Straks begint de grote vakantie weer... Duizenden kinderen en jonge mensen gaan blij of schoorvoetend naar huis met hun rapport... In duizenden gezinnen zal blij gefeliciteerd worden of zal er gefulmineerd worden. In duizenden gezinnen bereiden jonge mensen zich voor om de eerste stapjes te zetten via een vakantiejob, of zijn eindelijk toe aan het echte werk.
Anderen trekken zuchtend de trap op naar hun kamer, gaan studeren ter voorbereiding van van de herexamens.
Het is zomer en twee lange maanden verlof lachen de jeugd toe.
Weet je, ergens heb ik compassie met de jeugd, omwille van die veel te lange vakantie...
Als ik kijk naar mijn studerende kleinkinderen, dan krijgen ze nu meer stof te verwerken dan wij in onze tijd, en ze moeten het doen in veel, veel minder tijd.
Voor goede studenten is dat niet echt een bezwaar, maar voor middelmatige en hardleerse studenten is de studie zwaar, heel zwaar.
Wij hadden ieder jaar heel wat meer dagen school... Crocus- en herfstverlof bestonden nog niet, kerst- en paasvakantie waren toen nog maar één week, en de grote vakantie was ook een heel stuk korter. Ik las dat dit maar één maand was, maar dat herinner ik me niet meer.
Ik weet wel dat ik de tijd heb meegemaakt dat we de zaterdag geen halve dag meer naar de school moesten. (Tenzij ik strafstudie had, en dat gebeurde wel eens, ik was een heel brave jongen...)
Wel stel ik vast dat de studenten van nu veel minder aandacht hebben voor gedichten, literatuur, aardrijkskunde en dergelijke... Wellicht is dat opgeofferd aan de tijdsdruk. Jammer, want dat waren in mijn herinnering net de vakken die ik belangrijk en leuk vond.
Eén ding die toen niet bestond en nu nog steeds niet, is de vorming van het denkproces in de zin van leren anders denken, leren oplossingen zoeken op een andere manier. En dat zou eigenlijk een van de voornaamste vakken moeten zijn: mensen leren zaken oplossen met de voorhanden zijnde middelen.
Handvaardigheid en leren je woning onderhouden zou ook wel mogen...
Wat zien we nu? Na decennia waar de kinderen niet meer leren breien of naaien, rijzen de clubjes uit de grond en zie je overal jonge vrouwen die leren naaien en leren breien. (Voor mijn leeftijd wonderlijk: er zitten ook mannen bij !)
Ik denk niet dat er ook maar één van mijn kleinkinderen zijn eigen fiets kan herstellen. Ik weet zeker dat je ze er nooit zou kunnen toe brengen om een konijn te slachten, en ze weten zeker niet hoe je dat moet doen, en hoe je de pels er af moet halen. Als de oude koekoeksklok het opgeeft, dan kopen ze een andere... wij gaan toch eerst eens kijken of we dat ding niet weer in gang krijgen met wat kuisen en smeren van de mechaniek...
Wij speelden meer met dingen die we zelf maakten dan met geschenken van de sint. En dat geschenk van de sint was veelal een meccano, ook weer om zelf dingen mee te maken. Nu zitten kinderen voor de TV of de computer, of lopen ze rond starend naar het schermpje van hun smartphone.
Wij mochten nog in bomen klimmen en takken afsnijden die geschikt waren voor een boog of pijlen of katapult. Wij wisten heel wat van de natuur, gewoon door er in te spelen. Onze spelletjes waren veelal heel wat gewelddadiger dan nu, maar er gebeurden zelden ongelukken.
Het probleem van pesten bestond toen ook, maar dat werd meestal door de kinderen onderling opgelost. Pesten gebeurt meestal door diegene die verbaal sterk is, en wie verbaal niet sterk is kan zich niet verdedigen. Vroeger konden we dat wel: we klopten er op. Nu mag dat erop kloppen niet meer. Gelukkig maar, want als je nu ziet kloppen, dan is dat heel anders en heel wat gevaarlijker dan vroeger.
Als wij vroeger vochten met iemand met een bril op, dan vermeden we die bril, want dat was een duur iets en het was gevaarlijk daar op te slaan. Nu slaan ze specifiek naar die bril en naar de gevoelige en tere organen. Want ze hebben niet leren vechten als een spel, maar van de TV, waar vechten een zaak van leven of dood is.
Wij vochten heel wat af, zo maar, voor de lol, als spel, als een zoeken naar wie de sterkste was, wie de leiding kreeg in de spelletjes.
Je hoort me niet zeggen dat het toen beter of slechter was, maar ik denk dat het natuurlijker was. Ons spel had dezelfde functie als het spel van de pups in een nest hondenjongen... Leren zich te verdedigen, leren een plaats te veroveren in de wereld. Nu is er haast geen spelen meer, en zeker geen vechten meer, want dit is uit den boze.
Maar ik zag liever dat onschuldige vechten van toen, dan de vechtpartijen van nu, waar ze iemand die op de grond ligt gaan trappen geven in buik of tegen het hoofd. Ik heb zo'n dingen nooit ofte nooit gezien in mijn jeugdjaren.
Ach, alles heeft zijn tijd, en wellicht zal men de opvoeding van nu ook weer willen gaan bijschaven in de toekomst... Want in de wereld gaan al die zaken heen en weer, van het ene uiterste naar het andere... Heb je gezien hoe ze onhandelbare kinderen in Amerika op strafkamp zenden, waar ze een haast militaire tucht opgelegd krijgen, incluis de straffen? Dat is helemaal in tegenstelling met de softe opvoeding van hier en nu...
Ach, het zal allemaal mijn tijd wel duren... en achter ons trekken ze toch de ladder op.
tot de volgende ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten