Nederlands: Ekster uit de Nederlandsche vogelen beschreven door Cornelius Nozeman, en uitgegeven door Jan Christiaan Sepp, boekverkoper, 1770. (Photo credit: Wikipedia) |
Ze hebben het wel gevonden...
En wij vinden nu uitgezopen eieren in het hok...
Erg ? Niet echt, er zijn ergere dingen, maar ik hou geen kippen om de marters te voederen...
Maar dit kleine probleempje doet me weer eens denken aan ons milieu... Je zult al wel gemerkt hebben dat ik nogal "groen" ben, ik ben voor een gezond milieu, voor een gezonde natuur, kortom, voor een gezonde aarde om op te leven.
Maar ik lig soms wel wakker van wat er nu allemaal gebeurt... Vossen die explosief toenemen, de wolf is weer in het land, men zet bevers uit... en ga zo maar door. Het zal allemaal wel goedbedoeld zijn, en sommige ven die dieren zullen inderdaad "vanzelf" tot hier gekomen zijn, andere zijn wellicht ooit uitgezet in de hoop het "natuurlijke" bestand weer op te bouwen...
Om alle discussies te vermijden ga ik het niet hebben over heikele zaken zoals vossen, wolven en andere predatoren die tegenwoordig heel sterk aan het opkomen zijn. Ik ga me beperken tot de vogelwereld, waar iedereen ziet dat de kraaien en kraaiachtigen (roeken, gaaien, kauwen,eksters...) ook de vogelwereld steeds meer en meer domineren. Van mijn familie hoor ik dat ze aan de kust met het probleem van de meeuwen zitten... Ook al alleseters en rovers...
Ik weet niet wat er allemaal meespeelt in de sterke aangroei van die beestjes, maar de aangroei is er, en de al zo fragiele vogelwereld wordt nu ook nog eens bedreigt door die kraaiachtigen, die dolgraag eieren en jonge vogeltjes eten.
Ik vermoed dat het grote aanbod van kadavers op de wegen een steeds goed gedekte tafel vormt voor die beestjes, waardoor ze makkelijk grote en veel nesten kunnen grootbrengen. Wellicht zijn er nog andere elementen die de kraaiachtigen helpen in hun expansie, zoals de manier waarop wij, de mens, het milieu inrichten. Onze leefwereld is door de kraaiachtigen geadapteerd, waardoor zij als het ware het best passen in deze wereld.
Dit betekent dus dat er een sterke aangroei komt van vogels die andere vogelsoorten lusten, en dat we steeds minder mussen, en andere zangvogels te zien krijgen.
Met andere woorden, we krijgen een scheefgroei, een woekering.
Aan de kust gat het al zo ver dat de meeuwen de ijsjes uit de handen van de kinderen pikken en er mee wegvliegen. Met de kraaien is het nog niet zo erg, maar de kauwen die nestelen in schoorstenen de max vinden, zijn voor vele mensen een echte ramp aan het worden, en steeds meer mensen moeten hun schoorstenen laten reinigen van de metersdikke nestmassa's in de schoorstenen.
Kortom, door het feit dat wij het milieu hebben veranderd door aanleg van wegen, bouwen van woningen, onze manier van velden bewerken in steeds grotere velden met één cultuur, heeft de kraai kans gezien zich aan te passen en van die sterke positie gebruik te maken om de rest te overheersen en uit te groeien tot een plaag. Kortom, wij zijn uiteindelijk de oorzaak van de "kraaien-" en "meeuwenplaag". Wij hebben hen het milieu geboden waarin zij voordeel kunnen opbouwen ten opzichte van de andere soorten.
Op een bepaald moment moet, of zal men moeten optreden tegen die wildgroei. In de hoop kans te bieden aan de andere soorten vogels, die zich niet zo gemakkelijk aanpassen aan dit kunstmatige milieu.
En daar zitten we dan met de mensen van het milieu...
Sommigen zweren bij een natuurlijke evolutie, en weigeren op te treden tegen één of enkele soorten, omdat die beestjes ook hun rechten hebben. Anderen willen wel optreden om de andere soorten te beschermen, nog anderen gaan proberen het "evenwicht" te herstellen, door invoering van de geboren vijanden van die te sterk aangroeiende soorten...
Eigenlijk zijn het allemaal lapmiddelen... Aan iedere oplossing schort wel iets. Maar aan de poging om het evenwicht te herstellen lijkt in onze wereld wel het meest te schorten... Want wat zien we gebeuren: door de herintroductie en bescherming van die soort krijgen we een nieuwe wildgroei van een nieuwe predator, en op het moment dat die zijn lievelingseten, in dit geval de kraaien, zo sterk heeft verminderd dat hij er niet genoeg meer vind, zal hij overgaan tot het lustig verorberen van andere prooien... De gemakkelijkste prooien, dat zijn dan de huisdieren... Die hebben het instinct niet meer om te vluchten voor potentiële vijanden, en staan rustig te wachten tot de fatale beet... Of... ze leggen eieren in hokken, die makkelijk te bereiken zijn...
Moeten we dan niets doen aan de natuur ?
Natuurlijk wel, maar we moeten het anders aanpakken.
Als we willen de natuur beschermen, dan moeten we gebieden, GROTE gebieden voorbehouden aan de natuur. Daar mogen wel mensen wonen en werken, maar slechts in die mate en op die manier dat ze de natuur niet of zo weinig mogelijk aantasten. Het moeten grote gebieden zijn, om de natuur de kans te geven in die gebieden tot een werkelijk natuurlijk evenwicht te komen. Een gebied groot genoeg om voor bijvoorbeeld een roedel wolven voldoende jachtterrein te geven. Wolven trekken makkelijk meer dan 100 km ver om te jagen, dus de gebieden moeten echt GROOT zijn.
Kleinere gebieden zijn slechts lappen op een houten been. Je doet wel iets, maar de kans op scheefgroei is er veel groter dan de kans op een werkelijk normaal levende entiteit van dieren en planten.
Misschien is alvast voor de natuur het feit van een EUROPA een goede zaak, zodat we natuurgebieden kunnen uitzetten die grensoverschrijdend zijn. Slechts op die manier kunnen we gebieden creëren die voldoende groot zijn.
Het onderhoud en het toerisme naar die natuurgebieden zullen daar voor een stuk de tewerkstelling van de bewoners moeten vormen. Want in dergelijke gebieden moet men steeds de natuur voor alles zetten.
Kostbaar ?
Heel zeker, maar als we de wereld willen redden, dan is dit de enige optie ! En de wereld, dat is dat ding waar wij zelf ook moeten op leven, en leven kan maar als die wereld gezond is...
tot de volgende ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten