Ik heb het hier niet over dat kleine lapje grond met mijn huis er op, nee, ik heb het over dat stukje van de wereld waar ik mag en kan van genieten...
Och, het is niet groot. Het is ooit groter geweest, en had mijn gezondheid me niet in de steek gelaten, dan zou het wellicht ook nu nog groter zijn, maar nu is mijn wereld, voor de normen van nu, heel klein. Maar mocht ik ergens in Afrika zijn geboren, dan was de kans groot dat mijn stukje wereld nog veel kleiner zou zijn.
Nu is mijn wereld maar een stukje van Oost Vlaanderen, en wat aan de randen van West Vlaanderen en van Henegouwen...en och ja, ook een heel klein stukje Frankrijk, als we naar Auchan in Leers gaan winkelen...
Ik kan het niet goed meer aan verre verplaatsingen te maken, dus beperk ik mij, omdat makkelijker en minder pijnlijk is. Ik kan wel nog een stuk verder gaan, als ik zorg dat ik daar kan blijven slapen, want tweemaal de rit, plus ginder dingen doen die niet tot het dagdagelijkse pakket van bewegingen behoren, dat gaat dus niet meer.
Misschien vind je dat erg. Ik niet. Of toch, maar dan voor mijn wederhelft, die toch maar met mijn ziekte opgescheept zit.
Voor mezelf vind ik het niet erg, of beter, vind ik het niet erg meer. Want in het begin dat je ziek bent, dan is dat wegvallen van al die zaken die zo natuurlijk waren, niet evident. Maar je leert er mee leven. En dat klinkt veel erger dan het is. De kunst is gewoon: aanvaarden.
Ik denk dat "aanvaarden" eigenlijk bijna een synoniem is van geluk. Wie steeds zaken blijft verlangen die hij niet heeft, of niet krijgen kan, die maakt zichzelf ongelukkig. Ik heb dat heel snel geleerd. Misschien heeft dat een stuk te maken met mijn karakter of met mijn manier van redeneren, maar ik heb me redelijk vlug aangepast aan de nieuwe situatie. Het ergste voor mij is niet het wegvallen van al je eigen mogelijkheden, maar het wegvallen van je sociale contacten. Het is ontnuchterend vast te stellen hoe weinig echte vrienden je hebt. Vrienden die blijven komen. Die je niet vergeten, die een plaatsje voor je invullen in hun drukke agenda.
En wat haast nog erger is, als ik mijn geweten onderzocht en onderzoek, dan ben ik geen haar beter. Ik had ook altijd wel veel belangrijkere dingen te doen dan een zieke op te zoeken. Ik maak dus niemand verwijten, maar dat mindert de pijn niet van die eindeloze val in de sociale afgrond.
Ik heb betrekkelijk vlug mijn leven heringericht, aangepast aan de nieuwe mogelijkheden. Wat niet kan, dat schrijf je gewoon af. Treur niet, denk er niet meer aan, zoek een andere invulling.
En zo is mijn wereld een stuk kleiner geworden.
En het mag gek klinken, maar ik heb daar zelfs positieve zaken in ontdekt. Ik heb nu meer tijd en meer mogelijkheden om dat kleine stukje wereld terdege te bekijken. Ook het feit dat ik -noodgedwongen- niet snel kan stappen, geeft me de kans om alles beter te bekijken en er van te genieten.
Ik heb dat wel altijd een beetje in me gehad. Ik stelde ook voor mijn ziekte vast dat ik meer oog had voor al die kleine dingen om me heen dan de meeste andere mensen. Ook op een grote voettocht stopten wij om op onze knieën te gaan zitten bij een bloempje of een vlinder...
Misschien is ziek worden, voor wie dat niet kan, veel erger dan voor mij.
Ik heb ook steeds een creatieve uitweg gehad. Ook daar kon ik een hele boel dingen niet meer doen. Beeldhouwen bv viel al meteen weg. Maar dan zocht ik ook daar naar alternatieven, en begon ik in been te werken, en maakte piepkleine beeldjes, die dan als een sieraad gebruikt werden door vrouw lief en door vrienden die het ook mooi vonden.
Kortom het gaat er om, de dingen niet weg te werpen omdat je het niet meer kan, het gaat er om om die dingen anders in te vullen. Zodat je bezig bent en bezig blijft.
Ik zou het bijna zo durven stellen, dat mijn wereld niet veranderd is, ik werk nu gewoon op een kleinere schaal. Mijn wereld op postzegelformaat als het ware.
En ik vind het heerlijk.
Net zo heerlijk als vroeger, toen de wereld nog veel ruimer was.
Tot de volgende ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten