Voilà, nu is de concurrentie losgebroken ook op Zaventem. Nu Ryanair er, en gaan de andere maatschappijen de concurrentie aan met deze goedkope maatschappij.
Deze maatschappij zou vooral goedkoop zijn, doordat al hun werknemers ingeschreven zijn in de Ierse sociale wetgeving, een wetgeving die veel goedkoper is dan de onze en die van onze buren.
Eigenlijk ben ik daar niet gelukkig mee...
Normaliter ben ik gelukkig met concurrentie, omdat dit resulteert in goedkopere prijzen, wat voor de gebruiker interessant is, maar als het gaat over zoiets als vliegen, spoorverkeer, openbaar vervoer, postbedeling en dergelijke, dan huiver ik een beetje...
Huiver, omdat ik vrees dat de concurrentie ten nadele gaat van de veiligheid en van de service.
Vooral besparen op de veiligheid is heel erg ! Want dit kan resulteren in gevaarlijke situaties voor de passagiers en het personeel.
Besparen in veiligheid is niet alleen een kwestie van onderhoud van het materiaal, het kan ook zijn dat men de piloten meer uren doet vliegen, zodat het risico op vermoeidheid en fouten toeneemt, en het gevaar voor allen daardoor toeneemt.
Ook achteruitgang van de service kan erg zijn.
Als ik een citytrip maak naar zeg maar Barcelona, dan heb ik echt niet zo heel veel service nodig, na een paar uur vliegen ben ik al ter plaatse... Maar toch, denk maar aan de toiletten, aan het toekennen van de plaatsen, aan het ingrijpen bij situaties... (Een patiënt wordt onwel, er ontstaat ruzie tussen passagiers, er krijgt iemand een beroerte...) Als je daar geen degelijk en degelijk opgeleid personeel hebt, dan dreigen dergelijke situaties uit de hand te lopen.
Ik ben ooit - in een ver verleden, toen ik nog heel goed te been was- een voettocht gaan maken in Schotland. Bij de terugkeer moesten wij per spoor van Fort Williams naar Glasgow... Op een gegeven moment raakte de trein de heuvels niet op, en begon achteruit te bollen. Groot Brittannië heeft privé uitbaters voor zijn spoorwegnet, en deze kleine routes worden duidelijk stiefmoederlijk bedeeld, en men brengt op deze manier duidelijk de passagiers in gevaar ! Dit mag een bewijs heten van de concurrentie als basis van slechter en gevaarlijker dienstbetoon.
Ik weet niet hoe nu de situatie precies in elkaar zit, maar vroeger was het zo, dat een firma die hier werkte, ook de Belgische wetgeving moest toepassen, dit om concurrentie en concurrentievervalsing tegen te gaan. Als het nog steeds zo is, dan zou Ryanair-België, dus de vliegtuigroutes die België als begin- en eindpunt hebben, ook zijn personeel moeten laten werken volgens de Belgische wetten.
Maar ja... er is al zo veel veranderd, dat dit blijkbaar zo evident niet meer is...
... en als de volgende verkiezing resulteert in wat men nu voorspelt, dan zit het er dik in, dat we zelfs verschillende sociale wetgeving krijgen in Vlaanderen, in Wallonië en wellicht ook nog eens in Brussel... Voor een deel is dat eigenlijk al zo ! Een werkloze wordt niet op dezelfde manier behandeld in Wallonië als in Vlaanderen, de opleidingen die moeten leiden tot weder-tewerkstelling zijn anders georganiseerd en ga zo maar door !
Het wordt er niet eenvoudiger op...
En dus zijn er steeds meer middelen om tussen de mazen van het net door te slippen, in de afgrond !
djudedju
tot de volgende ?
vrijdag, februari 28, 2014
donderdag, februari 27, 2014
betaalkaart
Heb je het ook gezien? In Zweden is men bezig om stilaan de mensen te dwingen in de richting van het betalen met een kaart.
Dat zal ongetwijfeld een pak voordelen hebben, zoals onder meer een betere controle op het zwarte circuit... maar het heeft ook heel wat negatieve gevolgen !
Stel dat men dat ook hier meer en meer in de praktijk gaat verplichten...
Heb je dan al eens stilgestaan bij het verenigingsleven ????
Wij, van ziekenzorg, gaan hier rond op de parochie met koeken. De verkoop daarvan moet het mogelijk maken een en ander te doen voor de leden. Een doos koeken kost 6 euro, en een heel pak medewerkers gaat met die koeken de baan op, van huis naar huis. Als de mensen geen cash meer hebben, dan wil dat zeggen dat wij ofwel moeten stoppen met de verkoop van koeken, of wij moeten aan ieder vrijwilliger zo'n bakje kunnen meegeven, waar de kopers dan met hun kaart de 6 euro kunnen overschrijven. Wellicht gaan we dan heel wat meer moeten vragen, om die bakjes te betalen.
Op een feest van Okra en/of Ziekenzorg, spelen ze bingo. De mensen betalen 5 euro voor een kaart. Als er geen cash geld meer is, dan moeten we ook daar beschikken over zo'n bakje...
In het café hebben ze nog een spaarkas, waar de leden maandelijks een bedrag sparen. De vereniging kan een werking verzorgen, dank zij de intrest van de gestorte gelden. De spaarder krijgt op het einde van het jaar zijn geld terug zonder intrest, want die intrest gaat dus naar de werking, bv een sinterklaasfeest... Ook daar moet je dan een bakje hangen... en loopt een deel van de intrest naar de kosten van dat bakje, en de intrest staat al zo laag !
Ik vraag mijn buur, die naar de beenhouwer gaat, of hij voor mij een kilo braadworst wil meebrengen. Als hij er mee thuiskomt, kan ik hem niet betalen... Tenzij we ervan uitgaan dat iedereen over zo'n bakje beschikt !
En last bud not least... Je hebt een heel pak mensen die niet met zo'n kaart kunnen omgaan !
- bejaarden, licht dement of gewoon heel vergeetachtig, die hun code niet kunnen onthouden.
- mensen die moeite hebben met het beheer van hun geld, en die met die kaart geen overzicht hebben van hun uitgaven. (Er zijn er meer dan je denkt ! Ik ken mensen die heel verstandig zijn, maar die de kaart aan de kant hebben gelegd, omdat ze voor zichzelf geen rekening kunnen bijhouden van de uitgaven... Uitgaven die je pas een tijd later krijgt via bankuittreksels.
-Mensen die gewoon niet in staat zijn om dergelijke dingen te doen. We kennen nu mensen die licht gehandicapt zijn, en waar men per week een som geld ter beschikking stelt, terwijl de normale aankopen door de mensen worden gedaan die de min of meer zelfstandig werkende gehandicapten bij staan... Ook zij hebben geen zicht meer, het geld is niet meer tastbaar.
Kortom, het mag een behoorlijk systeem zijn voor een heel pak mensen, maar het is een extra belasting voor het verenigingsleven en voor wie om een of andere reden moeite heeft met het beheer van zijn geld.
Ik heb nog een bedenking, op een ander vlak ! Wie niet met een gewone betaalkaart werkt, maar met een kredietkaart (VISA en consorten), geven geld uit die er eigenlijk niet is. Er is immers een tijdsverschil tussen het tijdstip van uitgave en het tijdstip van verwerking van de gegevens van de lening. Want in feite is het een soort lening. Maar door dit systeem is er dus voortdurend een deel niet bestaand geld gebruikt, wat uiteindelijk op zich zorgt voor een soort devaluatie, een vermindering van de koopkracht.
Nee, voor mij hoeft het allemaal niet. De voordelen lijken mij niet op te wegen tegen de nadelen op maatschappelijk vlak.
tot de volgende ?
Dat zal ongetwijfeld een pak voordelen hebben, zoals onder meer een betere controle op het zwarte circuit... maar het heeft ook heel wat negatieve gevolgen !
Stel dat men dat ook hier meer en meer in de praktijk gaat verplichten...
Heb je dan al eens stilgestaan bij het verenigingsleven ????
Wij, van ziekenzorg, gaan hier rond op de parochie met koeken. De verkoop daarvan moet het mogelijk maken een en ander te doen voor de leden. Een doos koeken kost 6 euro, en een heel pak medewerkers gaat met die koeken de baan op, van huis naar huis. Als de mensen geen cash meer hebben, dan wil dat zeggen dat wij ofwel moeten stoppen met de verkoop van koeken, of wij moeten aan ieder vrijwilliger zo'n bakje kunnen meegeven, waar de kopers dan met hun kaart de 6 euro kunnen overschrijven. Wellicht gaan we dan heel wat meer moeten vragen, om die bakjes te betalen.
Op een feest van Okra en/of Ziekenzorg, spelen ze bingo. De mensen betalen 5 euro voor een kaart. Als er geen cash geld meer is, dan moeten we ook daar beschikken over zo'n bakje...
In het café hebben ze nog een spaarkas, waar de leden maandelijks een bedrag sparen. De vereniging kan een werking verzorgen, dank zij de intrest van de gestorte gelden. De spaarder krijgt op het einde van het jaar zijn geld terug zonder intrest, want die intrest gaat dus naar de werking, bv een sinterklaasfeest... Ook daar moet je dan een bakje hangen... en loopt een deel van de intrest naar de kosten van dat bakje, en de intrest staat al zo laag !
Ik vraag mijn buur, die naar de beenhouwer gaat, of hij voor mij een kilo braadworst wil meebrengen. Als hij er mee thuiskomt, kan ik hem niet betalen... Tenzij we ervan uitgaan dat iedereen over zo'n bakje beschikt !
En last bud not least... Je hebt een heel pak mensen die niet met zo'n kaart kunnen omgaan !
- bejaarden, licht dement of gewoon heel vergeetachtig, die hun code niet kunnen onthouden.
- mensen die moeite hebben met het beheer van hun geld, en die met die kaart geen overzicht hebben van hun uitgaven. (Er zijn er meer dan je denkt ! Ik ken mensen die heel verstandig zijn, maar die de kaart aan de kant hebben gelegd, omdat ze voor zichzelf geen rekening kunnen bijhouden van de uitgaven... Uitgaven die je pas een tijd later krijgt via bankuittreksels.
-Mensen die gewoon niet in staat zijn om dergelijke dingen te doen. We kennen nu mensen die licht gehandicapt zijn, en waar men per week een som geld ter beschikking stelt, terwijl de normale aankopen door de mensen worden gedaan die de min of meer zelfstandig werkende gehandicapten bij staan... Ook zij hebben geen zicht meer, het geld is niet meer tastbaar.
Kortom, het mag een behoorlijk systeem zijn voor een heel pak mensen, maar het is een extra belasting voor het verenigingsleven en voor wie om een of andere reden moeite heeft met het beheer van zijn geld.
Ik heb nog een bedenking, op een ander vlak ! Wie niet met een gewone betaalkaart werkt, maar met een kredietkaart (VISA en consorten), geven geld uit die er eigenlijk niet is. Er is immers een tijdsverschil tussen het tijdstip van uitgave en het tijdstip van verwerking van de gegevens van de lening. Want in feite is het een soort lening. Maar door dit systeem is er dus voortdurend een deel niet bestaand geld gebruikt, wat uiteindelijk op zich zorgt voor een soort devaluatie, een vermindering van de koopkracht.
Nee, voor mij hoeft het allemaal niet. De voordelen lijken mij niet op te wegen tegen de nadelen op maatschappelijk vlak.
tot de volgende ?
woensdag, februari 26, 2014
2882° bericht !
Als het klopt begin ik nu aan mijn 2.882° bericht... 't Is niet te geloven !
Laat daar nu nog per ongeluk een paar foutjes in zitten, dan nog blijft het een respectabel aantal blogjes.
Het is ook al een hele tijd dat ik bijna dagelijks achter het klavier van mijn kwampjoeterke zit.
... en dan denk ik: ik ga toch ooit wel een keer zonder inspiratie geraken? Ik ga toch ooit een keer een echte writersblock hebben?, maar tot op heden lijken de teksten er zo maar, bijna vanzelf uit te rollen.
Er is altijd wel iets wat mij op andere dingen doet denken... Je moet eens kijken naar mijn blogs, daar zitten bijna altijd twee denkpistes in. Niet daar ik daar bewust naar toe ga, nee, het gebeurt van zelf. Het is geen bewuste keuze, veel meer kun je het beschouwen als een bewijs van het feit dat ik een nogal warrige geest heb. Het is voor mij heel moeilijk om me bij één verhaal te houden. Ik heb steeds weer de neiging af te dwalen. Ik schrijf iets, en dat doet me denken aan iets anders, en hupsakee, daar ga ik dan... Och, het is altijd wel een beetje verwant aan elkaar, en het lijkt dan ook wel een beetje samen te horen, maar toch...
Je zou me een geestelijke sprinkhaan kunnen noemen, hippend van hot naar her.
Ook in overdrachtelijke zin... Ik heb heel weinig van de noeste mier, en veel meer van de zingende en springende sprinkhaan. Het leven is een heerlijk iets.
Maar leven kun je maar in een gemeenschap, vandaar ook mijn voortdurende zorg over de maatschappij. Ook daar dus weer die ambivalentie, zorg voor de gemeenschap, maar daaronder ligt een beetje: alleen kan ik niet dansen !
Als ik dan al een boodschap zou hebben voor de mensheid, dan is dat: Til er niet zo zwaar aan !
Geniet van wat het leven je biedt. Wees niet jaloers omdat de ander meer heeft, of meer macht heeft, of groter is, of sterker of..of..., nee, leef je eigen leven, zing dans en geniet binnen je eigen mogelijkheden, en deel je vreugde uit. Ik moet al heel veel pijn hebben om mijn medemens er mee lastig te vallen ! Dat helpt de medemens niet, en het helpt mij al helemaal niet ! In tegendeel ! Als ik mijn pijn uitdraag, dan vermindert dat de pijn niet, in tegendeel, het lijkt wel te vermenigvuldigen met de mate van het klagen.
Nee, zwijg over je pijn, en straal vreugde uit, dan krijg je vreugde terug, en dat, dat helpt echt !
Och, ik weet het wel, het lukt me lang niet altijd ! Er zijn een paar zaken in dit leven waar ik me blauw en zwart aan erger ! Ik heb een bloedhekel aan mensen die voortdurend streven naar macht, naar geld, naar invloed, naar over-heersen... Dus erger ik me aan politiek (ik schreef bijna polutiek, omdat ik het zo poluerend vind, zo vervuilend), ik erger me ook aan instellingen binnen religies, in zover die ook al pogen te overheersen, kapitaal te verzamelen... Kortom, ik erger me aan alles waar men het uiteindelijk doel vergeet, om te opteren voor persoonlijke macht en invloed.
Laatst zag ik een foto van de aarde vanuit Mars gezien...
Heb je het ook gezien ?
Nietig hé ?
En op dat nietige stofje, in een van de ontelbare universa om ons heen (Ja, de moderne wetenschap vermoedt steeds meer en meer dat er ontelbare universa naast de onze zijn !), op dat dingetje dat je amper ziet, leven nog veel nietiger ikjes... die zich groter wanen dan al die universa samen...
Ikjes...
van je weet wel: IK ben de grootste
Mij maakt zo'n fotootje nog kleiner dan ik al ben. (Nogal een geluk dat ik dik ben, anders zag je me helemaal niet staan)...
Zie je, lach, dans en grinnik om jezelf.
Dat piepkleine wereldje is voor ons een grote leefwereld, waarin we het mooi kunnen maken, en goed om leven.
Lach het leven toe, en dus ook alles en iedereen die leeft.
Ga ook eens bladeren in foto's in het genre macrografie, waar men een piepklein spinnetje plots omtovert tot een afgrijselijk groot monster... Brrrr ! Maar heb je zo al een foto gezien van je eigen zachte velletje ? Brrrrr, dat is al even erg !
Kijk dus niet te nauw naar de medemens, dan moet je het ook niet doen naar jezelf...
Blijf lachen, straal je vreugde uit, glimlach.
tot de volgende ?
Laat daar nu nog per ongeluk een paar foutjes in zitten, dan nog blijft het een respectabel aantal blogjes.
Het is ook al een hele tijd dat ik bijna dagelijks achter het klavier van mijn kwampjoeterke zit.
... en dan denk ik: ik ga toch ooit wel een keer zonder inspiratie geraken? Ik ga toch ooit een keer een echte writersblock hebben?, maar tot op heden lijken de teksten er zo maar, bijna vanzelf uit te rollen.
Er is altijd wel iets wat mij op andere dingen doet denken... Je moet eens kijken naar mijn blogs, daar zitten bijna altijd twee denkpistes in. Niet daar ik daar bewust naar toe ga, nee, het gebeurt van zelf. Het is geen bewuste keuze, veel meer kun je het beschouwen als een bewijs van het feit dat ik een nogal warrige geest heb. Het is voor mij heel moeilijk om me bij één verhaal te houden. Ik heb steeds weer de neiging af te dwalen. Ik schrijf iets, en dat doet me denken aan iets anders, en hupsakee, daar ga ik dan... Och, het is altijd wel een beetje verwant aan elkaar, en het lijkt dan ook wel een beetje samen te horen, maar toch...
Je zou me een geestelijke sprinkhaan kunnen noemen, hippend van hot naar her.
Ook in overdrachtelijke zin... Ik heb heel weinig van de noeste mier, en veel meer van de zingende en springende sprinkhaan. Het leven is een heerlijk iets.
Maar leven kun je maar in een gemeenschap, vandaar ook mijn voortdurende zorg over de maatschappij. Ook daar dus weer die ambivalentie, zorg voor de gemeenschap, maar daaronder ligt een beetje: alleen kan ik niet dansen !
Als ik dan al een boodschap zou hebben voor de mensheid, dan is dat: Til er niet zo zwaar aan !
Geniet van wat het leven je biedt. Wees niet jaloers omdat de ander meer heeft, of meer macht heeft, of groter is, of sterker of..of..., nee, leef je eigen leven, zing dans en geniet binnen je eigen mogelijkheden, en deel je vreugde uit. Ik moet al heel veel pijn hebben om mijn medemens er mee lastig te vallen ! Dat helpt de medemens niet, en het helpt mij al helemaal niet ! In tegendeel ! Als ik mijn pijn uitdraag, dan vermindert dat de pijn niet, in tegendeel, het lijkt wel te vermenigvuldigen met de mate van het klagen.
Nee, zwijg over je pijn, en straal vreugde uit, dan krijg je vreugde terug, en dat, dat helpt echt !
Och, ik weet het wel, het lukt me lang niet altijd ! Er zijn een paar zaken in dit leven waar ik me blauw en zwart aan erger ! Ik heb een bloedhekel aan mensen die voortdurend streven naar macht, naar geld, naar invloed, naar over-heersen... Dus erger ik me aan politiek (ik schreef bijna polutiek, omdat ik het zo poluerend vind, zo vervuilend), ik erger me ook aan instellingen binnen religies, in zover die ook al pogen te overheersen, kapitaal te verzamelen... Kortom, ik erger me aan alles waar men het uiteindelijk doel vergeet, om te opteren voor persoonlijke macht en invloed.
Laatst zag ik een foto van de aarde vanuit Mars gezien...
Heb je het ook gezien ?
Nietig hé ?
En op dat nietige stofje, in een van de ontelbare universa om ons heen (Ja, de moderne wetenschap vermoedt steeds meer en meer dat er ontelbare universa naast de onze zijn !), op dat dingetje dat je amper ziet, leven nog veel nietiger ikjes... die zich groter wanen dan al die universa samen...
Ikjes...
van je weet wel: IK ben de grootste
Mij maakt zo'n fotootje nog kleiner dan ik al ben. (Nogal een geluk dat ik dik ben, anders zag je me helemaal niet staan)...
Zie je, lach, dans en grinnik om jezelf.
Dat piepkleine wereldje is voor ons een grote leefwereld, waarin we het mooi kunnen maken, en goed om leven.
Lach het leven toe, en dus ook alles en iedereen die leeft.
Ga ook eens bladeren in foto's in het genre macrografie, waar men een piepklein spinnetje plots omtovert tot een afgrijselijk groot monster... Brrrr ! Maar heb je zo al een foto gezien van je eigen zachte velletje ? Brrrrr, dat is al even erg !
Kijk dus niet te nauw naar de medemens, dan moet je het ook niet doen naar jezelf...
Blijf lachen, straal je vreugde uit, glimlach.
tot de volgende ?
dinsdag, februari 25, 2014
Om mani padme hum
Ik ben een boek uit de reeks "Wereldgeschiedenis" aan het lezen, over het Boeddhisme... Geen makkelijke literatuur, ze zwaaien met een hele boel technische termen om je oren, in het Pali en in het Sanskriet, en soms ook nog eens in andere exotische talen.
Regelmatig moet ik terug naar helemaal achteraan in het boek duiken, om de verklarende woordenlijst te raadplegen. En dan nog... Dan zie ik niet hoe Dharma in de context van wat ik lees overeenkomt met de uitleg van Dharma in de woordenlijst.
Ik ga me dus niet wagen aan uitleg. Je moet zelf maar eens gaan zoeken, misschien ben je wel véél verstandiger dan ik ben. (Veel kans !)
Maar ook de woorden van Boeddha zijn slechts een hele tijd na zijn overlijden genoteerd... Ik geef toe dat men in die tijd gewoon was om zaken van buiten te leren, en oraal door te geven aan de volgende generatie, maar geef toe, hoe meer tijd er over gaat, hoe groter de kans is dat er vervormingen van de oorspronkelijke teksten en ideeën zijn ontstaan, die dan vereeuwigd worden in het geschrevene. Ook in het Boeddhisme hebben we te maken met heel wat vertalingen, en van sommige teksten bestaan alleen nog de vertalingen, de oorspronkelijke tekst is zoek.
Dat lijkt heel sterk op de teksten die men gebruikt in het Christendom, waar ik me al een hele tijd dezelfde bedenkingen over maak.
Minder het geval bij de Islam, want daar is de grondtekst verplicht in de oorspronkelijke taal te lezen, alle vertalingen zijn dus niet "rechtsgeldig". Maar ook die tekst is niet geschreven door Mohammed zelf...
Ik heb nu al heel wat godsdiensten bekeken, zo mogelijk gelezen... Sommige volledig, andere gedeeltelijk, sommige alleen vanuit studies, andere vanuit de kerken zelf.
En allemaal vind ik ze heel mooi, heel boeiend, en heel goed gefundeerd.
En allemaal vind ik dat je ze eigenlijk best kunt samenvatten in enkele zinnen.
En altijd kom ik weer tot dezelfde samenvatting: Eerbied voor God (soms gebruikt men Liefde tot God), en je evenmens behandelen zoals je zelf wilt behandeld worden.
Om dat ideaal te bereiken hebben ze allemaal hele rituelen opgericht, waarvan ik soms vermoed dat er heel wat inbreng uit latere tijdstippen stamt. En die rituelen verschillen, maar het doel is dus uiteindelijk gelijk.
Eigenlijk lijkt me dat een bijna ideale situatie, er zijn zoveel soorten, dat er keuze te over is, om voor jezelf uit te maken in welke rituelen jij je het best terugvindt...
En eigenlijk zou dus iedere kerk moeten openstaan voor "de kerken", want het doel is uiteindelijk hetzelfde.
Maar iedere kerk lijkt wel uitgegroeid tot een machtscentrum, in de meeste gevallen zelfs gesplitst in meerdere machtscentra, die elkaar niet gunnen.
Je kunt stellen dat iedere godsdienst des mensen is, en door de mens wordt verdiemeliert, of... dat hoe Goddelijk de oorsprong ook is, de mens het toch weet te verprutsen.
We hebben zelfs godsdiensten zonder God... Neem nu als voorbeeld het Communisme, maar je kunt er nog andere filosofieën zetten... Maar ook daar zien we dat tussen de tekst en de praktijk een leider of een leiding zit, die de macht naar zich toetrekt, en in feite net hetzelfde doet als we zien in die kerken met een of meerdere Goden...
(Er is zelfs een gelijkenis met de manier waarop ons landje nu gesplitst wordt, allemaal maar met één doel: macht voor de regering, en desnoods voor de regeringen...)
Kortom, ons vader had gelijk en heeft nog steeds gelijk ! De wereld wordt geregeerd door de 3 G's ! God, Geld en Gat ... Godsdienst, Macht en seks.
Ik ben op zoek naar een land waar de mens nog mens is, waar geen macht is, geen geld, en waar seks niet gebruikt wordt om macht of aanzien mee te veroveren...maar gewoon een deel is van de Liefde. Maar hoe ik ook zoek... waar men het probeerde bleek het te mislukken omdat de mens blijkbaar niet zonder leiding kan, niet zonder seks als genot kan, en niet zonder aanzien des persoons kan.
Is het echt zo moeilijk om dat te overstijgen, en dat achter zich te laten?
Blijkbaar wel.
Blijkbaar kunnen we niet zonder kerken, zonder macht, zonder politiek, zonder seks en genot omwille van het genot, zonder bezit...
We hebben het van geen vreemden !
Als er ooit een bewijs moet worden geleverd dat we van de apen afstammen, dat is er eentje ! Kijk maar naar de machtsverhoudingen en machtsspelletjes in een groep apen, kijk maar hoe ze elkaars territorium willen veroveren...
We hangen dus nog steeds heel erg vast aan het dier in ons...
Hoezeer we ons ook beroemen op onze kunst in het denken.
djudedju
tot de volgende ?
Regelmatig moet ik terug naar helemaal achteraan in het boek duiken, om de verklarende woordenlijst te raadplegen. En dan nog... Dan zie ik niet hoe Dharma in de context van wat ik lees overeenkomt met de uitleg van Dharma in de woordenlijst.
Ik ga me dus niet wagen aan uitleg. Je moet zelf maar eens gaan zoeken, misschien ben je wel véél verstandiger dan ik ben. (Veel kans !)
Maar ook de woorden van Boeddha zijn slechts een hele tijd na zijn overlijden genoteerd... Ik geef toe dat men in die tijd gewoon was om zaken van buiten te leren, en oraal door te geven aan de volgende generatie, maar geef toe, hoe meer tijd er over gaat, hoe groter de kans is dat er vervormingen van de oorspronkelijke teksten en ideeën zijn ontstaan, die dan vereeuwigd worden in het geschrevene. Ook in het Boeddhisme hebben we te maken met heel wat vertalingen, en van sommige teksten bestaan alleen nog de vertalingen, de oorspronkelijke tekst is zoek.
Dat lijkt heel sterk op de teksten die men gebruikt in het Christendom, waar ik me al een hele tijd dezelfde bedenkingen over maak.
Minder het geval bij de Islam, want daar is de grondtekst verplicht in de oorspronkelijke taal te lezen, alle vertalingen zijn dus niet "rechtsgeldig". Maar ook die tekst is niet geschreven door Mohammed zelf...
Ik heb nu al heel wat godsdiensten bekeken, zo mogelijk gelezen... Sommige volledig, andere gedeeltelijk, sommige alleen vanuit studies, andere vanuit de kerken zelf.
En allemaal vind ik ze heel mooi, heel boeiend, en heel goed gefundeerd.
En allemaal vind ik dat je ze eigenlijk best kunt samenvatten in enkele zinnen.
En altijd kom ik weer tot dezelfde samenvatting: Eerbied voor God (soms gebruikt men Liefde tot God), en je evenmens behandelen zoals je zelf wilt behandeld worden.
Om dat ideaal te bereiken hebben ze allemaal hele rituelen opgericht, waarvan ik soms vermoed dat er heel wat inbreng uit latere tijdstippen stamt. En die rituelen verschillen, maar het doel is dus uiteindelijk gelijk.
Eigenlijk lijkt me dat een bijna ideale situatie, er zijn zoveel soorten, dat er keuze te over is, om voor jezelf uit te maken in welke rituelen jij je het best terugvindt...
En eigenlijk zou dus iedere kerk moeten openstaan voor "de kerken", want het doel is uiteindelijk hetzelfde.
Maar iedere kerk lijkt wel uitgegroeid tot een machtscentrum, in de meeste gevallen zelfs gesplitst in meerdere machtscentra, die elkaar niet gunnen.
Je kunt stellen dat iedere godsdienst des mensen is, en door de mens wordt verdiemeliert, of... dat hoe Goddelijk de oorsprong ook is, de mens het toch weet te verprutsen.
We hebben zelfs godsdiensten zonder God... Neem nu als voorbeeld het Communisme, maar je kunt er nog andere filosofieën zetten... Maar ook daar zien we dat tussen de tekst en de praktijk een leider of een leiding zit, die de macht naar zich toetrekt, en in feite net hetzelfde doet als we zien in die kerken met een of meerdere Goden...
(Er is zelfs een gelijkenis met de manier waarop ons landje nu gesplitst wordt, allemaal maar met één doel: macht voor de regering, en desnoods voor de regeringen...)
Kortom, ons vader had gelijk en heeft nog steeds gelijk ! De wereld wordt geregeerd door de 3 G's ! God, Geld en Gat ... Godsdienst, Macht en seks.
Ik ben op zoek naar een land waar de mens nog mens is, waar geen macht is, geen geld, en waar seks niet gebruikt wordt om macht of aanzien mee te veroveren...maar gewoon een deel is van de Liefde. Maar hoe ik ook zoek... waar men het probeerde bleek het te mislukken omdat de mens blijkbaar niet zonder leiding kan, niet zonder seks als genot kan, en niet zonder aanzien des persoons kan.
Is het echt zo moeilijk om dat te overstijgen, en dat achter zich te laten?
Blijkbaar wel.
Blijkbaar kunnen we niet zonder kerken, zonder macht, zonder politiek, zonder seks en genot omwille van het genot, zonder bezit...
We hebben het van geen vreemden !
Als er ooit een bewijs moet worden geleverd dat we van de apen afstammen, dat is er eentje ! Kijk maar naar de machtsverhoudingen en machtsspelletjes in een groep apen, kijk maar hoe ze elkaars territorium willen veroveren...
We hangen dus nog steeds heel erg vast aan het dier in ons...
Hoezeer we ons ook beroemen op onze kunst in het denken.
djudedju
tot de volgende ?
maandag, februari 24, 2014
Pandapolitiek
Wellicht is er geen enkel ander land dat van panda's een politiek item weet te maken, maar wij, wij kunnen dat !
Eerst was er heisa omdat de panda's naar Pairi Daiza gaan (In Wallonië) en niet naar de Zoo (In Antwerpen, dat is (nog belangrijker dan) Vlaanderen). En nu is er heisa omdat men voor de panda's een politie-escorte heeft voorzien.
De panda's zelf trekken zich van al die zever niets aan, en gaan naar hun nieuwe en prachtige verblijf.
Oh ja, Pairi Daiza ligt hier heel dicht bij... Want zowel Vlaanderen als Wallonië zijn maar een zakdoek groot, en samen hooguit een voorschoot... In het Vlaamse Geraardsbergen ben je op een boogscheut van Pairi Daiza... (Wij hebben hier wel fameuze boogschutters).
Maar enfin, er zitten nu ook panda's in een Belgische dierentuin, en men heeft maatregelen genomen opdat er niet meer dan 18.000 mensen tegelijk zouden binnen kunnen in de dierentuin, teneinde het een beetje rustig te houden (!!!!).
Pairi Daiza is een prachtige dierentuin, in een prachtig terrein, ook zonder die panda's het bezoek meer dan waard. En ik vind dat een dierentuin heel belangrijk is geworden in onze vervuilde wereld. Want, hoe we het ook bekijken, dierentuinen zijn momenteel heel belangrijk om bepaalde dierensoorten in stand te houden. Met andere woorden, mochten er geen dierentuinen zijn, dan waren er wellicht nog meer dieren uitgestorven dan nu reeds het geval is. Zonder beschermingsmaatregelen en gerichte kweek, waren de panda's wellicht ook al piepedada...
Men heeft van die panda HET symbool gemaakt van de dierenbescherming. Dat is geen toeval, op een of andere manier vindt iedereen de panda een knuffelbeest (al zou ik het niet aanraden het te proberen !).
En dus behoor ik tot de massa mensen die nogal ambivalent staan tegenover dierentuinen... Aan de ene kant vind ik het tof ook die dieren eens echt te kunnen zien, en vind ik het grandioos dat we ook nog eens aan het voortbestaan werken van de soorten, aan de andere kant vind ik het sneu dat ze die beestjes "achter tralies" zetten...
Maar ik heb hier ook zelf een parkiet en een kanariepietje zitten... Ik weet wel dat dit dieren zijn, die je met de beste wil van de wereld niet meer in het wild kunt loslaten, maar ik heb dan toch maar gezorgd dat mijn kanariepiet in een grote kooi zit, waarin hij toch iets kan vliegen, en hetzelfde voor mijn parkietje. (Ook al vertikt een parkiet te vliegen als hij er ook heen kan klauteren)...
En gek genoeg bezorg ik mijn beestjes een veel langer en gezonder leven dan zijn verre neefjes en nichtjes in de natuur. We kunnen onze wilde Europese kanarie nemen als voorbeeld. In het wild wordt zo'n beestje hooguit 4 jaar oud... In de kooi bij mij kan het zelfs tot 15 jaar worden (al is het dan wel een tjok-oud beestje)... Dat komt omdat het beestje hier steeds op een goede temperatuur zit, steeds eten en drinken heeft, bijtijds een snoepje en vitamientjes krijgt... In het wild heeft het al eens honger, slaat zijn hartje soms al eens veel te vlug als hij een kat of een havik moet ontvluchten, heeft het al eens grote dorst, zit het soms te bibberen van de kou in de wintermaanden, moet het soms kilometers ver gaan zoeken achter eten, moet het instaan voor het fourageren van ook nog eens een bende hongerige jongen... (Ik begin te beseffen waarom wij geen 900 jaar meer worden, zoals in de tijd van Methusalem)...
Maar je ziet het, ook objectief bekijkend blijf ik ambivalent staan tegenover dat diertje in een kooi.
Het diertje zelf lijkt geen problemen te hebben, en zit vrolijk te fluiten in zijn kooitje.
Die panda's zullen wellicht ook geen problemen hebben in hun verblijf... Wie weet lukt men er ook nog in hen te laten kweken, en werken wij hier ook mee aan de instandhouding van de soort... Ook al is dat voor ons héél duur. Aan bamboe alleen betalen we ons blauw om dat eten hier te krijgen in een frisse staat... Want het bamboe dat zij eten kweekt hier niet...
Er is nog iets waardoor ik twijfel aan heel die heisa... Je weet dat ik mijn bedenkingen heb bij het instandhouden van de natuur... Ik ben een groot voorstander van de natuur, ik ben heel bezorgd over ons leefmilieu, maar ik vraag me af, of het conserveren van een stuk natuur iets natuurlijks is ? Kun je nog spreken van een natuurlijk heidelandschap, als je voortdurend kunst- en vliegwerk moet verrichten om de heide in die staat te houden? Je kunt echt niet meer gaan oreren dat dit natuurlijk is !
Natuurlijk vind ik de heide mooi! Maar dat is een gans andere vraag dan natuurbescherming !
Ach, ik maak het wellicht veel te moeilijk voor mezelf en voor dat beetje groen dat we nog hebben...
't Zal wel aan mij liggen...
ik denk te veel.
djudedju
tot de volgende ?
Eerst was er heisa omdat de panda's naar Pairi Daiza gaan (In Wallonië) en niet naar de Zoo (In Antwerpen, dat is (nog belangrijker dan) Vlaanderen). En nu is er heisa omdat men voor de panda's een politie-escorte heeft voorzien.
De panda's zelf trekken zich van al die zever niets aan, en gaan naar hun nieuwe en prachtige verblijf.
Oh ja, Pairi Daiza ligt hier heel dicht bij... Want zowel Vlaanderen als Wallonië zijn maar een zakdoek groot, en samen hooguit een voorschoot... In het Vlaamse Geraardsbergen ben je op een boogscheut van Pairi Daiza... (Wij hebben hier wel fameuze boogschutters).
Maar enfin, er zitten nu ook panda's in een Belgische dierentuin, en men heeft maatregelen genomen opdat er niet meer dan 18.000 mensen tegelijk zouden binnen kunnen in de dierentuin, teneinde het een beetje rustig te houden (!!!!).
Pairi Daiza is een prachtige dierentuin, in een prachtig terrein, ook zonder die panda's het bezoek meer dan waard. En ik vind dat een dierentuin heel belangrijk is geworden in onze vervuilde wereld. Want, hoe we het ook bekijken, dierentuinen zijn momenteel heel belangrijk om bepaalde dierensoorten in stand te houden. Met andere woorden, mochten er geen dierentuinen zijn, dan waren er wellicht nog meer dieren uitgestorven dan nu reeds het geval is. Zonder beschermingsmaatregelen en gerichte kweek, waren de panda's wellicht ook al piepedada...
Men heeft van die panda HET symbool gemaakt van de dierenbescherming. Dat is geen toeval, op een of andere manier vindt iedereen de panda een knuffelbeest (al zou ik het niet aanraden het te proberen !).
En dus behoor ik tot de massa mensen die nogal ambivalent staan tegenover dierentuinen... Aan de ene kant vind ik het tof ook die dieren eens echt te kunnen zien, en vind ik het grandioos dat we ook nog eens aan het voortbestaan werken van de soorten, aan de andere kant vind ik het sneu dat ze die beestjes "achter tralies" zetten...
Maar ik heb hier ook zelf een parkiet en een kanariepietje zitten... Ik weet wel dat dit dieren zijn, die je met de beste wil van de wereld niet meer in het wild kunt loslaten, maar ik heb dan toch maar gezorgd dat mijn kanariepiet in een grote kooi zit, waarin hij toch iets kan vliegen, en hetzelfde voor mijn parkietje. (Ook al vertikt een parkiet te vliegen als hij er ook heen kan klauteren)...
En gek genoeg bezorg ik mijn beestjes een veel langer en gezonder leven dan zijn verre neefjes en nichtjes in de natuur. We kunnen onze wilde Europese kanarie nemen als voorbeeld. In het wild wordt zo'n beestje hooguit 4 jaar oud... In de kooi bij mij kan het zelfs tot 15 jaar worden (al is het dan wel een tjok-oud beestje)... Dat komt omdat het beestje hier steeds op een goede temperatuur zit, steeds eten en drinken heeft, bijtijds een snoepje en vitamientjes krijgt... In het wild heeft het al eens honger, slaat zijn hartje soms al eens veel te vlug als hij een kat of een havik moet ontvluchten, heeft het al eens grote dorst, zit het soms te bibberen van de kou in de wintermaanden, moet het soms kilometers ver gaan zoeken achter eten, moet het instaan voor het fourageren van ook nog eens een bende hongerige jongen... (Ik begin te beseffen waarom wij geen 900 jaar meer worden, zoals in de tijd van Methusalem)...
Maar je ziet het, ook objectief bekijkend blijf ik ambivalent staan tegenover dat diertje in een kooi.
Het diertje zelf lijkt geen problemen te hebben, en zit vrolijk te fluiten in zijn kooitje.
Die panda's zullen wellicht ook geen problemen hebben in hun verblijf... Wie weet lukt men er ook nog in hen te laten kweken, en werken wij hier ook mee aan de instandhouding van de soort... Ook al is dat voor ons héél duur. Aan bamboe alleen betalen we ons blauw om dat eten hier te krijgen in een frisse staat... Want het bamboe dat zij eten kweekt hier niet...
Er is nog iets waardoor ik twijfel aan heel die heisa... Je weet dat ik mijn bedenkingen heb bij het instandhouden van de natuur... Ik ben een groot voorstander van de natuur, ik ben heel bezorgd over ons leefmilieu, maar ik vraag me af, of het conserveren van een stuk natuur iets natuurlijks is ? Kun je nog spreken van een natuurlijk heidelandschap, als je voortdurend kunst- en vliegwerk moet verrichten om de heide in die staat te houden? Je kunt echt niet meer gaan oreren dat dit natuurlijk is !
Natuurlijk vind ik de heide mooi! Maar dat is een gans andere vraag dan natuurbescherming !
Ach, ik maak het wellicht veel te moeilijk voor mezelf en voor dat beetje groen dat we nog hebben...
't Zal wel aan mij liggen...
ik denk te veel.
djudedju
tot de volgende ?
vrijdag, februari 21, 2014
Als ik de crocus kus...
hangen mijn lippen vol stuifmeel...
Maar hier in de streek zou je dit zinnetje korter kunnen maken:
Als ik De Croo kus, dan wordt ik misselijk.
... en is er zeker geen sprake van bestuiving.
Maar ik heb ooit geschreven dat ik me niet meer zou bezondigen aan schrijven over politiek of politici... Maar in ons apenlandje is dit bijna onmogelijk.
Laatst las ik weer zo'n dooddoener: (over politici) "Jaja, er deugt er geen één, maar je kunt nu eenmaal niet zonder...
Wie beweert dat eigenlijk? En op wat is dat gebaseerd ?
Om dat antwoord te vinden, moeten we terug naar de oorsprong van het idee "democratie", waarbij men tot een systeem wil komen, waarbij de bevolking het beleid bepaalt, door het uitbrengen van een stem. Omdat dit voor een gans land heel moeilijk verwezenlijkbaar is, heeft men een systeem in het leven geroepen, waarbij men per deel van de bevolking zijn vertegenwoordigers zou kiezen, en die zouden dan, als volmachtdrager van uw eigen visie, het beleid mede bepalen. Niet helemaal gelijk aan het begrip democratie, maar het ligt er schijnbaar toch behoorlijk dicht bij.
Maar dan kwamen de politieke partijen zich moeien met het systeem. In schijn lijkt alles nog min of meer aan het oorspronkelijke doel te beantwoorden, maar in werkelijkheid is dat helemaal iets anders ! Stel, je hebt een Christelijke achtergrond, gelooft in die waarden, en je zoekt dan ook je heil bij die Christelijke partij (je kunt dit voor jezelf gerust vervangen door liberaal of socialistisch of wat dan ook). Je zoekt op de kandidaten van de lijst van uw keuze naar een man of vrouw, die ongeveer denkt zoals jij denkt, en spreekt zoals jij spreekt en staat voor wat jij staat... En die figuur geef je je stem.
Er zit een heel dikke kans in dat die man of vrouw op een onverkiesbare plaats staat, en dat je stem dus verloren is, vanuit uw standpunt gezien, maar men neemt uw stem dan maar mee in het systeem als partij... en dus voor een of andere andere figuur, die misschien helemaal niet uw idee voorstaat !
Maar laat ons optimistisch zijn, en denken dat uw kandidaat wel wordt gestemd, of dat er voldoende gelijkenis van idee zit bij diegenen die wel verkozen zijn...
Oef, je hebt het idee dat de democratie, althans voor u en uw ideeëngoed, gewaarborgd is...
Maar herinner u een zinnetje hier iets hoger...Men brengt zijn stem uit in deeltjes van de bevolking... Dus uiteindelijk komen al die deeltjes bij elkaar, worden opgeteld, en daaruit blijkt dat "uw" en de andere partijen nogal wat moesten schuiven om de kandidaten "eerlijk" (?) te verdelen. Ze halen er zelfs een deel kandidaten bij uit het nergens, en noemen dit coöpteren...
Hier gaat dus al duidelijk iets aan het rammelen. Maar we maken ons nog niet echt ongerust, want de partij waar ik voor stemde vertegenwoordigt toch min of meer de lijn die ik ook voorsta...
En dan begint de regeringsvorming (of het nu over een gemeenteraad, provinciaal bestuur, federale of welke verkiezing dan ook gaat, men vormt een regering, een ploeg die het bewind zal voeren...)
Meestal moet men dan, om in de beleidsgroep te geraken, een akkoord sluiten met een andere partij (die helemaal niet uw keuze is ! Om tot een akkoord te komen, moeten beide partijen een beetje toegeven aan elkaar, en al is dat helemaal niet uw idee meer, men maakt een soepje waarin ieder partij zich kan "vinden"... Dat vinden moet je met een hele vracht zout nemen, want soms vind je dan helemaal niets meer terug van jou idee... En voor iedere beslissing moet er telkens weer overleg zijn tussen de coalitiepartners, met het gevolg dat iedere beslissing in feite veeleer een mengelmoesje is, dan wel een zuivere lijn.
In de praktijk wil dat zeggen dat er hier voor niemand nog sprake is van democratie !
Stel dat er een coalitie is van liberaal met CD&V... Je zult de liberale lijn niet meer herkennen, want zij moeten voortdurend toegeven aan de druk van de CD&V, en je zult ook niets terug vinden van de CD&V, want zij worden onder druk gezet door de liberalen.
Sommigen hebben het lef dat net democratie te noemen !
Laat ons weer eens naar het startpunt gaan... Democratie is dat iedere burger zijn stem kan uitbrengen over een bepaald te nemen beslissing. Punt. Daar zal dus altijd en meteen een duidelijk standpunt genomen worden door de meerderheid. Punt. Geen gesjoemel, geen afzwakking, geen mengelmoesje.
Dat is democratie.
En dan heb ik nog niet eens gesproken over de partijdiscipline, die niet alleen dient om tot een vergelijk te kunnen komen met de coalitiepartner(s), maar ook om de wil door te drukken van de machthebbers in de partij. En die zijn er in iedere partij.
En meestal zijn een groot deel van de kandidaten en de leden van een politieke partij zich helemaal niet bewust van de agenda van die grote manitoe's ! Meer zelfs, de meesten van de kandidaten weten zelfs niet echt waar hun partij voor staat. Als je de statuten van de partij leest, en dat toetst aan wat de doorsnee kandidaat denkt wat hij vertegenwoordigt, dan schrik je wel even ! Ze weten niet eens wat er in die statuten staat !
Een mens zou denken dat dit niet kan, maar dat is de werkelijkheid !
Zelfs mensen die aanwezig zijn op een congres en daar stemmen over het beleid van de partij, kennen de statuten die als grondslag dienen om dit congres te funderen, helemaal niet.
Doe de proef, op dit internet kun je van heel wat partijen de statuten lezen (die zijn immers openbaar !), doe dit en vraag dan eens aan "uw" politieker wat zijn standpunt is over die kwestie, zonder te zeggen dat dit in de statuten staat... Je zult lachen !!!
Jammer, maar waar, wij hebben geen democratie meer !
En ook geen bekwame mensen aan het beleid.
djudedju
tot de volgende ?
Maar hier in de streek zou je dit zinnetje korter kunnen maken:
Als ik De Croo kus, dan wordt ik misselijk.
... en is er zeker geen sprake van bestuiving.
Maar ik heb ooit geschreven dat ik me niet meer zou bezondigen aan schrijven over politiek of politici... Maar in ons apenlandje is dit bijna onmogelijk.
Laatst las ik weer zo'n dooddoener: (over politici) "Jaja, er deugt er geen één, maar je kunt nu eenmaal niet zonder...
Wie beweert dat eigenlijk? En op wat is dat gebaseerd ?
Om dat antwoord te vinden, moeten we terug naar de oorsprong van het idee "democratie", waarbij men tot een systeem wil komen, waarbij de bevolking het beleid bepaalt, door het uitbrengen van een stem. Omdat dit voor een gans land heel moeilijk verwezenlijkbaar is, heeft men een systeem in het leven geroepen, waarbij men per deel van de bevolking zijn vertegenwoordigers zou kiezen, en die zouden dan, als volmachtdrager van uw eigen visie, het beleid mede bepalen. Niet helemaal gelijk aan het begrip democratie, maar het ligt er schijnbaar toch behoorlijk dicht bij.
Maar dan kwamen de politieke partijen zich moeien met het systeem. In schijn lijkt alles nog min of meer aan het oorspronkelijke doel te beantwoorden, maar in werkelijkheid is dat helemaal iets anders ! Stel, je hebt een Christelijke achtergrond, gelooft in die waarden, en je zoekt dan ook je heil bij die Christelijke partij (je kunt dit voor jezelf gerust vervangen door liberaal of socialistisch of wat dan ook). Je zoekt op de kandidaten van de lijst van uw keuze naar een man of vrouw, die ongeveer denkt zoals jij denkt, en spreekt zoals jij spreekt en staat voor wat jij staat... En die figuur geef je je stem.
Er zit een heel dikke kans in dat die man of vrouw op een onverkiesbare plaats staat, en dat je stem dus verloren is, vanuit uw standpunt gezien, maar men neemt uw stem dan maar mee in het systeem als partij... en dus voor een of andere andere figuur, die misschien helemaal niet uw idee voorstaat !
Maar laat ons optimistisch zijn, en denken dat uw kandidaat wel wordt gestemd, of dat er voldoende gelijkenis van idee zit bij diegenen die wel verkozen zijn...
Oef, je hebt het idee dat de democratie, althans voor u en uw ideeëngoed, gewaarborgd is...
Maar herinner u een zinnetje hier iets hoger...Men brengt zijn stem uit in deeltjes van de bevolking... Dus uiteindelijk komen al die deeltjes bij elkaar, worden opgeteld, en daaruit blijkt dat "uw" en de andere partijen nogal wat moesten schuiven om de kandidaten "eerlijk" (?) te verdelen. Ze halen er zelfs een deel kandidaten bij uit het nergens, en noemen dit coöpteren...
Hier gaat dus al duidelijk iets aan het rammelen. Maar we maken ons nog niet echt ongerust, want de partij waar ik voor stemde vertegenwoordigt toch min of meer de lijn die ik ook voorsta...
En dan begint de regeringsvorming (of het nu over een gemeenteraad, provinciaal bestuur, federale of welke verkiezing dan ook gaat, men vormt een regering, een ploeg die het bewind zal voeren...)
Meestal moet men dan, om in de beleidsgroep te geraken, een akkoord sluiten met een andere partij (die helemaal niet uw keuze is ! Om tot een akkoord te komen, moeten beide partijen een beetje toegeven aan elkaar, en al is dat helemaal niet uw idee meer, men maakt een soepje waarin ieder partij zich kan "vinden"... Dat vinden moet je met een hele vracht zout nemen, want soms vind je dan helemaal niets meer terug van jou idee... En voor iedere beslissing moet er telkens weer overleg zijn tussen de coalitiepartners, met het gevolg dat iedere beslissing in feite veeleer een mengelmoesje is, dan wel een zuivere lijn.
In de praktijk wil dat zeggen dat er hier voor niemand nog sprake is van democratie !
Stel dat er een coalitie is van liberaal met CD&V... Je zult de liberale lijn niet meer herkennen, want zij moeten voortdurend toegeven aan de druk van de CD&V, en je zult ook niets terug vinden van de CD&V, want zij worden onder druk gezet door de liberalen.
Sommigen hebben het lef dat net democratie te noemen !
Laat ons weer eens naar het startpunt gaan... Democratie is dat iedere burger zijn stem kan uitbrengen over een bepaald te nemen beslissing. Punt. Daar zal dus altijd en meteen een duidelijk standpunt genomen worden door de meerderheid. Punt. Geen gesjoemel, geen afzwakking, geen mengelmoesje.
Dat is democratie.
En dan heb ik nog niet eens gesproken over de partijdiscipline, die niet alleen dient om tot een vergelijk te kunnen komen met de coalitiepartner(s), maar ook om de wil door te drukken van de machthebbers in de partij. En die zijn er in iedere partij.
En meestal zijn een groot deel van de kandidaten en de leden van een politieke partij zich helemaal niet bewust van de agenda van die grote manitoe's ! Meer zelfs, de meesten van de kandidaten weten zelfs niet echt waar hun partij voor staat. Als je de statuten van de partij leest, en dat toetst aan wat de doorsnee kandidaat denkt wat hij vertegenwoordigt, dan schrik je wel even ! Ze weten niet eens wat er in die statuten staat !
Een mens zou denken dat dit niet kan, maar dat is de werkelijkheid !
Zelfs mensen die aanwezig zijn op een congres en daar stemmen over het beleid van de partij, kennen de statuten die als grondslag dienen om dit congres te funderen, helemaal niet.
Doe de proef, op dit internet kun je van heel wat partijen de statuten lezen (die zijn immers openbaar !), doe dit en vraag dan eens aan "uw" politieker wat zijn standpunt is over die kwestie, zonder te zeggen dat dit in de statuten staat... Je zult lachen !!!
Jammer, maar waar, wij hebben geen democratie meer !
En ook geen bekwame mensen aan het beleid.
djudedju
tot de volgende ?
donderdag, februari 20, 2014
De buurtpolitie (VTM)
Het gebeurt niet dikwijls, dat ik in mijn pen kruip om over een TV-programma te schrijvelen... Ik ben nu eenmaal geen TV-kijker. Terwijl mijn vrouw aan het kijken is, zit ik te computeren, of een boek te lezen... Nu en dan kijk ik dan eens op, als er ergens iets mijn oor treft. En nogal dikwijls moet ik dan uitleg vragen aan vrouwlief om het te kunnen plaatsen.
Maar naar de buurtpolitie kijk ik, als ik tijd heb en thuis ben.
Het is informatief en gebaseerd op echt gebeurde feiten (zegt men).
Bij de eerste afleveringen speelde de acteurs wat stuntelig, maar het werd steeds beter, en nu spelen ze het ronduit goed.
Iedere keer zit ik geboeid te kijken, veel meer naar de politieagenten dan naar het verhaal, want ik moet tot mijn spijt zeggen dat ik nog nooit zo'n volmaakte agenten op straat ben tegengekomen. Ze reageren steeds gepast, zijn beleefd, alert, treden doeltreffend op... Allemaal dingen die ik veelal mis in de werkelijkheid...
Politie is een mooi beroep. Het is een functie waarin men mensen kan helpen, waarin men kan zorgen voor een hogere veiligheid voor de medeburger, een functie die ergens deel uitmaakt van de ruggengraat van de maatschappij. Zo zou het toch moeten zijn.
Zo is het ook in de TV...
Helaas... zo is het meestal niet in de werkelijkheid.
Heel wat politiemensen lijken politie geworden, niet voor de dienstbaarheid, maar voor de macht.
Ze zijn niet de dienaar van de maatschappij, maar de beheerder.
Ik hoop dat er veel politiemensen kijken naar de TV, naar die reeks.
God, ik wil ze lang niet allemaal over dezelfde kam scheren, want ik ken enkele heel goede agenten, maar het is met agenten zoals met alles in de maatschappij, we spreken vooral over de uitwassen en niet over wat goed gaat.
Dat is tekenend voor onze maatschappij.
Je moet maar eens naar het nieuws kijken, luisteren, lezen. Je moet maar eens een tijdschrift open doen (doe ik alleen bij de kapper en in de wachtzaal van de dokter), om te zien hoe het lijkt of gans onze maatschappij één grote vuilnisbak is.
Hele bladzijden vol met echtscheidingen, echtelijke ruzies, moorden, diefstallen, overvallen en verkrachtingen, opstanden, oorlogen en rebellie...
... en geen enkel goed, normaal gebeuren.
Geen wonder dat heel wat mensen denken dat het zo moet zijn, dat dit de normale wereld is.
Als we een bericht horen, dan is het negatief.
De enige positieve berichten die we horen komen van politici die ons vertellen hoe goed ze het hebben gedaan, maar dat wordt meteen weer gecorrigeerd door de oppositie die ons komt uitleggen dat dit allemaal leugens zijn, en dat het eigenlijk nog nooit eerder zo slecht ging...
En als ik zit te kijken naar die flikken op TV, dan stel ik bij mezelf vast, dat ik ook vergiftigd ben door die manier van kijken op de wereld, en dat ik niet meer kan aannemen dat het ook een goed, degelijk kan afgewerkt worden... Dat er altijd ergens een reukje aan moet zijn.
Hoe lang is het al geleden dat je nog eens goede dingen hoorde vertellen over iemand?
Lang hé ?
Dat is toch niet normaal ?
Als je eens kijkt naar de dag van gisteren, was het dan echt zo dat je alleen met slechte mensen in contact kwam ? Of was het zo, dat alles heel kalm en heel normaal verliep, omdat het ging zoals het moet gaan? Omdat je heel de dag met eigenlijk goede mensen omging?
Oh nee, geen volmaakte, die bestaan wellicht niet, maar waar je mee omgaat, zonder dat je botst op slechte dingen. Waar je mee praat, mee samenwerkt op een vlotte manier.
Waar je niet heel de dag je moet ergeren.
Waarom doen de media dan alsof er niets anders is dan kwaad ?
Ik heb een grote bewondering voor het werk van een Moeder Theresa, maar ik las hele artikels over financieel gesjoemel... Kijk, dan denk ik: moet een goed mens dan meteen volmaakt zijn ? Mag er echt geen klein kantje aan zijn? En is het niet veel beter te praten over al dat goede, veeleer dan te vallen over een paar fouten? Het zouden dan best behoorlijk grote fouten mogen zijn, laat ons eens het goede laten primeren in de mens, in wat we vertellen van hem of haar...
En ook al doen we wellicht geen grote opvallende goede werken à la Moeder Theresa, er valt best iets goeds te vertellen van iedereen.
Laat ons dat eens doen.
Laat dat eens ons doel zijn voor de rest van de maand... Kijken naar het goede in de medemens.
Wedden dat het een leuke maand wordt ? Waarin je je goed voelt ?
tot de volgende ?
Maar naar de buurtpolitie kijk ik, als ik tijd heb en thuis ben.
Het is informatief en gebaseerd op echt gebeurde feiten (zegt men).
Bij de eerste afleveringen speelde de acteurs wat stuntelig, maar het werd steeds beter, en nu spelen ze het ronduit goed.
Iedere keer zit ik geboeid te kijken, veel meer naar de politieagenten dan naar het verhaal, want ik moet tot mijn spijt zeggen dat ik nog nooit zo'n volmaakte agenten op straat ben tegengekomen. Ze reageren steeds gepast, zijn beleefd, alert, treden doeltreffend op... Allemaal dingen die ik veelal mis in de werkelijkheid...
Politie is een mooi beroep. Het is een functie waarin men mensen kan helpen, waarin men kan zorgen voor een hogere veiligheid voor de medeburger, een functie die ergens deel uitmaakt van de ruggengraat van de maatschappij. Zo zou het toch moeten zijn.
Zo is het ook in de TV...
Helaas... zo is het meestal niet in de werkelijkheid.
Heel wat politiemensen lijken politie geworden, niet voor de dienstbaarheid, maar voor de macht.
Ze zijn niet de dienaar van de maatschappij, maar de beheerder.
Ik hoop dat er veel politiemensen kijken naar de TV, naar die reeks.
God, ik wil ze lang niet allemaal over dezelfde kam scheren, want ik ken enkele heel goede agenten, maar het is met agenten zoals met alles in de maatschappij, we spreken vooral over de uitwassen en niet over wat goed gaat.
Dat is tekenend voor onze maatschappij.
Je moet maar eens naar het nieuws kijken, luisteren, lezen. Je moet maar eens een tijdschrift open doen (doe ik alleen bij de kapper en in de wachtzaal van de dokter), om te zien hoe het lijkt of gans onze maatschappij één grote vuilnisbak is.
Hele bladzijden vol met echtscheidingen, echtelijke ruzies, moorden, diefstallen, overvallen en verkrachtingen, opstanden, oorlogen en rebellie...
... en geen enkel goed, normaal gebeuren.
Geen wonder dat heel wat mensen denken dat het zo moet zijn, dat dit de normale wereld is.
Als we een bericht horen, dan is het negatief.
De enige positieve berichten die we horen komen van politici die ons vertellen hoe goed ze het hebben gedaan, maar dat wordt meteen weer gecorrigeerd door de oppositie die ons komt uitleggen dat dit allemaal leugens zijn, en dat het eigenlijk nog nooit eerder zo slecht ging...
En als ik zit te kijken naar die flikken op TV, dan stel ik bij mezelf vast, dat ik ook vergiftigd ben door die manier van kijken op de wereld, en dat ik niet meer kan aannemen dat het ook een goed, degelijk kan afgewerkt worden... Dat er altijd ergens een reukje aan moet zijn.
Hoe lang is het al geleden dat je nog eens goede dingen hoorde vertellen over iemand?
Lang hé ?
Dat is toch niet normaal ?
Als je eens kijkt naar de dag van gisteren, was het dan echt zo dat je alleen met slechte mensen in contact kwam ? Of was het zo, dat alles heel kalm en heel normaal verliep, omdat het ging zoals het moet gaan? Omdat je heel de dag met eigenlijk goede mensen omging?
Oh nee, geen volmaakte, die bestaan wellicht niet, maar waar je mee omgaat, zonder dat je botst op slechte dingen. Waar je mee praat, mee samenwerkt op een vlotte manier.
Waar je niet heel de dag je moet ergeren.
Waarom doen de media dan alsof er niets anders is dan kwaad ?
Ik heb een grote bewondering voor het werk van een Moeder Theresa, maar ik las hele artikels over financieel gesjoemel... Kijk, dan denk ik: moet een goed mens dan meteen volmaakt zijn ? Mag er echt geen klein kantje aan zijn? En is het niet veel beter te praten over al dat goede, veeleer dan te vallen over een paar fouten? Het zouden dan best behoorlijk grote fouten mogen zijn, laat ons eens het goede laten primeren in de mens, in wat we vertellen van hem of haar...
En ook al doen we wellicht geen grote opvallende goede werken à la Moeder Theresa, er valt best iets goeds te vertellen van iedereen.
Laat ons dat eens doen.
Laat dat eens ons doel zijn voor de rest van de maand... Kijken naar het goede in de medemens.
Wedden dat het een leuke maand wordt ? Waarin je je goed voelt ?
tot de volgende ?
woensdag, februari 19, 2014
onwaarschijnlijk !
Ik weet niet, geachte lezer(es), maar je kunt wel ergens een foto van mij vinden, en dan zie je dat ik een lijvig, dik persoon ben...
Om eerlijk te zijn, ik heb daar complexen over. Ik kan er niets aan doen, ik eet echt niet te veel, drink geen alcohol, niet te veel gesuikerde dranken en ga zo maar nog een tijdje door. Maar toch ben ik gewoon dik.
Vannacht lag ik weer eens na te denken... Slapeloze nachten hebben ook hun nut weet je wel !
Een atoom schijnt volgens de wetenschap hoofdzakelijk te bestaan uit een lege ruimte, waarin een kern, daar draaien dan piepkleine satellietjes rond, en dat is het zo wat. Oh ja, er schijnen ook nog eens enkele nog veel kleinere partikeltjes aanwezig te zijn, waarvan ze er onlangs eentje hebben kunnen aantonen... Maar dus hoofdzakelijk: niets. Leegte. Ruimte.
Met andere woorden, is heel mijn postuur veeleer een illusie dan wel een werkelijkheid. Oef, dat klinkt al heel wat beter dan dik.
Het enige wat me ambeteert, dat is dat je niet de lege ruimte ziet, maar net al die piepkleine deeltjes. Ik vind het niet eerlijk (eierdopje op mijn hoofd schud mee met mijn hoofd). Ik zou het veel leuker vinden dat we, zeker in mijn geval, alleen een schemerige aanwezigheid zagen. Maar ja, daar we geen uitzonderingen kunnen maken, en als ik schemerig zou zijn, alles schemerig zou zijn, en ik dan wellicht een dikke schemer zou zijn, blijft het in feite hetzelfde.
Laat het dan maar zo.
Kijk maar zo tegen mij aan, maar weet, dat er achter mij een hele grote wereld zit, vol met heerlijke bloemen, mooie beelden, mooie tekeningen, mooie slanke mensen... Allemaal achter me. Dus blijf maar niet naar mij staan kijken, ga rond me, en bekijk heel dat stuk van de wereld dat je anders zoudt gemist hebben...
djudedju
Nee, dat is gekheid...
Ik heb er geen reuzegroot complex over (wel een heel kleintje, vooral te danken aan de vele periodes van drastische kuren van (nog) minder eten, en vele kilometers lopen per week...).
Ik ga dus niet zeggen dat dat dikke lijf me niets doet, maar ik lig er echt niet van wakker.
Dat ik wou dat ik slank was heeft tegenwoordig veel meer te maken met mijn rug en de belasting van dat gewicht op die rug.
Ik ben al zowat mijn ganse leven dik geweest... Ik ben het dus wel gewoon geworden.
Maar wat me wel interesseert, is dat bizarre feit over die atomen.
Iedere atoom is werkelijk vooral leegte, met een heleboel bewegende deeltjes er in.
Ik heb al eens eerder de bedenking gemaakt dat je dezelfde structuur ziet in de oneindige ruimte. Ieder zonnestelsel lijkt een sterk uitvergrote kopie van een atoom, incluis de bewegende deeltjes.
En dan zweef ik weer weg in mijn fantasie...
Als de atomen waar wij hier mee leven, nu eens werkelijk kleine zonnestelsels waren, dan zit er misschien ergens links in mijn lever een zonnestelsel die een kleine kopie is van ons zonnestelsel, en is er daar een planeetje bij, waar mensjes op wonen... Mensjes, die ontdekten dat heel hun wereld eigenlijk bestaat uit piepkleine onderdeeltjes, atoompjes... met nog kleine deeltjes die er rond draaien... Maar ieder atoompje is meer leegte dan massa... In feite lijken die atoompjes wonderwel op het heelal (die wij hier in onze wereld lever noemen)... En misschien, heel misschien, bedenkt er dan een mensje een gek idee, dat hun heelal eigenlijk heel goed lijkt op een boel atomen die rondzweven...
en als dit zo is, zouden er dan op de atomen in die lever-wereld ook weer piepkleine mensjes leven, die net de atomen hebben ontdekt...
Een verhaal dat lijkt op de wereld in tegenover elkaar gezette spiegels, waarin je telkens weer het spiegelbeeld ziet van het spiegelbeeld in een eindeloos lijkende rij, steeds kleiner, steeds verder weg en toch vlakbij...
En heb je er al eens over nagedacht, dat die atoombommen misschien hele universa naar de Filistijnen hielp ?
djudedju
Weet je, ik krijg steeds meer eerbied voor de wonderlijke wereld waarin we mogen leven...
Eerbied voor ieder stofje, ieder steentje, ieder beestje, ieder mens ...
Een heerlijk wonder
Ik kan wel ergens de evolutietheorie volgen, maar hoe is dat allereerste leven ontstaan? Toeval ? Ik geloof niet in toeval, zeker niet op een dergelijke schaal... Het zijn veel te veel toevalligheden opeen om nog toeval te kunnen zijn...
Ik noem het God.
... zelfs in een dik lijf als het mijne...
tommetoch !
tot de volgende ?
Om eerlijk te zijn, ik heb daar complexen over. Ik kan er niets aan doen, ik eet echt niet te veel, drink geen alcohol, niet te veel gesuikerde dranken en ga zo maar nog een tijdje door. Maar toch ben ik gewoon dik.
Vannacht lag ik weer eens na te denken... Slapeloze nachten hebben ook hun nut weet je wel !
Een atoom schijnt volgens de wetenschap hoofdzakelijk te bestaan uit een lege ruimte, waarin een kern, daar draaien dan piepkleine satellietjes rond, en dat is het zo wat. Oh ja, er schijnen ook nog eens enkele nog veel kleinere partikeltjes aanwezig te zijn, waarvan ze er onlangs eentje hebben kunnen aantonen... Maar dus hoofdzakelijk: niets. Leegte. Ruimte.
Met andere woorden, is heel mijn postuur veeleer een illusie dan wel een werkelijkheid. Oef, dat klinkt al heel wat beter dan dik.
Het enige wat me ambeteert, dat is dat je niet de lege ruimte ziet, maar net al die piepkleine deeltjes. Ik vind het niet eerlijk (eierdopje op mijn hoofd schud mee met mijn hoofd). Ik zou het veel leuker vinden dat we, zeker in mijn geval, alleen een schemerige aanwezigheid zagen. Maar ja, daar we geen uitzonderingen kunnen maken, en als ik schemerig zou zijn, alles schemerig zou zijn, en ik dan wellicht een dikke schemer zou zijn, blijft het in feite hetzelfde.
Laat het dan maar zo.
Kijk maar zo tegen mij aan, maar weet, dat er achter mij een hele grote wereld zit, vol met heerlijke bloemen, mooie beelden, mooie tekeningen, mooie slanke mensen... Allemaal achter me. Dus blijf maar niet naar mij staan kijken, ga rond me, en bekijk heel dat stuk van de wereld dat je anders zoudt gemist hebben...
djudedju
Nee, dat is gekheid...
Ik heb er geen reuzegroot complex over (wel een heel kleintje, vooral te danken aan de vele periodes van drastische kuren van (nog) minder eten, en vele kilometers lopen per week...).
Ik ga dus niet zeggen dat dat dikke lijf me niets doet, maar ik lig er echt niet van wakker.
Dat ik wou dat ik slank was heeft tegenwoordig veel meer te maken met mijn rug en de belasting van dat gewicht op die rug.
Ik ben al zowat mijn ganse leven dik geweest... Ik ben het dus wel gewoon geworden.
Maar wat me wel interesseert, is dat bizarre feit over die atomen.
Iedere atoom is werkelijk vooral leegte, met een heleboel bewegende deeltjes er in.
Ik heb al eens eerder de bedenking gemaakt dat je dezelfde structuur ziet in de oneindige ruimte. Ieder zonnestelsel lijkt een sterk uitvergrote kopie van een atoom, incluis de bewegende deeltjes.
En dan zweef ik weer weg in mijn fantasie...
Als de atomen waar wij hier mee leven, nu eens werkelijk kleine zonnestelsels waren, dan zit er misschien ergens links in mijn lever een zonnestelsel die een kleine kopie is van ons zonnestelsel, en is er daar een planeetje bij, waar mensjes op wonen... Mensjes, die ontdekten dat heel hun wereld eigenlijk bestaat uit piepkleine onderdeeltjes, atoompjes... met nog kleine deeltjes die er rond draaien... Maar ieder atoompje is meer leegte dan massa... In feite lijken die atoompjes wonderwel op het heelal (die wij hier in onze wereld lever noemen)... En misschien, heel misschien, bedenkt er dan een mensje een gek idee, dat hun heelal eigenlijk heel goed lijkt op een boel atomen die rondzweven...
en als dit zo is, zouden er dan op de atomen in die lever-wereld ook weer piepkleine mensjes leven, die net de atomen hebben ontdekt...
Een verhaal dat lijkt op de wereld in tegenover elkaar gezette spiegels, waarin je telkens weer het spiegelbeeld ziet van het spiegelbeeld in een eindeloos lijkende rij, steeds kleiner, steeds verder weg en toch vlakbij...
En heb je er al eens over nagedacht, dat die atoombommen misschien hele universa naar de Filistijnen hielp ?
djudedju
Weet je, ik krijg steeds meer eerbied voor de wonderlijke wereld waarin we mogen leven...
Eerbied voor ieder stofje, ieder steentje, ieder beestje, ieder mens ...
Een heerlijk wonder
Ik kan wel ergens de evolutietheorie volgen, maar hoe is dat allereerste leven ontstaan? Toeval ? Ik geloof niet in toeval, zeker niet op een dergelijke schaal... Het zijn veel te veel toevalligheden opeen om nog toeval te kunnen zijn...
Ik noem het God.
... zelfs in een dik lijf als het mijne...
tommetoch !
tot de volgende ?
dinsdag, februari 18, 2014
tot de n-de macht...
I have a Dream...
Maar wellicht hebben we allemaal wel een droom, of zelfs meerdere dromen... dus ben je wellicht helemaal niet nieuwsgierig naar de droom van anderen?
Toch zijn er dromen van anderen die invloed hebben op ons... Ik denk hierbij vooral op diegenen die dromen van macht en geld...
Ooit was er een man... noem hem Zoroaster, of Boeddha, of Christus, of Mohammed en wellicht nog een heleboel andere bevlogen mensen, die droomden van een wereld vol goedheid, vol rechtvaardigheid. De meesten koppelden dit aan een of meerdere Goden, een enkeling koppelde het gewoon aan het Leven op zich. Maar eigenlijk doet dat er allemaal niet toe.
Deze begeesterde figuren (vol van Geest), gaven aan de mensheid redenen om de goedheid boven alles te stellen.
En zij hadden succes !
Hun leer bleef door de eeuwen heen bewaard, hun woorden worden nog steeds geciteerd...
Men deed alles wat mogelijk was om hun leer goed te bewaren, en degelijk uit te dragen, en om dat zeker te maken, creëerde men een instelling. Laat het ons, bij het in onze cultuur best gekende begrip noemen: een Kerk. (Ik bedoel niet het gebouw, maar de instelling).
En kijk, die instellingen vergaarden steeds meer macht, steeds meer invloed, steeds meer rijkdom... en ze preekten nog wel de woorden van hun stichter, maar leefden het zelf niet echt meer na.
We leven nu in een tijd, waarin we zowat alles weten, of kunnen weten, en we zien alles wat we willen zien... Dus zien we ook de macht van diegenen die ons zachtaardigheid prediken... Zien we ook de predikers die het woord vervormen en oproepen tot haat, zien we ook de rijkdom en zien we ook de invloed en de macht... en geloven we niet zomaar meer wat ze prediken en alleen opleggen aan de anderen.
en toch...
Toch lijken mij de woorden, de ideeën, de gedachten van die bevlogen figuren, die profeten, die filosofen helemaal niet waardeloos. En het is niet omdat de machthebbers in de instellingen die hun woorden prediken, zelf de woorden niet toepassen, dat ze niet goed en juist zijn.
Een samenleving is immers slechts mogelijk als men komt tot samen leven. En dat samen, dat is met respect voor elkaar, met naastenliefde, met verdraagzaamheid, met eerbied voor elkaars mening en ideeën... Samen leven kan niet als we niet elkaar respecteren in doen en laten, in geloof en hoop.
De gedachten van die begeesterde mensen zijn van een ontzettend hoog niveau, bieden een antwoord op de moeilijkheid om samen te leven. Zij die de kerken leiden hebben veelal zelf de regels vergeten, en hebben gekozen voor macht, invloed, rijkdom...
Geen wonder dat, nu steeds meer mensen die macht en het misbruiken er van zien, ook denken dat de levensleer verkeerd is. Dat die levensleer er alleen is om het de leiders van die bewegingen makkelijk te maken om macht en rijkdom te vergaren.
Het is geen wonder dat in een moderne wereld, met toegang tot internet en zowat alle kennis van de mens, de moderne mens tot die conclusie komt.
En nu blijkt dat de wereld der mensen steeds killer wordt, steeds onverdraagzamer...
Het lijkt of men de richting kwijt is.
Het wegvallen van een "hogere" reden om mens te zijn met de mensen, lijkt de poort open te zetten tot steeds meer eenzaamheid, armoede (geestelijke én lichamelijke) en elkaar kwaad doen is geen kwaad meer.
We zien jonge mensen die voor the fun een ander in elkaar slaan, mensen die vluchten in de dromen van drugs en alcohol, mensen die denken dat er geen plezier mogelijk is zonder alcohol en/of drugs. Mensen die alleen nog willen genieten, en die het genot enkel en alleen als een lichamelijk gegeven zien.
Goed eten, goede seks, plezier hebben, geld hebben...
Ik kan het niet helpen, ik vind dat tekenen van armoede.
En iedere keer weer, als ik verkeer in die kleine kring(en) van mensen die nog iets doen voor een ander, die nog zieken gaan bezoeken, die nog luisteren naar elkaar, dan heb ik hoop dat nog niet alles is verloren.
En het plezier, de deugd die je hebt van dat echt samen leven, dat is veel intenser dan al de rest.
Laat de kennis over misbruiken, machtswellust, rijkdom je niet doen afwijken van de maatschappij als een levende gemeenschap, gemeenschap die alleen kan bestaan en blijven bestaan door met elkaar, voor elkaar en door elkaar te leven in eensgezindheid strevend naar welzijn voor allen. En dat kan gerust ook in een maatschappij van welvaart, maar toch primeert het welzijn !
Menslief, ik hou van je !
tot de volgende ?
Maar wellicht hebben we allemaal wel een droom, of zelfs meerdere dromen... dus ben je wellicht helemaal niet nieuwsgierig naar de droom van anderen?
Toch zijn er dromen van anderen die invloed hebben op ons... Ik denk hierbij vooral op diegenen die dromen van macht en geld...
Ooit was er een man... noem hem Zoroaster, of Boeddha, of Christus, of Mohammed en wellicht nog een heleboel andere bevlogen mensen, die droomden van een wereld vol goedheid, vol rechtvaardigheid. De meesten koppelden dit aan een of meerdere Goden, een enkeling koppelde het gewoon aan het Leven op zich. Maar eigenlijk doet dat er allemaal niet toe.
Deze begeesterde figuren (vol van Geest), gaven aan de mensheid redenen om de goedheid boven alles te stellen.
En zij hadden succes !
Hun leer bleef door de eeuwen heen bewaard, hun woorden worden nog steeds geciteerd...
Men deed alles wat mogelijk was om hun leer goed te bewaren, en degelijk uit te dragen, en om dat zeker te maken, creëerde men een instelling. Laat het ons, bij het in onze cultuur best gekende begrip noemen: een Kerk. (Ik bedoel niet het gebouw, maar de instelling).
En kijk, die instellingen vergaarden steeds meer macht, steeds meer invloed, steeds meer rijkdom... en ze preekten nog wel de woorden van hun stichter, maar leefden het zelf niet echt meer na.
We leven nu in een tijd, waarin we zowat alles weten, of kunnen weten, en we zien alles wat we willen zien... Dus zien we ook de macht van diegenen die ons zachtaardigheid prediken... Zien we ook de predikers die het woord vervormen en oproepen tot haat, zien we ook de rijkdom en zien we ook de invloed en de macht... en geloven we niet zomaar meer wat ze prediken en alleen opleggen aan de anderen.
en toch...
Toch lijken mij de woorden, de ideeën, de gedachten van die bevlogen figuren, die profeten, die filosofen helemaal niet waardeloos. En het is niet omdat de machthebbers in de instellingen die hun woorden prediken, zelf de woorden niet toepassen, dat ze niet goed en juist zijn.
Een samenleving is immers slechts mogelijk als men komt tot samen leven. En dat samen, dat is met respect voor elkaar, met naastenliefde, met verdraagzaamheid, met eerbied voor elkaars mening en ideeën... Samen leven kan niet als we niet elkaar respecteren in doen en laten, in geloof en hoop.
De gedachten van die begeesterde mensen zijn van een ontzettend hoog niveau, bieden een antwoord op de moeilijkheid om samen te leven. Zij die de kerken leiden hebben veelal zelf de regels vergeten, en hebben gekozen voor macht, invloed, rijkdom...
Geen wonder dat, nu steeds meer mensen die macht en het misbruiken er van zien, ook denken dat de levensleer verkeerd is. Dat die levensleer er alleen is om het de leiders van die bewegingen makkelijk te maken om macht en rijkdom te vergaren.
Het is geen wonder dat in een moderne wereld, met toegang tot internet en zowat alle kennis van de mens, de moderne mens tot die conclusie komt.
En nu blijkt dat de wereld der mensen steeds killer wordt, steeds onverdraagzamer...
Het lijkt of men de richting kwijt is.
Het wegvallen van een "hogere" reden om mens te zijn met de mensen, lijkt de poort open te zetten tot steeds meer eenzaamheid, armoede (geestelijke én lichamelijke) en elkaar kwaad doen is geen kwaad meer.
We zien jonge mensen die voor the fun een ander in elkaar slaan, mensen die vluchten in de dromen van drugs en alcohol, mensen die denken dat er geen plezier mogelijk is zonder alcohol en/of drugs. Mensen die alleen nog willen genieten, en die het genot enkel en alleen als een lichamelijk gegeven zien.
Goed eten, goede seks, plezier hebben, geld hebben...
Ik kan het niet helpen, ik vind dat tekenen van armoede.
En iedere keer weer, als ik verkeer in die kleine kring(en) van mensen die nog iets doen voor een ander, die nog zieken gaan bezoeken, die nog luisteren naar elkaar, dan heb ik hoop dat nog niet alles is verloren.
En het plezier, de deugd die je hebt van dat echt samen leven, dat is veel intenser dan al de rest.
Laat de kennis over misbruiken, machtswellust, rijkdom je niet doen afwijken van de maatschappij als een levende gemeenschap, gemeenschap die alleen kan bestaan en blijven bestaan door met elkaar, voor elkaar en door elkaar te leven in eensgezindheid strevend naar welzijn voor allen. En dat kan gerust ook in een maatschappij van welvaart, maar toch primeert het welzijn !
Menslief, ik hou van je !
tot de volgende ?
maandag, februari 17, 2014
één op vier !
Bij een alcoholcontrole stelde men maar liefst vast, dat één op vier onder invloed was !!!
Dit is een verschrikkelijk hoog cijfer!
Ik weet wel, dat lang niet iedereen die "onder invloed" is, ook werkelijk onder de invloed is, om het anders te stellen, lang niet iedereen zal dronken zijn geweest. Wellicht de meesten niet... En dat lijkt net het grote gevaar te zijn!
Onderzoek heeft immers uitgewezen, dat zelfs een kleine hoeveelheid alcohol invloed heeft op de manier van reageren... De logica zou dan uiteindelijk moeten zijn, dat men opteert voor de nultolerantie ! Maar er komt naar mijn oordeel nog veel meer bij kijken.
We stellen immers vast dat van alles en nog wat invloed heeft op het gedrag en op de reactiesnelheid van de bestuurder van een voertuig.
Het is terecht dat men de GSM en/of smartphone verbiedt tijdens het rijden, maar ook het instellen of bijstellen van de GPS en eigenlijk van alle toestellen hebben uiteindelijk datzelfde effect.
Ik kan me heel goed voorstellen dat een "ambetant" kind op de achterbank (of het nu "ne bleiter" of een kind betreft die heel de tijd blijft vragen stellen, of die het stilzitten als een onmogelijke opdracht bekijkt)..., het is van invloed op het gedrag van de bestuurder, en dus op zijn rijgedrag.
Met andere woorden, idealiter zou een bestuurder moeten afgescheiden zijn van de rest van de wereld, zodat hij enkel en alleen bezig moet zijn met zijn taak: het besturen van een voertuig.
Als we het aldus zouden bekijken, dan zou de bestuurder van een vrachtwagen, voor zo ver hij niet heeft gedronken, niet bezig is met zijn telefoon of met de gps, eigenlijk de volmaakte bestuurder moeten zijn...
Laatst reed ik op de E17, en voor me zag ik een vrachtwagen voortdurend -weliswaar min of meer op zijn eigen rijvak - heen en weer zwaaien... Ik besloot hem maar, voor de veiligheid, voorbij te rijden. Anny keek eens goed naar de chauffeur in kwestie, en zei vol verbazing en woede "Hij zit potverdorie zijn gazet te lezen !"
Dus in het rijtje van afleidingen moeten we de meest onwaarschijnlijke items ook opsommen, zoals daar zijn de krant, weekbladen, boeken en dergelijke.
Ik wil hier de invloed van alcohol en drugs niet minimaliseren, maar ik wil de mensheid er op wijzen, dat er veel meer is dan alleen maar alcohol en/of drugs...
Ik wil er de chauffeur op wijzen, dat het besturen van een voertuig een taak is met verschrikkelijk veel verantwoordelijkheden. Je hebt niet alleen een kapitaal in handen, je hebt ook een wapen, een moordtuig in handen.
Zelfs al let je goed op, ben je echt een bestuurder die zich bewust is van alle risico's en pas je daar je gedrag aan aan, dan nog kun je verrast worden. Er kan altijd een kind of een dier voor je wielen de baan op komen rennen. Je reactie kan te traag zijn of verkeerd, waardoor je anderen in gevaar brengt, of zelfs doodt...
Kortom, autorijden is een gevaarlijk iets...
En toch denken we daar bijna nooit aan !
We stappen achter het stuur, en gaan rijden aan snelheden die een heel stuk hoger liggen dan de snelheid waar we als mens toe bekwaam zijn. De snelste lopers halen op een korte afstand maar iets meer dan 36 km/uur... En wij rijden 120 km:uur op de snelweg, en vinden 50 km per uur in de stad verschrikkelijk traag !
Hoe ouder ik word, hoe meer ik me bewust ben van al die gevaren, en hoe voorzichtiger ik ga rijden. Ik behoor dan ook tot wat mijn zoon geringschattend noemt: "'t Is weer een oude op de baan", telkens hij iemand ziet die trager rijdt dan het toegelatene, of die extreem voorzichtig is bij het kruisen van een weg.
Ja, ik ben dan maar een van die ouderen... en ik wenste dat iedereen een beetje meer op die manier zou gaan rijden, er op denkend dat we eigenlijk veel sneller bewegen dan dat waar we voor gebouwd zijn.
Nee, ik ben niet tegen de vooruitgang, integendeel... Maar het is niet goed als we ons niet bewust zijn van het gevaar van snelheid en het gewicht van het voertuig.
Dus pleit ik er voor dat ieder bestuurder niet alleen een opleiding zou moeten krijgen om te leren rijden, maar ook lessen over de impact van een rijdend voertuig op een stilstaand object.
Zoals ik iemand die werkt in een instituut waar ze verslaafden verzorgen hoorde zeggen dat eigenlijk iedere school op bezoek zou moeten gaan naar een dergelijke instelling, om te zien wat verdovende middelen doen met een mens, zou men iedere nieuwe bestuurder moeten tonen welk moordwapen een auto is...
Dan zouden er wellicht een heel pak minder zijn die drinken en rijden, drugs gebruiken en rijden, telefoneren en rijden, bezig zijn met de kinderen en rijden... en ga zo maar door...
En denk er aan: Je hebt pas echte lol, zonder alcohol !
tot de volgende ?
Dit is een verschrikkelijk hoog cijfer!
Ik weet wel, dat lang niet iedereen die "onder invloed" is, ook werkelijk onder de invloed is, om het anders te stellen, lang niet iedereen zal dronken zijn geweest. Wellicht de meesten niet... En dat lijkt net het grote gevaar te zijn!
Onderzoek heeft immers uitgewezen, dat zelfs een kleine hoeveelheid alcohol invloed heeft op de manier van reageren... De logica zou dan uiteindelijk moeten zijn, dat men opteert voor de nultolerantie ! Maar er komt naar mijn oordeel nog veel meer bij kijken.
We stellen immers vast dat van alles en nog wat invloed heeft op het gedrag en op de reactiesnelheid van de bestuurder van een voertuig.
Het is terecht dat men de GSM en/of smartphone verbiedt tijdens het rijden, maar ook het instellen of bijstellen van de GPS en eigenlijk van alle toestellen hebben uiteindelijk datzelfde effect.
Ik kan me heel goed voorstellen dat een "ambetant" kind op de achterbank (of het nu "ne bleiter" of een kind betreft die heel de tijd blijft vragen stellen, of die het stilzitten als een onmogelijke opdracht bekijkt)..., het is van invloed op het gedrag van de bestuurder, en dus op zijn rijgedrag.
Met andere woorden, idealiter zou een bestuurder moeten afgescheiden zijn van de rest van de wereld, zodat hij enkel en alleen bezig moet zijn met zijn taak: het besturen van een voertuig.
Als we het aldus zouden bekijken, dan zou de bestuurder van een vrachtwagen, voor zo ver hij niet heeft gedronken, niet bezig is met zijn telefoon of met de gps, eigenlijk de volmaakte bestuurder moeten zijn...
Laatst reed ik op de E17, en voor me zag ik een vrachtwagen voortdurend -weliswaar min of meer op zijn eigen rijvak - heen en weer zwaaien... Ik besloot hem maar, voor de veiligheid, voorbij te rijden. Anny keek eens goed naar de chauffeur in kwestie, en zei vol verbazing en woede "Hij zit potverdorie zijn gazet te lezen !"
Dus in het rijtje van afleidingen moeten we de meest onwaarschijnlijke items ook opsommen, zoals daar zijn de krant, weekbladen, boeken en dergelijke.
Ik wil hier de invloed van alcohol en drugs niet minimaliseren, maar ik wil de mensheid er op wijzen, dat er veel meer is dan alleen maar alcohol en/of drugs...
Ik wil er de chauffeur op wijzen, dat het besturen van een voertuig een taak is met verschrikkelijk veel verantwoordelijkheden. Je hebt niet alleen een kapitaal in handen, je hebt ook een wapen, een moordtuig in handen.
Zelfs al let je goed op, ben je echt een bestuurder die zich bewust is van alle risico's en pas je daar je gedrag aan aan, dan nog kun je verrast worden. Er kan altijd een kind of een dier voor je wielen de baan op komen rennen. Je reactie kan te traag zijn of verkeerd, waardoor je anderen in gevaar brengt, of zelfs doodt...
Kortom, autorijden is een gevaarlijk iets...
En toch denken we daar bijna nooit aan !
We stappen achter het stuur, en gaan rijden aan snelheden die een heel stuk hoger liggen dan de snelheid waar we als mens toe bekwaam zijn. De snelste lopers halen op een korte afstand maar iets meer dan 36 km/uur... En wij rijden 120 km:uur op de snelweg, en vinden 50 km per uur in de stad verschrikkelijk traag !
Hoe ouder ik word, hoe meer ik me bewust ben van al die gevaren, en hoe voorzichtiger ik ga rijden. Ik behoor dan ook tot wat mijn zoon geringschattend noemt: "'t Is weer een oude op de baan", telkens hij iemand ziet die trager rijdt dan het toegelatene, of die extreem voorzichtig is bij het kruisen van een weg.
Ja, ik ben dan maar een van die ouderen... en ik wenste dat iedereen een beetje meer op die manier zou gaan rijden, er op denkend dat we eigenlijk veel sneller bewegen dan dat waar we voor gebouwd zijn.
Nee, ik ben niet tegen de vooruitgang, integendeel... Maar het is niet goed als we ons niet bewust zijn van het gevaar van snelheid en het gewicht van het voertuig.
Dus pleit ik er voor dat ieder bestuurder niet alleen een opleiding zou moeten krijgen om te leren rijden, maar ook lessen over de impact van een rijdend voertuig op een stilstaand object.
Zoals ik iemand die werkt in een instituut waar ze verslaafden verzorgen hoorde zeggen dat eigenlijk iedere school op bezoek zou moeten gaan naar een dergelijke instelling, om te zien wat verdovende middelen doen met een mens, zou men iedere nieuwe bestuurder moeten tonen welk moordwapen een auto is...
Dan zouden er wellicht een heel pak minder zijn die drinken en rijden, drugs gebruiken en rijden, telefoneren en rijden, bezig zijn met de kinderen en rijden... en ga zo maar door...
En denk er aan: Je hebt pas echte lol, zonder alcohol !
tot de volgende ?
zaterdag, februari 15, 2014
Graaf Jan - IV
"Mannen" zei graaf Jan, "we moeten een einde maken aan het schandalige gedrag van Claude de Mattezie !" Ze knikten allemaal, en verzekerden Jan dat zowat heel de bevolking van gans het gebied onder het beheer van Claude de Mattezie hem zou volgen, want iedereen was de Hertog meer dan moe, iedereen was arm gemaakt en iedereen leed honger. Alleen wou niemand dat men de echtgenote en de kinderen van de hertog kwaad zou doen, want dat waren de enigen die het nog iet of wat leefbaar maakten.
"Goed" zei Jan, "dan trekken we op tegen de hertog !"
"Maar heer," riepen ze allemaal, "we zijn maar met een tiental, en de hertog leeft in een groot versterkt kasteel, met honderden soldeniers !"
Jan glimlachte slechts, en zei: "We gaan"...
Het was slechts aarzelend dat ze hem volgden, en terwijl ze een tiental meter achter hem liepen, fezelden ze tegen elkaar, vol onrust en vol onzekerheid.
"Heren" zei Jan, "heb geen schrik, we zijn veel sterker dan je denkt!"
Toen ze al een hele wijle aan het stappen waren, keek een van de mannen eens om, en tot zijn grote schrik zag hij ginder achter hem een massa beren sjokken, honderden en honderden beren ! En toen hij wat meer links keek, dan liepen daar duizenden en duizenden wolven, veel meer dan er ooit in het land konden verblijven ! Hij had gelijk, de wolven en de beren kwamen niet alleen uit het eigen gebied, maar van heinde en ver ! In de lucht vlogen massa's kraaien, eksters en uilen, de lucht zag er zwart van ! ...
De man trok aan de mouw van de man naast me "Zie jij wat ik zie?" Die man keek ook om, en zag ook de massa dieren die hen volgde... Nu begrepen ze Jan, toen hij hen zegde dat ze sterker waren dan ze dachten...
De derde dag kwamen ze aan het kasteel van Hertog Claude de Mattezie...
Toen ze daar het massale dierenleger zagen aan komen, trokken ze vlug de ophaalbrug op, en luidden de klokken om de soldeniers te wapen te roepen !
Overal zag je de soldaten hun plaatsen innemen achter de kantelen en achter de schietgaten. En op een bevel vlogen honderden pijlen in de richting van de dieren. Maar de eksters en de kraaien doken naar beneden en grepen de pijlen in de vlucht, en geen enkele pijl bereikte het leger van Jan.
Dan schoten de soldaten met brandende pijlen, want dieren zijn bang van vuur... Maar weer doken de vogels naar beneden en grepen de pijlen, nu wel een beetje meer naar achter, maar weer kwam geen pijl er door !
Dan schoten de soldeniers met blijden grote stenen over de muur heen, naar het leger van Jan, maar de beren vingen de stenen op, rolden zich rond de steen op in een bol, en rolden zonder schade aan te richten tot ze weer stil konden houden.
Er werd niet meer geschoten, er werden geen stenen meer geworpen.
Jan haalde zijn wezel uit zijn tas, en beval hem naar het kasteel te trekken, en contact te maken met de ratten en de muizen, zodat ze zouden weten hoe het zat met de voorraden op het kasteel. 's Morgens heel in de vroegte kwam de wezel terug met een rat bij zich. Daar hoorden ze dat het kasteel wel een beleg van een jaar kon doorstaan! Jan vroeg de ratten hoelang ze nodig zouden hebben om, samen met de muizen, de voorraad eten naar buiten te brengen. De rat dacht ze dat wel in drie dagen zouden kunnen klaren, ze waren met heel velen, en veel pootjes maken licht werk.
Kort nadien zag men een onophoudelijke stroom ratten met voedsel verschijnen. Na drie dagen stopte de processie, maar dan lag er een ware berg voedsel in het kamp van Jan, en men hoorde geweeklaag van uit het kasteel komen.
Jan vroeg aan eksters en kraaien, of ze eens wilden zoeken of er geen geheime gang was, waardoor Claude zou kunnen ontsnappen. De eksters vroegen de hulp van de konijnen, die vertrouwd waren met de ondergrond, en deze vroegen op hun beurt de medewerking van de mollen. Na een uur kwam een haas aangelopen, tot bij Graaf Jan en hij verwittigde dat ze niet alleen de geheime gang hadden gevonden, maar dat ze er ook lawaai hoorden, dus was Claude wellicht al bezig met de voorbereiding om te ontsnappen. De wolven liepen met de haas mee om de uitgang te bewaken, en Jan volgde met een honderdtal beren.
Toen Jan ter plaatse kwam, beval hij iedereen om uit het zicht te gaan, zodat Claude zou denken dat hij veilig was, en werkelijk de gang kon verlaten. Het zou immers veel makkelijker zijn hem te vangen als hij in het open veld was, dan in de smalle doorgang !
Een paar uur later zagen de eksters vanuit hun uitkijkplaats in de hoge populieren, dat de deur van de geheime gang heel voorzichtig open ging... Een soldenier stak zijn hoofd buiten, zag niets, kwam helemaal buiten en gaf teken dat alles veilig was. Een honderdtal soldeniers en Hertog Claude stapten naar buiten, bewapend van kop tot teen en beladen met elk een volle zak goud.
Jan liet hen de gang helemaal verlaten... Pas toen ze een honderdtal meter buiten waren, gaf Jan teken, en van overal, uit alle richtingen kwamen beren en wolven, en ze vormden een grote cirkel rond de bange soldeniers en de woedende hertog.
Er moest niet gevochten worden ! De soldeniers gooiden hun wapens weg, en stapten aarzelend in de richting van de dieren, hun handen hoog in de lucht, om duidelijk te maken dat ze geen kwaad in de zin hadden. Sommigen poogden de zak goud bij te houden, maar het gebrom van een beer, of het gegrom van een wolf was voldoende opdat zij het goud lieten vallen.
Tenslotte stond de hertog daar alleen, met zijn vrouw en zijn kinderen.
"Vrouwe" zei Jan, Vrouwe, kom met de kinderen maar tot hier, we willen je geen kwaad doen, jij deed ook geen kwaad aan ons en aan de mensen in het hertogdom en mijn graafschap. De vrouw aarzelde even, maar kwam dan naar Jan toegestapt. De boze hertog krijste van onmacht !
Al heel vlug trok de mare door het gehele gebied, en van overal stroomden de mensen toe om te vieren. Ze juichten Jan toe, en gaven de beren en de wolven te eten, zodat ze veilig en wel terug zouden trekken naar het gebied waar ze thuishoorden. Want zo heel erg veel vertrouwen hadden de mensen niet in al die dieren.
Jan riep een rechtbank bijeen, om hertog Claude de Mattezie te doen veroordelen.
De mensen waren heel verbaasd, en sommigen begrepen het helemaal niet, toen Jan optrad als advocaat voor de hertog...
"Heren", zei Jan tot de rechters, "Heren, er zijn al genoeg doden gevallen, er zijn al genoeg misdaden begaan, er hebben al genoeg mensen geleden ! Daarom vraag ik dat men de hertog laat leven, en dat men de hertog veroordele tot het doen van nuttig werk."
En zo geschiedde. De hertog werd veroordeeld om dienaar te zijn van iedereen. Overal waar er nood was, moest de hertog gaan helpen. In het begin met twee wachters aan zijn zij, maar later slechts met één. Want na een tijdje voelde de hertog zich zelf beter bij dit gedrag, dan toen hij de mensen koeioneerde !
En Jan ? Jan installeerde de zoon van de hertog onder de voogdij van zijn moeder als nieuwe hertog. In het gebied van Baron Hendrik installeerde hij een neef van Hendrik, en zelf beheerde hij weer zijn eigen gebied... Na een jaar trouwde hij met de lieve dochter van de hertog, en ze kregen een massa lieve kinderen...
Het gebied van ellende was nu een gebied van welvaart en blijdschap geworden.
Er was slechts een bizar ding aan heel de situatie...
Aan het kasteel van Jan zag je voortdurend een komen en gaan van duizenden dieren... die hulp zochten bij Jan. En tussen die dieren ? Daar liepen steeds meer mensen tussen, want Jan was een voortreffelijk heelmeester !
En daarmee is het verhaal uit...
tot de volgende ?
"Goed" zei Jan, "dan trekken we op tegen de hertog !"
"Maar heer," riepen ze allemaal, "we zijn maar met een tiental, en de hertog leeft in een groot versterkt kasteel, met honderden soldeniers !"
Jan glimlachte slechts, en zei: "We gaan"...
Het was slechts aarzelend dat ze hem volgden, en terwijl ze een tiental meter achter hem liepen, fezelden ze tegen elkaar, vol onrust en vol onzekerheid.
"Heren" zei Jan, "heb geen schrik, we zijn veel sterker dan je denkt!"
Toen ze al een hele wijle aan het stappen waren, keek een van de mannen eens om, en tot zijn grote schrik zag hij ginder achter hem een massa beren sjokken, honderden en honderden beren ! En toen hij wat meer links keek, dan liepen daar duizenden en duizenden wolven, veel meer dan er ooit in het land konden verblijven ! Hij had gelijk, de wolven en de beren kwamen niet alleen uit het eigen gebied, maar van heinde en ver ! In de lucht vlogen massa's kraaien, eksters en uilen, de lucht zag er zwart van ! ...
De man trok aan de mouw van de man naast me "Zie jij wat ik zie?" Die man keek ook om, en zag ook de massa dieren die hen volgde... Nu begrepen ze Jan, toen hij hen zegde dat ze sterker waren dan ze dachten...
De derde dag kwamen ze aan het kasteel van Hertog Claude de Mattezie...
Toen ze daar het massale dierenleger zagen aan komen, trokken ze vlug de ophaalbrug op, en luidden de klokken om de soldeniers te wapen te roepen !
Overal zag je de soldaten hun plaatsen innemen achter de kantelen en achter de schietgaten. En op een bevel vlogen honderden pijlen in de richting van de dieren. Maar de eksters en de kraaien doken naar beneden en grepen de pijlen in de vlucht, en geen enkele pijl bereikte het leger van Jan.
Dan schoten de soldaten met brandende pijlen, want dieren zijn bang van vuur... Maar weer doken de vogels naar beneden en grepen de pijlen, nu wel een beetje meer naar achter, maar weer kwam geen pijl er door !
Dan schoten de soldeniers met blijden grote stenen over de muur heen, naar het leger van Jan, maar de beren vingen de stenen op, rolden zich rond de steen op in een bol, en rolden zonder schade aan te richten tot ze weer stil konden houden.
Er werd niet meer geschoten, er werden geen stenen meer geworpen.
Jan haalde zijn wezel uit zijn tas, en beval hem naar het kasteel te trekken, en contact te maken met de ratten en de muizen, zodat ze zouden weten hoe het zat met de voorraden op het kasteel. 's Morgens heel in de vroegte kwam de wezel terug met een rat bij zich. Daar hoorden ze dat het kasteel wel een beleg van een jaar kon doorstaan! Jan vroeg de ratten hoelang ze nodig zouden hebben om, samen met de muizen, de voorraad eten naar buiten te brengen. De rat dacht ze dat wel in drie dagen zouden kunnen klaren, ze waren met heel velen, en veel pootjes maken licht werk.
Kort nadien zag men een onophoudelijke stroom ratten met voedsel verschijnen. Na drie dagen stopte de processie, maar dan lag er een ware berg voedsel in het kamp van Jan, en men hoorde geweeklaag van uit het kasteel komen.
Jan vroeg aan eksters en kraaien, of ze eens wilden zoeken of er geen geheime gang was, waardoor Claude zou kunnen ontsnappen. De eksters vroegen de hulp van de konijnen, die vertrouwd waren met de ondergrond, en deze vroegen op hun beurt de medewerking van de mollen. Na een uur kwam een haas aangelopen, tot bij Graaf Jan en hij verwittigde dat ze niet alleen de geheime gang hadden gevonden, maar dat ze er ook lawaai hoorden, dus was Claude wellicht al bezig met de voorbereiding om te ontsnappen. De wolven liepen met de haas mee om de uitgang te bewaken, en Jan volgde met een honderdtal beren.
Toen Jan ter plaatse kwam, beval hij iedereen om uit het zicht te gaan, zodat Claude zou denken dat hij veilig was, en werkelijk de gang kon verlaten. Het zou immers veel makkelijker zijn hem te vangen als hij in het open veld was, dan in de smalle doorgang !
Een paar uur later zagen de eksters vanuit hun uitkijkplaats in de hoge populieren, dat de deur van de geheime gang heel voorzichtig open ging... Een soldenier stak zijn hoofd buiten, zag niets, kwam helemaal buiten en gaf teken dat alles veilig was. Een honderdtal soldeniers en Hertog Claude stapten naar buiten, bewapend van kop tot teen en beladen met elk een volle zak goud.
Jan liet hen de gang helemaal verlaten... Pas toen ze een honderdtal meter buiten waren, gaf Jan teken, en van overal, uit alle richtingen kwamen beren en wolven, en ze vormden een grote cirkel rond de bange soldeniers en de woedende hertog.
Er moest niet gevochten worden ! De soldeniers gooiden hun wapens weg, en stapten aarzelend in de richting van de dieren, hun handen hoog in de lucht, om duidelijk te maken dat ze geen kwaad in de zin hadden. Sommigen poogden de zak goud bij te houden, maar het gebrom van een beer, of het gegrom van een wolf was voldoende opdat zij het goud lieten vallen.
Tenslotte stond de hertog daar alleen, met zijn vrouw en zijn kinderen.
"Vrouwe" zei Jan, Vrouwe, kom met de kinderen maar tot hier, we willen je geen kwaad doen, jij deed ook geen kwaad aan ons en aan de mensen in het hertogdom en mijn graafschap. De vrouw aarzelde even, maar kwam dan naar Jan toegestapt. De boze hertog krijste van onmacht !
Al heel vlug trok de mare door het gehele gebied, en van overal stroomden de mensen toe om te vieren. Ze juichten Jan toe, en gaven de beren en de wolven te eten, zodat ze veilig en wel terug zouden trekken naar het gebied waar ze thuishoorden. Want zo heel erg veel vertrouwen hadden de mensen niet in al die dieren.
Jan riep een rechtbank bijeen, om hertog Claude de Mattezie te doen veroordelen.
De mensen waren heel verbaasd, en sommigen begrepen het helemaal niet, toen Jan optrad als advocaat voor de hertog...
"Heren", zei Jan tot de rechters, "Heren, er zijn al genoeg doden gevallen, er zijn al genoeg misdaden begaan, er hebben al genoeg mensen geleden ! Daarom vraag ik dat men de hertog laat leven, en dat men de hertog veroordele tot het doen van nuttig werk."
En zo geschiedde. De hertog werd veroordeeld om dienaar te zijn van iedereen. Overal waar er nood was, moest de hertog gaan helpen. In het begin met twee wachters aan zijn zij, maar later slechts met één. Want na een tijdje voelde de hertog zich zelf beter bij dit gedrag, dan toen hij de mensen koeioneerde !
En Jan ? Jan installeerde de zoon van de hertog onder de voogdij van zijn moeder als nieuwe hertog. In het gebied van Baron Hendrik installeerde hij een neef van Hendrik, en zelf beheerde hij weer zijn eigen gebied... Na een jaar trouwde hij met de lieve dochter van de hertog, en ze kregen een massa lieve kinderen...
Het gebied van ellende was nu een gebied van welvaart en blijdschap geworden.
Er was slechts een bizar ding aan heel de situatie...
Aan het kasteel van Jan zag je voortdurend een komen en gaan van duizenden dieren... die hulp zochten bij Jan. En tussen die dieren ? Daar liepen steeds meer mensen tussen, want Jan was een voortreffelijk heelmeester !
En daarmee is het verhaal uit...
tot de volgende ?
vrijdag, februari 14, 2014
Graaf Jan III
Jan leerde verschrikkelijk veel bij ! Hij leerde de kruiden kennen en hun macht, hij leerde de mineralen kennen en hun mogelijkheden, hij leerde gebroken ledematen spalken, hij leerde genezen, hij leerde wonden zuiveren en dichtnaaien en hij leerde zelfs, als er echt geen andere oplossing meer was, hoe hij een poot of een oor of een staart moest afzetten. Hij leerde ook de voedzaamheid van de planten, leerde welke planten ruist gaven, welke slaap en welke zorgden voor opgewektheid en vreugde. Kortom Jan werd een volmaakt heelmeester !
Maar steeds bleef het lot van zijn arme vrouw en kinderen aan hem knagen. De ekster stelde hem voor, dat hij eens zou gaan kijken en luisteren wat er precies allemaal was gebeurd in de tijd dat Jan in de vergeetput zat en de tijd dat hij hier bij Anna verbleef. De ekster vloog weg en het duurde wel zeven dagen en zeven uren voor hij weer terug was, zijn staart was gerafeld, maar voor de rest zag hij er goed uit. Jan vroeg hem meteen of hij nieuws had ? De ekster knikte, maar wilde eerst wat eten en drinken. Nadat hij had gegeten en gedronken vertelde de ekster:
Jan, ik breng helaas slecht nieuws... Je vrouw, je kinderen, en de ridders die je trouw bleven, zijn allen gedood en in het woud begraven onder de grote steen bij de grote eik... De boze Claude zuigt het land uit en is wreed tegenover al zijn onderdanen. Velen vluchten het land uit, maar als Claude ze achterhaalt, dan hangt hij hen aan de kantelen van het kasteel op, tot de koord rot is, of de beenderen zo naar beneden vallen in de slotgracht. Hij woont weer in zijn eigen kasteel, en jouw kasteel staat te vervallen. Er is echter ook een beetje goed nieuws ! De snoodaard heeft een hele lieve vrouw en een doodbrave dochter en zoon, die doen wat ze kunnen om toch nog wat leed te verzachten bij de onderdanen. Zij geven - zeer tegen de zin van Claude- de armen aalmoezen en eten.
Jan wilde meteen naar zijn gebied terug, om zijn kasteel terug te nemen, maar net toen hij begon wapens te maken, werd de lieven kruidenvrouwe Anna ziek, en Jan stelde alles uit om zijn weldoenster te verzorgen.
Hij haalde alle kruiden die hij nuttig achtte bij elkaar, verzamelde wel zevenentwintig mineralen, en verzorgde Anna met heel zijn kennis en zijn kunnen... Maar niets leek te helpen. "Arme Jan" zuchtte Anna, "Je kunt niets meer voor me doen, tegen de ouderdom is geen kruid gewassen ! Maar ik smeek je om goed voor mijn dieren te zorgen, zij waren de enigen die me altijd hebben gesteund en die me eten en drinken hebben gebracht toen ik in nood was !" Jan beloofde dat, en kort nadien blies Anna haar laatste adem uit.
Jan groef een graf, en legde er vol eerbied Anna in. Hij vulde de put, en plantte er een lijsterbes op, een boom waarvan de vruchten eetbaar zijn en vol vitamine zitten. Rond het graf zaten wel duizend dieren, van alle slag en alle aard te wenen. De haas zat er naast de vos, en naast de wolf stonden wel tien patrijzen. De uil zat midden een hele bende muizen, en geen een dacht er aan een ander kwaad te doen, ze hadden te veel verdriet om zelfs ook maar op eten te denken.
Na de begrafenis ging Jan naar de hut, midden in het doornige struikgewas, en nam er wat hij ondertussen aan kleren en wapens had gemaakt, en keek nog eens vol weemoed om zich heen...
Jan vertrok naar zijn kasteel, of wat er van restte, en naast hem aan zijn rechterhand liep een grote beer, links van hem stapte een grote grijze wolf. Op zijn rechterschouder zat een uil, en op zijn linkerschouder de slimme ekster. In zijn buidel zat een wezel, met haar kopje naar buiten te loeren naar gevaar, en op zijn hoofd, naar achteren kijkend, of van daar geen gevaar kwam, zat een dapper winterkoninkje.
Nu was Jan weer fit en gezond, en in minder dan een dag bereikte hij zijn kasteel.
Hij had vol leedwezen zijn land bekeken en de armoe van zijn onderdanen... Sommigen hadden hem herkend, en waren vol schrik dat hij een spook was, was hij immers niet in de vergeetput geworpen?
En er was toch geen levend mens die met wolf en beer en uil en eksters optrok ?
Zijn kasteel stond daar voor hem. De poorten waren wel dicht, maar hingen schots en scheef aan de hengsels. De muren waren begroeid met gras, en op de daken groeiden er warempel boompjes, en hier en daar waren er grote gaten in te zien.
Jan duwde met één zwaai van zijn machtige armen de poorten open en stapte binnen.
Zijn stappen klonken hol in de lege binnenkoer.
Jan duwde de deur open en trok naar de wapenzaal.
Daar hingen nog zijn zwaard, zijn knots zijn schild en zijn harnas... Allemaal rood van het roest. Jan zuchtte en bekeek het metaal van dichtbij. Eigenlijk was er niet zoveel schade aan, de roest was maar oppervlakkig ! De wapenzaal was nog steeds in behoorlijke staat, en hier was nog geen regen doorgesijpeld.
Jan zette zich op de grond neer, en begon zijn zwaard te kuisen en er weer snede op aan te brengen. Daar bracht hij een volle dag mee door.
De tweede dag poetste hij zijn knots en zette er een nieuwe steel aan.
De derde dag begon hij met het oppoetsen van zijn schild, en met het opnieuw schilderen van zijn wapenschild en devies. Daar werkte hij drie dagen aan.
De zesde dag begon Jan aan zijn harnas. Hij schuurde ieder onderdeeltje tot het blonk als nieuw, en hij smeerde olie aan ieder gewricht van het harnas, zodat het weer soepel was en niet alleen veiligheid bood, maar ook ontzag inboezemde.
Daar ging een volle week aan voorbij.
Jan trok dan zijn harnas aan, nam zijn zwaard en zijn schild ter hand, en hing de knots aan zijn zij... En samen met beer en wolf, uil en ekster, wezel en winterkoninkje, stapte hij naar het grote woud, naar de grote steen, waar zijn vrouw, zijn kinderen en zijn trouwe ridders waren begraven...
Daar bad Jan een lange tijd, en tranen lekten over zijn wangen.
Tenslotte stond hij op, en zag verbaasd dat hij niet langer alleen was...
Rond zich zag hij veertien mannen staan, in boerenkleren, in kleren van een bedelaar, en eentje in kleren die eruit zagen alsof ze ooit behoorden aan een ridder... Allen hadden ze een stok, of een riek of een zeis in de hand, en de oude ridder had warempel een oud zwaard...
Ze beloofden hem trouw, en de ridder weende dat hij vroeger laf was geweest, maar dat hij nooit of te nooit nog laf zou zijn !
Jan bekeek glimlachend zijn "leger"...
morgen het vervolg...
Maar steeds bleef het lot van zijn arme vrouw en kinderen aan hem knagen. De ekster stelde hem voor, dat hij eens zou gaan kijken en luisteren wat er precies allemaal was gebeurd in de tijd dat Jan in de vergeetput zat en de tijd dat hij hier bij Anna verbleef. De ekster vloog weg en het duurde wel zeven dagen en zeven uren voor hij weer terug was, zijn staart was gerafeld, maar voor de rest zag hij er goed uit. Jan vroeg hem meteen of hij nieuws had ? De ekster knikte, maar wilde eerst wat eten en drinken. Nadat hij had gegeten en gedronken vertelde de ekster:
Jan, ik breng helaas slecht nieuws... Je vrouw, je kinderen, en de ridders die je trouw bleven, zijn allen gedood en in het woud begraven onder de grote steen bij de grote eik... De boze Claude zuigt het land uit en is wreed tegenover al zijn onderdanen. Velen vluchten het land uit, maar als Claude ze achterhaalt, dan hangt hij hen aan de kantelen van het kasteel op, tot de koord rot is, of de beenderen zo naar beneden vallen in de slotgracht. Hij woont weer in zijn eigen kasteel, en jouw kasteel staat te vervallen. Er is echter ook een beetje goed nieuws ! De snoodaard heeft een hele lieve vrouw en een doodbrave dochter en zoon, die doen wat ze kunnen om toch nog wat leed te verzachten bij de onderdanen. Zij geven - zeer tegen de zin van Claude- de armen aalmoezen en eten.
Jan wilde meteen naar zijn gebied terug, om zijn kasteel terug te nemen, maar net toen hij begon wapens te maken, werd de lieven kruidenvrouwe Anna ziek, en Jan stelde alles uit om zijn weldoenster te verzorgen.
Hij haalde alle kruiden die hij nuttig achtte bij elkaar, verzamelde wel zevenentwintig mineralen, en verzorgde Anna met heel zijn kennis en zijn kunnen... Maar niets leek te helpen. "Arme Jan" zuchtte Anna, "Je kunt niets meer voor me doen, tegen de ouderdom is geen kruid gewassen ! Maar ik smeek je om goed voor mijn dieren te zorgen, zij waren de enigen die me altijd hebben gesteund en die me eten en drinken hebben gebracht toen ik in nood was !" Jan beloofde dat, en kort nadien blies Anna haar laatste adem uit.
Jan groef een graf, en legde er vol eerbied Anna in. Hij vulde de put, en plantte er een lijsterbes op, een boom waarvan de vruchten eetbaar zijn en vol vitamine zitten. Rond het graf zaten wel duizend dieren, van alle slag en alle aard te wenen. De haas zat er naast de vos, en naast de wolf stonden wel tien patrijzen. De uil zat midden een hele bende muizen, en geen een dacht er aan een ander kwaad te doen, ze hadden te veel verdriet om zelfs ook maar op eten te denken.
Na de begrafenis ging Jan naar de hut, midden in het doornige struikgewas, en nam er wat hij ondertussen aan kleren en wapens had gemaakt, en keek nog eens vol weemoed om zich heen...
Jan vertrok naar zijn kasteel, of wat er van restte, en naast hem aan zijn rechterhand liep een grote beer, links van hem stapte een grote grijze wolf. Op zijn rechterschouder zat een uil, en op zijn linkerschouder de slimme ekster. In zijn buidel zat een wezel, met haar kopje naar buiten te loeren naar gevaar, en op zijn hoofd, naar achteren kijkend, of van daar geen gevaar kwam, zat een dapper winterkoninkje.
Nu was Jan weer fit en gezond, en in minder dan een dag bereikte hij zijn kasteel.
Hij had vol leedwezen zijn land bekeken en de armoe van zijn onderdanen... Sommigen hadden hem herkend, en waren vol schrik dat hij een spook was, was hij immers niet in de vergeetput geworpen?
En er was toch geen levend mens die met wolf en beer en uil en eksters optrok ?
Zijn kasteel stond daar voor hem. De poorten waren wel dicht, maar hingen schots en scheef aan de hengsels. De muren waren begroeid met gras, en op de daken groeiden er warempel boompjes, en hier en daar waren er grote gaten in te zien.
Jan duwde met één zwaai van zijn machtige armen de poorten open en stapte binnen.
Zijn stappen klonken hol in de lege binnenkoer.
Jan duwde de deur open en trok naar de wapenzaal.
Daar hingen nog zijn zwaard, zijn knots zijn schild en zijn harnas... Allemaal rood van het roest. Jan zuchtte en bekeek het metaal van dichtbij. Eigenlijk was er niet zoveel schade aan, de roest was maar oppervlakkig ! De wapenzaal was nog steeds in behoorlijke staat, en hier was nog geen regen doorgesijpeld.
Jan zette zich op de grond neer, en begon zijn zwaard te kuisen en er weer snede op aan te brengen. Daar bracht hij een volle dag mee door.
De tweede dag poetste hij zijn knots en zette er een nieuwe steel aan.
De derde dag begon hij met het oppoetsen van zijn schild, en met het opnieuw schilderen van zijn wapenschild en devies. Daar werkte hij drie dagen aan.
De zesde dag begon Jan aan zijn harnas. Hij schuurde ieder onderdeeltje tot het blonk als nieuw, en hij smeerde olie aan ieder gewricht van het harnas, zodat het weer soepel was en niet alleen veiligheid bood, maar ook ontzag inboezemde.
Daar ging een volle week aan voorbij.
Jan trok dan zijn harnas aan, nam zijn zwaard en zijn schild ter hand, en hing de knots aan zijn zij... En samen met beer en wolf, uil en ekster, wezel en winterkoninkje, stapte hij naar het grote woud, naar de grote steen, waar zijn vrouw, zijn kinderen en zijn trouwe ridders waren begraven...
Daar bad Jan een lange tijd, en tranen lekten over zijn wangen.
Tenslotte stond hij op, en zag verbaasd dat hij niet langer alleen was...
Rond zich zag hij veertien mannen staan, in boerenkleren, in kleren van een bedelaar, en eentje in kleren die eruit zagen alsof ze ooit behoorden aan een ridder... Allen hadden ze een stok, of een riek of een zeis in de hand, en de oude ridder had warempel een oud zwaard...
Ze beloofden hem trouw, en de ridder weende dat hij vroeger laf was geweest, maar dat hij nooit of te nooit nog laf zou zijn !
Jan bekeek glimlachend zijn "leger"...
morgen het vervolg...
donderdag, februari 13, 2014
Graaf Jan II
Español: Lobo en el zoo de Kolmården (Suecia). (Photo credit: Wikipedia) |
Graaf Jan had net dit doornige struikgewas uitgekozen om zicht te verschuilen en er de dag door te slapen... In zijn slaap kreunde hij van de pijn aan zijn voeten en aan de spieren van zijn benen...
Het kruidenvrouwtje hoorde dit gekreun, en vergezeld van enkele van haar vrienden: een beer, een wolf en een uil, ging ze heel stilletjes en voorzichtig op zoek naar de oorsprong van het gekreun.
Al vlug zag de uil, die geruisloos vloog, de man zien liggen, en hij kwam Anna verwittigen van zijn vondst. De beer en de wolf waren van mening dat ze de man maar meteen moesten doden, want mensen waren het die hun dierbare Anna wilden doden ! Maar Anna wilde eerst zelf eens de man bekijken, en heel stilletjes kropen ze door het struweel tot bij de slapende man. Anna bekeek met deernis de bloedende voeten van de slapende man, ze verwonderde zich over de witte huid en over de dunne ongespierde benen. Ondanks het gestrubbel van Wolf en Beer, beval ze hen de man naar haar hut te dragen, maar zo, dat hij niet wakker werd...
Terwijl de man in de hut verder sliep, bereidde Anna van wel honderd kruiden en wel 12 mineralen een papje, dat ze aan de voeten van de man smeerde. De wolf en de beer waren niet gerust in de vreemdeling, en besloten de wacht bij hem te houden, om, zodra hij wakker werd, hem te dwingen stil en onbeweeglijk te blijven !
Anna glimlachte, en ging slapen...
Maar daar de man heel de dag had geslapen, werd hij bij het vallen van de nacht wakker, net toen Anna ingeslapen was. De beer drukte de man neer op de grond, en de wolf gromde hem toe stil te blijven en verder te slapen. Maar slaap maar eens met een wolf en een beer naast je ! Jan probeerde in de donkere hut om zich heen te kijken, om te zien of er toch nergens een mogelijkheid was om te ontsnappen. Op dat moment kwam een kreupele rat de hut binnen. Hij piepte de wolf toe dat hij hulp nodig had van Anna, want zijn poot was op zijn minst op 12 plaatsen gebroken. De wolf grinnikte, ratten overdreven altijd schromelijk, het zou wel een verstuikte teen zijn of zoiets, dus beval hij de rat stil te zijn tot Anna de volgende morgen wakker zou worden. De man bekeek heel het gebeuren vol verbazing, en hij probeerde de rat te lokken, zoals hij geleerd had met zijn tamme ratten, en zie, ook de wilde rat kwam naderbij, toch een beetje angstig bleef hij net op afstand dat hij zou kunnen wegspringen als de man bewoog. Maar de man bewoog niet, en bleef de rat toespreken met de geluidjes die hij had geleerd van zij tamme ratten.
De beer bekeek heel dat gedoe vol verbazing ! Bij zijn weten was Anna de enige mens die kon praten met dieren, en nu praatte de man tegen de rat ! "Het mag zijn wat het mag zijn" zei de beer, en hij maakte Anna wakker, en vertelde haar in diep berengebrom wat er aan de hand was. Anna bekeek de man en bekeek de rat, en stond op, stak met de tondel een kaars aan, zodat de man ook haar beter zag. Zo dacht ze toch... Ze kon immers niet weten dat de man meer dan twee jaar in het duister leefde, en dat het licht hem eerder hinderde dan hem hielp...
Maar in ieder geval, ze kwamen tot een gesprek, en Jan vertelde aan Anna wat hem overkomen was... En vernam daar - tot zijn verbijstering- dat hij meer dan twee jaar van zijn leven had verloren in de vergeetput !
Anna begreep nu waarom de man zo'n witte huid had, en waarom hij amper licht verdroeg... Ze bekeek eerst de rat, streek wat zalf aan de verstuikte teen, en keerde zich dan weer naar Graaf Jan. "Jan" zei ze, "We gaan eerst deze nacht slapen, ik zal je een kruidendrankje geven, zodat je ook weer kunt slapen, en morgen gaan we eens zien wat we kunnen doen aan je ogen, je benen en we gaan je voeten verder verzorgen." Ze gaf Graaf Jan een mengsel van wel 27 kruiden, en meteen viel hij als een blok in slaap.
's Morgens werden ze wakker door het gefluit van de vogels in het bos. Anna hield zorgvuldig alle gordijnen dicht, zodat er in de hut alleen een schemerig licht was. Ze smeerde eerst weer de voeten in met het papje voor de voeten, en bereidde dan een zal voor zijn verstramde beenspieren, met veel menthol en anijs, want die geur vervulde heel de hut. De Beer en de wolf vluchtten er voor naar buiten, de een met een lopende wolvenneus en de ander met de nies in zijn berensnuit.
En dan bekeek Anna de ogen van Jan. Na een tijdje zei ze dat er niets was aan zijn ogen, dat hij alleen het licht niet meer gewoon was, en best heel langzaam aan licht kon wennen. Ze maakte wel een kruidenaftreksel waar hij zijn ogen mee kon deppen zodat het prikken van zijn ogen minder werd. Ze stak een kaars aan, in de verste hoek van de hut, en beval Jan niet naar de kaars te kijken, maar naar de andere kant van de hut. 's Anderendaags stak ze twee kaarsen aan, en de dag daarna drie ! Op die manier wenden de ogen van Jan weer aan het licht. Ze dwong hem ook zijn beenspieren te oefenen, en verzorgde zijn voeten. Ondertussen naaide ze, uit fijn hertenleder een nieuwe broek, een nieuw hemd voor Jan, en uit konijnenhuid maakte ze voor hem de zachtste schoenen.
In de maanden dat Jan wendde aan het licht, zijn voeten en benen verterkte, zag hij een ware processie van dieren naar de hut van Anna komen. Allemaal dieren die verzorging behoefden, en tot zijn verbijstering zag hij dat Anna de dieren begreep en de dieren haar begrepen. Anna leerde hem dan ook maar de taal der dieren. Jan had er aanleg voor, want hij had, zonder dat te beseffen al enkele begrippen geleerd van de omgang met zijn tamme ratten indertijd...
En toen kwam de dag dat Jan weer buiten kon. Hij was weer sterk en gezond, alleen zijn huid was nog veel te wit... Maar daar zou de zon wel voor zorgen !
Nu en dan waagde Jan zich, in gezelschap van de wolf, buiten het struikgewas. De wolf zorgde er voor dat ze uit de omgeving van de mensen bleven, en de ekster kwam hen melden als er mensen in het bos waren.
Zo werd Jan weer de oude, een sterke man in de fleur van zijn leven.
Hij hielp Anna waar hij kon, verzamelde met haar kruiden en mineralen. Leerde de leer der medicijnen en wist hoe hij gebroken beenderen moest spalken, leerde hoe hij wonden kon zuiver maken en dichtnaaien, iets wat in die tijd helemaal onbekend was. Geen wonder dat Anna voor heks werd versleten dacht Jan, ze doet dingen die niemand anders kent !
Jan voelde zich daar goed... Alleen nu en dan dacht hij op zijn vrouw en kinderen... En dat ze wellicht gedood waren door die boef, en dan weende Jan stilletjes, en zwoer dat hij zich zou wreken...
morgen het vervolg...
woensdag, februari 12, 2014
Het verhaal van Graaf Jan
English: Strečno castle (Photo credit: Wikipedia) |
Als we nu spreken van een land, dan spreken we van één gebied, één geheel. Vroeger was dit niet zo. Je had een land, met een koning of keizer, die heerste over een veelal klein gebied. Rondom zijn gebied lagen vele andere kleine graafschappen, baronie's en hertogdommen, die elk op zich een zekere afhankelijkheid hadden ten opzichte van de koning. De graaf of baron of hertog was baas in eigen gebied, maar had verplichtingen tegenover zijn koning.
Men noemde dit feodaal.
Soms waren daar, aan de uiteinden van het rijk gebieden, die een beetje betwist gebied waren. De graven of baronnen of hertogen van die gebieden hadden gewoonlijk verplichtingen tegenover twee koningen... Dat lijkt moeilijk, maar in de praktijk was het ook wel eens een voordeel. Slimme graven of baronnen of hertogen leunden nu eens bij de ene koning, dan weer bij de andere aan, en wisten hun aanhankelijkheid telkens weer te verkopen en daar zelf beter van te worden.
Het was in zo'n situatie dat ook Graaf Jan verkeerde... Hij was een klein graafje over een klein graafschapje, maar wist zich best te redden door handig nu eens hier,dan weer eens daar bij aan te leunen.
Het zou de hemel op aarde kunnen geweest zijn, had hij geen slechte en sterke buur gehad...
Hertog Claude de Mattezie was hertog over een gebied dat wel vier keer zo groot was als dat van graaf jan, maar nog had hij niet genoeg... Graaf Jan had vernomen dat het gebied van zijn buur baron Hendrik plots in handen was gekomen van Hertog Claude, en wel zonder dat er sprake was geweest van oorlog of bezetting. Naar het scheen was de boze hertog gewoon op bezoek gegaan bij zijn buur, baron Hendrik, en plots bleken daar niet alleen de de baron maar ook al heel zijn gezin en al zijn ridders verdwenen ... De boze Claude had zich dan maar "ontfermd over het gebied" zoals dat heette...
En nu had Jan een boodschap gekregen dat Hertog Claude ook bij hem op bezoek zou komen.
Je kon zo'n bezoek niet weigeren, zonder beledigend te zijn, en in die tijd was een dergelijke belediging reden genoeg om een oorlog te ontketenen... En Jan wist dat hij met zijn kleine graafschap helemaal niets kon inbrengen tegen de hertog... Dus aanvaardde hij het bezoek van de hertog, ook al was dat met een klein hartje... Want hij was er van overtuigd, dat de verdwijning van baron Hendrik en al de zijnen, het werk was van de boze Hertog Claude...
Jan besloot de hertog te ontvangen met aal mogelijke eer, op een groot banket, met eerbetoon zoals je eigenlijk alleen aan een koning moest betonen... Wie weet dat hij op die manier kon voorkomen dat ook hij en al de zijnen "verdwenen"...
En toen de Hertog er was, richtte Jan een feest aan, zoals er nog nooit eerder een feest was geweest in zijn graafschap. Ze kregen everzwijnen, pauwen en reebok opgediend, de lekkerste wijnen, en bijna voortdurend waren er attracties gebracht door tientallen goochelaars, troubadours en minnezangers...
Het feest duurde tot in de kleine uurtjes, en Jan zag dat er steeds meer en meer van de aanwezigen in slaap vielen aan tafel... tot hij zelf ook de ogen niet meer kon openhouden, en insliep...
Jan werd wakker in zijn eigen vergeetput...
En wellicht was ook zijn vrouw en kinderen hetzelfde lot beschoren...
Hoog boven hem verscheen het licht van een fakkel, en Jan zag de boze hertog Claude, die hem grinnikend aankeek... " Hoe gaat het, beste Jantje?" grimde hij. Jan zei niets. Wat kon hij ook zeggen ?
" Ik heb je kasteel eens goed bekeken, leuk verblijfje... En ik heb ook gezien dat je er wel een héél gekke hobby op na houdt ! Ik zag nog nooit eerder een graaf die een kooi met ratten in zijn bezit had !" Hij lachte... "Kijk, omdat ik geen onmens ben, laat ik de kooi met ratten bij je werpen... Zo kun je kiezen, of je ratten opeten om nog wat langer in leven te blijven, of opgegeten worden door je eigen ratten !" Hij bulderde van het lachen, en liet de kooi vallen in de vergeetput. Jan kon nog net de kooi opvangen.
Nu heb je wel meer mensen die er een tamme rat op na houden, maar in die tijd was er wellicht niemand buiten Jan die zo'n beestjes hield als huisdier... En Jan opende de kooi, en de ratten kwamen bij hem om gestreeld te worden... Jan wist dat binnen een paar dagen hij zou verrekken van de honger, en zijn ratten ook... Maar hij was niet van zin zijn ratten te doden...
En het was maar goed dat hij dat niet deed, want, waar hij geen uitweg vond, vonden zijn ratten er wel eentje... Een piepklein holletje tussen de voegen van de grote zware stenen was voor hen voldoende om uit de vergeetput te geraken...
Maar ook een rat heeft een zekere vorm van trouw en vriendschap, en weldra kwamen ze terug de diepe krocht binnen en niet zo maar, nee, ze brachten eten mee voor Jan ! Met het water dat langs de muren sijpelde en het eten dat de ratten brachten, bleef Jan in leven, en met stukken van de rattenkooi krabde hij geduldig het cement van tussen de voegen van zijn krocht...
Jan wist niet hoelang hij daar al zat, want in het eeuwige duister weet je van dag noch nacht, maar na iets meer dan twee volle jaren was Jan eindelijk door de muur heen geraakt... In minder dan een maand slaagde hij er in een tunnel te graven tot hij de oppervlakte bereikte. Heel voorzichtig maakte hij een gaatje vrij en zag dat het een donkere nacht was, en hij kroop uit zijn hol...
Zijn kleren waren vodden geworden, en zijn huid en haren waren sneeuwwit geworden na die jaren van duisternis en ellende... maar hij vergat niet afscheid te nemen van zijn trouwe ratten.
Heel stilletjes, op zijn blote voeten, want zijn schoenen waren al lang stuk gegaan door het vocht en het geschuifel van zijn benen in de duistere krocht... Na amper een paar uur moest Jan stoppen... Hij kon niet meer. Zijn blote voeten waren helemaal stuk gelopen, en bij iedere stap liet hij een bloedspoor na. Bovendien waren de spieren van zijn benen zo goed als verdwenen door gebrek aan beweging, en hij verging van de spierpijn en de krampen... Hij kroop in een stukje bos met struikgewas, en legde zich zo goed en zo kwaad als het ging te slapen...
Toen hij wakker werd was het nog licht, en hij merkte dat hij het licht niet verdroeg. Het deed pijn. Na al die jaren van duisternis verdroeg hij het licht niet meer. En hij sloot vlug zijn ogen en hield zijn handen voor zijn gezicht... Pas toen het begon te schemeren durfde hij het weer aan om rond zich te kijken... En pas toen het weer donker was ging hij weer verder...
Dit keer wist Jan al een vier uur te stappen vooraleer hij het moest opgeven. Hij had honger en dorst. Hij vond een veld waar rapen stonden, en trok enkele rapen uit, en effende de grond zo goed mogelijk, zodat het er niet naar uitzag alsof er rapen waren gestolen... Iets verder kroop hij weer een bos binnen. Hij moest nog een heel eind voor hij een stuk bos vond, waar er dicht struikgewas stond. Hij kroop zo die mogelijk de struiken in, en legde zich zo goed als het ging weer te slapen, na twee rapen gegeten te hebben...
Bijna onmiddellijk sliep hij in, doodmoe... Hij was er zich niet van bewust dat hij in zijn slaap kreunde van de pijn in zijn arme voeten en benen... En dus was hij er zich ook niet van bewust dat men hem kon horen...
morgen het vervolg...
dinsdag, februari 11, 2014
De zon
Vanmorgen schijnt de zon...
De wereld ziet er meteen een heel stuk vriendelijker uit. Kleuren zijn dieper en hebben allemaal iets van het goud van de zon gekregen.
Eén nadeel is er wel aan: hoe sterker het licht, hoe donkerder de schaduwen zijn.
Bij een bewolkte hemel, als het maar niet klaar lijkt te worden, zie je amper schaduwen.
Maar misschien zijn die donker schaduwen net wel nodig om de kleuren nog echter te laten lijken.
Misschien is dat ook wel zo bij mensen...
Iedereen kent wel een of enkele van die kleurloze individuen, die nooit en nergens lijken op te vallen, die geen echte gaven hebben, maar ook geen echte fouten... Mensen die je amper ziet in een zaal vol mensen.
Je vraagt je zelfs soms af: "Hoe doen ze het toch, om onzichtbaar te blijven?", want soms is dat iets om jaloers op te zijn, maar meestal vraag je je niets af, want je hebt ze niet echt opgemerkt.
Mensen echter die uitblinken, hetzij in gaven hetzij in kwaden, die vallen des te meer op.
Sommige doen er veel voor, om dat imago hoog te houden, anderen proberen angstvallig om net niet op te vallen, en nog anderen geven er niet om, en spreiden hun licht en schaduw kwistig uit.
Je kent ze wel, diegenen die alle aandacht op zich trekken, en die aandacht daar ten alle prijze willen houden. Ze vertellen moppen, ze doen gewichtig, ze vertellen schijnbaar wijze dingen, ze lopen steeds over van begrip...
Die mensen lopen het gevaar in hun eigen diepe schaduw te vallen... Ze gaan vervelen, en hoe druk ze ook doen, ze weten geen echte binding te maken met anderen.
Als ik tussen de mensen loop, bij voorbeeld op een rommelmarkt, dan heb ik soms lust om de mensen allemaal in een kleurtje te steken, maar dan zie ik dat de meesten in het grijs zouden moeten gezet worden, en dan lijkt het me beter ze maar te laten zoals ze zijn.
Dat de meeste mensen kleurloos lijken in een massa mensen, komt door dat ze zich veelal kunstmatig pogen weg te cijferen. Het is immers onbeleefd om zich op te dringen, het staat niet om op te vallen, het is niet getuigend van respect om feller te schijnen dan de echte zon, het is kortom onbeleefd, het staat niet... Je moet stil zijn, niet opvallen, je waardig maar ongezien te bewegen...
Herken je ze ? Herken je misschien jezelf in deze beschrijving? Dikke kans dat het zo is, want we worden zo opgevoed, we worden geleerd zo te leven, onopvallend, stilletjes...Grijs.
Als ik naar buiten kijk, dan zie ik in de zon alle kleuren oplichten, en meteen is de wereld véél en véél mooier... Als ik wandel door de zonovergoten velden, dan is zelfs dat kleine vergeet me nietje plots een juweeltje. Nochtans, zonder zon valt het blauw amper op in het groen, de kleuren zijn zo verwant dat ze in elkaar lijken te smelten.
Moeten we daar geen les uit trekken? Moeten we niet leren meer en meer onszelf te zijn ? Zonder anderen in de schaduw te stellen, maar toch, gewoon, onszelf zijn? Zo, dat we, net als dat kleine vergeet me nietje niet meer versmelten in de ons omringende mensen, maar ons stralende zelf tonen.
Klinkt het een beetje moeilijk? Het is het niet...
Kijk eens hoe een mens die het aan durft te glimlachen (laat staan te lachen) opvalt !
Kijk eens hoe de mens die in de wachtzaal van de dokter durft te spreken opvalt !
Kijk eens hoe je het gezicht van je medemens kunt doen oplichten door een simpele glimlach, door een vriendelijk woord, door een zoekende automobilist te zeggen dat jij gaat wegrijden, en dat hij in je plaats kan parkeren...
Allemaal gratuite dingen...
en toch brengen ze zon, brengen ze kleur in het bestaan.
Breng kleur: glimlach !
tot de volgende ?
De wereld ziet er meteen een heel stuk vriendelijker uit. Kleuren zijn dieper en hebben allemaal iets van het goud van de zon gekregen.
Eén nadeel is er wel aan: hoe sterker het licht, hoe donkerder de schaduwen zijn.
Bij een bewolkte hemel, als het maar niet klaar lijkt te worden, zie je amper schaduwen.
Maar misschien zijn die donker schaduwen net wel nodig om de kleuren nog echter te laten lijken.
Misschien is dat ook wel zo bij mensen...
Iedereen kent wel een of enkele van die kleurloze individuen, die nooit en nergens lijken op te vallen, die geen echte gaven hebben, maar ook geen echte fouten... Mensen die je amper ziet in een zaal vol mensen.
Je vraagt je zelfs soms af: "Hoe doen ze het toch, om onzichtbaar te blijven?", want soms is dat iets om jaloers op te zijn, maar meestal vraag je je niets af, want je hebt ze niet echt opgemerkt.
Mensen echter die uitblinken, hetzij in gaven hetzij in kwaden, die vallen des te meer op.
Sommige doen er veel voor, om dat imago hoog te houden, anderen proberen angstvallig om net niet op te vallen, en nog anderen geven er niet om, en spreiden hun licht en schaduw kwistig uit.
Je kent ze wel, diegenen die alle aandacht op zich trekken, en die aandacht daar ten alle prijze willen houden. Ze vertellen moppen, ze doen gewichtig, ze vertellen schijnbaar wijze dingen, ze lopen steeds over van begrip...
Die mensen lopen het gevaar in hun eigen diepe schaduw te vallen... Ze gaan vervelen, en hoe druk ze ook doen, ze weten geen echte binding te maken met anderen.
Als ik tussen de mensen loop, bij voorbeeld op een rommelmarkt, dan heb ik soms lust om de mensen allemaal in een kleurtje te steken, maar dan zie ik dat de meesten in het grijs zouden moeten gezet worden, en dan lijkt het me beter ze maar te laten zoals ze zijn.
Dat de meeste mensen kleurloos lijken in een massa mensen, komt door dat ze zich veelal kunstmatig pogen weg te cijferen. Het is immers onbeleefd om zich op te dringen, het staat niet om op te vallen, het is niet getuigend van respect om feller te schijnen dan de echte zon, het is kortom onbeleefd, het staat niet... Je moet stil zijn, niet opvallen, je waardig maar ongezien te bewegen...
Herken je ze ? Herken je misschien jezelf in deze beschrijving? Dikke kans dat het zo is, want we worden zo opgevoed, we worden geleerd zo te leven, onopvallend, stilletjes...Grijs.
Als ik naar buiten kijk, dan zie ik in de zon alle kleuren oplichten, en meteen is de wereld véél en véél mooier... Als ik wandel door de zonovergoten velden, dan is zelfs dat kleine vergeet me nietje plots een juweeltje. Nochtans, zonder zon valt het blauw amper op in het groen, de kleuren zijn zo verwant dat ze in elkaar lijken te smelten.
Moeten we daar geen les uit trekken? Moeten we niet leren meer en meer onszelf te zijn ? Zonder anderen in de schaduw te stellen, maar toch, gewoon, onszelf zijn? Zo, dat we, net als dat kleine vergeet me nietje niet meer versmelten in de ons omringende mensen, maar ons stralende zelf tonen.
Klinkt het een beetje moeilijk? Het is het niet...
Kijk eens hoe een mens die het aan durft te glimlachen (laat staan te lachen) opvalt !
Kijk eens hoe de mens die in de wachtzaal van de dokter durft te spreken opvalt !
Kijk eens hoe je het gezicht van je medemens kunt doen oplichten door een simpele glimlach, door een vriendelijk woord, door een zoekende automobilist te zeggen dat jij gaat wegrijden, en dat hij in je plaats kan parkeren...
Allemaal gratuite dingen...
en toch brengen ze zon, brengen ze kleur in het bestaan.
Breng kleur: glimlach !
tot de volgende ?
maandag, februari 10, 2014
Keltische Sagen en Legenden
Ik ben een boek aan het lezen (raar hé ?), over Keltische sagen en legenden... En plots herinner ik me de verhalen van vroeger...
Plots weet ik weer hoe ik zondag na zondag steeds verder breide aan het eindeloze verhaal dat ik vertelde aan de Jongknapen van de Chiro...
Ik was dat kwijt, ik herinnerde me wel heel goed dat ik eindeloos door vertelde, maar niet meer hoe ik dat kon, of hoe dat ging.
Bij het lezen van die verhalen kwam me plots weer de stijl van die verhalen te binnen, en plots voel ik me weer in staat om te gaan vertellen, zonder einde, een eindeloos avontuur in een wereld vol spoken, heksen, elfen, kabouters, trollen en nog veel meer. Allemaal wezens die je toelaten te fantaseren zonder einde...
Ik moet zeggen, het boek is een her-openbaring.
Blijkbaar heb ik ergens diep in me nog wat bloed van de Kelten. (Kan ook moeilijk anders hé ?)
En misschien moest ik maar nu en dan een dergelijk verhaal gaan vertellen, zo maar, voor the fun. Eens heerlijk fantaseren zonder remmen, over dingen die niet kunnen, maar die je toelaten heerlijke avonturen te denken.
Want, ik hoop, beste lezer, dat u, net als ik zelf, een lezer bent, die kan wegdromen in een verhaal, die kan mee-leven met het verhaal, die kan verdrinken in de ongebreidelde fantasieën.
Soms vertelt men dat al die oude verhalen ergens een historische achtergrond hebben... Ik geloof dat niet, ze hebben wellicht alleen de achtergrond van een goed verteller, zo goed, dat de vertellingen nog generatie na generatie werden door verteld, met telkens wellicht kleine aanpassingen om het te plaatsen in een herkenbaar midden. Het is immers volkomen zinloos een verhaal te vertellen over een kasteel aan iemand die niet weet wat een kasteel is... Ga dan eerst met hem een kasteel bezoeken, wijs hem de krochten waarin de gevangenen kreunden, wijs hem de marteltuigen, wijs hem het goud op de meubels en het eetservies... Wijs hem alles wat zijn fantasie prikkelt, zodat je hem een verhaal kunt vertellen die hij kan plaatsen in een wereld die hij zich kan voorstellen.
Dat is ook de reden waarom geen mens er ooit in slaagt een totaal nieuwe wereld te bedenken... Zijn fantasie is immers begrensd door zijn kennis. Hij kan de plantengroei vervormen, andere kleuren geven, denkvermogen geven, maar ergens blijft hij hangen aan het idee planten zoals hij dat kent van hier, van deze wereld.
We bedenken eenhoorns, er uitziend als een sneeuwwit paard, met een hoorn er net uitziend als de tand van een narwal... We bedenken draken die heel dichte familie lijken van hagedissen zoals we die zien in de dierentuin, en zoals we leren over de saurussen uit de prehistorie...
Onze fantasie is beperkt tot onze werkelijkheid. En we husselen en roeren wel alles door elkaar heen, maken er heerlijk waanzinnig verhaal van, maar het blijft beperkt tot fantasie uit elementen die we kennen.
We lazen vroeger dat er geen leven denkbaar was zonder zuurstof, maar ondertussen kennen we wel bacteriën die leven in middens zonder zuurstof, in temperaturen waar we geen leven mogelijk achtten, en ga zo maar door... Telkens weer schuift de werkelijkheid een streepje verder. En dan plots wordt het normaal, het is, dus is het ook normaal...
In een verhaal kunnen we met al deze elementen gaan husselen, we kunnen, ver voor dat de wetenschap zoiets vindt, dingen bedenken, gebaseerd op wat we kennen, maar een stap zettend in het onbekende.
Herinner je de verhalen in de ruimte nog van kapitein Kirk en co ? Die verplaatsten zich sneller dan het licht, in een Warp-snelheid... Weet je dat ze bezig zijn om dat werkelijk te gaan doen? Volg maar eens de laatste ontwikkelingen op dit vlak !
Met andere woorden, fantasie hoeft niet onwerkelijk te blijven, er zijn fantasieën die werkelijkheid worden, denk maar aan de verhalen van een Jules Verne...
Maar steeds, hoe dan ook, is iedere fantasie gebaseerd op de dingen die we kennen of menen te kennen.
Dat is net het mooie... Het is steeds ergens herkenbaar, hoe vergezocht het ook is. En een goede verteller zal steeds zorgen dat er voldoende elementen van de normale wereld in zitten, om je er te kunnen bij IN-leven...
Vertellen... heerlijk is dat...
Laat de zeemeerminnen maar minnen, den katers maar spinnen, en de spinnen maar weven...ik hou van dat sprookjesleven
tot de volgende ?
Plots weet ik weer hoe ik zondag na zondag steeds verder breide aan het eindeloze verhaal dat ik vertelde aan de Jongknapen van de Chiro...
Ik was dat kwijt, ik herinnerde me wel heel goed dat ik eindeloos door vertelde, maar niet meer hoe ik dat kon, of hoe dat ging.
Bij het lezen van die verhalen kwam me plots weer de stijl van die verhalen te binnen, en plots voel ik me weer in staat om te gaan vertellen, zonder einde, een eindeloos avontuur in een wereld vol spoken, heksen, elfen, kabouters, trollen en nog veel meer. Allemaal wezens die je toelaten te fantaseren zonder einde...
Ik moet zeggen, het boek is een her-openbaring.
Blijkbaar heb ik ergens diep in me nog wat bloed van de Kelten. (Kan ook moeilijk anders hé ?)
En misschien moest ik maar nu en dan een dergelijk verhaal gaan vertellen, zo maar, voor the fun. Eens heerlijk fantaseren zonder remmen, over dingen die niet kunnen, maar die je toelaten heerlijke avonturen te denken.
Want, ik hoop, beste lezer, dat u, net als ik zelf, een lezer bent, die kan wegdromen in een verhaal, die kan mee-leven met het verhaal, die kan verdrinken in de ongebreidelde fantasieën.
Soms vertelt men dat al die oude verhalen ergens een historische achtergrond hebben... Ik geloof dat niet, ze hebben wellicht alleen de achtergrond van een goed verteller, zo goed, dat de vertellingen nog generatie na generatie werden door verteld, met telkens wellicht kleine aanpassingen om het te plaatsen in een herkenbaar midden. Het is immers volkomen zinloos een verhaal te vertellen over een kasteel aan iemand die niet weet wat een kasteel is... Ga dan eerst met hem een kasteel bezoeken, wijs hem de krochten waarin de gevangenen kreunden, wijs hem de marteltuigen, wijs hem het goud op de meubels en het eetservies... Wijs hem alles wat zijn fantasie prikkelt, zodat je hem een verhaal kunt vertellen die hij kan plaatsen in een wereld die hij zich kan voorstellen.
Dat is ook de reden waarom geen mens er ooit in slaagt een totaal nieuwe wereld te bedenken... Zijn fantasie is immers begrensd door zijn kennis. Hij kan de plantengroei vervormen, andere kleuren geven, denkvermogen geven, maar ergens blijft hij hangen aan het idee planten zoals hij dat kent van hier, van deze wereld.
We bedenken eenhoorns, er uitziend als een sneeuwwit paard, met een hoorn er net uitziend als de tand van een narwal... We bedenken draken die heel dichte familie lijken van hagedissen zoals we die zien in de dierentuin, en zoals we leren over de saurussen uit de prehistorie...
Onze fantasie is beperkt tot onze werkelijkheid. En we husselen en roeren wel alles door elkaar heen, maken er heerlijk waanzinnig verhaal van, maar het blijft beperkt tot fantasie uit elementen die we kennen.
We lazen vroeger dat er geen leven denkbaar was zonder zuurstof, maar ondertussen kennen we wel bacteriën die leven in middens zonder zuurstof, in temperaturen waar we geen leven mogelijk achtten, en ga zo maar door... Telkens weer schuift de werkelijkheid een streepje verder. En dan plots wordt het normaal, het is, dus is het ook normaal...
In een verhaal kunnen we met al deze elementen gaan husselen, we kunnen, ver voor dat de wetenschap zoiets vindt, dingen bedenken, gebaseerd op wat we kennen, maar een stap zettend in het onbekende.
Herinner je de verhalen in de ruimte nog van kapitein Kirk en co ? Die verplaatsten zich sneller dan het licht, in een Warp-snelheid... Weet je dat ze bezig zijn om dat werkelijk te gaan doen? Volg maar eens de laatste ontwikkelingen op dit vlak !
Met andere woorden, fantasie hoeft niet onwerkelijk te blijven, er zijn fantasieën die werkelijkheid worden, denk maar aan de verhalen van een Jules Verne...
Maar steeds, hoe dan ook, is iedere fantasie gebaseerd op de dingen die we kennen of menen te kennen.
Dat is net het mooie... Het is steeds ergens herkenbaar, hoe vergezocht het ook is. En een goede verteller zal steeds zorgen dat er voldoende elementen van de normale wereld in zitten, om je er te kunnen bij IN-leven...
Vertellen... heerlijk is dat...
Laat de zeemeerminnen maar minnen, den katers maar spinnen, en de spinnen maar weven...ik hou van dat sprookjesleven
tot de volgende ?
Abonneren op:
Posts (Atom)