Logo chiro (Photo credit: Wikipedia)
We zongen het uit volle borst, en met diepe overtuiging.
Ik was eigenlijk al bij de Chiro, nog voor het toentertijd mocht. Maar mijn broer was er, en ik was groot voor mijn leeftijd, dus lukte het wel. Toen waren er nog geen jongknapen, men begon bij de burchtknapen...
En meteen was de toon gezet... Heel romantische en ridderlijke namen voor de afdelingen: Burchtknapen, knapen, kerels... Duidelijk ook Vlaams en de naam Chiro waren gewoon de Griekse letters Chi en Rho, de twee eerste letters van Kristus in het Grieks...
De grote concurrenten waren de scouts en de KSA...
Maar dat waren, in onze ogen, minderwaardige wezens.
Nu bekijk ik dat allemaal anders... Nu ben ik blij dat er nog jongeren zijn die aangesloten zijn bij een jeugdbeweging, die leren verantwoordelijkheid te dragen, die leren in groep, in een samenleving te leven.
De jeugdbeweging van nu, ook de Chiro, zijn enorm veranderd, aangepast aan de tijd. De namen zijn niet meer zo romantisch, de liedjes zijn niet meer zo martiaal, en de rangen worden niet meer militair gedrild. Ik denk niet dat ze ooit nog marsjeren, laat staan dat ze dit doen onder het zingen van liederen zoals : Chirokameraden de Koning u roept, hoort nu dwingend zijn roep en zijn stem...
Alles is nu wat softer, wat "burgerlijker"... Ik vermoed dat ook de spelletjes helemaal anders zijn, minder gericht op lichamelijke ontwikkeling, meer op amusement. Wij leerden vechten voor een lap stof... Iedereen moest een lapje stof in de riem stoppen, op je rug, en dan moesten wij proberen de lap stof van de tegenstrever te pakken te krijgen, zonder dat hij onze lap kon nemen. Lap kwijt was je dood...
Ik hield van die spelletjes. Waar het op macht en op vechten aan kwam, daar was ik haantje de voorste, waar het op lopen en snelheid aankwam, daar liep ik helemaal aan het staartje. Vechten was een ware sport. Je kon het geen worstelen noemen, maar het was er familie van. Je mocht elkaar niet echt pijn doen, het was een sportief gebeuren, waarbij je macht aan lenigheid moest koppelen. Dat lenige was niet mijn sterkste punt, maar ik had heel veel macht, en daarmee was ik in die sport een uitblinker.
Nu mogen de kinderen niet meer vechten, dat is opvoedkundig niet verantwoord....
Ik herinner me, dat mijn broer zaliger, die dan militair was, stoefte over al de gevechtstechnieken die ze leerden, en hoe ik daar mee zat te spotten... On moeder zei dat we het dan maar eens sportief moesten uitvechten. En in de weide voor de deur (Waar vroeger een spoorweg was), ging ons moeder zitten, en mochten wij het vechten beginnen.
Ik weet niet hoe lang we hebben gevochten, maar het was lang, tot ons moeder zei dat het genoeg was, en match nul was... En mijn broer moest toegeven dat al zijn trukken afbotsten op mijn macht, en ik moest toegeven dat hij veel leniger was en veel meer trukken kende...
Om maar te zeggen, vechten had niets te zien met ruzie, het was een sportief gebeuren. Het was wel een voordeel als je kon vechten, mocht er eens ruzie zijn.
Eén van de dingen die me steeds zijn bijgebleven, was het feit dat je mensen die je willen aanvallen met vuistslagen, die mensen moest je in een worstelgreep te pakken nemen, en mensen die wilden worstelen, die moest je te vuist gaan... Je moest proberen de "vijand" te pakken te nemen op zijn zwaktste punt. Maar die regels waren er alleen voor het echte gevecht, het niet sportieve, maar het ruzie-gebeuren.
Ook bij ruzie grepen wij veel vlugger naar het gevecht.
En weet je, ergens vond ik dat niet zo slecht... Wij losten de zaken op die manier op, en zelfs in bikkelharde ruzie bleef er het sportieve bestaan. We zouden nooit bewust gaan mikken op een bril, maar vermeden dat, want dat was breekbaar en duur. We zouden ook nooit uit volle macht stampen, en we zouden zeker nooit slaan of stampen naar een gevallen "vijand".... Als je nu de beelden ziet op TV van gevallen van agressie, dan is dat precies andersom. Nu mag men niet meer leren vechten, maar als er echte ruzie is, dan slaan en stampen ze om echt pijn te doen, om echt te kwetsen, ja... te doden.
Wij hadden met onze manier van leven veel minder opgekropte agressie.
Wij leefden die agressie uit binnen sportieve banen, zelfs bij echte ruzie.
Ik herinner me dat ik ooit eens echt ruzie had met een van mijn beste vrienden, Odiel... In het naar huis rijden van school, begonnen wij te vechten, twee beren van jongens, twee sterke knapen... We hadden alle twee blauwe plekken, en het staat me voor dat de lip van Odiel bloedde...
Na het middageten reed ik tot aan het huis van Odiel, en riep in de poort naar hem. Zijn moeder, Maria, zei dat ze dacht dat we ruzie hadden, waarop ik antwoordde dat dit uitgevochten was. We reden beiden samen naar school, weer dikke vrienden.
Wij vochten, maar toch was er op een bepaalde manier minder agressie dan nu.
Ik zou willen stellen dat wij onze frustraties af reageerden vooraleer het kwam tot echte agressie.
Ik ga niet zeggen dat er toen geen pestgedrag was, maar meestal werd dat opgelost door de kinderen zelf, in een gevecht of een fikse ruzie. Waren er kinderen die verbaal veel snediger en giftiger waren dan anderen, dan waren die anderen meestal in dat geval veel lichamelijk krachtiger, en het slachtoffer van het verbaal gepest corrigeerde zijn opponent met de vuist. Omgekeerd was ook waar. Veel van de vechters werden verbaal afgestraft door anderen... Kortom, pestgedrag werd opgelost door de partijen zelf.
Nu mag het slachtoffer van verbale agressie niet reageren met een gezonde knokpartij, want dat is agressie... Ook al was de agressie er eigenlijk eerst door de anderen, weliswaar verbaal, maar daarom niet minder pijn doend.
Ach, ik ga niet stellen dat ons systeem zo veel beter was, maar slechter was het zeker niet, en wij zagen in die tijd minder echte agressie dan nu...
Maar het bestond wel... Er waren toen ook messenvechters en zo, maar dat waren uitzonderingen in een wereld die veel minder verdoken spanningen had.
tot de volgende ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten