Wie was (is) dat genie die vroeg om regen voor zijnen hof ? Wat zit er in zijn hof ? Slàkken, en wat nog ? rupsen ! Al wie zich ommedraait...die krijgt hem niet...
Eén voordeel is er aan, ze sproeien minder in zo'n weer !
Maar dat is wel het enige voordeel dat ik kan bedenken ! Alles is nat !
De grond is nat, de nevel nat, de wolken waar dat sop in zat, zijn nat... (naar A. Nahon)
Deze namiddag naar de home, naar tanteke... Mijn belofte houden, en haar met een lekkere Leffe tracteren...als ze sterk genoeg is om naar het cafetaria te gaan...
Regende dat al zo vaak toen we nog kind waren ? Ik kan mij dat niet herinneren...Buiten één jaar, toen hele stukken van het bosje ( het koningin Maria Hendrika Park) onder water stonden van de enorme langdurige regenval... Claude en ik speelden dan in dat water (dat net iets minder hoog stond dan onze laarzen hoog waren - dus natte voeten !!!) met een zelfgemaakte boot ... We hadden aan een stuk balk een punt gezaagd, en daarop hadden wij het mechaniek van een oud uurwerk gemonteerd, die dreef op zijn beurt de schoepen aan, en dat was onze raderboot op de Missisippi... Je zag anders geen mens in dat verzopen bos ! Voor ons was echter alles, dus ook die enorme plas, speelterrein... We testen uit hoe ver die boot kwam met een opgewonden oude wekker als aandrijving, en stuurden ons schip om beurten naar elkaar. Je ziet, wij waren altijd bezig met dingen te maken ! Dat was veel plezanter dan met gekocht speelgoed te moeten spelen, dat lelijke ding was in onze ogen een prachtige raderboot, meer hadden wij echt niet nodig om ons te amuseren.
Dat het water ijzig koud was, dat wij nu en dan een klak water in onze botten (laarzen) kregen, dat was bijzaak, dat voelden wij amper, wij zaten immers op de Missisippi...
Ik zie de kinderen niet meer op die manier spelen... Ze maken geen dingen meer, en ze fantaseren zich geen wereld meer...
Ik weet nog goed dat die fantasiewerelden voor ons echt waren, wij speelden met overtuiging onze rol, maar toch bleven wij ons steeds bewust dat het spel was, en als wij als ridder onze vriend met onze sabel doorboorden, deden wij dat min of meer voorzichtig om elkaar niet te veel pijn te doen. Soms was het toch eens te hard, en dan viel de doorboorde niet neer, maar sloeg met zijn sabel ook eens behoorlijk hard op de ander in. Dat hoorde er bij, en soms leidde dat tot een robbertje vechten, maar zodra we naar ons gevoel "effen" waren, speelden we weer zoals voorheen... Als het heel erg was geweest kon het wel eens dat we pas 's anderendaags weer bij elkaar kwamen... Pesten was een woord dat we niet kenden, het was plagen, en zo nodig vochten we dat eens uit, en het was voorbij... Nu mogen ze niet meer vechten, en nu is het echt pesten, want de logische zelfverdediging is hen ontnomen... Ik weet niet of dat wel de goede manier is...Wij hadden geen echte vijanden, we plaagden en sarden wat, en als we te ver gingen, dan werd het uitgevochten en het was weer goed voor een tijd... Ik vind dat veel gezonder dan het opkroppen en het hebben van complexen die we nu bij kinderen zien... Wij hadden ten opzichte van elkaar geen echte complexen, ik werd geplaagd omdat ik dik was, en als ze te ver gingen, dan klopte ik er op, en dan was dat voor een hele tijd gedaan... Er was een jongen in onze klas die een hoofd had dat verder dan normaal achteruit stak, en wreedaardig noemden wij dat zijn "annex" (vertaling: aanbouw)... Als hij dat moe was, verdedigde hij zich met eens hard tegen onze schenen te stampen, want hij was minder sterk, en wij huppelden dan wat op één been, en lieten hem een tijdje gerust, want die scheen deed wel enkele dagen zeer...
Ons moeder ging niet naar school om te reclameren over die blauwe plek en bobbel op ons scheenbeen, integendeel, wij "kumden" daar thuis niet over, want anders zouden wij wellicht gestraft zijn omdat we die jongen geplaagd hadden...
Heel anders dan nu ...
Veel spontaner, veel logischer ook... Maar wellicht zou dat systeem nu niet meer werken, nu zien ze op TV allerhande harde gevecht"sporten"... zien ze gewelddadigheid, en lijkt moord en doodslag een dagdagelijks iets... Wij lazen "De Rode Ridder"...
Och, dat vind ik het ergste niet... Veel erger vind ik dat de kinderen van vandaag overbeschermd zijn, en niet alleen thuis ! Als de school uitstormen, en met vijf, zes neveneen rijden, midden op de straat, dan staat de politie het verkeer te regelen, maar treedt niet op tegen dit foute gedrag... Hoe zullen ze zich later gedragen in het "echte" verkeer ? Want op dat moment geven wij duidelijk de verkeerde signalen !
Och, wellicht ben ik te pessimistisch, maar toch... Opvoeden is geen achturenjob, nee, dat is een levenswerk !
Ook in onze jeugd was de opvoeding niet perfect, dat is ze nooit... Maar wij hadden een heilig ontzag voor onze ouders, de leraar en ga zo maar door... Niet dat wij nooit poogden te revolteren, maar wij wisten wat het prijskaartje was. Nu is er ofwel geen prijskaartje meer, of wel een veel te zwaar verdict, want nu sturen ze de politie voor een kleinigheid... Ik had liever die rammeling, als ik mocht kiezen...
Van politie gesproken... Toen ik op de Wagons Lits werkte, stalde ik mijn fiets in het station. Op een dag kwam ik terug van mijn werk, en mijn fiets was riebedebie... Ik dat aangegeven bij de rijkswacht die in het station dienst deed, en te voet naar huis...
Op een mooie dag, toen ik toevallig thuis was (het was een onregelmatige dagtaak), stopte de rijkswacht aan ons huis... en ja, mijn velo was teruggevonden, en ik mocht hem afhalen in de rijkswachtkazerne. Die kazerne was een verdomd end van thuis, en ik vroeg aan de rijkswachters of ik niet kon mee rijden met hen... Dat mocht, maar ik moest dan wel achteraan in de jeep gaan zitten op het bankje... Wij naar buiten, de gendarme deed het zeil open van de jeep, ik er in, zeil weer dicht en weg...
Toen ik thuis kwam met mijn velo waren er al nieuwsgierige buren komen luisteren waarom de rijkswacht mij had mee genomen...
Ooit kwam ik 's avonds laat van mijn toenmalig lief... Ik was natuurlijk op het laatste nippertje vertrokken, en toen merkte ik dat mijn licht van mijn fiets niet brandde... Nu ja, dan maar zo ! Natuurlijk, als je anders nooit een flik ziet, die keer stonden ze er wel ! Twee gendarmes ! De jongste haalde meteen zijn boekje uit, en ik maar expliqueren dat ik het deed om niet te laat thuis te komen, dat mijn ouders ongerust zouden zijn en en en... De oudere gendarm vroeg wat er aan mijn licht mankeerde??? Ik zou het niet weten, ik ken dat niet, loog ik staalhard. De brave rijkwachter die wellicht ook wel eens zat ongerust te wezen over het te laat uitblijven van zijn kroost, bekeek mijn licht, zat er wat aan te prutsen, en ja hoor, gemaakt ! Brave gendarmes ! Allee, diene oudsten toch...
't regent nog altijd.
tot de volgende ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten