Vanmorgen vroeg opgestaan, want we zouden naar de rommelmarkt gaan... Even buiten gekeken, geluisterd naar radio en tv, en we zijn thuis gebleven.
We gaan voor een rommelmarkt geen risico nemen, zoveel is dat niet waard.
Nu en dan passeert hier toch een auto, heel voorzichtig, en als je buiten staat, hoor je het ijs onder zijn wielen kraken. Het is koud en glad.
Misschien is het op de grote banen wel iets beter, maar we moeten voor die rommelmarkt heel wat kleine wegen doen, dus, nee, we blijven veilig thuis.
Gisteren zijn we wel naar de rommelmarkt geweest, te Wieze, in de Oktoberhallen. Dat is een behoorlijk grote markt, maar het wordt er duur: de parking is duur en de ingang is ook al niet van de goedkoopste. Nu ja, dat is dan ook een van de weinig uitstappen die wij doen... Zo dikwijls gaan we niet weg. We verlangen beiden naar goed weer, want Anny moet wandelen op doktersvoorschrift...
Dat wandelen valt ons een beetje zwaar... Voor mij is wandelen net niet zo goed, en we zijn beiden zo vergroeid, dat het haast ondenkbaar is dat een van ons gewoon alleen op baan gaat, tenzij het voor een vergadering of zoiets is, maar voor ontspanning, waar een wandeling toch zou moeten bij horen... Nee, ik zie Anny niet alleen vertrekken. Bovendien gaat ze stilletjes moeten opbouwen, niet te veel in één keer, en zeker niet als het glad is zoals vandaag.
We gaan dus moeten zoeken naar een modus vivendi... voor mij tot op het randje gaan, voor haar mag het misschien wel iets meer zijn...
We stappen stilletjes naar 50 jaar samenzijn, dit jaar vieren we -hopelijk- de 49 jaar, onze vrijersperiode niet mee geteld. Maar het zijn vooral de laatste 20 jaar, waar ik door ziekte, hele dagen thuis was. We zijn in die jaren elkaar zo gewoon geworden, zo vergroeid, dat we niet meer zonder elkaar kunnen. We moeten niet veel praten, een vage beweging, een aanzet tot een woord, en we weten al van elkaar wat er komen gaat, wat we willen... Het is een beetje "creepy", we lijken steeds meer één te zijn.
Toch verschillen we eigenlijk enorm... Maar misschien is het inderdaad zo dat "les extrèmes se touchent"... (Hopelijk schrijf ik geen fouten in de taal van Molière, want het is al zo lang geleden dat ik dat moest doen... ) . We vinden elkaar in onze verschillen. En er is geen hiërarchie te vinden bij ons. We weten wat er voor de ander belangrijk is, en laten de beslissing dan aan die partij. En in de weinige zaken waar er niet echt iemand speciaal is, daar bekijken we het samen, en tasten elkaars "goesting" af, want eigenlijk komt het meestal er op neer dat we eerder geneigd zijn de ander te plezieren dan onszelf. "Gaan we eens asperges klaarmaken?" " Ik eet eigenlijk liever schorseneren..." "Ha ja, daar had ik nog niet op gedacht..." Dus kopen we schorseneren.
Gaan we vanmiddag frietjes eten met eieren? Ha ja, dat is al een tijd geleden. Wat eten we morgen? antwoord: Wat zit er nog in de diepvries?
Het is allemaal zo gewoon, maar het is de samenvatting van een levenslang proces naar elkaar groeien.
We observeren elkaar ook naar de pijn. "Gaat het weer niet?" "Jawel, maar ik moet eerst wat in gang zijn, dan gaat het wel..." Of dat laatste helemaal juist is, of een vorm van de ander geruststellen is niet steeds duidelijk, maar het wordt in beide gevallen aanvaard, en alleen de verdere houding gedurende de rest van de dag wordt dan verschillend ingevuld.
Ik heb het je al gezegd, we zijn, ondanks al wat we al tegenkwamen, ondanks de pijn en het niet meer aankunnen van zoveel dingen, heel gelukkig... Niet dat we zonder zorgen zijn, of geen besognes hebben, maar die horen er bij, en worden mee gepakt op de levensweg. Gelukkig zijn is geen kunst, het is aanvaarden en niet wegdrijven in onvervulbare verlangens. Het is niet blijven treuren over wat gisteren was, of niet bang zijn van wat komen gaat... We leven vandaag, nu. En dat gaat.
tot de volgende ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten