vuile mist die de velden versluiert, alles zijpnat, de wereld is vuil, grijs, grauw...
echt novemberweer, met één verschil: het vriest nog niet niet ! De kerkhofblommen zullen nog een wijle proper staan.
Het is donker weer, de dag begint laat en stopt vroeg.
En dat weegt op mens en dier. Je moet maar eens kijken naar de kippen, ze komen pas buiten als ze horen dat je daar bent met eten, voor de rest zitten ze binnen in het nochtans duistere hok. Mijn parkiet, mijn kanarie en mijn papegaai zijn veel stiller en kijken met weerzin door het raam naar buiten.
Zelfs mijn vissen zijn balsturig en houden wilde schijngevechten.
Vies weer
vieze dieren
vieze mensen...
Vanmorgen vroeg al mijn kleindochter naar de school gebracht: ze gaan op kamp.
Op de baan was het een stuk kalmer dan anders, er is geen school. Het zijn alleen de sukkels die moeten werken die op de baan zitten. En hier en daar een opa die zijn kleindochter naar de school voert, voor dat kamp. (Want de ouders zijn ... gaan werken...)
Nu en dan rij ik langs een kerkhof, dingen die anders onopvallend verscholen liggen achter een muur, je kunt alleen binnengluren door de poort. Maar ook daar is normaal niet veel die de aandacht trekt. Nu wel, de kleuren spatten er af. Kerkhofblommen in die typische chrysantenkleuren.
Zo fel in deze grijze wereld, dat je blik er, willen of niet, naar toe getrokken wordt.
Vandaag is het allerzielen, en wellicht gaan er nog wat verlate familieleden een bezoek brengen aan de doden, maar de meesten hebben weer -figuurlijk- de poort van het kerkhof achter zich dicht getrokken. Voor een heel jaar.
Zaterdag begrafenis van de moeder van Martine, mijn buurvrouw, die gaat dus nog een bezoek brengen. Willens nillens... Wellicht met meer pijn dan ze verwacht had, -moeder is al zo oud- , maar moeder verliezen is steeds verliezen, in de ware zin van het woord. Veel meer dan vader. Ik was een vaderskind, en had dat niet verwacht, maar blijkbaar is het toch zo.
Mocht ik de kalender mogen herschrijven, dan plaatste ik Allerheiligen en Allerzielen in het begin van de lente... Op het moment dat alles weer tot leven komt, om te voelen dat dood niet zo heel echt dood is. Ook al zouden ze alleen in ons hart blijven, daar leven ze nog steeds in volle allure.
Nu staan we weer voor een lange periode van dood. De blaren vallen af, en waar ze in het begin nog wat kleur verschaffen verteren ze al ras tot een bruinige papperige massa. Grauw, grijs tot bijna zwart. En plots zal men zien dat heel de wereld onder een witte lijkwade ligt. Waarin de bladerloze bomen als zwarte armen ten hemel rijzen in een stomme hulpkreet...
Hier in ons heuvelland zien we dan de echte schilderijen van Valerius De Saedeleer... Of hoe de dood lief kan zijn.
En plots verwarmt het een beetje, de dagen lengen weer, en hier en daar zie je het frêle groen van de priemende sneeuwklokjes door de sneeuw komen... De Camelia's laten hun dikke botten openbarsten in felle spatten kleur... 'T is Lente, kleur, geur licht en groeiende dagen ! Leven !
Maar eerst moeten we nog heel die herfst door en heel die winter...
Ach, 't zal wel passeren met voorbij gaan... Zoals ieder jaar weer.
En op die donkere avonden zal ik dan mijn vislijntjes maken, in voorbereiding op die lente...
Zal ik mijn hengels nazien, en mijn bak eens uitkuisen, zodat ik klaar sta bij de eerste lentedag...
en dan niet meer denken op duisternis en grauwte...
Op het eind van december viert men - hoog in het noorden - het feest van het licht, als een vriendelijke lokroep naar de lente, naar de zomer, de zon...
Maar weet je, het dagelijkse kaarsje, bij de foto van onze Koen, die valt veel meer op in deze duistere dagen, dan in het felle licht van de zon... Ons eigen vlammetje, ons kleine lichtje zie je veel beter in het duister...
tot de volgende ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten