Eén van de eerste dingen die ik - tot mijn verbazing - leerde op de kunstacademie, was dat alle middelen goed zijn om het doel te bereiken. Het doel is hier dan wel een "kunst"-werk...
Ik zag rustig een negatief maken van een gezicht van een romeinse keizer, daar dan was in gieten, en van die kop vertrekken om je eigen (?) werk er van te maken. De originaliteit lag hem dan in de keuze van de kop, maar vooral n de verwerking tot de kop die jij voor ogen had. Resultaat ? In ieder geval vele uren winst...
Niet eerlijk ?
Kijk, zoals je kunt afleiden uit de besproken techniek, gaat het hier over beeldhouwwerken. En als daar één ding niet eerlijk is, dan is het de verkoopprijs ! Je ziet schilderijen verkopen voor duizend en meer euro's, terwijl een schilderij bij de meeste schilders een werk is van uren, hooguit dagen... Bij een beeldhouwwerk aanvaardt geen kat dat je het zelfde uurloon zou vooropstellen, want aan een beeldhouwwerk spreken we nooit van uren, in het beste geval van (veel meer) dagen en meestal van weken werk ! Tenzij je al een wereldfaam hebt verworven, kun je derhalve nooit concurreren met de schilders. Vandaar dat het gebruik van kortere stappen algemeen wordt aanvaard.
Laat ons eens de productie van een bronzen beeld bekijken... De eerste stap kun je al op twee manieren doen: of je werkt rechtstreeks in was, waarbij je steeds voor ogen moet houden dat de dikte van de was overal ongeveer even groot moet zijn, of je modelleert een beeld in klei, trekt daar een moule op (= het maken van een negatief, waarbij je minstens in twee, veelal in veel meer stukken moet werken, want je moet het negatief telkens weer van het beeld moeten kunnen wegnemen. Dat wil zeggen dat je dus heel goed moet bedenken waar en hoe je de verschillende stukken van de moule voorziet om ze gemakkelijk, en zonder risico op breuk van het beeld te kunnen wegnemen. Je moet die stukken ook zo maken dat je ze gemakkelijk van elkaar, maar ook terug op elkaar moet kunnen zetten, en dat ze dan het model moeten blijven houden, je moet ze dus steeds weer perfect ten opzichte van elkaar kunnen zetten en houden.
Dan moet je de moule van je kleibeeld afhalen, reinigen en insmeren met een antikleefmiddel (meestal een zeepoplossing). Dan bouw je de moule weer op, giet er in verschillende keren en met telkens een afkoelingsperiode tussen, was in, tot je ziet dat je een voldoende en gelijkmatige wasdikte hebt in gans het beeld. (Dit vergt ook ervaring bij het ingieten van de was en het manipuleren van de moule om de was netjes overal in te krijgen...) Zorg dat de was heet genoeg is, zodat je bv niet bekomt dat een vinger geen was krijgt.
Dan voorzichtig de moule verwijderen, het beeld opkuisen, waar nodig bijwerken.
In beide technieken heb je nu een wassen beeld. Nu moet je dus het beeld gieten... Maar dat kan alleen als je een techniek ontwikkeld waarbij je de bronsmassa overal in het beeld krijgt, en voorzien dat het beeld hol blijft. Je maakt daartoe in het beeld bruggen, bv met houten spiesjes of iets dergelijks. Dan giet je het beeld vol met chamotte (een speciale mengeling plaaster die hittebestendig is) Aan de buitenkant van het beeld breng je in was gietkanalen aan. Dat zijn worsten was, die je zo ophet beeld aanbrengt dat je zeker bent dat de bronsmassa helemaal en alle onderdelen van het beeld kan vullen, en je voorziet een grote trechter opening een stuk onder het beeld en een uitloop even diep voor de bronsmassa, zodat je ziet dat het brons alle ruimte heeft ingenomen en via dat gat boven komt. Zo'n gietkanalenconstructie kan behoorlijk ingewikkeld zijn, en moet ook zeer goed beredeneerd worden.
Nu wordt het ganse beeld en al de gietkanalen ingegoten in een grote massa chamotte. Zo dat alleen de top van de trechter en de uitloop bloot blijft. Het beeld staat dus op zijn kop !
Als de chamotte goed uitgedroogd is, dan wordt die massa chamotte zo sterk verhit dat de was en de houten bruggen volledig verbranden, en het beeld en de gietkanalen in feite een holte vormen. (Uiteraard mag dit niet meer bewogen worden, om geen verschuivingen te krijgen. We doen dit in een put, die we later dan opvullen met aarde, om springen te voorkomen en om de massa warm te houden. ) Ondertussen smelten we dan ook de brons zodat die klaar is om te gieten op het ogenblik dat de chamotte warm en verzekerd is. Dan giet je de vloeibare brons in de rechteropening, totdat er brons spuit uit het andere gat.
Nu wacht je tot alles afgekoeld is, en haalt dan de chamotte weg. Je beeld ziet er dan (als het goed is) uit als een massa buizen met een klomp. Die klomp is dan het beeld...al de buizen moeten afgezaagd en glad geslepen worden, de chamotte moet ook uit het binnente van het beeld gehaald en gespoeld worden, en dan kun je het beeld beginnen afwerken...Glad zetten, polieren, en patine(s) op zetten...
Kun je je nu voorstellen hoe lang je aan één beeld werkt ?
Allee, de les is uit, tot de volgende ?
1 opmerking:
Perfekte uitleg Antoon alleen moet ge de houten spiesjes verwisselen voor ijzeren of stalen spiesjes anders valt door het wegbranden van de houten spiesjes uw kern naar beneden, ook moet het wassen beeld voorzien zijn van genoeg luchtkanalen zodat de lucht langs alle kanten kan ontsnappen .
Allee t'zijn maar detail's.
Groetjes
Eddy
Een reactie posten