Ofte de donkere tijden...
Het is nu halfnegen, en ik zit hier nog steeds met het licht aan. Buiten is het niet echt donker meer, maar het is zeker nog niet klaar ! Ik heb een hekel aan die donkere periode van het jaar.
En dan ook nog eens die eindejaarsfeesten !
Heel de wereld lijkt Oh en Ahh te roepen, overal in de straten hoor je die melige muziek, zie je de kerstverlichting pinkelen, en zit je te denken: "Ah, ik wou dat het al weer voorbij was..."
Kerstmis is de periode waar we nog eens met gans het gezin, in de ruimste betekenis van het woord, bijeen komen. En dan zie je maar één ding: dat gat. Dat gat waar Koen had moeten zitten.
Kerstmis, Nieuwjaar is de periode waar het gemis veel erger lijkt, en ik denk dat die duisternis daar mee heeft te maken. Je doet nog veel vroeger de rolluiken naar beneden, je doet ze later weer omhoog, en ondertussen zit je in dat coconnetje, opgesloten in je eigen wereld, in je eigen gedachten.
Het is niet alleen de periode van innerlijk leed, het is ook de periode van lichamelijk leed. Als je ergens iets hebt dat pijn doet, dan doet het in deze tijd meer pijn. De mensen zeggen dan dat dit door het weer komt. Ik denk dat het vanuit jezelf komt. Je hebt teveel de tijd om de pijn te voelen. Je hebt immers de wereld buiten gesloten, samen met het dichtdoen van de rolluiken, en als je ze eindelijk omhoog trekt, dan is het nog niet om het licht binnen te laten, maar om wanhopig de wereld binnen te halen, maar integendeel, het is jou wereld, die met het licht van uit je kamer de wereld in sijpelt.
Gelukkig is het niet ook nog eens slecht weer. We mogen op dat stuk zeker niet klagen. De doemprofeet die ons een december volgeladen met sneeuw voorspelde, vindt zelfs zijn sneeuw niet op de hoogste bergen. Het skiseizoen valt niet eens in het water... eerder in de naakte droge grond.
Dat er in deze tijd van het jaar meer depressieve mensen zijn, dat kan ik goed geloven ! Ik ben niet depressief, en toch weegt die duisternis op me.
Straks ga ik weer naar de academie, wat voortwerken aan mijn "commeren"... "In mijn stroatse zijn 't almoal commeren..." zong en zingt Walter De Buck op zijn Gents. Ik ben begonnen aan het eerste beeld van drie. Drie commeren... (Voor mijn Nederlandse lezers: Commeren vind ik in geen enkel woordenboek, maar het zijn kwaadspreeksters, die samen iedereen keuren en vooral afkeuren)
Nu is dat op zich niet zo speciaal, maar ik ga proberen ze min of meer in de kleuren te zetten van het oude aardewerk uit Brugge, Torhout, Doornik... Helemaal hetzelfde wordt het niet, want de kleur was enigszins het gevolg van het gebruik van loodglazuur, en dat zeer giftige product wil en mag ik niet gebruiken in de academie (er buiten ook niet voor mijn part).
Maar ik wil ergens een link leggen met het verleden. Mijn commeren dragen de klederdracht van heel lang geleden, met rokken tot op de grond, en krijgen ook de kleuren van toen...
Als dat naar behoren lukt, dan wil ik die kleuren proberen over te zetten naar moderne, eigentijdse werken. (Niet dat ik zo modern ben... Mijn kinderen zeggen niet voor niets: "Vader is blijven hangen in The Sixties..."
Nu ja, we doen ons best, en ik maak wat ik mooi vind, en waar ik me in thuis voel. Hoe zou ik kunst kunnen maken als ik het zelf niet mooi vind ???
tot de volgende ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten