In het politiecommissariaat zaten ze verveeld met de aanwezigheid van dat kleine ventje in zijn pamperke. Ze belden alle diensten af waar ze hem wellicht aan kwijt konden, maar er is heel weinig voorzien voor de opvangst van dergelijke kleine kinderen, en waar het wel bestaat, zit het overvol, en bestaan er lange wachtlijsten.
"Ik kan hem, podorie, toch niet in de cel zetten!" brieste de commisaris .
Agent Vansteenkiste stelde voor dat hij de kleine voorlopig mee naar huis zou nemen, zijn vrouw was toch werkloos, en ze hadden nog heel wat gerief voor de kinderen liggen, ook al waren zijn kinderen ondertussen al een stuk groter.
Eigenlijk was dat niet helemaal volgens het boekje, maar Vansteenkiste mocht de kleine meenemen, meer zelfs, hij mocht daarvoor zelfs vroeger vertrekken, zodat die kleine eindelijk weg was.
Vansteenkiste nam de kleine op zijn armen, en liet zich met de combi naar huis voeren.
Vrouw Vansteenkiste keek eerst nogal verbouwereerd toen zij haar wederhelft zag binnenkomen met een kleine op de arm. Vansteenkiste vertelde het hele verhaal, vanaf het engeltje op het kruispunt, het bezoek van de paus en het slot toen ze daar zaten in het commissariaat...
Maria, de vrouw van Vansteenkiste, haalde van de zolder een kinderstoel en beval haar man om ook maar meteen een bedje en het perk af te halen.
Ze deed de kleine de pamper af "Ah, ge zijt nog droog!" "Hoe noemt die kleine ?" riep ze naar haar man. "Hoe zou ik dat weten, hij kwam aangevlogen!" riep Vansteenkiste van de zolder.
"Ik noem hem dan maar Angelo" besloot Maria, "Dat is engeltje in het Italiaans... Of is het Spaans ? het doet er niet toe..."
Ze zette Angelo op de kinderstoel, en gaf de kleine een korst brood, haar kinderen sabbelden daar gaarne op, dus zou Angelo dat ook wel... Maar Angelo bekeek de korst, en keek dan weer nieuwsgierig rond.
Ze nam wat melk, lengde het een beetje aan, want misschien was die kleine heel wat anders gewoon... Maar Angelo vertikte het ook daarvan te drinken. Maria begon al een beetje te panikeren.
Ondertussen had Vansteenkiste het bedje in elkaar gevezen, en was nu doende het perk uit te zetten.
"Jef, die kleinen wil niet eten, en hij pist en kakt niet ook !" Er klonk al ietsje van paniek door in de stem van Maria.
Toen een uur later, en ontelbare pogingen later, zowel om de kleine te doen eten als te doen pissen, besloten ze de dokter te bellen.
De huisdokter kwam, hoorde het verhaal aan... "Jamaar, is die kleine dan wel in regel met de ziekenkas?" Vansteenkiste wist het niet, "vermoedelijk niet" dacht hij... De dokter vroeg of hij eventjes mocht telefoneren. Dat eventjes duurde bijna een uur en 4 telefoontjes, en de dokter verklaarde dat hij een verklaring moest opmaken over het onderzoek, en ondertekend door Jef en Maria !
Jef pruttelde wat tegen, verwees naar de commissaris, maar Maria wilde dat de kleine onderzocht werd.
De dokter nam zijn stethoscoop, luisterde aan de borstkast, deed zijn stethoscoop af, controleerde die even, luisterde weer... "Die kleine heeft geen hartslag" zei hij, een beetje panisch ! "En hij ademt niet ook !" "... "en kijk ! Hij heeft verdorie geen navel ook nie !"
Hoe Jef en zijn Maria ook tegenpruttelden, de kleine moest binnen in het universitair ziekenhuis, moest onderzocht worden ! Het was een medisch wonder, en daar had hij, simpele huisdokter, de ontdekking van op zijn naam !
Met groot lawaai arriveerde de MUG aan de deur bij Jef. En toen Jef en Maria met de dokter en de kleine buiten kwamen, stond al de halve straat buiten om te kijken waar en wat en bij wie er iets haperde.
Maria mocht nogal wat uitleggen dat er bij haar een kleine zat. En toen ze vertelde over zijn nederdaling uit de hemel, waren er verschillende die het al gehoord en gezien hadden op TV ! Er waren immers ontelbare filmpjes genomen met smartphones, en ze toonden er enkele op TV, en op Internet kon je wel blijven kijken !!!
Angelo was dus op weg naar het UZ...
Daar was ook al groot alarm geslagen, en waar het anders de assistenten waren die het eerste onderzoek mochten doen, was nu de prof al bij voorbaat opgeroepen naar het UZ, voor dit wonder !
Toen de MUG arriveerde, stonden er wel tien proffen te wachten en te drummen, en elk het recht op eisen dat hij (zij) toch zeker wel als eerste de kleine moest onderzoeken ! Hij was immers hartspecialist, en zonder hart... Oh ja, en zonder longen wel soms ? ... Och ja, en dat vliegen dan? Oh, en moest men niet eerst de urinewegen .. Nee, de darmen, en heel de spijsvertering...
De kleine Angelo zat het allemaal te bekijken, met een glimlach om de lippen.
En uiteindelijk besloot men hem eerst maar onder de scan te leggen... Uit die resultaten zouden ze dan misschien kunnen besluiten wat het hoogst dringend was...
Zo een kleine moest eerst verdoofd worden, want anders kon je zo'n kleine niet stil houden onder dat toestel ! De anesthesist kwam er bij, woog de kleine... besloot hoeveel verdoving hij moest gebruiken, snoerde het armpje af, en zocht naar de ader... Geen ader te vinden ! "Natuurlijk niet," kraaide cardiologie "als er geen hartslag is !"
Men besloot het dan maar te wagen zonder verdoving, terwijl ze bleven roepen dat hij moest "Stl liggen" Angelo lag stil. Waarom ook niet ?
Toen de foto's verschenen, zat iedereen er stom verbaasd naar te turen.
Er was niets te zien. Alleen een massief wit beeld van het kind. Geen enkel orgaan was zichtbaar. Geen enkel ! Zelfs geen spiertje !
De profs zwegen. Ze keken elkaar aan, zonder één woord.
Keken weer naar de foto's...
"Dat kan niet" fluisterde Cardiologie. Ze schudden allemaal het hoofd. "Zelfs geen hersenen" "Niets"
Wat kun je nu behandelen als er niets is?
Niets natuurlijk...
Ze bekeken samen de kleine nog eens uitgebreid aan de buitenkant.
Een pamper heeft de kleine ook niet nodig, want hoewel het uiterlijk op een plasserke leek, was het gewoon fantasie, zonder opening, hetzelfde met de anus. Er was gewoon geen anus. En de mond was gewoon een opening zonder een vervolg naar slokdarm of luchtpijp, want die waren er gewoon niet.
Het kind kon onmogelijk leven !
Maar het zat hen olijk aan te kijken.
Plots fluisterde Psychologie " Dan toch een Engel ?"
Iedereen zweeg.
De meeste proffen waren vrijdenkers, ze hadden immers toch al bijna overal een antwoord op... Dus hadden ze geen God van doen... Maar nu...
Ze wilden het niet bekennen, maar nu, voor het eerst sedert hun jeugd, dachten ze weer aan een God...
"Wat doet hij hier ?" "Hé ? Wat doe je hier ?" riep hij naar Angelo.
En weer klonk er een geklingel als van kristallen belletjes... En weer greep iedereen naar zijn hoofd, naar zijn oren, en weer kreeg iedereen een glimlach rond de lippen en weer leek iedereen plots heel gelukkig...
Morgen het vervolg...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten