English: Cover art by Frank E. Schoonover from A Princess of Mars by Edgar Rice Burroughs, McClurg, 1917. Français : Couverture réalisée par Frank Schoonover de l'édition originale de A princess of Mars (Les conquérants de Mars) de Edgar Rice Burroughs (Photo credit: Wikipedia)
Dat doet mij denken aan een gedicht dat ik ooit nog las, over een tuinman, die 's morgens op Pietje de dood botst, de dood schrikt evenzeer van de tuinman. Maar de tuinman, in paniek vlucht zo ver hij kan, tot in Isfahan... Waar hij de dood weer ontmoet. De dood verklaart dat hij geschrokken was bij het zien van hem die hij diezelfde avond nog moest halen in Isfahan....
Een sprookje, nee een werkelijkheid, dat je de dood niet kunt ontlopen. In 't Vlaams zeggen we " Al kruipt ge in een mollengat".
Maar toch stellen we de dood tegenwoordig meer en meer uit... De moderne levenswijze, voeding en geneeskunde, hebben veroorzaakt dat de gemiddelde Belg veel langer leeft dan vroeger. (trouwens niet alleen de Belg, dat is het geval in ieder land waar er welvaart heerst)
In de Middeleeuwen was de gemiddelde levensduur hier, zo'n 30 jaar. Dat wil niet zeggen dat iemand van 30 een oude man was, maar dat er zo veel kindersterfte was, waardoor het gemiddelde drastisch zakte. Bovendien zat je dan ook nog eens met de pest, die verschrikkelijk veel doden op zijn conto had. Meer dan eenvierde van heel Europa stierf door de pest.
Maar hoe dan ook, de dood is nog steeds niet te vermijden. Er zijn er wel die zeggen dat we met tijd en boterhammen er zullen in slagen om eeuwig te leven, maar voor mij hoeft dat niet... Er is al overbevolking genoeg, en wat zouden we dan doen met pensioenleeftijd ? Afschaffen? En dat eeuwig leven, wat zou de levenskwaliteit dan zijn ? Stel je voor dat je zo gelukkig bent dat je eeuwig kunt liggen afzien van doorligwonden in je hospitaalbed, of dat je eeuwig ligt "te verblijven" in het verleden van Aloïs Alzheimer...
Nee, voor mij hoeft dat allemaal niet. Ik ben niet gehaast om dood te gaan, maar ik denk er niet aan om hier eeuwig dit aardse leven te leiden. Hopelijk is er een leven na de dood, en dan liefst een "goed" leven... Maar zeker weten doen we dat niet. Het aardse leven lijkt mij echter niet aantrekkelijk genoeg om hier voor eeuwig te zijn. Ik heb te veel pijn om het vol te houden zonder einde. (Maar niet zo veel pijn dat ik (onmiddellijk) wil uitstappen)
Ik heb onlangs heel wat gezien en gelezen over de bijna-dood-ervaring, en dat helpt mij om toch wat meer te geloven/hopen op dat eeuwige leven. Het is vandaag de dag niet makkelijk om te geloven. We weten net zo veel dat we niet meer geloven dat er dingen zijn die we niet weten. Tenzij je gaat beseffen dat net het weten de bron is van steeds meer en meer vragen. Mocht het leven en het hiernamaals een misdaad zijn, dan was het er eentje van die soort die nooit opgelost wordt.
Ik las boeken van god-ontkenners en van echte gelovigen, maar eigenlijk weet ik nu net zoveel als voorheen... En dat is misschien maar goed ook. Er hoeft voor mij niet echt een antwoord op alles te zijn. Stel je maar eens voor dat je alles weet, alles kent, alles kunt... Wat zou het leven dan nog voor zin hebben? Alles zou er al zijn, niets geen nieuwsgierigheid meer. Niets geen verwondering meer. Nee, laat maar, voor mij hoeft dat niet.
Ik wil blijven dromen, blijven fantaseren, blijven werelden van verbeelding creëren... Beelden willen bedenken, tekeningen van gekke mannetjes maken, onbestaande insecten ontwerpen... kortom fantaseren... Ergens spijt het mij dat de mens tot op Mars is geraakt, en dat de Marsmannetjes verdwijnen uit onze denkwereld... Je kon die groene kerels allerlei gekke uiterlijkheden toedelen. Nu moeten we naar veel verdere planeten om te fantaseren.
Edgar Rice Burroughs, de bedenker van Tarzan, schreef prachtige Science-Fiction verhalen over Maan- en Marswezens... Heel kort nadien wisten we de maan leeg, kaal, levensloos, en moesten we verhuizen naar Mars om leven te bedenken... Hoe meer we weten, hoe verder we moeten reiken met onze fantasie, lijkt het wel...
Ik hield van die maanwezens, ook al ben ik van een generatie die mannen op maan zag lopen...een kale maan.
Ach, weet je, voor mij lopen die wezens nog steeds op de maan, mijn maan, niet die van de wetenschap. Ik zie nog steeds een gezicht op de maan, een lachend gezicht, lachend met die domme mensen die alles van alles willen weten, en daarvoor hele werelden opgeven...
Kijk, er loopt hier net een groen manneke voorbij, met een ballonnetjeskop met voelsprieten...
tot de volgende ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten