Image via Wikipedia"Maakt maar uw zakken leeg, want ik ga de jassen wassen en opbergen tot volgend jaar!"
Wat doe je als mannenmens tegen een dergelijk duidelijk bevel ?
Je zakken legen en alles overbrengen in de zakken van de winterjas.
Tegenwoordig gaan we logisch om met die dingen. We dragen onze zomerjas net zolang we er ons goed in voelen, en schakelen pas over op de winterjas als we het gevoel krijgen dat een dikkere jas wel nuttig zou zijn...
Vroeger was dat niet het geval !
Op Allerheiligen (1 november) moest je de zomerjas laten, en naar de mis en het kerkhof tiegen met je winterjas. Wat ook de temperatuur was. Was het al bitter koud in oktober ? Pech! Bibberen maar ! Vielen op Allerheiligen de mussen spreekwoordelijk uit de dakgoot van de hitte ? Pech ! Zweten lijk een das.
Zo waren er indertijd wel meer voorschriften die nu bijna vergeten zijn. De vrijdag visdag is er eentje van. Wij eten hier bijna iedere week één keer vis (op mijn aandringen, want Anny lust niet echt vis). We eten die vis meestal de woensdag, want dan komt de visboer langs. (Laatst kreeg ik een telefoontje: "Zeg Toon, is de viskerre al geweest ?" "Nee, hij komt niet, hij heeft vorige week gezegd dat hij deze week in verlof is." " Dju, nu moe' 'k nog nor de bienhouwer !" Telefoon toe.)
Maar er waren meer van die "voorschriften"... Bij een overlijden van een dicht familielid (ouders) moest je ostentatief zes weken lang rouw dragen... De vrouwen in 't zwart gekleed, de mannen en mannelijke telgen met een rouwbandje om de mouw. Dat ging ver, ik herinner me dat ons moeder zelfs een zwqarte voorschoot droeg. Ook mocht de radio in die tijd niet spelen (alleen voor het nieuws, maar dat was al kantje boord familie van een doodzonde)...
Nu klinken al die voorschriften en gebruiken een beetje gek. Maar toch...
Ergens gaven ze een zekere structuur aan de samenleving. Het was een beetje het cement van de samenleving. Je zag dat iemand een zwaar verlies had geleden, en je benaderde die mensen dan ook met een beetje mededogen. Je had het gevoel dat iedereen op die manier een beetje mee rouwde... Nu dragen ze geen rouw meer... De TV gaat niet uit, de radio mag spelen, er is niets uitwendig meer dat wijst op dat inwendig verdriet... En uiteraard is er ook geen mededogen meer van de anderen die immers het leed niet eens meer zien.
Daar zijn goede kanten aan en kwade... Goede kanten zijn dat het leven verder gaat, en dat de rechtstreeks betrokkenen niet gedwongen zijn hun verdriet te etaleren, integendeel, het terug opnemen van het normale leven helpt wellicht om ook effectief in dat normale stramien terug te keren. Er zijn ook kwade kanten aan: het verlies van het medeleven van heel de buurt, en het daar bij passende medeleven, die op zich ook een troost kan zijn. Je voelt je niet zo alleen in dat immense verdriet.
Je ziet, zoals altijd zijn er goede kanten en kwâ kanten aan, aan alles...
Maar wat ik het meest betreur, dat is dat de buurt in deze nieuwe manier van leven, eigenlijk geen buurt meer is. Er is geen cement meer dat de buren aan elkaar bindt. Iedereen leeft op zijn eentje, in zijn eigen coconnetje ...
Ik weet ook wel dat al die uiterlijkheden niet echt belangrijk zijn, maar hoe dan ook, het maakte dat die groep mensen een gevoel van eenheid had. Het is een beetje als met het uniform van de militair. Die kakibruine dat zijn de goeien en die feldgraue dat zijn de kwaaien... Uiterlijkheden hebben daadwerkelijk te maken met het samenhorigheidsgevoel !
Dat is de betekenis van een uniform, een vlag, een schild, een kenteken... Het is niet voor niets dat organisaties speldjes uitdeelden aan hun leden, om die veruiterlijking te beklemtonen.
Nu is dat allemaal verdwenen, en met die uiterlijkheden verdwenen ook de processies en de optochten... En heel wat meer van die zaken. Denk bijvoorbeeld maar aan de gemeentelijke verkiezingen, waar de kandidaten samen met een hele meute sympathisanten een grote stoet van auto's vormden om door de gemeente te rijden en het volk te tonen hoe sterk en hoe één ze wel waren... Allemaal symbolen van eenheid, van groepsvorming...
Nu beleven we een tijd waarin de mensen veeleer alles op alles zetten om zich niet meer te veruiterlijken met die of die organisatie of groep of wat dan ook... Het lijkt wel of ze durven niet meer te tonen wie of wat ze zijn.
Als we terug kijken naar een iets verder verleden, dan was die groepsvorming nog veel sterker dan wat ik in mijn leven heb meegemaakt... Op oude foto's en bij folkloristische feesten, zie je dat zelfs dorpen een eigen klederdracht hadden... In Nederland is dat wat langer blijven hangen dan bij ons, maar ooit was dat ook hier het geval.
Het verdwijnen van de veruiterlijking van het groepsgevoel is dus al heel lang aan de gang. En niemand heeft ooit echt de alarmklok geluid ! Het is zo geleidelijk gegaan dat het onopgemerkt bleef.
Maar het erge is niet dat al die uiterlijkheden verdwenen, het erge is dat ook het innerlijke groepsgevoel daarmee verdween. Ik weet wel, er is meer dan alleen die uiterlijke zaken... Denk maar aan de moderne economie die mede oorzaak was van het feit dat mensen niet meer honkvast in hun geboortedorp bleven hangen, maar toch...
Ik heb nog meegemaakt, heel lang geleden, dat toen een moeder in de straat ziek was, de was en de strijk werd gedaan door een paar buren, en toen ons moeder ziek was kwam een buurvrouw ons eten geven en een en ander opvangen... Maar toen was daar ook al de eerste breuk met het verleden, en kwam er een gezinshelpster, een beroepshulp, in het gezin helpen... Het spontane, het samenhorigheidsgevoel van de buurt was toen al aan het verzwakken...
Op 6 december moet ik weer Klaas zijn bij OKRA - Mater, en daar moet ik dan onder meer een kort verslag geven van de activiteiten van het voorbije jaar... En moet ik ook een beetje een oproep doen om medewerkers te vinden... Ook in Ziekenzorg is het een voortdurend zoeken naar medewerkers, en eigenlijk is dat het geval voor alle organisaties... En het wordt van langs om moeilijker om mensen te vinden die dat willen doen... Zou dat ook niet iets te maken hebben met de steeds groter wordende vrees om te uiten wie en wat je bent ???
Ik vrees van wel...
Echt, ik ben al heel mijn leven betrokken geweest in een en andere organisatie... Je gaat er echt niet van dood. In tegendeel ! Je wordt er een vollediger mens van. Je wordt immers mens door met mensen om te gaan, en hoe meer omgang je hebt, hoe breder je kijk wordt en hoe meer je begrip hebt en medevoelen.
Op den duur zien de mensen het aan je, dat je open staat voor anderen... En dan krijg je dat de directeur van de academie je vraagt om woensdag en zaterdag Klaas te zijn voor de kleinsten... Ik vind het heerlijk om bij de mensen te zijn !
tot de volgende ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten