maandag, juni 15, 2015

God schrappen

De KUL, Katholieke Universiteit van Leuven heeft beslist het woordje God te schrappen uit de naam van de cursussen. Geen Godgeleerdheid meer maar Theologie of Studie van de religie...
(Om eerlijk te zijn, ik zit al in een knoop met het woord Theologie, want dat is een letterlijke vertaling van...Godgeleerdheid...???????????????????????)

Maar men schrapt het woord God, omdat dit te veel binding zou hebben met de katholieke leer, met de Christenheid.

Of ik nu katholiek (Christen) ben of niet, ik heb in mijn moedertaal geen ander woord voor God dan god. Of ik het nu schrijf met of zonder hoofdletter. Ik weet dat er ook Allah, Jahweh, Jehovah, Krisjna, Sjiva, Thor, Jupiter, Zeus en nog een ellenlange lijst andere god-namen bestaat, maar die zijn voor mij gebonden aan een bepaalde godsdienst. God heeft dit voor mij niet. God is voor mij het woord dat wij in onze dagdagelijkse taal gebruiken voor het opperwezen, de Creator, de Schepper.

Maar goed, die geleerde proffen zullen het wel beter weten, zeker? (Alhoewel... Torfs heeft aan politiek gedaan, en dat pleit NOOIT voor het hebben van gezond verstand)

Ik had altijd een beetje het gevoel dat wij het woordbegrip god geleend hebben (of gekregen hebben) uit het latijn, de taal van de bezetter van zoveel eeuwen terug. Zij hadden een briljant systeem om andere volkeren te gaan overheersen. Zij lieten de veroverde volkeren onder meer hun eigen godsdienst behouden. Meer zelfs, als het een figuur was die hen iets nieuws bracht, of die ze leuk vonden, dan adopteerden ze die in hun eigen reeks goden. Sommige van die importgoden hadden veel sukses, zoals bijvoorbeeld Mithras,
die in het begin van het Christendom zowat de concurrent numero uno was... Het is van de Romeinen dat wij dat begrip God erfden. Het was gewoon het enkelvoud van "de goden", Als je het had over één god, en niet het gehele pantheon... (Pantheon is gewoon "alle goden").

Ook in de christenheid duiden wij God niet zomaar aan, we spreken over God de Vader, God de Zoon en de Geest. De drie-eenheid. God is het overkoepelende begrip van die drie-eenheid.
Dus de KUL met Torfs zit gewoon verkeerd met zijn conclusie.
(een politicus... wat wil je...)

Volgens mij zijn het studenten van niet-Vlaamse oorsprong, die -verkeerdelijk- god gebonden hebben aan het Christelijke begrip God.

Bovendien vind ik het idee van Godgeleerdheid (of Theologie als je dit prefereert), een absurd iets. Hoe kun je pretenderen dat je geleerd bent in het idee, het begrip God ??? Of je nu gelovig bent of niet, het is een absurd idee. Je kunt iets of iemand die allesomvattend is, de bron is van alles wat is onmogelijk bevatten. Het is een contradictie op zichzelf.
Wat men in feite doet is een studie over de religie. En dat is heel iets anders.
Men zou dus -wil men eerlijk en correct zijn- moeten spreken van een godsdienstgeleerdheid.
En godsdienst... sorry, maar dat is iets van en voor mensen.
Op het ogenblik dat een geloof een religie wordt, een georganiseerde en georkestreerde organisatie, dan is net die organisatie van mensenhand.
Als je godsdienst puur neemt, ontdaan van alle toevoegsels, menselijke opzichten, structuur, macht en riten, dan heb je geen naam meer nodig voor god.
Dan doet dit er helemaal niet meer toe.
Dan ben je in god.
deel van.

Tot de volgende ?


vrijdag, juni 12, 2015

de rolwagen

Het lijkt wel of de laatste tijd mijn leven staat in het teken van de rolwagen...
Daags voor de uitstap van Ziekenzorg moet ik zes rolwagens halen in de Mediotheek, en daags na de uitstap moet ik die terug gaan brengen.
En gisteren op de vergadering van Crea verbondelijk, was men op zoek naar een soort rode draad die de stand van Crea op de bewegingsdag (december) moest aanwijzen doorheen het ganse gebouw van het ICC in Gent... En ik opperde dat we misschien versierde rolstoelen konden plaatsen, zo duidende én op ziekte én op creatief bezig zijn... Natuurlijk werd juist dat idee weerhouden, en dus kreeg ik gisteren al een oude kaduke rolstoel mee om het ding creatief op te fleuren...

Vannacht heb ik dan liggen piekeren, peinzen en nadenken: hoe fleur je een rolwagen op ? En dan nog met een budget van zegge en schrijve 20 euro... Ik ben er nog niet uit. Wel zou ik in de wielen een mandala willen weven. Mocht je geen idee hebben wat of hoe zo'n mandala er uit moet komen te zien, google dan eens naar "mandala weven", je krijgt meteen een heel pak afbeeldingen...Maar ik mag er geen een publiceren, blijkbaar zijn ze allemaal beschermd (?)... djudedju.

Ik moet daarvoor heel wat wol van heel wat kleuren aanschaffen... Maar ik heb er geen idee van wat de breiwol momenteel kost. Nu ja, we zullen wel zien... Maar dan heb ik alleen leuke wielen aan mijn rolstoel. Wat doe ik met zitting en rugvlak ? Ik met mijn grote bek, moet altijd maar ideeën naar voor brengen, en ben er dan het slachtoffer van.

Ik zou moeten beter weten ! Ik was in een vroeger leven lid van het redactiecomité van het maandblad van Hout en Bouw... Iedere twee jaar was er een nieuwe conventie, en dus publiceerde men steevast een boekje met de volledige wettekst van de nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst. Ik met mijn groot bakkes, opperde dat we dat beter eens zouden vertalen in mensentaal, zodat het leesbaar was voor de gewone bouwvakarbeider, en dus ook bruikbaar. Die dorre wetteksten zijn voor de gewone mens uit de straat niet wat echt leesbaar, en veelal zelfs haast niet te begrijpen. Natuurlijk werd mijn idee door iedereen omarmd, maar wie kreeg de grootste brok om te vertalen in mensentaal? Je mag twee keer raden... En gisteren heb ik dus bewezen dat ik niet bijleer. Ik doe mezelf iedere keer weer een pak werk aan.

Nu ja, om eerlijk te zijn, ik doe het wel graag, en ik ben dan fier op het resultaat. Ook al zucht en zweet ik dan bij het uitvoeren van de mezelf aangedane taak... Ik heb het al zo druk. Ooit heb ik zo eens het podium voor een congres opgesierd met een stuk stelling, waarop silhouetten van werkende arbeiders gemonteerd waren, enkele op de stelling, eentje op de grond, eentje op de ladder... Maar ook die dingen heb ik allemaal zelf mogen maken. Figuren tekenen op ware grote, rekening houdende met de maten van de stelling, de sporten van de ladder... Die dan uitzagen en in het zwart verven, en op de dag voor het congres heel dat zaakje daar opbouwen... Er kwam ondertussen niemand mijn werk verder zetten, zodat nadien er een hele stapel op me lag te wachten.

Ook dat was een idee die me een heel pak werk bezorgde (en ook aan Anny, want zij heeft die silhouetten zwart geschilderd)... Je ziet, ik leer niet bij. Gelukkig maar. Want ik hou er wel van, en ik ben er trots op dat ik nu en dan goede ideeën heb. (Mijn stelling is nadien gekopieerd door een Zwitserse vakbeweging...)

Maar dat wil niet zeggen dat het altijd zo eenvoudig is. Het idee van die stelling was eenvoudig op zich, maar de uitwerking, en de constructies om die figuren dan rechtop te doen figureren, dat moet je dan nadien gaan uitzoeken en uitfineren... Nu ja, dat hoort bij het leuke zweet.
 
En dus zit ik nu met een rolstoel.
djudedju
Misschien kan ik...

tot de volgende ?

donderdag, juni 11, 2015

Oudenaardse liedjes



(Gelieve, vooraleer verder te lezen, hierboven de muziek van Steef Verwee eens aan te horen. Dank u)

Als je niet van Oudenaarde bent, dan zul je wellicht twee, drie keer moeten luisteren om het allemaal te begrijpen, maar de poëzie van het Oudenaards is duidelijk aanwezig.

Om eerlijk te zijn, tot voor kort wist ik niet eens dat wij in Oudenaarde een eigen liedjeszanger hadden. Ik ben niet meteen een persoon die vaak theaters en muziektempels ga bezoeken. Om niet te zeggen dat ik dat nooit doe. Mijn kennis van muziek gaat niet veel verder dan wat ik toevallig hoor op de radio, en wat ik me herinner uit mijn tiener-tijd, en dat is al héééééél lang gelden.

Ik had voor het eerst iets vernomen in een haartikeltje op Facebook, en ik had de bedenking gemaakt: "Tiens, die CD is te koop in het Stadhuis ! Als ik nog eens in Oudenaarde kom...) Maar ja, ik kom niet zo vaak in Oudenaarde, en ik was dat berichtje al lang en breed weer vergeten.

Maar op de evaluatie-vergadering van Onderstroom, hebben we zo'n CD als geschenk gekregen, en we hebben hier met volle teugen genoten van die volksliedjes in het Oudenaards. Volksliedjes zijn soms ondeugend, en zo zitten er ook tussen, liedjes waarbij je zit te monkelen, binnenpretjes hebt die je niet openlijk durft te tonen, maar die eigenlijk tot ons erfgoed behoren. Vlamingen durven wel eens spotten, grof zijn, boers, en soms dat alles samen met een laag seks er tussen...

Heb je er al op gelet? Het dialect is weer in !
Ik zie op Facebook een prachtig initiatief over het West Vlaams, ik hoor op de radio heel wat liedjes in het dialect, van uit zo wat alle regio's van ons Vlaanderland. Ik met mijn dada voor taal ben daar uiteraard héél gelukkig over. Taal en vooral de taal die leeft bij de mens, dat is altijd mooi ! Soms hoor je mensen zeggen "Gents is niet mooi" of "Oostends dat is zo plat" of iets van dergelijke strekking. Ik ben het daar niet mee eens. Taal is altijd mooi. Soms zit ik heel stilletjes te luisteren naar de taal in een van die filmpjes uit Syrië of andere Iraks, en ik doe mijn ogen dicht en luister ... Ik begrijp niets van die taal, maar je hoort de emotie en stelt vast dat ook die taal, net zo goed als de jouwe, emotie kan vertalen. Is dat niet prachtig ?

Ach, ik ga niet weer lamenteren over taal...
Alleen, voor wie echt de Oudenaardse liedjes niet begreep, hieronder de tekst...

De Riebedepie Song...

In 't zuipen en in 't neuzen een groot talent
Maar toch buisdegie in Gent
Liet het niet aan z'n herte komen
en ging gaan vechten tegen de Koreanen.
Achter zeven maanden front
nog nie geneusd, zelfs gienen stond
Dood van goestinge wastie verdomd

    refrein

Maar veur zijne riebedepie
was het bekend dat ie
achter de duizend geuzen
de grootste crak was in het neuzen.


Maar tons kwam eindelijk de congé
Loopte gie direct achter den thee
Vree rap bij die Japanezen
En neusdege daar mee een Oosters wezen.
Mee veel plezier achter zo een vasten
Weer aan 't front, uit mee het tasten.
Ie kost em weer mee't vechten belasten.

Maar al rap kreeg zijnen neuze couleuren
Rood en blauw en geel van veuren
En daarbij twie purperen bollekies
Op een fond van gouie streepkies.
Sunlight zepe, eaude javel,
Niets aan te doen 't bleef bij gekleurd vel
Jij naar tazet bij dokteur Crucke Koen.


DEDJU 't zijn de couleurs van de riebedepiet
'k zage dat subiet
'k schreef hem nen goeien brij veuren,
te leggen op zijn couleuren
In 't begin ging het reuze,
Maar al rap had hij geen keuze
Mee de couleurs verloor hij zijne neuze...




DE SEEVEE

Wat ee de Seevee gedaan? Eentje - eentje.
En hoe was de match? Oh, 't was just lijk Bontie op zijn verkie.

refrein
't was just lijk Bontie op zijn verkie, zijn verkie
't was just lijk Bontie op zijn verkie, zijn verkie zonder stert


De Seevee die moest ne keer spelen
Tegen Mons nen grote match
Maar het duurdege nog nie lang
of 't werd een partietje catch.
Den arbiter, kost het anders,
Was nen vieze Walenkop
Trok voor 't Walenvolk partieje
En subiet zot ter hem op.


Den arbieter floot pinantie
Om dat Schiete, onzen back,
Zo'n Waale, mee veel pretentie
Beentje trok op zijn gemak.
Bontemps was al aan 't manken
Dolfie Ingels gloeiend kwaad
Puitie liep langs 't lijntje al jankend.
Schiete allene bleef paraat.

Het publiek direct in actie
"zeg8 arbiter! ziede niet !
"Salle Flamand" riep er nen Waale.
De reactie kwam subiet.
Als Matthijs egaliseerde
Op de laatste match minuut
't was of dat ze beefdege, d'erde.
Was mij dat een groot tumult.

Den arbiter die moest vluchten
Langs de Schelde mee nen boot
Zo vree was't publiek te duchten
't Scheeldege geen haar of ie was dood.
Om den uitslag tons te vieren
Mee wa zang en pianospel
Gingen ze nog wat gaan pintelieren
In 't Trompetje bij Michel.


De maandag stond in 't nieuws van den dag te lezen:
"Oudenaarde ee nen kalmen match beleefd"
Maar den reporter was mee zijn stekelbeeze naar de cinema Lumen geweest. En...

Voila, neui wittiget oe da 't gaat in Aanarde..

tot de volgende ?

woensdag, juni 10, 2015

Werkbaar werk...

Ooit was er een werkgever die, bij de modernisering van zijn bedrijf, met de beste bedoelingen zijn oudste werknemer een "makkelijk" werkje gaf...

Het was een bedrijf waar men vezelplaten maakte, en na een heel sterke modernisering, was er onder meer een groot bord, waar allerlei lichtjes op te zien waren... Petrus werd, als oudste van het bedrijf, aangesteld om de godganse dag op een stoeltje voor dat paneel. "Al wat je moet doen, Petrus, is die lampjes in de gaten houden, en als er eentje gaat pinken meteen op het bijhorende knopje drukken..."

Toen Petrus al enkele keren zo'n knipperend lichtje had gemist, scheelde het niet veel of hij werd afgedankt. Tegen de man van de vakbond fulmineerde de werkgever: "Je geeft ze dan een mooi jobke, en dan verprutsen ze het nog !"

Het vergde heel wat overtuigingskracht om de werkgever te doen inzien dat het echt niet te doen was om 8 uur aan een stuk naar lampjes te staren ! Uiteindelijk kwam men tot een oplossing waarbij de vier oudste werknemers elk om beurt één uur zouden lampjes-kijken, en dat twee keer per dag. Het systeem werkte perfect !

Ik hoorde mini-ster Peeters pleiten voor werkbaar werk... Nu de mensen effectief langer moeten gaan werken, zou men dat ook mogelijk moeten maken door het werk werkbaar te maken...

Hij heeft gelijk, overschot van gelijk, want in de tijd van Petrus uit de echt gebeurde historie hierboven, moest men effectief werken tot zijn 65, en ik kan je vertellen dat er heel veel, te veel, waren, die dit niet uithielden en ziek werden voor die leeftijd, of erger, doodgingen. Nu gaan ze effectief moeten werken tot hun 67 ???

Dan gaan ze zeker het werken meten werkbaar maken, of er schiet niemand meer over om op pensioen te gaan. Het werken is er misschien lichamelijk iets lichter op geworden, maar de werkdruk is hoger dan ooit !

En de historie hierboven wil je gewoon maar zeggen, dat het niet zo eenvoudig is om werk werkbaar te maken...

Het voor een paneel met lampjes zitten mag er dan uitzien als licht werk, dat wil niet zeggen dat het werkbaar werk is. Je kunt gewoonweg geen acht uur aan een stuk geconcentreerd naar dat ding blijven staren !

Ik bezocht ooit een bedrijf dat elektronica-onderdelen fabriceerde. Dat werd gedaan met een systeem van lopende band. De dames zaten aan een lange tafel, waar telkens weer een nieuw werkstuk voor hen schoof. Aan ieder werkstuk moesten ze dan één of enkele onderdelen vast solderen... Zwaar kon je het werk niet noemen, maar geestdodend is het wel ! (Zoals het meeste bandwerk !)

Het bedrijf was er echter in geslaagd mensen te verzamelen, die deze soort van werk aan konden. De dames zaten vrolijk tegen elkaar te babbelen terwijl ze die stukjes vast soldeerden. Eigenlijk waren ze een beetje veranderd in robots, domme werkkrachten, die automatisch bepaalde bewegingen deden, zonder er bij na te denken. Dat jezelf-veranderen- in robots, was de enige manier om een dergelijk werk te overleven. Maar hou je dat uit van je twintig tot je 67 ???
Ik twijfel daar sterk aan.

De vakbonden eisten op een gegeven moment dat de bouwvakarbeiders regenkledij zouden krijgen. Het was niet te doen dat ze in nat weer moesten werken en op de lange duur kletsnat werden. Het gevolg van die verstandige eis was echter dat de bouwvakarbeider nu ook in echte regen moest aan het werk blijven. Zolang de cement niet weg regende voor je de steen er op kon leggen, was het werkbaar weer... Maar dat hou je geen heel leven uit ! Want die regenkledij is niet van het goretex type, en de arbeiders werden onder die water- en luchtdichte kledij kletsnat van hun eigen zweet... en koelden af in de ijzige wind.

Wat is werkbaar werk ?
Gek genoeg zou ik dan diezelfde bouwvakarbeider willen als model nemen... Natuurlijk niet op de manier zoals het nu veelal gaat, natuurlijk niet in eigenlijk onwerkbaar weer, natuurlijk niet op dat door machines opgelegde helse tempo... Maar de bouwvakarbeider die nog echt een bouwwerk opricht, door en met het werk van zijn handen. De bouwvakarbeider die nog kan en mag fier zijn op zijn werk, die je nog fier wijst: "Zie je die gevel daar? Dat hebben wij gemetst ! Echt vakwerk, en die stukken in visgraatmotief ! Schoon hé ?"

Voor mij is werkbaar werk in de eerste plaats werk waar de arbeider nog fier kan op zijn. Met bandwerk kan dit nooit. Er is geen mens die er zal op denken te zeggen: "Zie je daar die Volvo ? Daar heb ik vier vijzen van vastgedraaid!".
Arbeidsvreugde...
Iets wat haast niet meer bestaat.
Werk mag best wat lastig en/of wat moeilijk zijn, als je het graag doet, als je werkelijk iets maakt, iets waar je fier op bent, dan valt werken echt wel mee. Natuurlijk moet het ritme van het werk ook menselijk zijn, moeten de lasten die je moet dragen menselijk en niet te belastend zijn, maar arbeidsvreugde, het gevoel werkelijk iets te hebben gemaakt, dat is wat werk echt tot mensenwerk maakt.
(foto: kasseien is een zeer lastig werk, maar zo'n mooi werk, daar schep je arbeidsvreugde uit !)

Eigenlijk is het nu een geschikt moment om terug te gaan naar de tijd waar werk nog arbeidsvreugde bracht, waar de arbeider nog echt iets maakte waar hij fier op was. Nu we stilaan bewust worden (of zouden moeten worden !!!) van het feit dat "Meer en sneller produceren" niet houdbaar blijven, kunnen we misschien terug echt werk, werk waar we werkelijk iets doen waar we fier op zijn.
Dan zouden we ook weer de arbeiders hebben die voor hun patroon staan, en patroons die voor hun arbeiders staan, omdat ze eigenlijk één geheel zijn, één groep die er in slaagt mooie en goede dingen te maken !!!

Oh ja, om je gerust te stellen, dames, u kunt en moogt alle mannelijke termen rustig vervrouwelijken, want voor jullie geldt dezelfde redenering uiteraard evengoed als voor de mannen. En voor de transgenders en ...co.

(Die arbeidsvreugde, dat is een van de redenen waarom ik zo graag blog, ik maak iets wat ik graag doe, en waarvan ik weet dat het iets is, iets heeft...)

tot de volgende ?

dinsdag, juni 09, 2015

De brouwerij

Ik denk dat het om en bij de dertig jaar geleden is dat ik De brouwerij ("onze" brouwerij) nog eens bezocht.
De brouwerij Roman staat op amper een kilometer van mijn deur, maar geef toe, je gaat er niet zo maar op bezoek als bij een oude tante. Nee, je moet wachten op een invitatie of op een actie van een vereniging waar je bij hoort, die je mee neemt op zo'n bezoek.
Gisteren was het een afsluitende vergadering van Onderstroom, die plaatsvond in de brouwerij, en waar wij naast de vergadering met evaluatie ook de kans kregen op een bezoek aan de brouwerij.

Ik was eerlijk gezegd niet van plan mee te gaan... Er horen bij het bezoek nogal wat trappen, maar het alternatief was daar een uur zitten wachten.

Maar ik beklaag het me niet. Wel had ik heel wat pijn, maar het was interessant, en de brouwerij is heel anders geworden in al die jaren. Bovendien hadden we een schitterende gids, ik zou bijna het woord gepassioneerd in de mond nemen, die ons alles vertelde over het brouwproces, en hoe het evolueerde.

Tot mijn (en wellicht ook van anderen) verbazing, brouwt men in de brouwerij niet alleen de eigen bieren, maar brouwt men ook bieren voor andere brouwerijen en enkele van die speciale biertjes die verbonden zijn aan streken of feesten.
Momenteel zijn de topbieren van de brouwerij de bieren uit de gamma van Ename, en sinds kort is het Gentse bier Strop ook aan een steile opmars bezig. (Dus het Gentse bier is eigenlijk Oudenaards: zou het niet het moment zijn om het groot kanon terug te vragen aan de Gentenaars ?)

We zagen er de prachtige oude brouwketels, die nog steeds in gebruik zijn, maar ook die ultramoderne dingen, die er heel wat minder poëtisch uitzien, maar blijkbaar veel beter zijn. Ook de grote hall waar het bier gebotteld wordt of op vaten getrokken wordt, was de moeite waard.

Brouwen is steeds meer een wetenschap, maar dan wetenschap waar gevoel en smaak nog steeds boven de kennis uit gaat, al is zonder de kennis geen stabiele smaak mogelijk.

Na het brouwerijbezoek zijn we in het proeflokaal belandt, waar we de voorbije "Onderstroom" evalueerden. Er waren uiteraard wel wat bedenkingen en wat verlangens, maar globaal gezien was iedereen meer dan tevreden. Er werd besloten dat Onderstroom in het vervolg om de twee (sommigen prefereerden om de drie) jaar zou plaats vinden. Voor ons lijkt 2 jaar een beetje kort, we doen niet alleen enkele demonstraties, we stellen ook onze werken tentoon, en in twee jaar hebben we nog niet zo heel veel bij elkaar ... Wij hoorden dus bij de mensen die drie jaar verkozen. Als ze beslissen tot om de twee jaar, dan doen we maar om de vier jaar mee, maar met volle enthousiasme, want het was een heerlijk gebeuren !

Koen heeft me beloofd dat hij de vele foto's zou doormailen... Ik beloof je, als het zo ver is, dat ik je nog wel eens enkele beelden toon.

Tot de volgende ?

(een relaas van de man die in de brouwerij met de lekkerste bieren doodleuk cola-light zat te drinken, weliswaar de Cola van Roman...)

maandag, juni 08, 2015

de appel

Eigenlijk begint het verhaal met een vergeten appel.
Helemaal achteraan in de lade van de koelkast was hij blijven liggen, verstopt achter de groenten en het nieuwere fruit.
En pas toen de lade bijna leeg was, en Anny hem eens wou schoonmaken, zagen we de appel.
Een verrimpeld klein bolletje, nog wel met de mooie appelkleur, maar het zag er uit als de Methusalem onder de appelen...

Toen ik kind was, was er nog geen frigo, waren er een heleboel dingen die echt seizoensgebonden waren, en dus stond het bewaren hoog op het lijstje van vereiste kennis van iedere huisvrouw. Ook ons moeder was een genie in het bewaren, van vlees, van bonen, zelfs van eieren... en uiteraard ook van appelen.

In de tijd van de appeloogst werden er massaal appelen gekocht, en die werden netjes in houten fruitbakjes, op een laag krantenpapier op de zolder gezet. Daar bleven ze goed. We moesten ze nu en dan wel eens "verlezen", dat wil zeggen, de appelen die een spoor van rot vertoonden er uit rapen. De appelen die niet helemaal rot waren die dienden nog voor de appelmoes. Maar één rotte appel in de mand kan heel de mand aansteken. (Dat hoorde vroeger bij de "opvoedkundige zegswijzen en spreuken)

Na enkele maanden waren die appelen best nog lekker, maar ze zagen er niet uit. Het waren allemaal van die verrimpelde bolletjes, net als de appel uit mijn koelkast.

Wetenschappelijk is het makkelijk uit te leggen: het vocht uit de appel verdampt, vervliegt, en eigenlijk droogt de appel uit. Daardoor wordt het volume kleiner, maar daar het vel niet mee krimpt, gaat het in rimpels liggen...

Ik was er een beetje verwonderd van, want het was één van die moderne rassen, en ik had niet verwacht dat die nog steeds dat vermogen hadden.

Nu eten we veel gezonder dan toen, want zowat heel de winterperiode aten we bewaarde dingen (met uitzondering van de groenten die tegen de vorst kunnen, en groenten die op een manier bewaard werden die geen merkbare veroudering veroorzaakte. (Bijvoorbeeld, prei en wortelen, die in de grond of aangeaard bewaard worden). Maar voor de rest: allemaal bewaarde dingen. Minder vitaminerijk, en ook iets minder smakelijk. Vlees werd hoofdzakelijk gezouten of in vet bewaard, wat ook niet echt de gezondste manier is om mee te leven.

Het gevolg was, dat de meeste mensen, na de winter, het nuttig vonden om het lichaam eens te kuisen, en daarvoor werd een purgeermiddel genomen, zodat je eens hevig de diarree had, en dan was zogezegd al het vuil van de winter uit je lijf.  Steevast kregen we dan ook nog eens de diarree van de eerste nieuwe aardappels met nieuwe worteltjes en nieuwe erwtjes, het typische menu om eens echt fris en nieuw te eten...

Nu is er geen mens meer die naar de apotheek gaat om in het voorjaar eens lekker (???) de diarree op te roepen... Dat hebben we allemaal niet meer nodig, want we ten het ganse jaar alsof het lente is. En dat is het ook, we importeren de lente, we importeren het verse fruit, de verse groenten. We eten vers-geplukte ananas, en passievruchten en granaatappelen...
In het begin dat die vruchten uit het zuiden hier arriveerden, waren dat sinaasappelen en mandarijntjes, en daarmee hadden we het zowat gehad.
Heel veel van de dingen die we nu normaal vinden, waren toen voor ons gewoon onbekend. We hadden hoogstens een gelezen over die dingen.
Nu zie ik op de rommelmarkt een mooie voluptueuze negerin in zo'n heerlijk zonnig kleed, maniok eten en bakbananen. En ik at al de meeste van die vreemde dingen minstens één keer. (Soms was dit genoeg, want ik vind ze lang niet allemaal lekker).

Als ik naar Auchan ga, dat is de grootste onder de winkels die ik regelmatig frequenteer, dan slenter in nu en dan eens langs de toonbaken met groenten en fruit... En daar liggen dan nog heel wat dingen waarvan ik niet weet wat het is, of hoe je het zou moeten opeten... Er liggen kleurige dingen bij, maar ook saaie bruine dingen, kleine vruchten maat ook joekels van dingen met vreemde vormen. Vruchten met stekels of scherpe boorden op, felgeel of knal - bijna fluo- oranje...

Soms stel ik me vragen als ik de prijs van die dingen bekijk... Als dat hier zo goedkoop aangeboden wordt, na een reis van duizenden kilometers, hoeveel kreeg de boer ginder ver dan??? Of liever kreeg hij niet. Want eigenlijk kan het niet dat die mensen er een menswaardig loon voor ontvangen hebben. Wij vreten van hun armoede.
Letterlijk.

En we kunnen eens hevig doorbomen over het ecologische aspect van het vervoeren van nieuwe aardappeltjes midden in de winter, zodat je met kerstmis nieuwe patatjes kunt eten... Op de kap van een arme boer ergens in de Andes.
Vliegtuigen die kerosine zuipen vliegen heen en weer met patatten.
djudedju

Moeten we niet eens wat meer nadenken voor we ingaan op al die luxe?
Moeten we naast een actie voor "Schone kleren" ook niet eens nadenken over een actie over schoon fruit en schone groenten?

... en moeten we niet eens nadenken over het feit dat we hier haast niet meer onze eigen voeding kunnen kweken, want we jagen de boeren weg voor een pote klei om stenen mee te bakken.
djudeju dedju !

tot de volgende ?



vrijdag, juni 05, 2015

Bobbie

We hadden de kinderen beloofd dat ze een hond kregen... Sindsdien hadden we geen rust meer, de hond moest en zou er komen.
Op een zaterdag reden we naar Ronse, want daar was een veearts die een soort asiel had. We belden aan, en werden naar de ruimte geleid die vol zat met honden. Heel mooie rashonden van allerlei soorten, die duidelijk de voorkeur genoten van de veearts, en helemaal achteraan een kleine zwarte pup, die heel triest zat te zitten, maar meteen opgewonden naar de tralies vloog toen hij de kinderen zag. Wat de veearts ook vertelde, onze keuze was gemaakt: die kleine zwarte pup moest en zou het zijn.
We mochten de hond nog niet mee nemen... Het was een verloren gelopen beestje, en er was nog steeds een mogelijkheid dat de eigenaars het zouden komen opeisen... We moesten veertien lange dagen wachten...

Eindelijk was die zaterdag daar, en voor dag en dauw zaten alle drie de kinderen bij ons op ons bed. Of het nog geen tijd was, of we nog niet...
Ik bracht het gesprek op de naam "Hoe zouden we het hondje heten?"
Het regende namen, maar iedere naam die naar voren werd gebracht werd door de anderen af gekeurd en gekraakt tot er niets meer van over bleef... Het bleef duren, de hond was er nog niet, en er was al discussie, haast ruzie over... Tenslotte zei ik: "Als je dan echt niet overeen komt, dan nemen we gewoon de naam die elke hond heeft: bobbie !"
Ze keken elkaar een moment aan, en knikten toen alle drie.

Eindelijk was het tijd. We zouden naar de veearts gaan en vandaar nog rap eens naar de GB om nog wat inkopen te doen. Ze knikten, alles was goed, als de hond er maar kwam.

We kregen de pup, na een deel formulieren te hebben ondertekend, en de toelating te hebben gegeven dat ze de hond mochten komen zien om te controleren of we wel goede baasjes waren... en dan naar het eigenlijke asiel, ze kregen de hond in hun armpjes, het beestje kronkelde in hun armen van tevredenheid, en likte de kinderen waar hij maar likken kon.

Toen wij in de auto stapten, roken wij de hond...
Heb je ooit al een hond uit een asiel gehaald ? De geur van het asiel, van al die dieren lijkt zich te concentreren in jouw nieuwe aanwinst !

We reden naar de GB, en de kinderen bleven alle drie in de auto, bij de hond, bij Bobbie ! Naast de gewone aankopen voor het gezin brachten we ook een riempje en een halsbandje mee...
Thuis gekomen was het eerste werk het wassen van de hond. In het grote bad zag je het kleine beestje haast niet staan, maar uiteindelijk rook het hondje gewoon weer naar één hondje, en niet naar een heel asiel. Ik denk dat er nooit een hondje zo moe was als bobbie die eerste avond bij de kinderen.

We hebben nooit meer zo'n hond gehad. Dat was de ideale kindervriend. Ons huis was een thuis voor haast alle kinderen uit de wijde omtrek, en bobbie werd de hond van alles wat kind was.
Hij moest de slede trekken in de winter, ze gingen er mee "op jacht" en vertelden hoe ze haast een fazant gepakt hadden, ze wandelden er mee, ze lieten het beestje zich afjakkeren naast hun fiets, ze stonden op en gingen slapen met bobbie...

Bobbie was geen gewone hond, hij had geen stamboom, geen ras, maar hij liep een ladder omhoog, en liep de ladder, de kop naar beneden ook weer af. Hij jaagde alle katten na, uitgenomen de onze. Op een keer jaagde hij een kat na, die de trap op rende naar het platform, en vandaar het dak op liep, tot op de vorst van het dak. Tot de verbijstering van het kattenbeest liep de hond hem na, en de kat kon zich alleen redden door op de schoorsteen te springen, waar hij als versteend van schrik zat te staren naar de hond onder hem, op de vorst van het dak. Wij riepen Bobbie bij ons, en tegen zijn zin kwam hij het dak af... De kat bleef doodstil zitten.

Toen wij een uur later buiten kwamen, zagen wij tot onze verbazing de kat nog steeds onbeweeglijk zitten op de schoorsteen. Het beestje was warempel versteend van schrik ! Ik ben van arremoe het dak opgekropen om de kat van de schoorsteen te plukken en naar beneden te brengen. Ik denk niet dat die kat ooit nog in onze tuin is gekomen !

Buiten onze Koen waren de kinderen al allemaal het huis uit, toen Bobbie van de veearts het bewuste euthanasie-spuitje kreeg. Het beestje kon niet meer lopen, wist niet hoe zich te houden van de pijn in alle gewrichten en door zijn kapotte rug. We waren er allemaal niet goed van.
Dat spuitje was om hem verdere pijn te besparen, maar zijn dood deed ons pijn.
't was maar een hond... Nee, het was Bobbie, die kleine zwarte rakker die voor onze kinderen een groot deel van hun opvoeding was.
Ieder kind zou een hond moeten hebben, maar dan een goede hond, niet noodzakelijk een rashond, maar een echte vriend voor de kinderen !

een Bobbie !

tot de volgende ?