dinsdag, juni 15, 2010

Het kogelvooitje

RoodrugparkietImage by Demelza van der Lans via Flickr
Mijn vanariekogeltje is al een bijna een jaar dood, heeft zijn laatste liedje lang geleden gefloten (naar vogeltermen) en nu zat er maar een pietje meer wat droefgeestig door het raam te kijken. Toen ik hoorde dat Luc maar liefst zeven jongen had gezien in het nestblok van zijn roodrugparkieten, vroeg ik hem om er een van te kopen. Een man. Want bij roodruggen is er geslachtsonderscheid, maar de roodruggen van Luc waren geel, een mutatie...en daar is het weer gokken, we nemen er dus een met zoveel mogelijk rood op de rug...

De eerste dagen zat de parkiet in het oude vogelkooitje van de kanarie, maar dat is eigenlijk veel te klein voor zo'n parkietbeest.  Dus moest ik een nieuwe en ruimere kooi hebben. Normale mensen gaan dan naar de winkel waar ze kooien verkopen, maar ik ben niet normaal, dus keek ik uit op de rommelmarkt naar een mooie kooi. Tot zolang moest de parkiet maar denken dat hij een kanarie was. Maar hoe gaat dat? Als je iets zoekt op de rommelmarkt, dan vind je het niet...  Het leek even of het nu ook weer zoiets zou worden, maar zondag laatst, wat zag ik daar staan? Een mooie ruime kooi, en nog zo goed als nieuw. Je kon alleen aan de etensbakjes zien dat de kooi ooit wel eens in gebruik was geweest...  Vraagprijs 15 euro... Ikke 10 euro ? Ok! (Tedju ik had nog iets lager moeten gaan!)

Maar je zult het altijd zien he, op een moment dat je zo'n grote stukken koopt, dan staat de auto ver.  Ik heb dus heel de weg die kooi aan het handvatje in van die fijne ijzerdraad, aan mijn linkerhand gedragen, hoog genoeg opdat ik de grond niet zou raken... Rechts heb ik nodig voor mijn wandelstok. Zo'n kooi weegt eigenlijk helemaal niet veel, maar je moet eens zo'n paar honderd meter met zo'n fijn ijzerdaadje in je hand lopen, met zo'n kooi er aan... Toen ik de kooi eindelijk in de auto kon zetten,  kreeg ik mijn vingers bijna niet meer recht. Ik heb daar dan maar voorgewend dat ik een beroemd pianospeler was of zoiets, en deed er vingeroefeningen, net of ik mij straks aan de vleugel zou neervlijen en een concerto zou ten beste geven.

Thuis gekomen, na een snel middagmaal, de kooi in orde gebracht, zand op de bodem, eten en drinken er in, en dan meneer de roodrug vriendelijk gevraagd of hij eventjes van de ne kooi in de andere wou hippen (de kooien netjes tegen elkaar gezet), maar meneer vertikte het. Dus het beest opgepakt en dan maar zelf in zijn kooi gezet.

Het beest wist niet waar hij het had, al die ruimte, en daar, hoog boven hem hing dan ook nog eens een onbekend ding, een schommel heen en weer te zwieren... Eerst zat hij het ding, met schuin gehouden kopje, met één oog te bestaren, maar na een tijdje moest en zou hij toch eventjes dichterbij gaan. Dus de tralies omhoog geklauterd, en na drie haltes (de schommel moest eens aangevallen hebben) hing hij naast dat bizarre ding... Nog geen vijf minuten nadien poogde hij er eens op te landen, een sprongetje, vleugels wijd open en parkiet op de bodem van de kooi, met hoog boven hem een wild zwierende schommel... Maar toch moet hij beseft hebben dat het hem niets deed, en bijna onmiddellijk kroop hij weer de tralies op, en zie na een keer of drie zat hij fier als een gieter (stom gezegde, zag nog nooit een fiere gieter) te schommelen. . . en plots begon hij zowaar al schommelend te zingen. Roodrugparkieten horen bij de weinige parkieten die niet roepen of schreeuwen, maar zingen. Het is geen fluiten zoals een papegaai kan, maar echt vogelgezang, wat vogelkwekers hier te lande prazelen noemen, een zacht melodieus zingen.

Nu zit het beest dus in zijn nieuwe kooi, amuseert er zich kostelijk, en ik hoor hem net weer zachtjes prazelen. Zelfs na het oeverloos gezever op TV over de verkiezingen acht hij, net als ik, het leven nog steeds mooi.

Na het veel te kleine vanariekogelvooitje is deze kooi voor hem een immense ruimte vol vrijheid en vol heerlijke dingen om op te schommelen... Vrijheid is vooral een idee.  Vrijheid is je vrij voelen, meer niet, en dat is dan weer een kwestie van je instellen op iets. Voor mij is er geen vrijheid, als de mens echt onderdrukt wordt, in zijn doen en laten. Maar zelfs dan kan men de vrijheid in de geest niet echt onderdrukken. Je denkt nog steeds wat je wilt. Alleen, ik denk dat, als echt in je geest voortdurend oppositie voert, het gevoel van vrijheidsbeknotting steeds erger en erger wordt. Beter lijkt mij dan ook het aanvaarden, zich stellen in, en er het beste van maken. Er is immers geen echte vrijheid, nooit! Je kunt er niet voor kiezen om plots als enige links te gaan rijden op onze wegen.( Je kunt het wel, maar niet lang).

Ken je het verschil tussen een dictatuur en een democratie? In een dictatuur mag je niet zeggen wat je denkt en wilt, in een democratie mag je dat wel, maar men luistert er niet naar.

tot de volgende ?


Enhanced by Zemanta

Geen opmerkingen: