Gelezen in "De laatste met het Nieuws": robotbij ontwikkeld voor het bestuiven van de bloemen"
Een robotbij !
Nu de honingbijen massaal aan het uitsterven zijn, en men de wereld bang maakt dat wij afhangen van de bestuiving der planten, komt nu de moderne redding: de robotbij
djudedju
Gaat dat ding dan ook robotbijenhoning maken? Met een heerlijk smaakje van smeerolie? En zal de ding ook kunnen steken? ("Opstand der robotbijen", een nog te schrijven boek)... Of zal het alleen dienen om bloemen te bestuiven?
Straks moet de boer een aankoop doen van 1.000.000 robotbijen om zijn velden te bevruchten... Plus een heel dure verzekering tegen gebeurlijke ongevallen. Want ik zie het zo al gebeuren... Nu en dan krijg je een bij of een dikke vlieg of hommel tegen de vooruit van je wagen. Een lelijke plek, twee of drie keer sproeien en de ruitenwisser laten gaan, en hup, alles is weer net... Maar krijg maar eens zo'n robot in je voorruit ! Als het ding er niet dwars door heen vliegt, dan kan ik je nu al zeggen dat smeerolie heel moeilijk weggaat met water en ruitenwisser. Straks moeten we heel sterke detergenten in ons sproeibakje gieten... Slecht voor het milieu ! Och ja, dat milieu is al om zeep, dus komt het niet op dat beetje zeep aan...
Ach, ik ben weer bezig... Ik kan het nu eenmaal niet laten !
En straks zijn er weer mensen die alleen dat verhaaltje, die fantasie hebben gelezen of hebben onthouden, en niet er uit puren wat ik er heb willen instoppen.... Ik wil het vandaag niet echt hebben over die robotbij, die is er jammer genoeg echt... en wordt gebouwd uit hoge nood bij het echte uitsterven van de echte bijen...
En daar wil ik het echt over hebben ! Over het uitsterven van bijen en een heleboel andere dieren en diertjes en planten en plantjes... Wellicht ook van bacteriën en ander klein grut, die allemaal een rol spelen in dat grote geheel wat "LEVEN" heet...
Als kind ging ik met mijn vriend Odiel en zijn zusters mee aardappelen rooien. Dat was niet met die enorme machines die je over het veld ziet rijden, maar het paard trok een heel simpel tuig voort over het veld, waardoor de aardappelen bloot op de grond kwamen te liggen. Wij kropen op onze knieën daar achter, een mand mee trekkend, en aardappelen rapend. Was de mand vol, dan gingen we die in een zak gieten, was de zak vol, dan werd die op de kar gestapeld...
Wij amuseerden ons kostelijk, en als we op de veld leeuwerikenjongen vonden, dan stopten we die in een kooitje. Die leeuweriken werden dan gevoederd, en naderhand werden de mannetjes in een leeuwerikenkooi gestopt om te zingen. Nu moet je dat niet meer doen. We zijn als mens een stuk verder ontwikkeld, we hebben meer eerbied voor de dieren, maar de grote reden is dat je geen of amper nog een leeuwerik ziet, laat staan vinden op het veld. En met die grote moderne machines worden de aanwezige jongen wellicht mee omhoog gedraaid in dat mechanische sorteercentrum... en uitgespuwd met de keien en de aarde...
En dan heb ik heimwee.
Naar de tijd van de leeuwerik.
Naar de tijd dat die kleine vogeltjes zo hoog in 't geluchte gingen hangen dat je ze nog amper kon zien, en daar luid, voor heel de wereld, kwinkeleerden dat het een lieve lust was. Nu moet je al heel veel geluk hebben om een leeuwerik te horen. Niet alleen zijn er nog heel weinig over, de mensenwereld is zo lawaaierig geworden dat die beestjes er haast niet meer boven uit kunnen zingen...
En het is heus niet alleen de leeuwerik die ik mis, waar is de geelgors, het kwikstaartje (wij noemden dat paardewachtertjes omdat ze achter de ploeg aan hipten om wormpjes en maden op te pikken --- maar ook die maden en wormen leven nog amper in het doodgespoten veld !)...
Het zijn heus niet die vogeltjes alleen die ik mis... Ik zie geen glimwormen meer, ik zie bepaalde bloemen niet meer, ik zie wel een hemel vol condensstrepen, ik ruik de natuur nog amper, ik ruik veel meer het verkeer en de fabriek... En dan woon ik nog op den buiten... Als ik de stad in ga, dan stel ik vast dat het er gewoonweg stinkt. Wie er woont ruikt dat wellicht niet meer, hij is het gewoon, kent niets anders...
Een Schelde vol dode vissen, en gekrakeel tussen gewesten wie de schuld heeft aan deze moord.
Dat maakt me allemaal bang.
Ik wil ook voor mijn kleinkinderen en hopelijk mijn achterkleinkinderen een wereld waarin de leeuwerik opnieuw zingt, de geelgors zijn gouden kleed toont, een kwikstaart vrolijk op het veld wormpjes zoekt...
Een wereld die niet stinkt
een wereld waar je nog stilte kunt vinden
een wereld barstend van leven
een wereld zonder oorlog
zonder gevecht over grondstoffen
een wereld vol vrede
zonder honger
zonder dorst
een wereld met levende oceanen en massa's bossen en wouden
een wereld...
om in te leven...
tot de volgende ?
1 opmerking:
Hoi Toon, ik wil je graag opbeuren met de witte kwikstaart die in Nederland steeds vaker zie! De gele die vroeger, samen met de witte, altijd op het fietspad voor mij uitvloog tijdens de schooltocht van mijn dorp naar de grote stad, hoop ik ook nog weer eens te zien.
Gr. voor jou en Anny,
Henk
Een reactie posten