Ik ben een "zwaar" geschiedenisboek aan het lezen... Ik zit momenteel in de jaren 30 van de vorige eeuw. Een warrige tijd, waar overal in Europa (en ook daar buiten) een tendens was om te kiezen voor "een sterke man".
We zagen het zowat overal gebeuren, heus niet alleen in Duitsland. Het was gelukkig niet overal zo dat men werkelijk overging tot deze vorm van politiek, maar we zagen wel overal de tendens, de verheerlijking van de leider.
In die tijd, en in die tijdsgeest verklaarde een politicus dat de veralgemening van het kiesrecht ook de aanleiding was om te komen tot een monotoon, kleurloos bestaan in een maatschappij waar alle beleid ook monotoon en zonder hoogtepunten was. Hij doelde er duidelijk op, dat het voortdurend moeten streven naar compromis ook leidde tot een kleurloosheid, een plat, effen ding, waar ieder hoogtepunt, ieder duidelijke stellingname afgezwakt werd tot de kleurloze monotone compromis.
Uiteraard klopt dit ergens wel.
Het is kenmerkend aan compromissen, dat beide (of meer !) partijen zich in het geheel moeten kunnen terugvinden, en dus worden alle duidelijk één-partij-standpunten afgevlakt tot een algemeen aanvaardbaar iets, iets kleurloos, iets monotoon (letterlijk éénkleurig ). De kleur die je krijgt is een mengeling van de oorspronkelijk duidelijk felle kleuren van de diverse partijen.
Hoe meer partijen je krijgt, hoe groter de kans is dat je tot een systeem van compromissen moet komen, en hoe kleurlozer het geheel wordt.
Ik heb het al meerdere keren gezegd, het systeem dat we nu kennen is niet goed. De over-democratisering die je toelaat om steeds meer partijen op te richten, is één van de grote oorzaken van de kleurloosheid, karakterloosheid van de politiek. Voor mij is de ideale democratie in het huidige systeem van verkiezingen en regeren in ons landje, een drie-partijen-systeem, waarbij men een partij heeft die sterk progressief is, een partij die sterk conservatief is, en een middenpartij, die noch uitgesproken het één is, noch uitgesproken het ander.
Enige decennia gelden was dit nog grosso modo zo, we hadden de liberale conservatieven, de socialistische progressieven, en de katholieke middenzuil. In die tijd was een regering duidelijk eerder progressief of eerder conservatief, waarbij meestal de katholieke middenzuil zorgde dat het niet te links of niet te rechts ging hangen.
Nu hebben we gewoon een soepje... Zelfs in de momenteel rechtse regering is de schrik van de (in Vlaanderen) aanwezige middenzuil, zo bang van een duidelijke stellingname, en haar positie is (nog) zo sterk, dat dit remmend werkt.
Het feit dat we nu een rechtse regering hebben, ligt niet aan de rechtse keuze van de kiezer, maar veeleer aan het feit, dat men, net als in de jaren 30 van de vorige eeuw, als volk weer opteert voor een duidelijke leider. Een De Wever voelde dit haarscherp aan, en profileerde zich duidelijk als de leider, en dit had succes. Wij zagen dit al eerder met het plotse succes van wat toen nog het Vlaams Blok heette. Ook daar koos men voor het extreme, in een zich afzetten tegen de kleurloosheid, de middelmatigheid. De NVA heeft door te kiezen voor het actief regeren, uiteindelijk ook de stap gezet naar de kleurloosheid, de middelmatigheid.
Dat bewijst dat ons kiessysteem op die manier een ingebouwd veiligheid heeft, en dat extremen door dit systeem uiteindelijk gedoemd zijn leeg te bloeden, maar het draagt ook in zich de kiem van de ontevredenheid van de kiezer, de massa. Dat is de reden waarom ik opteer voor het behoud van het systeem, maar voor het drie-partijensysteem, die een iets duidelijker beleid toelaat.
Een 100% waarborg is dit niet, want we stellen ook vast dat de politiek mede bepaald wordt door het kapitalisme. De macht van het geld, en de daaraan vasthangende macht van de publiciteit, en de macht van de media, en het systeem waarbij de politiek een rol speelt bij de benoemingen en het beleid van de media... dat alles is zeer sterk mede bepalend. Een NVA en meer speciaal de profilering van een Bart De Wever zou niet eens bestaan zonder de invloed van de media, die deze figuur letterlijk in de geest van het volk hebben geplugd, gehamerd, geklopt met een voorhamer.
Wij hebben, in België, een mediabeleid die zeer sterk onder invloed staat van de politiek. Voor mij is en blijft de berichtgeving tijdens de kernramp in Tjernobyl, waarbij de bevolking in opdracht van de regering flagrant belogen werd, een duidelijk voorbeeld van de politiek binding tussen media en politiek.
Je zou eigenlijk best naar enkele buitenlandse zenders gaan luisteren, wil je een duidelijker en eerlijker beeld krijgen van de politieke situatie in ons land.
Je kunt stellen dat onze media in feite veel meer thuishoren in een dictatuur, dan in wat ze hier democratie noemen.
Het Belgische systeem ... Het heeft zijn voordelen, maar het heeft ook verschrikkelijk grote nadelen. En het ziet er niet naar uit dat het zal beteren. Het spontaan ontstaan van een volksbeweging (Hart boven hard), lijkt een positief signaal, maar zal wellicht uitmonden in het verworden tot de zoveelste politieke partij, die eens te meer zal leiden tot een nog onduidelijker systeem van vermenging tot onduidelijke standpunten, en een onduidelijk beleid...
We modderen maar aan.
djudedju
tot de volgende ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten