Image by Admiraals Weblog via Flickr
Toen ik vanmorgen het rolluik van Koens kamer omhoogtrok, moest ik mijn ogen dichtknijpen van de zon. Heerlijk ! Je ziet ook al her en der bomen die hun groene kleed aan het aantrekken zijn, en de bomen die nog net niet groen zijn, vertonen dikke botten op hun takken. Voor mijn deur staat de meidoorn met zijn openbarstende botten te pronken. Ik denk -ik hoop- dat hij dit jaar eindelijk eens zal bloeien. Ik kocht ooit een dun twijgje, en ik herinner me begot niet meer of het nu een roodbloeiende of een wit met roze streepjes is. Ik denk het laatste, maar ben niet meer zeker, ik kweek nu al zo lang dat twijgje tot een boompje met een bolle kroon... Het ziet er echt naar uit dat er eindelijk bloemen op komen. Hoop doet leven...Maar het doet deugd de zon zo fel te zien schijnen, en al een veel hogere boog zien beschrijven. Het is echt Lente!
Mijn roze camelia vertoont nu ook zijn bloemen, in volle pracht. Het is heerlijk de natuur te zien ontluiken. Gisteren hebben we onze eerste buiten-rommelmarkt van het jaar gedaan, in Hofstade. Er loopt duidelijk iets mis met ons geheugen, pas toen ik dicht bij de markt kwam, herinnerde ik me dat we daar al eerder naar de markt gingen. Anny herinnerde zich dan dat het aan een café was met een vijver achteraan, en aan de boord van de vijver stonden ook kraampjes. We worden dus oud. Correctie, we zijn oud, ook al willen we het niet geweten hebben...
Maar ook die buitenmarkt werkt de lentesfeer in de hand. Toch nog niet helemaal, want een van de standhouders vertelde me dat ze 's morgens het ijs had moeten van de tafels krabben vooraleer haar dinges er op uit te stallen. Het was ook niet warm, maar toch ook al duidelijk lenteweer.
Wellicht is de liefde tot de zon een atavisme, te danken aan het feit dat de mens ooit is ontstaan in het zonnige Afrika ?
Ik heb op zo'n momenten alle begrip voor het feit dat onze voorouders ondermeer de zon aanbaden als een God. Ergens is dat ook een beetje zo, zonder de zon zou er hier geen leven mogelijk zijn. Het is de zon die net voor de gepaste warmte zorgt om leven op deze planeet toe te laten, in die vorm die we kennen. We kunnen dan ook op een bepaalde manier stellen dat ons leven er kwam dank zij de zon. Vandaar naar een godsbegrip is maar een kleine stap. Zelf zou ik mij veeleer een soort pantheïst noemen, iemand die God herkent in de volheid van het leven, van de aarde, van de natuur, van de evolutie... Want wat sommigen ook stellen, evolutie is geen ontkenning van het Godsbestaan, het is alleen een andere invulling van het Idee. En net zo min als we ooit het Godsbestaan zullen kunnen bewijzen, net zo min kunnen we het ontkennen... Gelukkig maar, anders was er niet eens een Geloof nodig. Als we wisten en konden bewijzen dat God er was, dan moet je niet geloven, en als je kunt bewijzen dat God niet bestaat, überhaupt ook niet.
Ik kan me dan ook indenken dat sommige mensen geloven en anderen net niet. Ik denk niet dat het ook veel belang heeft, want als God werkelijk God is, dan is hij zo groot dat hij daar heel hoog boven staat. De fout die we maken is Hem te spiegelen aan onze menselijke begrippen. Voor mij is net dat de moeilijkheid voor heel wat mensen. Hoe kun je nu een God spiegelen aan de mens met al zijn tekortkomingen, zijn fouten, zijn sterfelijkheid... Ik zit in mijn denkwereld wellicht dichter bij de Aboriginals, die geloven dat we slechts een droom zijn, en sterven is het ontwaken in de werkelijke wereld.
Ach, ik zit weer te filosoferen, terwijl ik helemaal geen Sofia heb. Laat staan een zetel der wijsheid. Ik probeer maar voort te gaan op mijn gevoel en dat hele kleine beetje dat ik ken.
Gisteren zag tanteke er weer wat beter uit, maar ze was weer wat ambetant. Heel de tijd zat ze verstolen op mijn bil te wrijven, dievelings, opdat Anny het niet zou zien (wat uiteraard niet lukt...). Toen Anny om de was ging fluisterde ze me toe: "Ik heb je geiren"... Zielig, dat oud mensje die zich vastklemt aan het leven. Zoals steeds probeerde ze weer wat meelij op te wekken met wat te schreien (zonder tranen). En als ik niet reageer stopt ze en kijkt mij aan met vragende ogen. Versta ik haar dan niet? Och ja wel tanteke, ik versta je maar al te goed... Een vos verliest wel zijn haar, maar niet zijn streken... en weet je, ik begin steeds meer en meer te geloven wat er allemaal verteld werd. En ik heb meelij. En steeds meer bewondering voor Nonkeltje, die alles doorstond en verdroeg.
Anny vertelde dat ze weer de kleren had moeten op de stoel leggen. Ze kon weer niet in de kast, de sleutel was weer zoek. De verpleegster ging naar het rolwagentje, waar ze een reservesleutel bewaart, maar die was ook weg... Wel vonden ze er vier andere sleutels op de kamer van tante,van God weet welke kasten. De verpleegster zei dat Tante weer in haar bui van "verzamelen" was, en alles wat ze graag zag meepikte en in haar kamer wegstak. Als ze straks toch weer eens in de kast zullen geraken, zullen ze weer heel wat dingen vinden waarvan ze dan de rechtmatige eigenaar moeten zoeken...
"t Is een speciale hé?" zei de verpleegster. Anny antwoordde dat het al altijd een speciale was geweest.
Ik heb meelij met die verpleegsterkes, die daar met een heel pak van die speciale zitten. En die steeds glimlachend en vriendelijk de zaak weer in het reine brengen, met eindeloos geduld. Zelfs de stoute en uitdagende manieren van een Leopold verdragen ze, en alleen als hij de anderen ambeteert doen ze hem terug met rolwagen en al naar zijn kamertje, tot hij weer wat bedaard is, maar zelfs dat doen ze zonder kijven.Geduldig en vol professionele liefde.
Ik vraag me af of ik dat wel zou kunnen opbrengen? Nee, ik ben helemaal niet zo'n geduldig mens.Ik denk dat ik me nu en dan eens goed boos zou maken. Want je kunt je niet van de indruk ontdoen dat die oudjes soms heel goed weten wat ze doen. Volgens de verpleegsters is dat niet het geval. Ik geloof niet dat ze gelijk hebben, soms zie ik aan hun ogen dat sommigen je observeren, hoeveel verder ze nog kunnen gaan.
Dat is de herfst.
van het leven...
Buiten schijnt de zon, vol Lente
tot de volgende ?
1 opmerking:
Hoi Toon. Mijn vrouw zit ook in de zorg. En als ik die verhalen hoor over belevingsgerichte zorg, dan heb ik de indruk dat het wel eens doorslaat. Soms komen ze in hun rolstoel ladderzat uit het restaurant van de instelling. En dan is het een hele heisa om die mensen in hun bed te krijgen. Want beweeglijk zijn ze normaal al niet, maar in beschonken toestand is het nog veel moeilijker. En het moet kunnen. Want je kunt ze hun borreltje toch niet ontzeggen...
Gr. voor jou en Anny.
Henk
Een reactie posten