dinsdag, september 25, 2012

inspiratie

LONDON, ENGLAND - JUNE 03:  A piece by Sculpto...
LONDON, ENGLAND - JUNE 03: A piece by Sculptor John Michael Rysbrack, called Sir Peter Paul Rubens, sits at the Whitechapel Gallery on June 3, 2011 in London, England. The piece makes up part of a collection of art-works by artists including L S Lowry, Tracey Emin and Bridget Riley which belong to the British Government, and are on public display at the Whitechapel Gallery for the first time until September 2011. (Image credit: Getty Images via @daylife)
Soms zit ik minutenlang op dit lege blad te turen... Waar ga ik vandaag eens over schrijven?
Writersblock is een geleerd woord om dit fenomeen te omschrijven, in 't Vlaams zouden we zeggen: "'t Zit allemaal geblokkeerd, 't zit vast"...
Maar dat lost niets op, de vraag is immers niet of het vastzit, maar wat er vastzit.
De inspiratie...
De muze...

Voor mij zie ik dan schilderijen met half geklede mooie vrouwen die de muze moeten voorstellen. En ik denk dan dat dit schilderijen zijn die ook al gemaakt werden met een gebrek aan inspiratie, en dus besloten ze de muze maar eens zelf ten tonele te brengen, en dan nog zo mooi mogelijk, in de hoop dat de dame in kwestie gecharmeerd zou zijn en de paintersblok zou opheffen...
Meestal hielp het, want ik hoorde nog nooit van een schilder die jaren voor een wit doek zat te staren.

Dus, de oplossing is het charmeren van de muze...
Van de schilders leer ik dat ze graag mooi en jong worden afgebeeld. Wel een beetje in de geest van de tijd, bij Rubens voluptueus, bij anderen wat schrieler, maar toch: altijd jong en mooi.
Dat de muzen al eeuwen lang voor onze inspiratie zorgen mag ze dus niet aan te zien zijn. Of is het een truuk van de schilders? Een listigheidje om weer eens een nieuwe, jonge blote madam in het atelier te krijgen ? (Dat doet me denken aan een cartoon die ik ooit zag: Je ziet een schilder die met zijn model rustig een glas wijn zit te drinken aan een tafeltje. De schilder zegt: "Doe vlug je kleren uit, ik hoor mijn vrouw de trap op komen..., anders heeft ze straks weer slechte gedachten")

Dus misschien mogen we rustig de muze omschrijven als een oude wijze vrouw, een vrouw die het al allemaal heeft gezien, al allemaal heeft gehoord, al allemaal heeft gelezen... Een vrouw waarvan het gerimpelde gelaat de schoonheid van vroeger verraadt, en met klare ogen waaruit goedheid en wijsheid je tegen straalt. Kortom een beetje wat je je voorstelt als als denkt aan je moedertje... Een vrouw waarvan je niet alleen een woord van steun verwacht, maar ook een liefdevolle knuffel en een zoen op je voorhoofd... Een vrouw die bezorgd vraagt: "En ??? Hoe is 't nu, Gaat het al wat beter?" en op slag gaat het ook beter ! De liefde van moeder naar zoon.

Nee, mijn muze is allang geen jonge poes meer, maar een oud, wat kromgebogen moedertje, vol ervaring, wijsheid en vooral warme liefde. Niet de liefde tussen man en vrouw, maar de liefde van een moeder, de liefde van haar die je nu al zo veel jaren mist.

Het is gek, maar ik moet vaststellen dat ik mijn ouders nog veel liever zie dan toen ze nog leefden. En zelfs die kleine dingen van de oude dag, die soms wat hinderlijk waren, die hebben ze niet meer. Het beeld dat rest van hen, is puur, is alleen een eeuwige bron van goedheid, van liefde en van... inspiratie.

Met andere woorden, mijn muze, dat is het verleden. Niet echt zoals het was, maar zoals het had moeten zijn...
Ik heb in mijn hoofd alle zorgen, alle leed, alle verdriet, alle ziekte uitgewist, en het opgeblonken tot het blinkt als het zuiverste goud.
Ik heb mijn verleden als het ware omgetoverd tot een van die ouderwetse kerstkaarten... Waar alles goed, lief, volmaakt is...
En net als met die kerstkaart heb ik dan het gevoel dat het niet helemaal klopt, dat het volmaakte zelfs in het verleden niet helemaal kan, dat het zijn echtheid verliest. Toch wil ik het zo laten. En als nu en dan eens een kwade herinnering opduikt, dan weer ik die... Niets mag en kan het ideaal beeld schenden.
De sneeuw is wit, zelfs waar de auto's het stuk rijden, de bomen zijn volmaakt van vorm, geen tak die te ver uitschiet, geen blad die scheef hangt.

Ik weet wel, dit is het verleden niet, niet echt... Maar zo wil ik het zien, zo wil ik het bewaren.
Zo wil ik terugdenken aan de mensen.
Mooi, goed, volmaakt.

En dan denk ik plots aan dit of dat kleine feitje, en zie, een stukje van het goudbeslag brokkelt af van de prent, en toont plots een stuk werkelijkheid. Werkelijkheid die helemaal niet zo mooi, niet zo volmaakt was... Het verguldsel is maar een laagje boven op... De werkelijkheid zit er nog steeds onder. En toch, toch blijft mijn muze het beeld houden van mijn moedertje...
Ook met de kleine onvolmaaktheden van ouderdom...
Hoe schreef Elsschot het ook weer ?
Ik kan het niet verdragen dat gij gekromd zijt en versleten...

Stilaan krijg ik ook die "allures"... versleten, oud...
Misschien, heel misschien wordt ik dan ook een heel klein beetje de muze van een van mijn kinderen, of kleinkinderen...
Heel misschien denkt er dan ooit eentje: Hoe zou pa, opa dat hebben gedaan?
Of misschien zet ik mezelf veel te hoog op de etagère van het leven...
djudedju

tot de volgende ?
Enhanced by Zemanta

Geen opmerkingen: