Het waait, niet zo maar, een stevige bries, die heel wat van het jong gebladerte van de pas oplevende bomen af rukt en dat gaat gepaard met flinke buien, niet zo maar van die malse lenteregen, maar fikse stortbuien...
Gisterenmiddag vond mijnen teerbeminde gade het nuttig ende nodig om te gaan winkelen.
We vertrokken onder een waterig zonneke, die nu en dan schuil ging onder voortijlende slierten donkere wolken.
Net toen we de parking van de winkel op reden begon het te regenen. Niet zo maar regenen, een fikse bui. Ik kan niet rennen, dus trippelde ik, zo vlug ik kon naar de ingang van de winkel, en ik mag nog niet klagen, want Anny ijlde eerst naar de parking van de winkelwagentjes, en kwam dan haastig, haastig (ook zij kan niet meer rennen - onze rug laat dit niet meer toe) naar de winkel gesneld.
We deden onze aankopen, schoven aan in de rij voor de kassa, betaalden, en reden de beladen winkelkar naar de auto. Het regende nog steeds, maar nu was het een normale regen, fiks, maar geen stortbui. Ik opende de wagen, Anny begon de winkelkar te lossen, ik ging, met haar handtas bij me, in de auto zitten, en dan plots
viel
de
regen
met
bakken
tegelijk
uit de hemel neer... Dat was niet regenen, dat was zelfs niet gieten, dat was zelfs geen stortbui, dat was wat je noemt een wolkbreuk.
Een wolk is een ding vol water, waar Onze Lieve Heer een massieve sproeikop heeft aan gebreid, en waar hij naargelang zijn lust de openingen groter of kleiner maakt. Soms echter gaat het mis met de Almacht, en door het vele gepruts aan het systeem waarmee je het sproeisysteem regelt, breekt soms de sproeikop af, en komt al het water in één keer naar beneden.
Dat was het.
Een kapotte sproeikop.
Anny was, ondanks een behoorlijke jas, die waterdicht heet te zijn, nat tot op het mooie vel.
Ze snelde, zo vlug ze kon met de lege kar naar de winkelkarrenstalling, ik startte de wagen en ging haar daar op pikken.
Nu heb ik een auto met aan een kant een natte zetel.
Het water droop uit Anny en uit haar kleren. Ik weet het, het klinkt wat gek, maar zo leek het toch ! De moderne mens van de dag van vandaag zal wellicht de hier volgende beeldspraak niet meer begrijpen, niet meer kunnen visualiseren, maar Anny leek nog het best op een kip, die je voor het pluimen, even hebt ondergedompeld in warm water, om de pluimen los te maken...
Thuis gekomen (onder een heerlijk grinnikend zonnetje), ging Anny naar boven, en mocht zich uitkleden tot op het vel, af drogen, en dan nieuwe en droge kleren aantrekken. Ze kwam beneden, met een handdoek nog wrijvend over haar natte haren. " Je moet eens kijken naar mijn haar". Anny had een Afrika - look, kroezelhaar.
Ik durfde het niet te zeggen, want ze leek niet meteen in een stemming om dergelijke humor te waarderen...
Het ergste was, door het feit dat ze in die wolkbreuk, zich meer gehaast had dan haar rug eigenlijk toelaat, zit ze nu nog met pijn.
Nu schijnt de zon... nu weer niet, nu weer wel, de voortijlende wolken zijn echter niet zwart, maar heerlijk wit, zo wit als in de reclame voor wasmiddelen...
De wind is nog steeds fel, maar het zijn niet meer van die felle rukken die het jong gebladerte naar de verdommenis helpen...
Kortom, het is lente, dat jaargetijde waar het weer nog niet goed weet wat het wil... Winteren of zomeren.
Koud is het alvast niet meer... Zelfs 's nachts blijft de thermometer boven de 10° Celsius prijken. Uit de wind is het goed, in de wind voelt het nog wat van dat uitstervende winterse.
In de tuin zie je alles groeien, en hier voor mijn deur, op dat grote veld, staan de rijen erwtjes in het prilste groen te blinken. Soms letterlijk, want deze nacht regende het nog, en hier en daar hangen nog druppels aan de prille blaadjes, die in de zon blinken als diamantjes.
Ik voel me rijk.
tot de volgende ?
woensdag, mei 06, 2015
dinsdag, mei 05, 2015
Rolluik
Wij hebben aan onze voordeur ook, een elektrisch bediend, rolluik... Dat doet nu al jaren dienst tot onze volle tevredenheid.
De enige keren dat wij er wat moeite mee hadden, was bij strenge vorst gepaard aan vochtigheid (bv bij sneeuw of ijzelvorming), want dan hebben wij al een paar keer het rolluik met een haardroger, van binnen uit, moeten ontdooien om het te kunnen openen. Maar zo vaak komt het niet voor dat het én vriest, én vochtig is, én bovendien de wind net op de voordeur blaast...
Maar nu durven wij het rolluik niet meer laten zakken. Bovenaan zitten een soort veren, en blijkbaar is daar op zijn minst één van gebroken, wat een verschrikkelijk knarsend geluid veroorzaakt, en als ze alle twee mochten breken, dan zit de boel vast.
Straks komen ze om een of twee nieuwe veren te plaatsen, en dan zijn we (hopelijk) weer voor jaren goed.
Dat rolluik is niet alleen een veiligheid (inbraken), maar is ook een bijkomende isolatie. Gelukkig is het nu geen winter, en speelt dit momenteel niet erg mee.
Toch is er ook een nadeel aan een elektrisch bediend rolluik aan de voordeur. Mocht het te herdoen zijn, dan opteerde ik wellicht voor een manueel bediend exemplaar. De reden is simpel: als er geen elektriciteit is, dan kunnen we niet buiten langs voor. (We hebben wel een manueel bediend rolluik aan de achterdeur !).
We hebben die rolluiken allemaal geplaatst met de veiligheid en isolatie voor ogen, en wat de slaapkamers betreft, ook om een echt duistere nacht te hebben. Nu kunnen wij al een paar dagen het rolluik niet meer zakken, en het licht dat door de gang tot boven op het verdiep doorsijpelt, is al genoeg om ons 's nachts wat onwennig te doen opkijken als we wakker worden of naar het toilet moeten.
Naar het schijnt is het beter voor de nachtrust, als het volledig donker is in de slaapkamer... Maar dat is het eigenlijk niet volledig, want we hebben in de slaapkamer zo'n piepklein nachtlichtje, wat ons toelaat 's nachts naar het toilet te gaan zonder ons tenen te stoten tegen de poten van het bed of de kleerkast... Mocht ik ooit nog eens zo'n type van nachtlampje zien liggen, dan kocht ik er meteen nog eentje, als reserve. Het verbruikt héél weinig, en het gaat al mee van toen de kinderen nog klein waren... Het enige nadeel is dat het een bizar groen licht geeft. Bovendien kun je het lampje aan en uit doen, en hoef je niet telkens het lampje uit het stopcontact te trekken. Maar helaas, die lampjes zijn maar kort op de markt geweest, en niet meer te vinden. (Nu ja, hopelijk gaan ze nog jaren mee !)
Ik verwonder me er regelmatig over, hoe weinig licht je nodig hebt, om je veilig te kunnen bewegen. Toen ik nog gezond was, ging ik vaak 's morgens voor de zon op was, of 's avonds als het al donker was, een eind gaan joggen. In die tijd waren er hier nog heel wat straatjes en weggetjes zonder lichten, maar eens je ogen er aan gewend waren, zag je meer dan genoeg om veilig te kunnen lopen. Keek je echter van uit een verlicht huis naar die straat, dan leek dit pikkedonker. Niet dus ! Maar we trainen ons ogen helemaal niet meer op die natuurlijke verlichting, we zijn verwend door al die lichten die ons overal een veilig gevoel moeten geven. (Geen wonder dat je geen glimwormen meer ziet in de holle wegen ! Die beestjes kunnen de concurrentie met de straatverlichting niet aan !)
Ooit was ons moeder hier eens op vakantie, en toen ik de kinderen vertelde dat er glimwormen zaten in de Jagerij, wilde ons moeder mee, want ook zij had dit nog nooit gezien. Wij, met onze kinderen en nog een pak andere uit de wijk, te voet naar de jagerij, gaan kijken naar de glimwormen. We hebben er eentje gevangen en dat thuis eens bekeken in het licht... Nadien heb ik het beestje netjes teruggezet waar we het hadden gevonden.
Nu zie je dus geen glimwormen meer, want ook in de Jagerij staan lantaarns lichtvervuiling te maken..
Wat is vooruitgang ?
djudedju
tot de volgende ?
De enige keren dat wij er wat moeite mee hadden, was bij strenge vorst gepaard aan vochtigheid (bv bij sneeuw of ijzelvorming), want dan hebben wij al een paar keer het rolluik met een haardroger, van binnen uit, moeten ontdooien om het te kunnen openen. Maar zo vaak komt het niet voor dat het én vriest, én vochtig is, én bovendien de wind net op de voordeur blaast...
Maar nu durven wij het rolluik niet meer laten zakken. Bovenaan zitten een soort veren, en blijkbaar is daar op zijn minst één van gebroken, wat een verschrikkelijk knarsend geluid veroorzaakt, en als ze alle twee mochten breken, dan zit de boel vast.
Straks komen ze om een of twee nieuwe veren te plaatsen, en dan zijn we (hopelijk) weer voor jaren goed.
Dat rolluik is niet alleen een veiligheid (inbraken), maar is ook een bijkomende isolatie. Gelukkig is het nu geen winter, en speelt dit momenteel niet erg mee.
Toch is er ook een nadeel aan een elektrisch bediend rolluik aan de voordeur. Mocht het te herdoen zijn, dan opteerde ik wellicht voor een manueel bediend exemplaar. De reden is simpel: als er geen elektriciteit is, dan kunnen we niet buiten langs voor. (We hebben wel een manueel bediend rolluik aan de achterdeur !).
We hebben die rolluiken allemaal geplaatst met de veiligheid en isolatie voor ogen, en wat de slaapkamers betreft, ook om een echt duistere nacht te hebben. Nu kunnen wij al een paar dagen het rolluik niet meer zakken, en het licht dat door de gang tot boven op het verdiep doorsijpelt, is al genoeg om ons 's nachts wat onwennig te doen opkijken als we wakker worden of naar het toilet moeten.
Naar het schijnt is het beter voor de nachtrust, als het volledig donker is in de slaapkamer... Maar dat is het eigenlijk niet volledig, want we hebben in de slaapkamer zo'n piepklein nachtlichtje, wat ons toelaat 's nachts naar het toilet te gaan zonder ons tenen te stoten tegen de poten van het bed of de kleerkast... Mocht ik ooit nog eens zo'n type van nachtlampje zien liggen, dan kocht ik er meteen nog eentje, als reserve. Het verbruikt héél weinig, en het gaat al mee van toen de kinderen nog klein waren... Het enige nadeel is dat het een bizar groen licht geeft. Bovendien kun je het lampje aan en uit doen, en hoef je niet telkens het lampje uit het stopcontact te trekken. Maar helaas, die lampjes zijn maar kort op de markt geweest, en niet meer te vinden. (Nu ja, hopelijk gaan ze nog jaren mee !)
Ik verwonder me er regelmatig over, hoe weinig licht je nodig hebt, om je veilig te kunnen bewegen. Toen ik nog gezond was, ging ik vaak 's morgens voor de zon op was, of 's avonds als het al donker was, een eind gaan joggen. In die tijd waren er hier nog heel wat straatjes en weggetjes zonder lichten, maar eens je ogen er aan gewend waren, zag je meer dan genoeg om veilig te kunnen lopen. Keek je echter van uit een verlicht huis naar die straat, dan leek dit pikkedonker. Niet dus ! Maar we trainen ons ogen helemaal niet meer op die natuurlijke verlichting, we zijn verwend door al die lichten die ons overal een veilig gevoel moeten geven. (Geen wonder dat je geen glimwormen meer ziet in de holle wegen ! Die beestjes kunnen de concurrentie met de straatverlichting niet aan !)
Ooit was ons moeder hier eens op vakantie, en toen ik de kinderen vertelde dat er glimwormen zaten in de Jagerij, wilde ons moeder mee, want ook zij had dit nog nooit gezien. Wij, met onze kinderen en nog een pak andere uit de wijk, te voet naar de jagerij, gaan kijken naar de glimwormen. We hebben er eentje gevangen en dat thuis eens bekeken in het licht... Nadien heb ik het beestje netjes teruggezet waar we het hadden gevonden.
Nu zie je dus geen glimwormen meer, want ook in de Jagerij staan lantaarns lichtvervuiling te maken..
Wat is vooruitgang ?
djudedju
tot de volgende ?
maandag, mei 04, 2015
schreiffautje
Uitgerekend vandaag moet ik voor de eerste keer naar een vergadering over het schrijven van een soortement column voor het blad van Ziekenzorg... Net nu, nu ik van vriend Walter een vriendelijke opmerking kreeg over een fout in mijn blog van gisteren...
djudedju
Heel mijn zelfvertrouwen naar de knoppen.
tommetoch...
Het doet me denken aan mijn schooltijd... Ik schreef weinig fouten, en werd daar regelmatig over geprezen, maar op een examen dictee schreef ik er iedere keer weer massa's... Dit viel zo op, dat er leraars waren die mij deze fouten niet aanrekenden, gewoon omdat het duidelijk te wijten was aan de stress van het examen. Eéntje vertelde dit zelfs publiek in de klas, waarbij de meningen van mijn medeleerlingen uiteraard verdeeld waren over dit ingrijpen. Uiteraard, want wellicht zou ik het ook niet hebben genomen als het over een ander ging.
Maar ik wil maar zeggen, ik schrijf meer fouten als ik bewust ga opletten. Als ik ga redeneren over d, t of dt... Als ik ga nadenken over ij en ei. (Als West-Vlaming zou ik daar eigenlijk niet mogen kunnen tegen zondigen, want in ons dialect hoor je duidelijk het verschil tussen de ij en de ei, maar ik heb geen echt zuiver dialect meer... En soms zit ik dan te twijfelen... (erg hé))...
Maar och, gewoonlijk denk ik er niet over na, en dan schrijf ik niet zo veel fouten. En staat er dan al eens eentje tussen, en je hebt het opgemerkt, geef dan je zelf een pluim, je bent slimmerderderder dan ik ben ! En als je het me laat weten, dan weet ik eigenlijk niet goed hoe ik me dan moet houden. Aan de ene kant ben ik kwaad op mezelf (Hoe heb ik dat in hemelsnaam kunnen doen!) en aan de andere kant blij en kwaad dat je het me zegde... Blij dat ik er op gewezen werd en kwaad omdat je het me door wreef. (Zout in de wonde, weet je wel)... Kortom, ik weet niet goed hoe ik me voel.
Misschien denk je: "Als je je schrijfsels eens zoudt overlezen, dan zag je die fouten wel!", maar dan denk je verkeerd ! Het is gek, maar de meeste fouten van jezelf zie je niet eens, je leest er over zonder ze te bemerken. Tenzij het een stukje betreft die al enkele weken of maanden oud is, dan zie je ze wel, want dan lees je ze als zijn ze van een ander.
Met schetsen heb ik ook zoiets... Ik heb jaren al mijn schetsen in de vuilemmer of bij het oud papier gezwierd, tot ik plots een pak van die oude schetsen terug vond, en zag dat ze eigenlijk best wel goed waren en vol zaten met frisse ideeën... Sindsdien hou ik die krabbeltjes allemaal bij.
Zo lees ik soms ook eens in mijn oude blogjes, en dan schaam ik me over de vele fouten, maar stel ik vast dat de inhoud wel nog steeds leuk is, en daar gaat het eigenlijk om.
Dus, beste vrienden en vriendinnen, mochten jullie nog eens fouten vinden, laat het me dan gerust weten, en weet dat ik dan beschaamd ben en kwaad en blij en vol goede voornemens, maar dat het daar wellicht bij zal blijven... Ik zal wellicht ook in de toekomst fouten blijven schrijven, maar zolang het leesbaar, en leuk of droef is, blij of pessimistisch, treurig of content, giftig of sarcastisch, dan heb ik mijn doel bereikt: ik vertel je iets, iets wat je blijkbaar de moeite vindt om te lezen, met of zonder fouten... En weet je, straks ga ik naar die vergadering, en ik zal ze zeggen dat ze maar een goede corrector moeten inhuren, om mijn fouten er uit te puren. Maar ik hoop dat ik wel nog mag gebruik maken van mijn bewuste fouten, en mag blijven leuteren over een kwampjoeter en mag blijven gebruik maken van een mondje dialect... als me dat beter lijkt voor het verhaal. Ik schrijf geen literatureluur, ik schrijf van uit mijn hart en mijn overvolle kop... En dus schrijf ik geen Nederlands, maar Vlaams, zoals ik gebekt ben. (Mocht ik een vink zijn: suskewiet !)
... en ik denk met weemoed terug aan veel van mijn leraren en leraressen... Hoe moeten ze hebben afgezien met die koppige dikkerd die er steeds op uit was om weer eens de klas op stelten te zetten. Kwetsend was het nooit, en de beste leraars waren zij die mee lachten, en zo de klas zonder echte dwang weer in het gareel duwden... Als ik de ogen sluit, dan zie ik er zo enkelen terug...met weemoed en dankbaarheid. (Er zijn er ook enkele waar ik nog nijdig op ben ! Mensen die niet konden lachen, azijnpissers en die hun job deden tegen hun gedacht,of die doodsbang waren dat ze hun "gezag" zouden verliezen..)...
Tot de volgende ?
djudedju
Heel mijn zelfvertrouwen naar de knoppen.
tommetoch...
Het doet me denken aan mijn schooltijd... Ik schreef weinig fouten, en werd daar regelmatig over geprezen, maar op een examen dictee schreef ik er iedere keer weer massa's... Dit viel zo op, dat er leraars waren die mij deze fouten niet aanrekenden, gewoon omdat het duidelijk te wijten was aan de stress van het examen. Eéntje vertelde dit zelfs publiek in de klas, waarbij de meningen van mijn medeleerlingen uiteraard verdeeld waren over dit ingrijpen. Uiteraard, want wellicht zou ik het ook niet hebben genomen als het over een ander ging.
Maar ik wil maar zeggen, ik schrijf meer fouten als ik bewust ga opletten. Als ik ga redeneren over d, t of dt... Als ik ga nadenken over ij en ei. (Als West-Vlaming zou ik daar eigenlijk niet mogen kunnen tegen zondigen, want in ons dialect hoor je duidelijk het verschil tussen de ij en de ei, maar ik heb geen echt zuiver dialect meer... En soms zit ik dan te twijfelen... (erg hé))...
Maar och, gewoonlijk denk ik er niet over na, en dan schrijf ik niet zo veel fouten. En staat er dan al eens eentje tussen, en je hebt het opgemerkt, geef dan je zelf een pluim, je bent slimmerderderder dan ik ben ! En als je het me laat weten, dan weet ik eigenlijk niet goed hoe ik me dan moet houden. Aan de ene kant ben ik kwaad op mezelf (Hoe heb ik dat in hemelsnaam kunnen doen!) en aan de andere kant blij en kwaad dat je het me zegde... Blij dat ik er op gewezen werd en kwaad omdat je het me door wreef. (Zout in de wonde, weet je wel)... Kortom, ik weet niet goed hoe ik me voel.
Misschien denk je: "Als je je schrijfsels eens zoudt overlezen, dan zag je die fouten wel!", maar dan denk je verkeerd ! Het is gek, maar de meeste fouten van jezelf zie je niet eens, je leest er over zonder ze te bemerken. Tenzij het een stukje betreft die al enkele weken of maanden oud is, dan zie je ze wel, want dan lees je ze als zijn ze van een ander.
Met schetsen heb ik ook zoiets... Ik heb jaren al mijn schetsen in de vuilemmer of bij het oud papier gezwierd, tot ik plots een pak van die oude schetsen terug vond, en zag dat ze eigenlijk best wel goed waren en vol zaten met frisse ideeën... Sindsdien hou ik die krabbeltjes allemaal bij.
Zo lees ik soms ook eens in mijn oude blogjes, en dan schaam ik me over de vele fouten, maar stel ik vast dat de inhoud wel nog steeds leuk is, en daar gaat het eigenlijk om.
Dus, beste vrienden en vriendinnen, mochten jullie nog eens fouten vinden, laat het me dan gerust weten, en weet dat ik dan beschaamd ben en kwaad en blij en vol goede voornemens, maar dat het daar wellicht bij zal blijven... Ik zal wellicht ook in de toekomst fouten blijven schrijven, maar zolang het leesbaar, en leuk of droef is, blij of pessimistisch, treurig of content, giftig of sarcastisch, dan heb ik mijn doel bereikt: ik vertel je iets, iets wat je blijkbaar de moeite vindt om te lezen, met of zonder fouten... En weet je, straks ga ik naar die vergadering, en ik zal ze zeggen dat ze maar een goede corrector moeten inhuren, om mijn fouten er uit te puren. Maar ik hoop dat ik wel nog mag gebruik maken van mijn bewuste fouten, en mag blijven leuteren over een kwampjoeter en mag blijven gebruik maken van een mondje dialect... als me dat beter lijkt voor het verhaal. Ik schrijf geen literatureluur, ik schrijf van uit mijn hart en mijn overvolle kop... En dus schrijf ik geen Nederlands, maar Vlaams, zoals ik gebekt ben. (Mocht ik een vink zijn: suskewiet !)
... en ik denk met weemoed terug aan veel van mijn leraren en leraressen... Hoe moeten ze hebben afgezien met die koppige dikkerd die er steeds op uit was om weer eens de klas op stelten te zetten. Kwetsend was het nooit, en de beste leraars waren zij die mee lachten, en zo de klas zonder echte dwang weer in het gareel duwden... Als ik de ogen sluit, dan zie ik er zo enkelen terug...met weemoed en dankbaarheid. (Er zijn er ook enkele waar ik nog nijdig op ben ! Mensen die niet konden lachen, azijnpissers en die hun job deden tegen hun gedacht,of die doodsbang waren dat ze hun "gezag" zouden verliezen..)...
Tot de volgende ?
zondag, mei 03, 2015
Storing
Gek, maar de radio doet het niet. Is het toestel stuk, of hapert er iets met de atmosfeer ? Kan best, want het blijft hier donker. Je kunt niet zeggen dat er wolken zitten, het ganse hemelgewelf is egaal grijs en somber...
Anny zit te prutsen aan de radio, maar zonder gevolg.
Ik wijs haar op de mogelijkheid om gewoon radio te luisteren via de TV... Eventjes zappen en daar heb ik radio 2 Oost Vlaanderen voor haar. Daar is muziek, dus is het wellicht de radio ?
Gek, maar de klankkleur is anders. Onze radio is al een oud beestje, heeft nu en dan kuren, maar ja, we zijn er aan gehecht, het is de radio die wij in het begin van ons huwelijk kochten, en dat was dan voor ons een duur ding... Je vindt ook dergelijke radio's niet meer. Nu zijn het allemaal veel kleinere dingen, of wel van die retro-bakken, die er oud uit zien, maar vanbinnen wel zo'n modern ding zijn.
Straks, na mijn blog en het lezen van mijn mailtjes, ga ik ook eens op alle knoppen van de oude radio duwen, hopende dat het slechts een tijdelijk gebrek was, dat het de atmosfeer is, en dat ons oude vertrouwde bakje nog langer mee kan. Maar wellicht zijn we ongeweten geconfronteerd met het einde van de oude radio. En dan gaan we een nieuwe radio moeten aanschaffen, zo'n klein ding die evenveel klank of zelfs meer in zich heeft, dan ons oude toestel. Wellicht gaat het kwalitatief beter zijn, maar het zal onze radio niet meer zijn, want onze radio, die slepen we al heel wat jaartjes en woningen met ons mee... Hij is gekocht in Brugge bij Tuyttens (sorry als ik de naam niet juist schrijven mocht...). Hij heeft luide muziek geschald in ons huis in de Heidelbergstraat te Loppem, hij heeft zich, na de geboorte van Koen moeten wennen aan zachtjes spelen. Hij is mee verhuist naar Oudenaarde in de Stationsstraat, en staat sinds 1976 hier in Mater, waar hij de opgroeiende jeugd, de loeiharde heavy metal moest doorstaan (als we er niet waren en de kinderen baas waren), en heeft al die jaren trouw door de huiskamer heen geklonken. Hij heeft het stof van een grote verbouwing ongestoord doorstaan, en lijkt nu op zijn laatste benen te lopen...
Als ik de voorgaande alinea overlees, dan lijkt het wel de tekst van een doodssanctje, een bidprentje voor de overledene...
Het lijkt wel of de radio niet alleen maar een ding was, maar een stukje leven, een stukje van ons leven.
Het is weer iets wat verdwijnt uit onze levensloop.
En dan dwaal ik in gedachten door alles wat hier staat en hangt... En de binding die al die dingen hebben met ons leven, met ons verleden, met het verleden van heel wat dierbaren, met herinneringen, met verdriet, met plezier... een heel huis vol ... vol met ons leven. Misschien is het echt het einde van de radio, wellicht zal het zo zijn, en dan is dat weer een stukje dat je moet loslaten. Nu is het maar een ding, een stukje materie, maar we hebben al zo veel mensen ook moeten loslaten, één keer zelfs uit ons eigen nestje... en heel wat keren in de familie, in de vriendenkring, de kennissenkring... We hebben ook heel wat dieren die een plaatsje veroverd hadden moeten loslaten, een ekster, een kauw, een kraai, papegaaien, katten, honden, vogels en vissen, die tijdelijk deel hebben uitgemaakt wan ons leven.
Er waren zelfs dieren die we kweekten voor de slacht, kippen en konijnen, die we dan met pijn in het hart, zo pijnloos mogelijk moesten doden, om op te eten.
Velen zijn op een of andere manier "vereeuwigd", staan hier of daar op een fotootje of een dia, en krijgen iedere keer we die weer eens bekijken, een memento... Mensen en dieren. Mensen doen wat meer pijn, maar sommige dieren waren ook echt een stuk van het gezin.
Afgeven... Iedere keer weer
Iedere keer een stukje, een beetje afgeven.
Weet je, ik heb het gevoel, dat als je het geluk hebt dat je ouder moogt worden, dat het sterven dan niet in één keer gebeurt, maar stilletjes, beetje bij beetje, stukje bij stukje, afgeven...
De leegloop van het leven.
En toch, zolang je leeft lijkt het leven op zich vol, zo vol en volledig dat al die dingen van vroeger er niet echt uit kunnen, en blijven zwemmen in de zee van herinneringen, plezier, verdriet, inzet, luieren, nietsdoen, creatief zijn, pijn, goed gevoel... alles door elkaar.
Ik las ooit dat de indianen hun kookpot nooit helemaal leegden, dat ze steeds maar de nieuwe ingrediënten in de ketel bij de oude deden... Ze aten dus nooit echt iets nieuws, ze aten steeds van heden en verleden... Ik weet niet hoe dat smaakt, maar ik vind het een heerlijk beeld van het leven.
Eten uit de pot met alle ingrediënten van het leven.
Soms proef je het zout van de tranen bij dat van de gulle lach.
Zo moet het zijn.
Zo is het ook.
Heerlijk leven, waar dingen uit gaan, maar nooit helemaal... Het volle leven, met alle dingen die je mocht beleven...
tot de volgende ?
Anny zit te prutsen aan de radio, maar zonder gevolg.
Ik wijs haar op de mogelijkheid om gewoon radio te luisteren via de TV... Eventjes zappen en daar heb ik radio 2 Oost Vlaanderen voor haar. Daar is muziek, dus is het wellicht de radio ?
Gek, maar de klankkleur is anders. Onze radio is al een oud beestje, heeft nu en dan kuren, maar ja, we zijn er aan gehecht, het is de radio die wij in het begin van ons huwelijk kochten, en dat was dan voor ons een duur ding... Je vindt ook dergelijke radio's niet meer. Nu zijn het allemaal veel kleinere dingen, of wel van die retro-bakken, die er oud uit zien, maar vanbinnen wel zo'n modern ding zijn.
Straks, na mijn blog en het lezen van mijn mailtjes, ga ik ook eens op alle knoppen van de oude radio duwen, hopende dat het slechts een tijdelijk gebrek was, dat het de atmosfeer is, en dat ons oude vertrouwde bakje nog langer mee kan. Maar wellicht zijn we ongeweten geconfronteerd met het einde van de oude radio. En dan gaan we een nieuwe radio moeten aanschaffen, zo'n klein ding die evenveel klank of zelfs meer in zich heeft, dan ons oude toestel. Wellicht gaat het kwalitatief beter zijn, maar het zal onze radio niet meer zijn, want onze radio, die slepen we al heel wat jaartjes en woningen met ons mee... Hij is gekocht in Brugge bij Tuyttens (sorry als ik de naam niet juist schrijven mocht...). Hij heeft luide muziek geschald in ons huis in de Heidelbergstraat te Loppem, hij heeft zich, na de geboorte van Koen moeten wennen aan zachtjes spelen. Hij is mee verhuist naar Oudenaarde in de Stationsstraat, en staat sinds 1976 hier in Mater, waar hij de opgroeiende jeugd, de loeiharde heavy metal moest doorstaan (als we er niet waren en de kinderen baas waren), en heeft al die jaren trouw door de huiskamer heen geklonken. Hij heeft het stof van een grote verbouwing ongestoord doorstaan, en lijkt nu op zijn laatste benen te lopen...
Als ik de voorgaande alinea overlees, dan lijkt het wel de tekst van een doodssanctje, een bidprentje voor de overledene...
Het lijkt wel of de radio niet alleen maar een ding was, maar een stukje leven, een stukje van ons leven.
Het is weer iets wat verdwijnt uit onze levensloop.
En dan dwaal ik in gedachten door alles wat hier staat en hangt... En de binding die al die dingen hebben met ons leven, met ons verleden, met het verleden van heel wat dierbaren, met herinneringen, met verdriet, met plezier... een heel huis vol ... vol met ons leven. Misschien is het echt het einde van de radio, wellicht zal het zo zijn, en dan is dat weer een stukje dat je moet loslaten. Nu is het maar een ding, een stukje materie, maar we hebben al zo veel mensen ook moeten loslaten, één keer zelfs uit ons eigen nestje... en heel wat keren in de familie, in de vriendenkring, de kennissenkring... We hebben ook heel wat dieren die een plaatsje veroverd hadden moeten loslaten, een ekster, een kauw, een kraai, papegaaien, katten, honden, vogels en vissen, die tijdelijk deel hebben uitgemaakt wan ons leven.
Er waren zelfs dieren die we kweekten voor de slacht, kippen en konijnen, die we dan met pijn in het hart, zo pijnloos mogelijk moesten doden, om op te eten.
Velen zijn op een of andere manier "vereeuwigd", staan hier of daar op een fotootje of een dia, en krijgen iedere keer we die weer eens bekijken, een memento... Mensen en dieren. Mensen doen wat meer pijn, maar sommige dieren waren ook echt een stuk van het gezin.
Afgeven... Iedere keer weer
Iedere keer een stukje, een beetje afgeven.
Weet je, ik heb het gevoel, dat als je het geluk hebt dat je ouder moogt worden, dat het sterven dan niet in één keer gebeurt, maar stilletjes, beetje bij beetje, stukje bij stukje, afgeven...
De leegloop van het leven.
En toch, zolang je leeft lijkt het leven op zich vol, zo vol en volledig dat al die dingen van vroeger er niet echt uit kunnen, en blijven zwemmen in de zee van herinneringen, plezier, verdriet, inzet, luieren, nietsdoen, creatief zijn, pijn, goed gevoel... alles door elkaar.
Ik las ooit dat de indianen hun kookpot nooit helemaal leegden, dat ze steeds maar de nieuwe ingrediënten in de ketel bij de oude deden... Ze aten dus nooit echt iets nieuws, ze aten steeds van heden en verleden... Ik weet niet hoe dat smaakt, maar ik vind het een heerlijk beeld van het leven.
Eten uit de pot met alle ingrediënten van het leven.
Soms proef je het zout van de tranen bij dat van de gulle lach.
Zo moet het zijn.
Zo is het ook.
Heerlijk leven, waar dingen uit gaan, maar nooit helemaal... Het volle leven, met alle dingen die je mocht beleven...
tot de volgende ?
donderdag, april 30, 2015
bizar ongeval
In het Nederlandse Zoetermeer is een vrouw gewond door een omvallende lantaarnpaal.
Op zich lijkt dit niet zo bizar, maar de reden waarom de paal omviel, die is bizar.
De paal is omgevallen door toedoen van honden. Nee, niet doorgebeten, of omgetrokken, maar door de pies van de beestjes...
Als mijn zus dit leest, dan zie ik haar voor mijn geestesoog heel intens knikken...
Zij wees me jaren geleden al op de toestand van de lantaarnpalen in haar straat, die aan de onderkant allemaal heel erg verroest zijn... " Kijk, die palen gaan er allemaal aan, door die verdomde honden (ze gebruikte een veel sterker krachtwoord, dat niet door mijn censuur kan). Ze gaan alle dagen allemaal tegen al die palen zeiken, en daar tegen kan geen paal het uithouden."
Mijn zus woont in Oostende, een stad waar, naar het schijnt, meer honden wonen dan mensen... Oostende is een stad met heel veel gepensioneerden, die hun pensioen komen doorbrengen aan de kust, en heel veel van de eenzamen hebben dan als troost, een hondje... Die moeten ze enkele keren per dag uit laten (op een appartement hebben die beestjes geen beloop), en dan geven ze hun beminde hondje welwillend aan iedere lantaarnpaal de kans om dat lange ding te zegenen met de heilige hondenpies.
Het is in steden als Oostende dat men ook de noodzaal heeft ontdekt van het poepzakje, waarmee je de hondendrollen netjes kunt oprapen en zo het voetpad begaanbaar houden... Voorheen kon je haast niet meer flaneren op de dijk, want je moest voortdurend angstvallig kijken waar je je voeten kon neerzetten zonder in een van die hondendrollen terecht te komen.
Eigenlijk is dat probleem een probleem van de eenzaamheid...
Honden zie je bij gezinnen met kinderen, waar men een hond houdt als speelkameraad voor de kinderen, of... bij eenzamen, die een hond houden als gezelschap en als middel om zichzelf te verplichten nog eens buiten te komen.
En dan piesen ze regelrecht de lantaarnpalen in de verdoemenis...
Toen ik kind was, was een hond nog een beest. Nu is een hond een verwend kind.
Toen ik kind was zou niemand er ooit aan gedacht hebben om zijn hond in een kinderwagen rond te duwen. Honden hadden (hebben !) vier poten, en daar lopen ze liefst van al zelf op.
Honden kregen afval van tafel en als er geen was, een snede droog brood, met wat saus op die restte in de pan.
Nu krijgen honden heel speciale voeding, en het lijkt wel een misdaad als je ze zou voeden met restjes van tafel. En let op, geef ze niet zo maar om het even wat, want de veearts heeft gezegd dat je best brokken voedert van merk X, want in merk Y zit te veel zout, of te veel dit of te weinig dattum...
En heel zelden zie je nog een gewone hond, van een onbestemd ras, een hond die wij grinnikend een "plas partout" of een "muurzekère" noemen... Dat mag niet meer, dat is niet chique, dat komt niet overeen met de status van de hondeneigenaar.
En eigenlijk is dat laatste woord verkeerd... Tegenwoordig is het niet de mens die een hond heeft, maar de hond die een mens in zijn dienst heeft.
Ook met katten is het tegenwoordig zo, al zie je nog steeds meer rasloze katten dan beesten van een of ander duur merk.
Laatst, op een rommelmarkt, zagen we dat iedereen plaats maakte voor een frêle, klein, fijn juffertje, met een bakbeest van een hond. Ik heb haar het merk gevraagd, want ik kende het niet. Het bleek een wolfshond te zijn, dus een beest dat gedeeltelijk wolf is, en gedeeltelijk hond. Het wilde zit daar ongetwijfeld nog steeds voor een behoorlijk deel in, en ik geloof nooit dat dat kleine, smalle juffertje dat beest zou kunnen tegenhouden als het er op aan kwam... Maar met honden is het als met auto's... Je moet eens kijken naar die grote bakbeesten van jeep-achtige bakken... Meestal zitten daar ook van die kleine dametjes in. Ik vermoed dat het iets te maken heeft met compensatiedrang... Eigenaars van grote honden zijn veelal ook klein en smal... Een beetje gek eigenlijk. Meestal zijn die grote honden brave lobbes, en vind je veel meer agressie en "scherp staan" bij middelgrote en kleinere honden.
Ik ben ook een hondenman... (Bizar, ik hou ook van katten !), maar de beste hond die ik ooit heb gehad, was een rasloos beestje uit het asiel. Een betere vriend voor de kinderen was er niet !
Zo eindig ik met een positieve noot, ten voordele van de honden... en de echte hondenliefhebber, die een hond heeft, niet als kindje, maar als gezellig beest in huis...
tot de volgende ?
Op zich lijkt dit niet zo bizar, maar de reden waarom de paal omviel, die is bizar.
De paal is omgevallen door toedoen van honden. Nee, niet doorgebeten, of omgetrokken, maar door de pies van de beestjes...
Als mijn zus dit leest, dan zie ik haar voor mijn geestesoog heel intens knikken...
Zij wees me jaren geleden al op de toestand van de lantaarnpalen in haar straat, die aan de onderkant allemaal heel erg verroest zijn... " Kijk, die palen gaan er allemaal aan, door die verdomde honden (ze gebruikte een veel sterker krachtwoord, dat niet door mijn censuur kan). Ze gaan alle dagen allemaal tegen al die palen zeiken, en daar tegen kan geen paal het uithouden."
Mijn zus woont in Oostende, een stad waar, naar het schijnt, meer honden wonen dan mensen... Oostende is een stad met heel veel gepensioneerden, die hun pensioen komen doorbrengen aan de kust, en heel veel van de eenzamen hebben dan als troost, een hondje... Die moeten ze enkele keren per dag uit laten (op een appartement hebben die beestjes geen beloop), en dan geven ze hun beminde hondje welwillend aan iedere lantaarnpaal de kans om dat lange ding te zegenen met de heilige hondenpies.
Het is in steden als Oostende dat men ook de noodzaal heeft ontdekt van het poepzakje, waarmee je de hondendrollen netjes kunt oprapen en zo het voetpad begaanbaar houden... Voorheen kon je haast niet meer flaneren op de dijk, want je moest voortdurend angstvallig kijken waar je je voeten kon neerzetten zonder in een van die hondendrollen terecht te komen.
Eigenlijk is dat probleem een probleem van de eenzaamheid...
Honden zie je bij gezinnen met kinderen, waar men een hond houdt als speelkameraad voor de kinderen, of... bij eenzamen, die een hond houden als gezelschap en als middel om zichzelf te verplichten nog eens buiten te komen.
En dan piesen ze regelrecht de lantaarnpalen in de verdoemenis...
Toen ik kind was, was een hond nog een beest. Nu is een hond een verwend kind.
Toen ik kind was zou niemand er ooit aan gedacht hebben om zijn hond in een kinderwagen rond te duwen. Honden hadden (hebben !) vier poten, en daar lopen ze liefst van al zelf op.
Honden kregen afval van tafel en als er geen was, een snede droog brood, met wat saus op die restte in de pan.
Nu krijgen honden heel speciale voeding, en het lijkt wel een misdaad als je ze zou voeden met restjes van tafel. En let op, geef ze niet zo maar om het even wat, want de veearts heeft gezegd dat je best brokken voedert van merk X, want in merk Y zit te veel zout, of te veel dit of te weinig dattum...
En heel zelden zie je nog een gewone hond, van een onbestemd ras, een hond die wij grinnikend een "plas partout" of een "muurzekère" noemen... Dat mag niet meer, dat is niet chique, dat komt niet overeen met de status van de hondeneigenaar.
En eigenlijk is dat laatste woord verkeerd... Tegenwoordig is het niet de mens die een hond heeft, maar de hond die een mens in zijn dienst heeft.
Ook met katten is het tegenwoordig zo, al zie je nog steeds meer rasloze katten dan beesten van een of ander duur merk.
Laatst, op een rommelmarkt, zagen we dat iedereen plaats maakte voor een frêle, klein, fijn juffertje, met een bakbeest van een hond. Ik heb haar het merk gevraagd, want ik kende het niet. Het bleek een wolfshond te zijn, dus een beest dat gedeeltelijk wolf is, en gedeeltelijk hond. Het wilde zit daar ongetwijfeld nog steeds voor een behoorlijk deel in, en ik geloof nooit dat dat kleine, smalle juffertje dat beest zou kunnen tegenhouden als het er op aan kwam... Maar met honden is het als met auto's... Je moet eens kijken naar die grote bakbeesten van jeep-achtige bakken... Meestal zitten daar ook van die kleine dametjes in. Ik vermoed dat het iets te maken heeft met compensatiedrang... Eigenaars van grote honden zijn veelal ook klein en smal... Een beetje gek eigenlijk. Meestal zijn die grote honden brave lobbes, en vind je veel meer agressie en "scherp staan" bij middelgrote en kleinere honden.
Ik ben ook een hondenman... (Bizar, ik hou ook van katten !), maar de beste hond die ik ooit heb gehad, was een rasloos beestje uit het asiel. Een betere vriend voor de kinderen was er niet !
Zo eindig ik met een positieve noot, ten voordele van de honden... en de echte hondenliefhebber, die een hond heeft, niet als kindje, maar als gezellig beest in huis...
tot de volgende ?
woensdag, april 29, 2015
Groen
Vandaag vallen mij plots de populieren op... Ze hebben bladeren. En de bomen in de verte zijn bebladerd, bij sommige zie je nog vaag de takken tussendoor.
De wereld is groen !
Het gras is groen geworden... Gek, want daarvoor was het ook groen, maar nu is het groen veel groener.
In de weide staan madeliefjes en hier en daar zie je het tere blauw van de vergeetmenietjes. In de bossen staan de blauwkousjes die het bos een blauw tapijt schenken, voor een korte tijd, want na de bloei sterven die plantjes bovengronds af, en zie je weer de naakte bosbodem.
Toch zijn we nog niet in de volle periode van bloeiende bloemen en bloesems... Het is maar het begin, de vroege bloeiers als het ware. Maar toch ziet de wereld er al heel anders uit (er zijn ook al bomen die bloeien, de vogelkers, de fruitbomen en hier langs de holle wegen vind je de sleedoren met zijn massa's piepkleine bloempjes...
Je ziet zo de wereld in bloei komen...
Heerlijk is dat. In de vijver zie ik de waterleliebladeren naar boven komen, en zie, er is al een blad dat luidop schreeuwt: "Ik drijf, ik drijf !". De vissen komen gejaagd om eten, de vrouwtjes worden dik en nu en dan zie je al mannetjes die hun flanken langs die dikke buiken gaan wrijven als om het paren te vervroegen.
Ik zie her en der nesten, soms pogingen op plaatsen waarvan jij, met je mensenverstand, weet dat dit niet kan, en waar ze na een heleboel vruchteloos werk de boel in de steek laten en een nieuwe stek gaan zoeken.
't Is lente !
Nu is het echt.
Ondertussen ben ik even gaan piepen naar mijn mails, en ja hoor, daar is de eerste foto van Onderstroom ! Met dank aan Jessica ! (en er zouden er nog op komst zijn !)
Zo zie je hoe druk we aan het werk waren ! Rechts van me zie je een bestuurslid: Begnigna, en je ziet de rug van de nijvere Magda, die dakpannen aan het beschilderen is.
Ik hoop er veel foto's van te krijgen, want we zouden er ook een verslag willen van publiceren.
We mogen het wel eens in de verf zetten dat we met Crea van Ziekenzorg voor zoveel mensen een goede indruk wisten te maken !
Ik ga stoppen... Want we gaan met enkele bestuursleden op prospectie naar de fuchsiakwekerij, en naar het bedevaartsoord Dadizele... (Zouden de dames weten waaraan ze een basiliek kunnen herkennen???)
tot de volgende ?
De wereld is groen !
Het gras is groen geworden... Gek, want daarvoor was het ook groen, maar nu is het groen veel groener.
In de weide staan madeliefjes en hier en daar zie je het tere blauw van de vergeetmenietjes. In de bossen staan de blauwkousjes die het bos een blauw tapijt schenken, voor een korte tijd, want na de bloei sterven die plantjes bovengronds af, en zie je weer de naakte bosbodem.
Toch zijn we nog niet in de volle periode van bloeiende bloemen en bloesems... Het is maar het begin, de vroege bloeiers als het ware. Maar toch ziet de wereld er al heel anders uit (er zijn ook al bomen die bloeien, de vogelkers, de fruitbomen en hier langs de holle wegen vind je de sleedoren met zijn massa's piepkleine bloempjes...
Je ziet zo de wereld in bloei komen...
Heerlijk is dat. In de vijver zie ik de waterleliebladeren naar boven komen, en zie, er is al een blad dat luidop schreeuwt: "Ik drijf, ik drijf !". De vissen komen gejaagd om eten, de vrouwtjes worden dik en nu en dan zie je al mannetjes die hun flanken langs die dikke buiken gaan wrijven als om het paren te vervroegen.
Ik zie her en der nesten, soms pogingen op plaatsen waarvan jij, met je mensenverstand, weet dat dit niet kan, en waar ze na een heleboel vruchteloos werk de boel in de steek laten en een nieuwe stek gaan zoeken.
't Is lente !
Nu is het echt.
Ondertussen ben ik even gaan piepen naar mijn mails, en ja hoor, daar is de eerste foto van Onderstroom ! Met dank aan Jessica ! (en er zouden er nog op komst zijn !)
Zo zie je hoe druk we aan het werk waren ! Rechts van me zie je een bestuurslid: Begnigna, en je ziet de rug van de nijvere Magda, die dakpannen aan het beschilderen is.
Ik hoop er veel foto's van te krijgen, want we zouden er ook een verslag willen van publiceren.
We mogen het wel eens in de verf zetten dat we met Crea van Ziekenzorg voor zoveel mensen een goede indruk wisten te maken !
Ik ga stoppen... Want we gaan met enkele bestuursleden op prospectie naar de fuchsiakwekerij, en naar het bedevaartsoord Dadizele... (Zouden de dames weten waaraan ze een basiliek kunnen herkennen???)
tot de volgende ?
dinsdag, april 28, 2015
moe, moeder, moest
Vannacht heb ik nochtans goed geslapen, maar ik word precies niet wakker... De slaap blijft ergens diep in me hangen. Ambetant gevoel.
Maar ja, ik slik nogal wat van mijn zwaarste pillen, om mijn rug weer op zijn plooi te krijgen, en wellicht komt het moe-gevoel daar ook wel van. Gewoonlijk neem ik maar één van die zware pillen, maar ik mag er drie per dag, en momenteel doe ik dat ook.
De pijn is redelijk. Mijn rug gaat, maar mijn rechterknie blijft tegen pruttelen, en wat er aan mijn linker wreef van mijn voet is, dat weet ik niet. Je ziet er niets aan, maar er is een plaatsje van zo'n twee euro's groot, waar het enorm gevoelig is. Ik zou het haast vergelijken met een brandwonde qua gevoeligheid, maar, zoals gezegd, je ziet er niets aan. Die pijn zit daar al enkele dagen. (Ik vertik het naar de dokter te gaan met iets wat je niet ziet en wat je amper kunt duidelijk maken in woorden)
Deze namiddag gaan we op ziekenbezoek, en donderdag zal er wellicht geen blog zijn, want het is dagelijks bestuur van Ziekenzorg. En dan komt er een periode van feestdag, brugdag, zaterdag en zondag, waarop er wellicht links en rechts rommeldagen zijn... en waar we - als we ons redelijk voelen- wellicht naar toe gaan. Met andere woorden, de verslaafden aan mijn blog (dat is het bij mij het toppunt van mijn eigenwaan) gaan wellicht op hun honger blijven zitten...
Maar ondanks alle pijn, alle drukte, en alle rommelmarkten ten spijt, blijf ik ergens in een euforische sfeer... Het suczeven (trapje hoger dan succes) van onze actie op Onderstroom, blijft na zinderen.
Gisteren kwamen mijn kleindochters ook nog even langs... Kijken of er niet een van de dingen die ik ginder tekende in pyrografie te verkrijgen was... Jammer, maar Anneke heeft ze in beslag genomen. Dat komt omdat het twee uiltjes waren, en Anneke verzamelt uiltjes.
Anneke heeft een leuke woning, waar, net als bij ons, enorm veel dingen de aandacht trekken, mooie dingen, collecties, foto's, instrumenten, mooie meubels... Ik voel me er thuis, ik kan er, net zoals in mijn eigen huis, mijn geest laten ronddwalen, fantaseren, dromen.
En bovendien is Anneke ook nog eens een dame waar je kunt mee lachen, met zin voor humor, en die het niet zal laten iemand -op een plezante manier- te foppen.
Eigenlijk zitten in het dagelijks bestuur van Ziekenzorg Mater - Welden alleen van die toffe madams. Waar ik me als manmens op mijn gemak bij voel. Je kunt lachen, je kunt plagen, en je hebt niet ééns het gevoel dat ze van de andere sekse zijn.
(Misschien klinkt dat wat bizar, maar voor mij is dat het toppunt van mens zijn ! - Het zijn slechts de besten die zich - in een functie- nooit opstellen als man of als vrouw ! Toen ik nog werkte, kwamen er ook vrouwen werken, en de meesten er van profileerden zich als vrouw. Niet als collega. Op dat moment waren ze bij mij gebuisd, waren ze geen 'goede' collega, en konden ze dat ook nooit meer worden. (Wie als man daarop inging was - voor mij- trouwens ook gebuisd !) Nee, ik heb niets tegen vrouwen, maar alles moet op zijn tijd en op zijn plaats gebeuren. Wie de zaken gaat vermengen, die verliest een deel van zijn kwaliteiten !)
Eigenlijk is het toch heerlijk mens te zijn, als je het geluk hebt om mens te zijn met de mensen. En je kunt slechts echt mede-mens zijn, als je volkomen vrij bent van dingen die er op dat moment niet bij horen of bij mogen. Dan pas kun je onbevangen lachen, onbevangen huilen. Op het ogenblik dat je de ander niet meer alleen bekijkt, alleen ervaart als medemens, maar hem of haar ervaart als een virtuele seks-partner, dan ben je die onbevangenheid kwijt, dan zit je met een scheve houding tegenover je eigen partner en/of tegenover de partner van de man/vrouw met wie je op dat moment die relatie aangaat of zoudt willen aangaan.
Zo net kreeg ik een telefoontje... Ik moet niet op ziekenbezoek gaan, want de man waar we heen zouden gaan is opgenomen in het hospitaal. Zijn toestand is bedenkelijk...
Hopelijk komt alles nog goed, want ik zou niet willen dat die goede vrienden ...
tot de volgende ?
Maar ja, ik slik nogal wat van mijn zwaarste pillen, om mijn rug weer op zijn plooi te krijgen, en wellicht komt het moe-gevoel daar ook wel van. Gewoonlijk neem ik maar één van die zware pillen, maar ik mag er drie per dag, en momenteel doe ik dat ook.
De pijn is redelijk. Mijn rug gaat, maar mijn rechterknie blijft tegen pruttelen, en wat er aan mijn linker wreef van mijn voet is, dat weet ik niet. Je ziet er niets aan, maar er is een plaatsje van zo'n twee euro's groot, waar het enorm gevoelig is. Ik zou het haast vergelijken met een brandwonde qua gevoeligheid, maar, zoals gezegd, je ziet er niets aan. Die pijn zit daar al enkele dagen. (Ik vertik het naar de dokter te gaan met iets wat je niet ziet en wat je amper kunt duidelijk maken in woorden)
Deze namiddag gaan we op ziekenbezoek, en donderdag zal er wellicht geen blog zijn, want het is dagelijks bestuur van Ziekenzorg. En dan komt er een periode van feestdag, brugdag, zaterdag en zondag, waarop er wellicht links en rechts rommeldagen zijn... en waar we - als we ons redelijk voelen- wellicht naar toe gaan. Met andere woorden, de verslaafden aan mijn blog (dat is het bij mij het toppunt van mijn eigenwaan) gaan wellicht op hun honger blijven zitten...
Maar ondanks alle pijn, alle drukte, en alle rommelmarkten ten spijt, blijf ik ergens in een euforische sfeer... Het suczeven (trapje hoger dan succes) van onze actie op Onderstroom, blijft na zinderen.
Gisteren kwamen mijn kleindochters ook nog even langs... Kijken of er niet een van de dingen die ik ginder tekende in pyrografie te verkrijgen was... Jammer, maar Anneke heeft ze in beslag genomen. Dat komt omdat het twee uiltjes waren, en Anneke verzamelt uiltjes.
Anneke heeft een leuke woning, waar, net als bij ons, enorm veel dingen de aandacht trekken, mooie dingen, collecties, foto's, instrumenten, mooie meubels... Ik voel me er thuis, ik kan er, net zoals in mijn eigen huis, mijn geest laten ronddwalen, fantaseren, dromen.
En bovendien is Anneke ook nog eens een dame waar je kunt mee lachen, met zin voor humor, en die het niet zal laten iemand -op een plezante manier- te foppen.
Eigenlijk zitten in het dagelijks bestuur van Ziekenzorg Mater - Welden alleen van die toffe madams. Waar ik me als manmens op mijn gemak bij voel. Je kunt lachen, je kunt plagen, en je hebt niet ééns het gevoel dat ze van de andere sekse zijn.
(Misschien klinkt dat wat bizar, maar voor mij is dat het toppunt van mens zijn ! - Het zijn slechts de besten die zich - in een functie- nooit opstellen als man of als vrouw ! Toen ik nog werkte, kwamen er ook vrouwen werken, en de meesten er van profileerden zich als vrouw. Niet als collega. Op dat moment waren ze bij mij gebuisd, waren ze geen 'goede' collega, en konden ze dat ook nooit meer worden. (Wie als man daarop inging was - voor mij- trouwens ook gebuisd !) Nee, ik heb niets tegen vrouwen, maar alles moet op zijn tijd en op zijn plaats gebeuren. Wie de zaken gaat vermengen, die verliest een deel van zijn kwaliteiten !)
Eigenlijk is het toch heerlijk mens te zijn, als je het geluk hebt om mens te zijn met de mensen. En je kunt slechts echt mede-mens zijn, als je volkomen vrij bent van dingen die er op dat moment niet bij horen of bij mogen. Dan pas kun je onbevangen lachen, onbevangen huilen. Op het ogenblik dat je de ander niet meer alleen bekijkt, alleen ervaart als medemens, maar hem of haar ervaart als een virtuele seks-partner, dan ben je die onbevangenheid kwijt, dan zit je met een scheve houding tegenover je eigen partner en/of tegenover de partner van de man/vrouw met wie je op dat moment die relatie aangaat of zoudt willen aangaan.
Zo net kreeg ik een telefoontje... Ik moet niet op ziekenbezoek gaan, want de man waar we heen zouden gaan is opgenomen in het hospitaal. Zijn toestand is bedenkelijk...
Hopelijk komt alles nog goed, want ik zou niet willen dat die goede vrienden ...
tot de volgende ?
Abonneren op:
Posts (Atom)