Ik heb er op gelet, in de tijd dat we in de wachtzaal zaten heb ik bij het binnenkomen "Goedemorgen" gezegd, en een tijdje later was er nog een jonge dame die ook iedereen een "Goede morgen" wenste. De twintig anderen keken dan verrast op, en enkelen knikten of zegden ook een "Goedemorgen".
Voor de rest van de tijd lijkt een wachtzaal op een zaal bij de Cisterciënzers of een ander van die zwijgende orden...
In de pijnkliniek valt het op dat er veel echtparen zitten. Wellicht heeft dit te maken met het feit dat er veel mensen zijn die "slecht te pote" zijn, maar ook met het feit dat ze na de behandeling niet zelf met de wagen mogen rijden. Je zou dan ook verwachten dat ze minstens onder elkaar aan het palaveren zijn, maar noppes, hooguit een paar gefluisterde woorden. (Zou Vader Abt anders sancties uitdelen?)...
Eigenlijk is dat in iedere wachtzaal een beetje zo. Zelfs in het schuilhokje waar een deel mensen staan en zitten te wachten op de bus, hoor je weinig praten, al praten mensen die samen op stap zijn, wel met elkaar, meestal doen ze dat dan ook op zachte toon, om de anderen niet te storen.
Mij storen ze net door die stilte...
Ik hou er van om mensen tegen elkaar te horen babbelen, zelfs als ik geen deel uitmaak van het gesprek.
Soms hoor je dan van die gekke dingen...
"... ge zoudt dat van hem niet zeggen hé?" " En wel nee, daar verschiet ik van, dat had ik van hem niet gedacht..." ze staat een beetje peinzend met het hoofd te schudden " En wat zegt zijn vrouw daarvan?" " Ik peins dat ze dat niet weet ! Of ze gebaart van pijkens !" " Twee biefstukjes van de entrecote asjeblief" " Wel die duts ! Zijt daar eens mee getrouwd !" " Ja !... en 100 gram salami" "Hoeveel moet ik ?" De beide dames vertrokken. En ik weet nog niet wat die vent gedaan heeft !
Maar ze hebben je genoeg voer gegeven om een hele roman op te bouwen. Maar daar zijn de volgenden al... "Heb je dat al gehoord van Maurice ?" de andere schud het hoofd, "'t Is er niet goed mee hé, ze zeggen dat hij maar een maand meer te leven heeft ! " "Allee gij ! En van wat ?" "Wel, 't is begonnen met een klein plekje op zijn kaak !, dat zat daar al jaren, maar in ene keer is dat beginnen groeien, en toen ze naar de dokter gingen was het al veel te laat ! Huidkanker!" "Oetje ! En van wat komt dat ?" " Dat zal wel komen van altijd te gaan vissen ! Hij zat altijd in zijn blote kop in de felle zonne ! Mijn vent heeft het dikwijls gezegd ! Hoe dat den diene daar tegen kan, zo in de felle zonne zitten zonder iets op zijn kop !"... "Allee, van in de zonne te zitten ! Ze zeggen dat die zonnebanken ook zo slecht zijn hé ?...
De rest heb ik niet meer gehoord, mijn bestelling was gereed en betaald, en ik kon toch moeilijk blijven staan...
Ik weet niet wie de dames zijn, en nog minder wie Maurice is, maar ik ben blij dat ik altijd mijn hoed opzet als ik ga vissen.
Maar ik vind het heerlijk om te luisteren naar de mensen...
Als ik crea geef, en iedereen is na de uitleg aan het werk, dan hoor ik ook dergelijke gesprekken. Maar daar gaat het over het eigen dorp, en veelal over mensen die ik ken. De gesprekken horen niet thuis in het roddelcircuit, nee, het is meestal het relaas over ziekte en sterven. We zitten immers in een groep van mensen die allemaal al wat ouder zijn, en dus is ziekte en sterven een vertrouwd onderwerp.
Bovendien zijn veel van die mensen ook lid van Ziekenzorg, en zien we ze wel eens op een of ander bijeenkomst. Alleen, ... Ik weet nooit zelf zo'n dingen. Noch Anny, noch ik zelf, zijn mensen die veel buiten gaan. En staan we eens toevallig aan de deur, of gaan we juist de post uit de bus halen, als er iemand passeert, dan is dat meestal alleen een goedendag of goedenavond... We kennen de mensen wel van zien, maar er zijn er maar heel weinig waarvan we de naam kennen. Door mijn werk kennen de meeste mensen mij wel, maar wij hen niet. Vroeger gaf ik wel eens een redevoering voor een ganse zaal van onze dorpsgenoten, nu ben ik Sinterklaas in Okra, en onlangs heb ik gepreekt in de kerk... Veel mensen hebben mij gezien, en bekeken, maar voor mij zat dan een massa mensen, die ik niet eens echt bewust zag. Een beetje zoals ik auto rij... Je hebt mensen die me zeggen " Zeg schonen ! Je mag wel eens goeiendag zeggen als je passeert !"... Ik heb nooit iemand gezien. Tenzij als obstakel waar ik voor moest opletten, maar zelfs dan nog zie ik zelden wie het obstakel is... Hoe dat komt, dat weet ik niet... andere mensen zien blijkbaar wel wie er passeert. Gilberte sprak me zelfs aan met "Zeg, je hebt een andere nummerplaat op je auto ! Ik had je bijna niet herkend !" Zij kijkt dus naar de nummerplaten en memoriseert wie er met die of deze plaat rijdt...
Het zal dus wel aan mij liggen.
Ik moet eens wat meer aandacht hebben voor de mens... Nog meer ?, nee, maar anders...
tot de volgende ?
1 opmerking:
Als ik dan toch eens iets moet weten vraag ik het aan Monika. Monika weet álles. Ge zoudt denken dat ze een kristallen bol heeft. Monika staat op de hoek van de straat nog vóór dat het ongeval gebeurd is. 't Is maar een minidorp maar de landerijen en hofsteekes liggen ver uit mekaar. Toch weet Monika wat er overal gaande is. Ook in de omliggende dorpen.
Maar ze spreekt nooit kwaad over iemand!
Een reactie posten