gestampt en geslagen is! Ons volk is eeuwen geknecht geweest, we moesten steeds en steeds weer braafjes knikken en gehoorzamen, eerst voor de ene bezetter na de andere, en nadien voor de baron, de burgemeester (veelal één en dezelfde) en de pastoor, en toen de industriële revolutie er aan kwam, dan moesten wij kruipen voor de baronnen van de industrie, die er niet voor terugschrokken kinderen van 6, 7 jaar oud te doen werken en te laten creperen... De gemiddelde leeftijd was toen amper 30 jaar ! Ik heb het al geschreven, als je kijkt op die foto's van toen, op de schilderijen van oude meesters, dan zie je dat het gewone volk afgestompt en ineengekrompen was, slechte voeding en zwaar werk had ze verworden tot menselijk werkvee!
Dat gaat er maar moeizaam uit !
Ik ben kort na de tweede (de laatste?) grote oorlog geboren, en hoor dus tot de eerste generatie die niet alleen in vrede, maar eindelijk ook in een zekere mate van welvaart is opgegroeid. In ons gezin waren vier kinderen, twee van voor en tijdens de oorlog, twee van er na, en het mag geen toeval heten, dat er dan ook in ons gezin grote verschillen waren tussen de kinderen. Het waren als het ware twee generaties... Mijn oudste zus en mijn broer waren veel minder vrijgevochten, dan mijn jongere zus en ik zelf... Wellicht hadden de eerste levensjaren in een ellendige wereld een onuitwisbare stempel gedrukt op hen, en niet meer op ons die in een steeds beterende welvaart vermochten op te groeien.
En vermoedelijk is, wat mij nu hindert aan de jeugd van heden, het feit dat zij, nog veel meer dan mijn jongere zus en ikzelf, zijn opgegroeid in een wereld waar oorlog iets is uit de geschiedenisles, en sparen en bedachtzaam leven hoort bij een voorbijgestreefde maatschappijvorm.
De jonge mensen leven veel losser, veel ongedwongener, en misschien is onze reactie ook wel een beetje jaloersheid op die levensstijl, net zo goed als onze onrust van "mocht het ooit toch weer eens slechter worden", wat zouden zij dan doen, ze kennen het leven niet in moeilijkere tijden.
Maar die onrust zal wel nodeloos zijn, want net zoals iedere generatie voor ons zullen ook zij wel weerbaar genoeg en elasticiteit genoeg hebben om zich aan te passen aan de nieuwe gegevens van de tijd... Iedere generatie heeft dit gedaan, dus waarom zouden we piekeren?
Waarom?
Wellicht omdat we een van de overgangsgeneraties zijn ???
Weet je, er is altijd hoop, ook als we het niet geloven.

tot de volgende ?

1 opmerking:

Anoniem zei

Toontje, als ik dit stuk van jou zo lees, dan heb je je aardig weten te ontworstelen aan het prototype van de Vlaming die zijn mond niet los durft te trekken. Prima! Zelfs voor een Hollander is het een lekker extravert stukje proza.