English: - (Photo credit: Wikipedia) |
Nu en dan zie ik hem hier voorbij slenteren.
Een oude man, met een klein lelijk hondje, die geen stap van hem weg gaat.
De man kijkt nooit op, hij loopt iets voorover gebogen, het hoofd naar beneden. Hij stapt niet, hij zet heel behoedzaam voetje voor voetje. Altijd gekleed in een oude blauwe overall, soms met een dikke zwarte vest er bovenop.
Nu en dan stopt hij.
Je ziet hem dan diep ademhalen, met de schouders wat hoog, in die typische houding van mensen die ademnood hebben. Op zijn hoofd een petje, horend bij de blauwe overall.
Telkens hij stopt, gaat het hondje voor hem staan, en kijkt hem aan, als een bezorgde verpleegster.
Regen of geen regen, hij loopt op een paar oude sloefen, je kent ze wel, in stof, met zo'n typische ruitentekening op.
Zelfs al zeg je hem goedendag, hij heft het hoofd niet op, je hoort enkel een vaag gebrom als teruggroet, en een korte blaf van het hondje. Het is helemaal niet duidelijk of hij een goedendag terug wenst, of de hond doet zwijgen.
Ik weet niet hoe oud de man is, maar hij ziet er uit of hij Methusalem van de troon gaat stoten. Ik denk dat hij zich maar een keer of hooguit een paar keer per week scheert. Meestal zie je hem met een gelaat die door de witte stoppels er uit ziet alsof hij met een dodelijke bleekheid is overtogen. Aan zijn neus hangt veelal een druppel, en nu en dan wrijft hij met zijn mouw langs dit orgaan.
Een oude man met zijn hondje...
Helemaal alleen
2
Ik zou haar niet hebben gezien, had ze niet plots bewogen, waardoor een lichtflits van op haar brillenglazen mij trof.
Ze zat binnen in huis, niet voor het raam, maar achter het muurtje tussen de twee ramen in, en keek naar de straat via het ouderwetse spionnetje... Je ziet ze bijna nergens meer, die spiegel die schuin aan de gevel hangt, zo dat je ongezien de straat kunt bespioneren.
Ik zag via het spiegeltje een oud, bleek gezichtje, met een ouderwets brilletje, met van die ronde glazen, het grijze haar strak achteruit getrokken en wellicht samengebonden in een knotje.
Toen ze zag dat ik terug keek, trok ze de gordijn voor haar gezicht.
Sindsdien kijk ik altijd of ze er zit.
En ja, bijna altijd zie ik haar de straat bespioneren...
Twee, drie keer zag ik haar rechtstaan van haar vertrouwde zitje. Ze draagt een blauwe voorschoot, en een witte bloes, waarvan het kraagje net zichtbaar is boven de voorschoot uit.
Ik heb enkele keren mijn hand in een groet opgestoken, maar ze rukt dan, als verschrikt, het gordijn voor haar uitkijkpost.
"Ze praat met niemand" wist een buur me te vertellen. De donderdag zie je haar buiten komen, dan gaat ze naar de markt. Weer of geen weer. Ze sloft door de straat, met zo'n boodschappenwagentje achter zich aan getrokken. En iedere week stopt de bierhandelaar aan haar deur, neemt de lege bak van spuitwater mee, en zet een nieuwe in de plaats.
"Meer leven is daar niet te zien..." besluit ze haar verhaal.
Vorige week kwam ik het huis langs, en toen ik keek naar het spionnetje, zag ik niets of niemand.
De buurvrouw die me zag kijken, en wellicht onze babbel van de vorige keer nog indachtig was, kwam haastig buiten.... " We zagen ze al een paar dagen niet meer, en toen ze donderdag niet buitenkwam en de bierhandelaar ook al vruchteloos aan de deur stond, toen hebben we de politie opgebeld... Ze hebben haar dood gevonden, in de gang... Ze moet er al zeker een week gelegen hebben, meneer, want ze stonk verschrikkelijk..."
Eenzaamheid...
3
Een hele bende kinderen waren aan het ravotten op het plein. Ze holden achter een bal aan en maakten pret. Aan de kant van het veld stond een kleine knaap naar het spel te kijken, met een hele berg verlangen in zijn blik.
Ik stapte naar hem toe, "Doe je niet mee?" De knaap keek me aan, haalde de schouders op, met een gebaar van "dat zie je toch", en hopte weg, zijn ene been stijf en stram...
Eenzaamheid
In vele vormen
Geestelijk, lichamelijk, maar hoe dan ook een handicap
Het gekke is, dat ze je zo moeilijk binnen laten in hun eenzaamheid.
Het lijkt wel of de eenzaamheid een ondoordringbaar harnas vormt rond hun ziel, hun zijn...
We moeten de opbouw van dat harnas voor zijn, anders komen we hopeloos te laat. We moeten bij hen zijn, voor ze echt ingekapseld zitten in de eenzaamheid.
tot de volgende
Geen opmerkingen:
Een reactie posten