2009_11_07-Durbuy-texture (Photo credit: massonth (a bit busy)) |
Ik zit al boven de twee miljard.
Anny ook.
Maar dat geeft je wel een idee van hoeveel 1 miljard nu eigenlijk is. En dat doet je meteen denken aan de politici, die zo maar met (andermans) miljarden goochelen, net alsof het niets is.
Nee, ik ga niet weer politieken... Ik vind ze steeds minder en minder waard om er nog maar een woord aan vuil te maken.
Maar ik wil het eens hebben over hoeveelheden...
Wij spreken over getallen, waarbij wij niet eens meer een voorstelling hebben van wat die hoeveelheid eigenlijk vertegenwoordigt.
Dat komt wellicht door het feit dat afstanden steeds minder belangrijk lijken. We rijden met de auto, voor een uitstapje eventjes naar de Ardennen... Laat ons stellen dat je vertrekt uit Oostende, dan heb je zo'n 300 km af te leggen. Eventjes heen en weer voor een uitstapje naar Durbuy, daar eens goed gaan eten, wat wandelen en dan terug.
Het is niets meer.
Maar heb je al eens gedacht hoe ver dat eigenlijk wel is ? Een gewone wandelaar legt zo'n 4 km per uur af, dat betekent, als je onafgebroken zoudt doorwandelen, je 75 uur onder weg bent... enkele richting. Wedden dat je met een lekker maaltje niet meer zoudt toekomen?
Wij hebben op een of andere manier onszelf overstegen. We zijn niet meer wie of wat we zijn, we hebben een toegevoegde waarde aan ons zijn, aan ons kunnen, toegevoegd.
En ik toon dat hier aan met een heel klein, heel simpel voorbeeldje, maar het gaat steeds verder en verder. Herinner je je nog de tijd dat je de tafels van vermenigvuldiging van buiten moest leren, dat die tafels in de klas opgedreund werden tot ze vast in je geheugen verwerkt zaten? Hoe de leraar je uren onledig hield met oefeningen in hoofdrekenen?
Toen je in het middelbaar zat, toen kwam met met de rekenliniaal, sinussen en cosinussen, algebra en allerlei andere middelen om jonge mensen mee te pesten...
Nu is dat er allemaal niet meer, of in veel mindere mate. De kinderen moeten nog wel leren redeneren, maar die stomme berekeningen worden toevertrouwd aan een stom rekenmachine. Alhoewel... Stom? Ik, die heb geworsteld en gezucht en gezwoegd in de hoop dat ik die dingen ooit wel eens zou snappen, snap nu niets van dat wondere machine. Hoe kan dat kleine bakje, met één stom zonnecelletje doen wat ik nooit heb gekund?
We hebben met dat machientje, met de computer ons kunnen ver overstegen. We kunnen nu veel meer dan we eigenlijk zelf zouden kunnen, hadden we dat machientje niet gehad.
De broer van ons moeder, die ooit mijn oom zou moeten geworden zijn, is gestorven aan "Het vuur in de buik"... Wellicht dus gewoon een appendicitis. Een heel gewone maar pijnlijke dood.
Nu is die dood bijna niet meer denkbaar. Ook in de geneeskunde verleggen we dagelijks de grenzen van ons normale kunnen, ons normale zijn.
Het is niet makkelijk om bepaalde stoffen in voldoende mate te verzamelen bij mensen, maar dat is toch geen probleem, we maken transgene dieren, die deze stoffen produceren. We creëren dus dieren die eigenlijk niet bestaan, uit bestaande dieren met een toegevoegde waarde. Ook daar overstijgen we, niet alleen ons eigen zichzelven, maar zelfs de natuur rondom ons.
En als je eens even wilt kijken, bijna al die dingen zijn van heel recente datum... Bijna al die verwezenlijkingen zijn er gekomen in zowat de laatste honderd jaar, en een heleboel zelfs in de laatste kwarteeuw. En de ontwikkeling gaat steeds sneller en sneller.
Neem nu de communicatie...
Heel vroeger moest je te voet naar de man aan wie je iets wilde meedelen, dan kwam er paard en kar, dan de brief, dan de post, dan het telegram, dan de telefoon, dan de GSM en nu de smartphone, Voipe en andere Skype 's...
We praten nu - in real time- met Jan die aan de andere kant van de wereld zit, en we zien hem zitten, vlak bij ons op ons scherm.
Ik kan het niet helpen, maar al die dingen blijven me verbazen.
Ik zit in mijn wagen in stille bewondering te luisteren naar de stem uit mijn GPS, die steeds en altijd en overal de weg kent. Geen ruzie meer met mijn vrouw omdat ze de kaart niet kan lezen, een onfeilbare dame is in mijn leven getreden. Zelfs als ik van de weg moet afwijken door weer eens wegenwerken, dan weet ze na enkele tellen een alternatieve route uit de mouw te schudden. Ik kan wel kaart lezen, maar niet zo snel als die onbekende dame in dat kleine bakje...
En dat is mijn tweede bedenking...
Stel dat wij morgen al die dingen kwijt zijn.
Stel dat morgen er geen brandstof meer is (Wagen én verwarming), dat er geen elektriciteit meer is, geen batterijtjes, niets van dat alles... Kortom we staan weer op af.
Als ik iets wil zeggen tegen mijn zus, dan moet ik daar 100 km ver voor wandelen.
Anders moet ik het maar zonder haar advies rooien.
Ik moet hout gaan sprokkelen om het eten te warmen.
En in huis twee dikke truien aan doen.
En vanaf 18.00 uur, bij het licht van een -dure- kaars nog wat napraten, en dan vlug het bed in, onder een dik pak dekens, om toch maar warm te krijgen in die kamer waar ijsbloemen op ramen prijken.
Mijn tweede bedenking is dan ook: is er nog een weg terug?
Kunnen we nog terug naar een leven zonder al die dingen?
Ik vrees van niet.
Niet alleen zouden we heel wat moeilijkheden hebben op al die kleine dagelijkse dingen, maar zelfs onze landbouw is niet meer voorzien op een bedrijvigheid zonder al die technische snufjes. Ik vermoed zelfs dat bepaalde plantensoorten niet meer kunnen groeien, bestaan zonder die dingen die wij hebben toegevoegd.
... en dan spreek ik nog niet van het stil vallen van ziekenhuizen en medische apparatuur...
Nee, we zijn onszelf overstegen.
Je kunt dat prachtig vinden (doe ik ook), maar je kunt niet ontkennen dat er grote gevaren in schuilen.
Ik denk dat we het oude alternatief niet zo maar kunnen en mogen vergeten !
tot de volgende ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten