Image by Erf-goed.be via FlickrVandaag zijn we - eindelijk! - weer eens kunnen gaan rommelmarkten... In Melle, in de Caritasstraat, in de instelling voor mensen die tijdelijk (?) een of ander storing hebben in hun bovenkamer. (Verslaving inbegrepen)
Dat is een klein maar telkens weer leuk marktje, met een bizar gegeven er bij, een heleboel van de patiënten vindt de markt ook een leuke uitstap, en en nu en dan hoor je of krijg je een gekke opmerking. Niets ergs, maar toch wat bizar.
Eentje kwamen we twee keer tegen, en " 'k Ben hier al weer ! " was de tweede begroeting, met een "En 'k ben er moe van" , met een brede smile van hier tot ginder. Dat is een van de dingen die me telkens weer opvalt. Er zitten tussen die mensen een heel pak gelukkigen. Die steeds schijnen te lachen en steeds blij zijn. Of het van de medicamenten is, of dat daar net de kortsluiting ligt, weet ik niet, maar het maakt mij ook telkens weer een beetje happy. Ik kan het niet helpen, maar ik vind dat blije mensen een beetje besmettelijk zijn. En de laatste dagen kan ik echt wel wat blijheid hebben...
Ik ga niet vertellen dat ik jaloers ben op die dutsen, maar toch, ik wou dat het leven ook voor de gewone mens rozengeur en zonneschijn ware... Het is verschrikkelijk dat we die altijd blijgezinden meteen in het vakje abnormaal stoppen.
We zijn hoe dan ook het slachtoffer van conventies en gedragsregels, die ons dwingen doodserieus door het leven te gaan. Durf jij nog fluitend langs de straat te lopen? Of zingend ? Of met een brede glimlach iedereen te groeten? Nee, dat hoort immers niet. Je zegt alleen goeiendag tegen bekenden, en de anderen loop je straal voorbij. En zeker niet lachen tegen je evenmens, want dat hoort niet en wellicht hoor je dan eerder thuis in de Caritasstraat...
Eens je het kindzijn ontgroeit, ontgroei je meteen het recht op vrolijkheid te mogen tonen.
Gek.
Waarom doe we dat eigenlijk ?
Het zou een veel leukere wereld zijn als we fluitend door de wereld konden lopen.
Met een nadeel, het is verrekkes moeilijk om te glimlachen terwijl je fluit.
En toch... als ik vandaag buiten ga, dan ben ik geneigd te glimlachen, te genieten van die heerlijke bloemen die ons verblijden.
Ben ik blij als ik zie dat de mens, door de lente geprikkeld al weer iets kleuriger er bij loopt. De sombere winterkledij lijkt weg te smelten onder het lentezonnetje.
Eén ding vergalt het weer... De wielerterroristen zijn er ook weer.
Ik hoop dat de politie-inspecteur gelijk heeft, en dat er binnenkort een actie komt om die mannen ook eens het verkeersreglement te doen respecteren. Van mij mogen ze rustig blijven fietsen, als ze maar eerbied hebben voor de andere weggebruikers. Nee, ik ben niet aan het zagen, je moet echt eens in onze Vlaamse Ardennen komen flaneren op een weekend, dan zul je het zien dat ik niet overdrijf !
Van mij mogen ze best een verkeersbordje zetten zoals voor de paddentrek eentje voor de wielertoeristenplaag. Misschien kunnen we dan ook her of der een schutting zetten waar ze met de fiets niet over kunnen, en zoekende naar een uitweg in een grote diepe emmer vallen. We kunnen ze dan nadien lossen op maandagmorgen. Kunnen ze met de fiets naar het werk. Dan hebben we meteen misschien wat minder files en minder vervuiling.
Toen ik pas getrouwd was, moest ik met de fiets naar het werk, zeventien kilometer ver. Moet je nu eens vertellen... Dat is niet te doen. Wel in het weekend, dan kun je wel honderd kilometer fietsen.
Maar ik, ik ben maar een oude zaag, nog daterend uit de donkere middeleeuwen, ouder dan de landing op de maan ! Kun je denken ! Zo oud al !
djudedju
... ik ben echt aan het zagen ! Maar ja, ik loop dan ook onder zware druk... Hopelijk brengt al die zorg ook wat goeds mee, maar ondertussen dubben we maar verder.
tot de volgende ? (Ik ga proberen niet meer te zagen...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten