Het was zijn vrouw, in paniek ! "Maurice ik kreeg hier zo'n gekke telefoon, iemand die zei dat hij u was, maar de echte ! Hij noemde een heleboel details van ons leven... Hij vertelde over de tijd dat wij verkeerden, hij zei dingen die niemand kan weten... Maurice heb jij die dingen aan iemand verteld ? Wat moet ik doen ? Hij zegt dat hij morgen langs komt ..."
Maurice staarde naar de telefoon... verward... Hij was bijna vergeten dat hij ooit dacht iemand anders te zijn. Het leek eerder een verre droom dan een werkelijkheid geworden... "Ik kom af !"
Zijn vrouw was in paniek. Vergeten dat oudercontact... Toen de school belde verontschuldigden ze zich, waren plots verhinderd... Ja, ze zouden de chauffeur zenen om de kinderen af te halen. Nee, ze waren zo plots, zo erg benomen dat ze vergeten hadden te telefoneren...
Maurice probeerde haar te troosten, gerust te stellen, "Maar hij vertelde allerlei dingen die niemand kan weten !!! En hij komt morgen, Hoe kan hij dat allemaal weten?"
Maurice beloofde haar thuis te blijven, bij haar te blijven, haar te helpen te beschermen ("En mezelf" dacht hij, "mijn eigen bestaan")
Ze sliepen haast niet die nacht... Hele stukken van de nacht lagen ze roerloos naast elkaar, hand in hand, naar het plafond te turen. Nu en dan kneep hij geruststellend in haar hand.
Toen het dag werd, stonden ze beiden al heel vroeg op, gingen zich wassen en dwaalden naar beneden, waar ze sloten koffie dronken. En naar elkaar keken, alle twee proberend hun onrust te verbergen. Toen de kinderen ook beneden kwamen, deden ze al het mogelijke om zo natuurlijk mogelijk te doen, maar het leek wel of de kinderen hun angst voelden, ze waren niet als anders, ze maakten voor een niets ruzie onder elkaar, aten amper en ze moesten herhaaldelijk aangepord worden om zich klaar te maken om naar school te gaan. Toen ze eindelijk weg waren, was daar weer de stilte, die woog als lood.
Ze zaten er al een paar uur voor de bel ging. Maurice liep naar de deur, gaf het dienstmeisje een snauw waar het arme kind totaal de kluts van kwijt was, en snokte de deur open... Voor hem stond ... hijzelf... Allee, hij zelf, zoals hij zichzelf herinnerde ! De beide heren keken elkaar zwijgend aan. Ze waren beiden op een bepaalde manier aangedaan.
"Dit is mijn huis ! De kinderen zijn mijn kinderen, en dat is mijn vrouw !" Hij wees ergens achter Maurice... Oh neen, achter de man die nu Maurice was.
Hij mocht niet toegeven, hij kon niet toegeven, dat was nu ZIJN leven ! Zijn vrouw, waar hij verdomme verliefd op was, waar hij met hart en ziel van hield, die kinderen waren hem zo eigen dat hij ook die beschouwde als van hem ! "Je bent gek man!"
"Bekijk jezelf !, hoe zou jij nu mij kunnen zijn !!!"
"Dat weet je best, je wéét dat jij eigenlijk mij bent, en ik jou !"
Hij keerde zich om, "Bel de politie!" De man aan de deur vloekte vol ongeloof ! "Ga je het zo spelen? Ga je je je werkelijk verbergen achter mijn uiterlijk ! en daar misbruik van maken ? Je weet dat je mij bent... " Het klonk niet meer boos, maar zeurderig, klagend.
Maurice wou de deur dicht doen, en dat gebaar deed bij de man de stoppen doorslaan ! Hij wierp zich met alle kracht tegen de deur, drong naar binnen, haalde uit zijn zakken een knipmes, en sprong naar Maurice toe !
Maurice sprong achteruit, botste tegen zijn vrouw aan, viel om, trok in een wanhopige gebaar om recht te blijven de man tegenover hem mee ten gronde.
Hoe gaat zo iets ?
Op een of andere manier, in een of ander gebaar van verweer tegen het vallen of wat dan ook, werd de hand van de man verdraaid en doorstak de man zichzelf. Hij zeeg ineen, bovenop Maurice...
Die keek hem aan, verschrikt, duwde hem van zich af, greep hem bij de handen, schudde hem, klopte hem op de wangen... Bijna liefhebbend, in een poging de duidelijk aanwezige dood te verjagen... Maar niets mocht baten.
Hij was dood...
De politie kwam, de getuigenissen van zijn vrouw en het dienstmeisje en zelfs van een overbuur die nieuwsgierig had staan kijken, pleitten hem volledig vrij. Hij was onschuldig...
Maar hij zat verwezen te staren, niet meer in deze wereld, maar in zijn eigen hoofd opgesloten..; Hij zat voortdurend iets te murmelen en de dokter die hem al een spuitje had gegeven om te kalmeren legde zijn oor bij de lippen van Maurice, benieuwd wat de man wou zeggen...
"Ik heb mezelf vermoord, ik heb mezelf vermoord, ik heb mezelf vermoord..."
(Mag ik de lezer nogmaals vragen om mij eens te laten weten welke versie u het best vond ? Alvast bedankt !)
2 opmerkingen:
Ge maakt het echt niet gemakkelijk ;-)
Mijn voorkeur gaat lichtjes uit naar het 1ste slot. Het is ietske meer Kafkaiaans, mij dunkt, iets tragischer en verwarrender. De 2 Mauricen wisselen elkaar af in een mooi tempo. In het 2de slot staan beide oog in oog met elkaar en werkt daardoor iets statischer.
In beide gevallen blijft er 1 Maurice, heel alleen met zijn 2 egos, beide dood en toch levend.
Wil de échte Maurice opstaan a.u.b.?
Herinnert mij aan een zen verhaal: een jongen (zijn naam ontsnapt me) wandelt door een zonovergoten bloemenweide alwaar hij tevreden vermoeid in slaap valt en droomt dat hij een vlinder is. Als hij ontwaakt weet hij niet of hij een jongen is die droomde dat hij een vlinder was, of dat hij een vlinder is die droomt dat hij een jongen is.
Ik vind het tweede slot het mooiste Toon. Voor mij het meest begrijpelijke. Nou ja, begrijpelijk… Het was allemaal toch nog redelijk onverwacht.
Al met al heb je een mooi verhaal neergezet. Petje af!
Ik wens jou en Anny een fijne avond, een pijnvrije nachtrust en een goede week toe.
Groetjes Henk
Een reactie posten