Image by maxnathans via Flickr
Papier... Heb je er al eens bij stil gestaan ?Het heeft een lange geschiedenis achter de rug. En toch is het pas na de ontdekking van de kunst van het maken van het goedkope papier, dat de gedachten van de mensheid breed konden verspreid worden.
Dat kon niet met de kleitabletten, dat kon niet met het perkament, dat kon zelfs niet met het papyrus-papier, nee, dat kon maar toen men de ontdekking deed van goedkoop te vervaardigen papier in grote hoeveelheden.
Zonder dat papier zou de drukkunst nooit geschied zijn, en zou er wellicht zelfs nooit een evolutie zijn gekomen naar dat elektronische verschijnsel, waar jij nu naar zit te turen.
Papier... we snuiten er onze neus in, we vegen er ons gat aan af, en het is de ultieme drager van de wijsheid en zelfs van ons kapitaal...
Als je nu de grote magazijnen binnengaat, dan liggen daar duizenden vellen wit papier in alle formaten in alle soorten van samenbindingen op jou te wachten. Want het is de tijd van het jaar dat je weer je kinderen moet bevoorraden met allerlei gerei om school mee te lopen...
In één magazijn zag ik een klein hoopje, wat trieste schriftjes in wat minder wit papier: Kladschrift - Brouillon.
Kladschrift !
djudedju
dat is iets wat ik steevast moest hebben, om school te lopen... De naam alleen al wees op archaïsch gebruik, want kladden maakt men nu niet meer... Met de moderne balpen is dat er niet meer. Wij schreven nog met een echte pen, een ballonpen naar de afbeelding van een luchtballon op de pen, die we moesten dopen in het inktpotje dat in onze bank zat. Als het potje leeg was, kwam de zuster of de meester het potje weer bijvullen.
Met die pennen kon je heerlijke kladden maken. Als je over de natte inktvlek je blad dubbel vouwde kreeg je van die gekke vlekken en kon je jezelf testen wat je alle maal zag in die vlek.
We hadden dan ook vloeipapier, om de inkt, en eventueel de klad mee droog te deppen. In ons West-Vlaams was dat dan ook een "kladder".
Gek, hoe het zien van die schriftjes je meteen weer op de banken zwierde.
Ik zat weer bij Masoeur Hubertine op de schoolbank, en genoot van de droge hitte van de ronkende kachel. Ik rook weer de geur van de natgeregende kleren die dampten in de hitte van de klas. Ik hoorde weer het soms snerpende geluid van het krijtje op het bord, ik hoorde hoe masoeur ons leerde hoe wij netjes die moeilijke f moesten schrijven...
Wij zaten met drie studiejaren in één klas bijeen.
Twee studiejaren zaten ijverig te rekenen en te schrijven, terwijl de derde les kreeg. Had je rap gedaan, dan kon je de wijsheid van de hogere klas al mee horen.
Nu lijkt dat geen goed systeem, maar toen ik naar het college moest, bleek dat ik helemaal geen achterstand had, en net zoveel en zo goed "geleerd" was als de anderen, die in klassen hadden gezeten, waar telkens maar een studiejaar zat. Blijkbaar was het toch niet zo slecht, of de faam van het college was overroepen...
Op een of andere manier hield masoeur Hubertine dan ook nog wat tijd over, en soms, als we allemaal heel braaf waren geweest en goed ons best hadden gedaan, dan las de zuster een verhaal voor... Eentje herinner ik me nog als de dag van gisteren: over Boompje en Pereltje, twee Chinese weeskindertjes... Een boek van Boschvogel. Toen ik het op een rommelmarkt zag liggen heb ik het uit pure nostalgie gekocht.
Mijn beste vrienden zaten ook in de klas, Claude, Odiel (Diele) en Marcel (Sille)... Drie kinderen die niet alleen met me in de klas zaten, maar ook in dezelfde wijk woonden.
Veel kinderen woonden er niet in onze wijk... Het was een oude wijk, met vooral oudere mensen. En buiten die drie vrienden, waren er hooguit nog een vijftal van mijn leeftijd te vinden, maar die gingen naar een andere school, en had je dus niet zoveel contact met hen.
Twee van de drie waren boerenzoons, en veel van de vakantiedagen bracht ik dan ook door al helpen op het veld. Meest bij Diele. De "speeldagen" zat ik meest bij Claude. Sille was een vriend, maar niet zo intens als de andere twee, maar de zondag was hij ook in de Chiro, en daar werden dan de banden van de wijk-vriendschap weer wat aangehaald.
Wat gek is, is dat ik me van de andere klasgenootjes niet echt veel herinner... Als ik toevallig nog eens op een foto van toen stoot, dan kan ik me wel sommige dingen van sommige kinderen herinneren, maar geen namen meer... Soms weet ik nog waar ze woonden, of wat we samen wel eens uitspookten, maar dat is allemaal wat in nevelen gehuld.
Geheugen is een wonder iets.
Op de rommelmarkt zie ik soms nog een lei liggen, en griffels... Daar leerden wij op schrijven, en waren we verkeerd, dan maakten we ons vinger nat in onze mond, en wreven de fout snel uit. Als mijn geheugen goed is, dan was een kant van de lei voorzien van lijntjes. Niet de gewone lijntjes van een schrift, maar die speciale lijntjes die we ook hadden in ons speciaal schrift voor schoonschrift. Met twee lijntjes die dicht bijeen stonden, en waar je netjes op de aangegeven grootte de kleine letters meost schrijven, allemaal gelijk van grootte... het bolletje aan de d moest ook net zo groot zijn.
Als ik nu mijn krabbels bekijk, dan is dat schoonschrijven ver weg...heel ver weg.
Als ik me mezelf voorstel in die klas, dan zit ik netjes rechtop, met de armen over kruis. En soms zelfs met het wijsvingertje van de rechterhand hard tegen de lippen geduwd, in een oefening op stil en zwijgend zitten... Masoeur is aan het vertellen...
tot de volgende ?
1 opmerking:
en als je braaf was en goed leerde mocht je van krantenpapier proppen draaien om in de kolonnestove te steken!! en dat deed je in dat kotje achteraan in de klas. En dat de slimme vanvoren zaten en de domme vanachter, dat is ook een feit!!! en dan maar zeggen dat het niet mogelijk is dat we analfabeten hebben!! Maar de nonnen waren daar goed in , in het voortrekken....
Lieve
Een reactie posten