Gisteren heeft Anny slecht geslapen, en ze was vlug moe. Er kwam ook nogal wat bezoek, en ook dat is uiteraard op zo'n moment wat vermoeiend, al leeft ze telkens op bij dat bezoek.
Het doet wellicht deugd eens andere mensen te zien, andere dingen te horen, en weg te kunnen denken van haar ziekte.
Ze heeft geen pijn, en dat is al veel, heel veel, maar het is niet alles. Ze weet ook heel goed waar we voorstaan, ze voelt zichzelf, en de hoop op nog een mirakel dat is nu wel heel klein. Vorige keer was het duidelijk voor haar dat ze zich beter en beter ging voelen, nu is dat er veel minder.
Gisteren, toen het bezoek weg was, kwamen de verpleegsters allemaal eens binnen. Een stuk of wat zagen haar voor het eerst terug na die eerste - haast miraculeuze - periode van vorig jaar, en ze kwamen allemaal goeiendag zeggen, haar haar bewonderen (ze had nog heel weinig haar toen ze daar vorige keer vertrok), en positief op haar inpraten.
De palliatieve afdeling, dat is een crème van een dienst. Je kunt nergens beter zijn in dergelijke omstandigheden.
Maar eigenlijk is zelfs dat een flauwe troost...
We hopen op nog zoveel mogelijk goede dagen...
Ik heb vannacht haast niet geslapen. Veel pijn. Ik had tegen Anny gezegd dat mijn pijn heel wat verminderd was, maar toen ik naar huis wilde gaan, raakte ik bijna niet tot aan mijn auto van de pijn. Rug, heupen... en dan slaap je niet, en dat is ook niet positief voor pijn, en wakker liggen, dat wil ook zeggen dat je ligt te prakkiseren en te dubben... Dat zal dan wel mijn deel zijn van dit proces.
We moeten vooruit, haar moed geven.
en zelf...
djudedju.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten