Ik wou dat ik een toverboek had, een echt boek vol spreuken die onmiddellijke wonderen tot gevolg hadden.
Ik wou dat ik je de eeuwige jeugd kon schenken en het echte diepe geluk.
Ik wou dat ik je gezondheid kon geven, en een leven vrij van pijn.
Ik wou dat ik je de echte Liefde kon schenken, dat diepe gevoel dat nooit overgaat, zelfs als de hormonen al lang het werken verleerd zijn.
Ik wou...
Maar ik heb geen toverboek, en kan je alleen hoop aanbieden... hoop die je straks, zoals haast iedereen, weer zult uitdrukken in die talrijke Nieuwjaarswensen, en zult bekronen met enkele vage kussen. (Voorzichtig voor de griep)
En misschien is dat maar de beste manier om te leven ook...
Stel je voor dat je een leven hebt vol van alleen maar geluk, vol van alleen maar gezondheid, vol van alleen maar lekker eten, vol van alles wat je hartje lusten kan...
Dat zou wellicht ook een leven zijn zonder echte hoogtepunten, net omdat er geen dieptepunten zijn, geen schaduwen omdat je midden de schijnwerpers staat van alle kanten belicht, waar echte liefde plots gewoon zou zijn, omdat het er altijd was, waar gezondheid ongemerkt voorbij zou gaan, omdat er geen ziekte en geen pijn zou zijn...
Nee, geef mij dan maar dat leven dat we nu hebben, waar we de hoogste toppen bereiken en in de diepste kuilen vallen, waar we pijn verbijten om de Liefde te behouden, waar we dingen doen tegen ons gedacht, om anderen te helpen of gewoon te plezieren...
Nee, ik wil het volmaakte niet... Dat is zo ... effen, zo egaal, zo zonder blitse momenten.
Toen we klein waren, leerde de Eerwaarde Zuster Hubertine ons dat de hemel een oord was waar we alle dagen rijstpap zouden eten met gouden lepeltjes, waar we met de engelen Hallelujah zouden kwelen voor de Heer... En het in de nabijheid zijn van God, dat zou het eeuwige geluk zijn...
Maar we leefden in een tijd waarin de mens in ons landje steeds sneller steeg op de ladder van de welvaart, en rijstpap, dat leek alras zo gewoontjes, en het is niet dat gouden lepeltje die het verschil maakte, we hadden er nu in Inox, en die blonken ook eeuwig.
Ergens deden de verworvenheden van ons Aardse bestaan, het verguldsel van die hemel slijten.
En dan kwam het concilie, en alles wat zo in ons gehamerd was, werd plots bij het kerkelijke afval gezet, en we moesten terug, terug naar de basis, en toen we er bijna waren, toen kwam er weer een nieuwe paus, die de remmen weer dichttrok en de oude waarden weer begon op te blinken.
En heel wat mensen waren ontheemd.
Dat oude vertrouwde was weg, het nieuwe werd weer teruggeschroefd en velen hadden het gevoel dat het eigenlijk alleen nog gruis was dat over bleef.
Dat onfeilbare, dat eeuwige was plots allemaal zo tijdelijk.
Het leven als overgang naar het eeuwige ?
Door het wegvallen van de oude zekerheden, het wegvallen van het eeuwige ritueel, leek ook een beetje dat eeuwige leven mee te sleuren. Het gevoel van zekerheid leek een beetje zoek. De mens hoopt plots meer dan hij gelooft.
En het lijkt wel of al die wereldse wensen en feestdagen plots meer glans hebben dan de kerkelijke. Zelfs Kerstmis gaat niet meer over de geboorte van de Heer, maar over een avondfeest met lekker eten en veel pakjes onder de heidense dennenboom.
Morgen is het weer de laatste dag van het jaar.
Oudejaar, grote feesten, lekker eten, en vele wensen.
Heel dat eindejaar, met kerstmis en oudjaar en nieuwjaar, is eigenlijk een week van feesten en vreten, van pakjes en nadien moeizaam de eindjes aan elkaar knopen, van opgefokte vreugde en een bitter ontwaken.
... en hier kijken we op die dagen nog meer dan anders naar die lege plaats aan de tafel.
(... en voeger keken we op nieuwjaar ook uit naar de uitslag van de grote St Sylvesterloop, daar ergens in het verre Braziliƫ... Zou Gaston Roelants weer gewonnen hebben ?)
tot de volgende ?
1 opmerking:
Als je 3 wensen hebt wens dan:
1. Alles wat je al altijd wilde hebben.
2. Dat je dat alles weer ongedaan kunt maken.
3. Dat je nooit meer iets wenst.
Maar ik denk dat het geen kwaad kan als ik voor jou een vredevol jaar wens.
Een reactie posten